Lut De Rudder

02-12-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Robert Lobet
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De kunstenaar is zelf niet hier omdat hij ergens in Frankrijk aanwezig moest zijn op de opening van een boekenbeurs. Hij wordt ingeleid door Leni, de gastvrouw van Huize Hannah. Ze beschrijft hem als een zachtaardige en filosofisch mens, die vooral rond het thema verbinden werkt. Zo zijn zeeën en oceanen de verbinding tussen landen en continenten. Hier is hij vooral aanwezig door ‘boekjes’. Het zijn bibliofiele uitgaven. Hij illustreert hierin een tekst of een gedicht. De boekjes, ware kleinoden, zijn vaak kundig gevouwen in harmonica vorm. Elk boekje is getekend door de dichter en Robert Lobet met vermelding van het aantal uitgegeven exemplaren en de plaats die het boekje heeft in dit aantal.

Bij de boekjes liggen witte handschoenen met de vraag deze te gebruiken als je in een boekje bladert. Het zijn boekjes om verliefd op te worden. Ik kon het niet laten: ik heb er eentje gekocht. Het ligt, verpakt in zijdepapier op mijn tekentafel. Ik blader er regelmatig in, lees de teksten en voel telkens een diepe ontroering: zoveel tederheid en zorgzame arbeid in zo’n klein hebbeding.

Er hangen ook wat grafische werken die me erg aanspreken … maar die boekjes, alleen daarom maakt deze opening mij gelukkig.

Hieronder volgen enkele foto’s van de werken van Robert Lobet. De keramiek is van Roosje Chini. Maar als je kans krijgt om het ‘in ’t echt ‘ te zien, laat je verleiden: het is als een heel verfijnd aroma dat je hele wezen doordringt.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

01-12-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huize Hannah
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een nieuwe tentoonstelling wordt geopend, met als exposanten: Roosje Chini en Robert Lobet. Ik zoek op internet naar de kunstenaars achter die namen. Wat ze aan te bieden hebben, boeit me wel. Dus spreken we af om samen met Christel en Ludo richting Herent te trekken.

Eerst samenkomst bij ons thuis voor een kop koffie. Tegen 15 uur worden we verwacht in huize Hannah. Deze kleine galerij wordt stilaan vertrouwd. Wat deze namiddag speciaal maakt is dat ik twee mensen ontmoet van zoveel jaren terug. Vooral de ontmoeting met M. was een verrassing. Waarschijnlijk heb ik M. meer dan twintig jaren terug voor het laatste gezien: onze kinderen groeiden samen op. Dan gaan die kinderen hun eigen weg, je verhuist nog maar eens en zo verlies je elkaar uit het oog. We kwamen elkaar nog een paar keer tegen in Leuven. Telkens we elkaar ‘in de gauwte’ kruisten was er een zeer intens contact. Tot ook dat niet meer gebeurde, ieder werd opgenomen in de eigen draaimolen van het leven. Tot in huize Hannah. Spijtig dat er zo weinig tijd was om te praten: de anderen stonden klaar om te vertrekken. Hopelijk zien we elkaar nog eens terug bij een of andere activiteit.

Karel had beloofd te zullen koken. Hij heeft een gerecht gekozen dat niet teveel aandacht vraagt, zodat hij tijd heeft om deel te nemen aan het gesprek.

Ondertussen spreken Christel en ik af voor de komende kerstmarkt. We verheugen er ons beiden op. Christel heeft nog een werkje dat moet ingekaderd worden en of ik dat zou willen doen. Daar ik een snijplank heb om passe-partouts te snijden wil ik er mij graag over ontfermen. Trouwens, ik moet voor mezelf ook nog wat inkaderen, dat kan dan meteen gebeuren.


30-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De linomat van de vissen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik heb mijn linomat (zie hiernaast) van de vissen goed afgespoeld en nog wat bijgewerkt. Ik zal ze nog een keer gebruiken om te drukken, en dan berg ik ze op: er liggen nog ontwerpen voor lino te wachten. Toch is dit snijwerk mij dierbaar: ik heb er zo op gezwoegd en er zoveel mee geleerd. En de kaartjes met de afdrukken beschouw ik als een soort cadeau. Natuurlijk werk je richting resultaat. Toch ging het zo moeizaam en zag ik alleen maar fouten in de afdrukken. Tot ik die afdrukken omvormde tot kaartjes en ontdekte dat het leuke dingetjes zijn.

Natuurlijk heb ik ondertussen niet stil gezeten. In palight ben ik een ontwerp aan het uitsnijden dat ik ook op een groot tekenpapier uitwerk voor mijn eindwerk. Thema: het dorp. ‘k Ben echt benieuwd naar het resultaat van de afdruk. Dat is echter nog een even geduld oefenen, tot ik achter de grote pers in de academie sta.


29-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buurvrouw J.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Buurvrouw J. (85) is een paar maanden terug opgenomen in de verzorgingsinstelling: ze kon niet meer alleen blijven. Stilaan vergleed ze naar het ‘niet meer weten’, tijd en ruimte werden vreemde dimensies. Haar kinderen herkende ze nog vaag. Buren waar ze jaren lang jeugd, kinderen en ouderdom mee had gedeeld werden een vaag ‘mevrouw’ en ‘mijnheer’. Ze genoot wellicht nog van een verzorgde maaltijd, aanwezigheid van haar kinderen … maar verder was haar wereld meestal beperkt tot de muren van haar kamer of een wandeling.

Vanmorgen kreeg ik telefoon van een andere buurvrouw: J. was opgenomen in spoed, met zware hersenbloeding. Haar hart klopte nog, ze ademde nog, maar het was wachten tot ook die primaire functies het begaven.

De andere buurvrouw is 81. Nog heel vitaal: met haar wagen rijdt ze nog naar Knokke. Natuurlijk heb je altijd file als je naar of van de kust komt, maar dan blijf je rustig aanschuiven, je hebt immers alle tijd. Alleen, haar knieën doen het niet meer zo goed en de dokter heeft gezegd dat ze het wat rustiger aan moet doen. Haar deur staat open voor de familie en vrienden. Ze is het hart van deze straat … en wellicht nog veel verder.

Ik sprak af dat ik een koffietje kwam drinken. Je vertelt elkaar hoe het je raakt als die concrete buurvrouw wellicht uit dit leven weg gaat. Onze tijd hier is stilaan ook beperkt.

Dan praten we over de kinderen en kleinkinderen: de toekomst. Mooi als je ziet hoe ze hun weg maken. Je probeert je te verzoenen met ‘leven’: geboren worden en uit dit leven weggaan. De volgende generaties doen het anders. Dan denk je aan wat je tegen hen zegt: je moet je eigen leven gaan … hoewel je soms toekijkt met een benepen hart. Maar een benepen hart overleef je en je mag zien hoe die jongeren hun leven uitbouwen. Even radicaal en enthousiast zoals wij deden: wat lijken we op elkaar.

Als we afscheid nemen omarmen we elkaar: wat is het deugddoend een buurvrouw te treffen die voor koffie zorgt en eerlijk durft te praten. Ik hoop dat we nog vele jaren met elkaar mogen delen.


28-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de academie
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik neem enkele kaartjes mee naar de academie. Ik wil de leerkracht tonen waartoe de linosnede en het afdrukken geleid hebben. De opdracht was: een goede lino afdruk maken en die in een schilderij verwerken. De collega’s zijn er nog volop met de opdracht bezig, maar de vluggerds zijn er al mee klaar. Het resultaat mag gezien worden.

Ik laat mijn resultaat aan de anderen zien. De reacties zijn positief. Natuurlijk ga je elkaars werk niet bekritiseren, maar toch doet waardering deugd. Benieuwd of de kaartjes ook tijdens de kunstmarkt in de smaak zullen vallen. Daar ligt het wel iets moeilijker. De mensen zijn meer gewoon aan glitter en verwijzingen naar sneeuw en de eeuwige dennenboom. ’t Is leuk als er iemand met aandacht kijkt en zelfs iets koopt. Maar ik beleef zoveel plezier aan de kaartjes te maken. En verkopen ze niet: ik beantwoord elke nieuwjaarswens met een zelfgemaakt kaartje. Wat er overblijft, zullen mijn kinderen wellicht ontdekken als ze mijn concrete leven moeten opruimen. Hopelijk zijn die kaartjes nog een cadeautje over de dood heen.


27-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En dan komt Christel
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Christel komt langs. Ze heeft het uitsnijden van de lino en het drukken ervan meegemaakt in de academie. Ook mijn ongenoegen. Nu toon ik haar het resultaat. Ze reageert enthousiast. Alsof dit aanstekelijk werkt bekijk ik de kaartjes nu ook positiever. Wellicht kan er van alles beter, maar zoals ze er nu bijliggen ogen ze wel aantrekkelijk. Ze mogen gezien worden. Toch ga ik nog proberen een paar afdrukken te maken. De achterkant van de kaartjes heb ik al klaar gesneden, zodat ik alleen de afdruk op juiste grootte moet snijden en op de achterkant kleven. Christel heeft ook nog wat werk te doen voor de kerstmarkt van volgend weekend. We hebben afgesproken dat we, wanneer het rustig is, elk een lino gaan uitsnijden. Ook zij is erg enthousiast met dat lino project. ‘k Zie ons al zitten: geheel opgeslorpt in het snijden. Hopelijk hebben we nog wat oog voor de bezoekers.


26-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom lukt het me niet.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik ben boos. Een paar dagen geleden is Seniorennet overgeschakeld naar een andere manier van werken. Ik ken dat allemaal niet. Gelukkig heb ik Karel aan mijn zijde die me doorheen de computerwereld helpt. Tot hiertoe kon ik zonder problemen een blog plaatsen. Nu lukt me dat niet meer. De ene keer gaat het prima, dan weer krijg ik het niet voor elkaar. Grr!

Ik ben niet iemand die graag uitleg vraagt. Wanneer ik op een knopje duw moet alles perfect marcheren. Ik zou liefst 1 knop hebben die alles doet draaien. Nu weet ik wel dat de realiteit vele knoppen kent. Maar als ik dan de juiste knop aangeleerd heb … mag dat voor de rest van mijn leven zo blijven. Blijkbaar is men in de wereld rondom mij een andere mening toegedaan: de technische (lees knoppen)evolutie gaat elke dag met sprongen vooruit. Ik geniet van de vooruitgang maar ik voel me een ambachtelijke middeleeuwer die moeite heeft om me daaraan aan te passen.


25-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kaartjes maken
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik neem de beste afdrukken om de afbeelding uit te snijden voor kaartjes. Dus eerst de afdruk uitsnijden, dan die afdruk op het achtergrondkarton plakken voor een kaartje. Nogal routineus werk, maar ik doe het graag. Steeds ben ik nieuwsgierig wat het gaat worden. Nu ben ik niet direct overenthousiast. Mits meer oefenen, zowel lino snijden als afdrukken, zou ik een beter resultaat kunnen bekomen. Maar eind deze week komt de kerstmarkt er aan, ik moet me tevreden stellen met wat ik heb.

Telkens ik meedoe aan een markt wil ik graag een nieuwe reeks kaartjes aan mijn collectie toevoegen. Het is gewoon een uitdaging voor mezelf: niet stil blijven zitten en tevreden zijn met wat ik heb, maar verder op zoek … dat stilzitten komt later wel. Of ik er tevreden mee zal zijn weet ik niet. Hopelijk kan ik aanvaarden wat komt.


24-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met de grote pers
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Thuis geprobeerd de linosnede af te drukken. Ik gebruik daarvoor een deegroller: eerst de linosnede met inkt bestrijken , dan een papier waarop de afdruk moet komen er boven op, dan een plexiplaat op het papier om de druk gelijkmatige te verdelen en dan maar rollen. Maar het blijkt niet zo best te lukken. Wanneer ik de inkt uitrol op de wijze dat het aangeleerd is, krijg ik te weinig afdruk. Gebruik ik meer inkt dan lopen de fijnere insnijdingen vol. Vermoedelijk is de lucht te droog om tot een goed resultaat te komen en/of kan ik niet genoeg kracht zetten op de deegrol.

In de academie lukt het me beter: daar staat dan een mastodont van een pers … en de lucht is er waarschijnlijk vochtiger.

Toch blijf ik onvolkomenheden zien. Ik geef echter de moed niet op: blijven proberen tot ik een goed resultaat bekom.


23-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hitlers furiën
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Vrouwelijke beulen in de killing fields van de Holocaust

Wendy Lower

Na WOI kregen de Duitse vrouwen wel stemrecht, maar ondanks feministische pogingen bleven ze eerder traditioneel georiënteerd. WOII tekende de man als soldaat, eventueel als wreedaard, sadist die alle onheil van die periode op zich moest laden. De vrouw duwde men in haar traditionele rol van huishoudster, verzorgster van man en kinderen, degene die honger leed, slachtoffer van verkrachting door de soldaten van het Rode Leger en de dappere puinruimster toen Duitsland tot een ruïne herleid was. Het nazisme en de denazificatie was een mannenzaak en van de Holocaust had de Duitse vrouw niets geweten. Ze was de heldin die in stilte geleden had.

Maar klopt dit beeld met de realiteit?

Wendy Lower (historica en onder meer adviseur van het U.S. Holocaust Memorial Museum in Washington) gaat op zoek naar een antwoord hierop. Ze duikt in archieven, interviewt betrokkenen en/of hun familie … en laat geen spaander heel van het vooroordeel dat vrouwen alleen maar verdwaasde meeloopsters waren in dienstbaarheid aan hun man, noch dat ze ontwetend waren over wat er gebeurde of dat ze niet betrokken waren bij de wreedheden van de Holocaust.

Het Nazisme duwde de emancipatie van de vrouw terug naar af. Zo bemoeilijkte het systeem een hogere opleiding voor vrouwen maar werden ze getraind in wat toekomstige moeders moesten weten en kunnen: het uitkiezen van een ‘Arische’ echtgenoot, als de verzorgende vrouw van de gewonde krijger: fysieke training bovenaan; lessen als Latijn kregen de Duitse meisjes niet meer aangeboden. Zo kreeg elke vrouw de mentaliteit ingeprent die het Nazisme ondersteunde … wie wilde hogerop komen, stelde geen vragen, maar ging enthousiast in op de mogelijkheid om opgeleid te worden als lerares, verpleegster, secretaresse of volgde gewoon de echtgenoot: het Oosten lonkte.

Sommige verpleegsters werden handlangers van Hitlers vernietigingsoorlog: ze hielpen bij de uitvoering van de euthanasieprogramma’s in Duitsland en de medische experimenten in de kampen. Vroedvrouwen die hielpen bij de bevalling gaven aan wanneer een gehandicapt kind ter wereld kwam. Leraressen zorgden dat de uitgeweken Duitse kinderen het ‘juiste’ aangeleerd werden, dat de plaatselijke bevolking geen toegang kreeg tot de Duitse school. Secretaresses zorgden voor een vlot verloop van het genocidale beleid van achter hun bureau. Ze wisten dat de lijsten die ze uittikten met moorden te maken hadden … maar aan hun vingers kleefde geen concreet bloed. Bruiden volgden hun man naar de verre streken en brachten kinderen voort van het superieure Arische ras. Kinderen uit de Oostelijke gebieden die een sterk Arische vormgeving hadden, werden geroofd en ter adoptie gegeven aan Arische koppels. Deze vrouwen kwamen wellicht niet rechtstreeks in contact met de concrete uitroeiing van mensen, maar door hun taak te vervullen werden ze onderdeel van de uitroeiing.

De mannen werden opgeleid om te doden, de vrouwen niet in directe zin, behalve de kampbewaaksters. Toch worden vrouwen geconfronteerd met de onmenselijkheid, maar het verandert hun levenswijze niet:

‘Op hun klederen dragen ze een gele davidsster, zowel voor als achter (pappa’s uitvinding, hij heeft het alleen maar over de sterrenhemel van Lodz. (…) Weet je, je kunt gewoon geen sympathie opbrengen voor deze mensen. Volgens mij voelen ze zich heel anders dan wij en daardoor merken ze de vernedering niet.’ p. 131

‘Het schokte haar, maar ze ging niettemin door met werken en ze genoot van het gezelschap van haar vrouwelijke collega’s in het verblijf waar ze samen woonden.’ p. 135

Na de oorlog worden de begane wreedheden met stilte omhangen, maar het eigen leed wordt in de kijker gesteld:

De Duitse vrouwen konden daarentegen wel uitgebreid praten over hun ontberingen en slachtofferrol aan het thuisfront: over het mannenwerk dat ze deden, zoals het besturen van autobussen, het bewaken van markten en het runnen van boerenbedrijven; over de vernietigende bombardementen op de steden waar ze woonden; over dakloos worden, moeten vluchten en de hongersnood na de oorlog. Er was een zeer welwillend gehoor voor herinneringen die een bevestiging vormden voor de traditionele vrouwenrollen in oorlogstijd: vrouwen als stoere verdedigsters, dienstmaagden en onschuldige martelaressen. (p. 148)

De vrouwen aan het thuisfront konden nog doen alsof ze van niets wisten. Maar hoe zat het met de vrouwen in het Oosten en aan het front?

Daar verschijnen vrouwen die getuigen zijn wanneer Joden worden geëxecuteerd, die de bezittingen van de Joden doorzoeken en meenemen wat ze graag hebben. Ze nemen deel aan drinkpartijen op de plaats van de executies terwijl deze voltrokken worden.

En dan zijn er de daderessen: vrouwen die zelf deelnemen aan het doden. Eerst de verpleegsters:

‘De eerste nazistische massamoordenaars waren geen concentratiekampbewaaksters maar verpleegsters. Van alle vrouwelijke beroepsbeoefenaren waren verpleegsters de meest dodelijke. Centraal geplande massavernietigingsoperaties begonnen noch in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau noch op de massa-executieplaatsen in Oekraïne. Ze begonnen in de ziekenhuizen van het Reich. De eerste methoden waren slaappillen, injectienaalden en uithongering. De eerste slachtoffers waren kinderen. Tijdens de oorlog gaven verpleegsters duizenden mismaakte baby’s en gehandicapte adolescenten overdoses barbituraten, dodelijke morfine-injecties of onthielden hun voedsel en water.

Dit alles werd gedaan uit naam van de vooruitgang en de gezondheid van de natie’. (p.179)

Een tweede groep van daders betreft de huisvrouwen:

‘Huiselijk geweld kreeg een andere, uitgebreidere betekenis in het Derde Rijk. Moordenaressen pleegden in en om het huis gruwelijke daden. Het vaakst kwam voor dat ze vanaf hun balkon schoten, en in aanwezigheid van familieleden en vrienden’ (p.198)

En dan is er de groep van vrouwen die zelf deelnemen aan de executies, hoewel hun werkzaamheden hen niet in direct contact brengen met de slachtoffers.

Na de oorlog worden oorlogstribunalen opgericht om de daders te straffen. Ook probeert men inzicht te krijgen in de motieven van de daders. Het is allemaal erg verwarrend. Meestal hangt er een groot vergeten over het leven van de betrokken vrouwen.

‘Geconfronteerd met hun wandaden antwoordden ze met standaardzinnetjes: ‘Ik weet het niet’. ‘Daar weet ik niets van.’’Ik kan het me niet herinneren.’ ‘Ik moest bevelen opvolgen.’ ‘Ik was met verlof.’ ‘Ik hoorde van anderen over bepaalde acties tegen Joden, maar ik heb zelf geen Joden gezien.’ ‘Toen ik op mijn post kwam, waren alle Joden weg.’ (p.227)

Ook de opvoeding wordt bevraagd (in Nazi-Duitsland groeiden de meeste kinderen op in een autoritair systeem) met de verwijzing naar die autoritaire opvoeding en de invloed die dat heeft op het kind:

Als ze daarentegen discipline krijgt bijgebracht door ‘strenge autoritaire of machtsassertieve ouderlijke praktijken die op het toepassen van straf steunen’, dan kunnen daaruit stereotype denkwijze, onderworpenheid aan gezag en agressie tegen buitenstaanders resulteren. De morele socialisatie wordt in dit soort gevallen niet tot ontwikkeling gebracht, met weinig empathie tot gevolg.’ (p. 236)

Een andere invalshoek is de maatschappelijke situatie, die wellicht een medevoorwaarde vormt voor het gedrag tijdens de oorlog:

‘De Duitse generatie uit het Interbellum maakte de zich opdringende extremen van oorlog en vrede mee: ongebreideld kapitalisme en door de staat geleid communisme; individu en collectief; verleden en toekomst. Duitsers trachtten boven deze conflicten uit te stijgen en hunkerden naar een superieur utopisch bestaan gebaseerd op iets dat grijpbaar en essentialistisch leek: biologisch racisme.’ (p. 238)

Wat het moorden nog een extra gruwelijk accent gaf was: ‘een wereld die op zijn kop gezet was, waarin Duitse heersers, die beweerden een hogere beschaving te hebben, zich uitermate ontaard en barbaars gedroegen. Vrouwen bevonden zich vaak in het centrum van dergelijke raadselachtige taferelen. (…) De Ostrausch - de bedwelming van het Oosten - was een imperiale roes die het oorlogsgeweld en de genocide aanwakkerde. Hedonisme en genocide gingen hand in hand, en vrouwen en mannen waren handelende personen, de partners in misdaad.’ (p.243)

Na de oorlog zijn er daders gestraft, anderen konden de dans ontspringen. De archieven waarover men nu beschikt waren toen nog niet allemaal toegankelijk. Ook de mentaliteit waardoor men vrouwelijke daders tegemoet trad, het ongeloof dat vrouwen ‘wreed’ konden zijn, beïnvloedde de beoordeling.

Dit boek is een schokkend boek: het confronteert ons met misdaden die zo onmenselijk wreed zijn en die door vrouwen zijn begaan. Laten we de opvatting van de vrouw die de zachtere kant van het mens-zijn vertegenwoordigt maar opzij schuiven: ze is de evenwaardige van de man, in goed en kwaad. De vrouw verantwoordelijk stellen, ook voor haar misdaden, is een emancipatorische noodzakelijkheid. Alleen al daarom is dit boek verplichte lectuur.


22-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nieuwe coöperatie
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Sedert wanneer is het begrip ‘economische crisis’ een vast item op het nieuws geworden? Hoe dikwijls heeft men het in datzelfde nieuws over reorganisatie, afslanking, afdankingen, faillissementen? Er horen cijfers bij: zoveel banen verdwijnen maar men weet nog niet zeker in welk land, zoveel jobs staan op het spel met als zoethouder: geen naakte ontslagen. Tot dan dicht bij ons bed het bericht de wereld ingestuurd wordt: Ford Genk gaat dicht. Vakbonden vechten voor een behoorlijke afscheidspremie. Maar wat met de ondernemingen die ook de weg van sluiting gaan, waar geen vakbond kan onderhandelen? Cijfers verwijzen naar concrete mensen. Je zal maar een geviseerde werknemer zijn.

 

En alles gebeurt boven je hoofd, je krijgt geen zicht op wat er zich achter de schermen afspeelt. Er vallen woorden als ‘globalisering’, banken die te hoge winsten najagen en risico’s nemen met het behoedzaam gespaarde geld van de kleine man of vrouw. Moedeloos word je, vooral als er dan nog een CEO of volksvertegenwoordiger een hallucinante ontslagvergoeding opeist, terwijl de ontslagen werknemer hoopt zijn huis te kunnen blijven afbetalen en probeert een nieuwe job te vinden.

 

Om moedeloos van te worden.

 

Dan verschijnt het boek: ‘De nieuwe coöperatie’. Het gaat over projecten van mensen die het wel zien zitten, die de handen in elkaar slaan en samen willen werken aan een betere samenleving, die niet moedeloos bij de pakken blijven neerzitten. Er is een alternatief, een uitweg uit de crisis: de coöperatie. Projecten die een antwoord en uitweg bieden op menselijke ellende die men onder neutrale cijfers en statistieken tracht te verdoezelen.

 

Een coöperatie, wat is dat? Er is geen eenduidig antwoord op te geven, een catechismus van ‘de coöperatie’ bestaat niet. Elke coöperatie heeft een eigen vormgeving, legt eigen accenten.

 

Walter Lotens (moraalfilosoof en ex-leraar zedenleer) maakt in dit boek ‘ een kritische zoektocht in tijd en ruimte naar inspirerende projecten, via interviews met enthousiaste ondernemers en wetenschappelijke onderzoekers, maar ook via historische en geografische excursies’.

 

Eerst en vooral probeert de schrijver het begrip (of moeten we spreken over het werkwoord) ‘coöperatie’ te omschrijven. Hij haalt de schrijver van het voorwoord aan, Rik Pinxten: ‘voor die gemeenschappelijke, minder tot niet-kapitalistische initiatieven die we nu overal zien opduiken: de zogenaamde sociale economie, de Oxfam- en de kringloopwinkels, de groepsaankopen van energie, de biowinkels en netwerken, de ruilsystemen die overal ontstaan.’ (p. 16)

 

Hij neemt ons mee voor een stukje geschiedenis van de coöperatieve actie: ‘in het voetspoor van 28 Engelse wevers (…) die in 1844 de Vereniging de Rechtvaardige Pioniers van Rochdale oprichtten en met een eerste kleine coöperatieve winkel begonnen. Zij worden beschouwd als de founding fathers van de coöperatieve beweging zoals ze vorm gekregen heeft in Europa, de Verenigde Staten en Canada, en stilaan ook in andere landen ingang vindt.’(p. 33). Vaak zal hij terugverwijzen naar deze pioniers.

 

Coöperaties vinden we overal. Veelal zijn ze een antwoord op armoede, verpaupering, mensonterende situaties. Een antwoord dat vanuit de concrete mensen geformuleerd, gerealiseerd en gedragen wordt. De kracht van ‘neen’ zeggen tegen overmacht en van daaruit het eigen (over)leven zelf in handen nemen.

 

Walter Lotens start zijn ontmoetingen in België, vooral Antwerpen: Apache, de Roma, Rataplan, De Wrikker, de Krikker, Ecopower, Elcker-Ik, Terre en Autre Terre, De Wereld Morgen en de Groene Waterman. Hij reist verder de wereld rond. Telkens laat hij de lezer kennislaken met een concreet project, vaak heel verschillend van werking: van vorming tot ecologie, van ontmoetingsplaats in een sociaal problematische buurt tot de moderne media, van aardappelenverkoop tot het bankwezen, van het ‘Bruto Nationaal Geluk van Bhutan’ tot een plaatselijke buurtmunt. Tevens probeert hij de waarden waarvoor deze acties staan te verwoorden: de mens centraal, wederkerigheid, solidariteit, democratie, behoud of scheppen van werkgelegenheid, een fatsoenlijke spanning tussen laagste en hoogste inkomen. De schrijver is geïnteresseerd in het proces dat de opbouw van zo’n project doorloopt. Waar staat de concrete mens in het geheel? Soms bekruipt me het gevoel dat de jaren’68 weer aan bod zijn. De projecten hebben echter een vaste voet in de samenleving en zijn geen vage utopieën. Omdat er door en voor mensen gewerkt wordt, zijn die projecten geen ‘perfecte’ aflevering van de oorspronkelijke idee, vaak zijn pragmatische aanpassingen noodzakelijk. Toch overleven die coöperaties de crisis, ook met behoud van banen: zo wil men in bepaalde projecten liever allemaal wat minder verdienen dan iemand te ontslaan.

 

Wanneer de projecten bij ons beschreven en geëvalueerd zijn, trekt de schrijver naar Griekenland, Spanje, Canada … om uiteindelijk in Zuid-Amerika te belanden, waar de coöperaties a.h.w. ingebakken zijn in de cultuur van de volkeren.

 

Sommige projecten zijn heel kleinschalig, andere zoals Ecopower breiden hun terrein steeds verder uit. Vrouwen spelen vaak een voorname rol in een coöperatie. Coöperatief werken is revolutionair werken, alleen: ‘Een revolutie is in de eerste plaats een proces in het bewustzijn van mensen. En dat vraagt tijd. We moeten echter de tijd tijd geven.’(p.172)

 

Walter Lotens is een geëngageerd schrijver, maar blijft kritisch het aanbod evalueren. Niet alles wat zich als (juridische) coöperatie voordoet is dit ook. Een vloed van informatie komt op je af. Hij belicht de projecten vanuit verschillende standpunten: hoe transparant is de werking, komen politieke bijbedoeling binnen sluipen en is dit noodzakelijk negatief?

 

In een vlot leesbare, journalistieke stijl, geeft Walter Lotens verslag van de verschillende projecten. Het blijft boeien. Het is een boek van hoop en geloof in de zelfredzaamheid van de mens op voorwaarde dat men leert ‘samen’ werken, van droom over planning tot concrete uitvoering. Om met Bots te zingen die Walter Lotens bij het begin van zijn boek aanhaalt:

 

Dan zullen we werken zeven dagen lang

Dan zullen we werken voor elkaar

Dan is er werk voor iedereen

Dus werken we samen zeven dagen lang

Ja, werken we samen, niet alleen.

 

 


21-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de vleugels van de draak - Lieve Joris
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Lieve Joris (1953) is een Vlaamse schrijfster. Volgde, na wat rondtrekken, de School voor Journalistiek in Utrecht en schreef voor de Haagse Post, NRC en Avenue. In 1986 debuteerde ze met ‘De Golf’, een reisverslag. Er zouden nog meer reisverslagen volgen.

 

In ‘Op de vleugels van de draak’ reist ze naar het Oosten, beginnend met Dubai en verder naar China om uiteindelijk weer in haar geliefde Afrika te belanden. Ze reist op haar manier. Ze trekt op met vrienden die ze leerde of leert kennen, probeert zoveel mogelijk te logeren bij mensen ter plaatse om zo hun wereld vast te leggen. Ze doet dat in een taal die meesleept. Je krijgt bijna geen tijd om te ademen. De verhalen wervelen als een windhoos over je heen. Het is moeilijk het boek ter zijde te leggen, want het ene verhaal sleurt je mee naar het volgende.

 

Zo reist ze samen met Afrikanen naar China, bezoekt Chinezen die meestal ook ‘buiten’ het land geweest zijn, vooral in Afrika. De vrienden met wie ze optrekt zijn commerçanten, mannen en vrouwen. Door hun ogen en hun verhaal leren we kijken hoe een Afrikaan denkt over de Chinezen, de Chinezen over Afrika, maar ook hoe ze denken over hun eigen land.

 

Met veel respect stelt Lieve Joris het verhaal van haar gesprekspartners aanwezig. Daardoor maken we kennis met een andere samenleving, een andere cultuur. Toch is het culturele aanbod beperkt. In dit boek volgt ze handelaars: hoe ze inkopen doen, hun waren verschepen, hun waren aan de man brengen, hun hoop, hun verwachtingen. De schrijfster benadert met veel openheid het ‘anders’- zijn van haar gesprekspartners. Hoewel, vaak krijg je de indruk dingen te herkenen … en dat die herkenning bv. een periode betreft, die nog niet zo heel lang achter ons ligt.

 

Door de boeken die Moses las, beseft hij dat zijn ouders zowel slachtoffer als dader moeten zijn geweest. ‘Iedereen was bang in die periode, waardoor veel mensen ook slechte dingen deden.’ (p.148)

 

Mao was een slimme man, maar hij veroorzaakte de ene ramp na de andere. Een meewarige glimlach verschijnt om Shudi’s lippen. ‘Mijn vader bleef in hem geloven. Mao zelf was goed, zei hij, hij had alleen slechte raadgevers.’ (p.183)

 

‘Toch is het een probleem dat wij geen religie hebben,’ zegt hij, ‘geen heilige dagen, geen vrijdag zoals de moslims, geen zondag zoals de christenen – wij werken de hele week door. Amoreel zijn we, alleen geld en wetenschap tellen voor ons. Mensen hebben wel altaartjes voor hun voorouders, maar dat noem ik pragmatisch bijgeloof: ze dienen alleen om materiële gunsten te vragen.’ (p.103)

 

Vooroordelen zijn niet alleen hier bij ons werkzaam. Chinezen hebben hun opvattingen over Afrikanen en omgekeerd en wij, als westerlingen en vroegere kolonisatoren, gaan daarin niet vrijuit.

 

Zo stelt een van de Afrikaanse vrienden: ‘Vroeger waren alle Chinezen arm, zegt hij. Ze hadden niets te eten, ze aten elkaar op van de honger.’ (p.49)

 

‘Jazeker – westerse documentaires tonen ons alleen het arme China. Net zoals ze Afrika altijd van de slechtste kant laten zien.’ (p.77)

 

Wanneer de Chinese autoriteiten hem verwijten dat Afrikanen slecht of crimineel zijn, antwoordt Atta: jullie hebben in China gevangenissen. Wie zitten daarin, toch niet voornamelijk buitenlanders? Er zijn slechte Chinezen, net zoals er slechte Afrikanen zijn.’ (p.81)

 

Een Chinese student kwam eens naar hem toe en zei: ‘Het spijt me je dit te moeten vragen, maar klopt het dat jullie in Afrika in bomen leven en alleen kleren aantrekken om naar hiertoe te komen?’

(p. 132)

 

‘De Taiwanese bazen keken op ons neer,’ zegt Catherine. ‘In China aten de mensen gras, beweerden ze.’

‘En wij hoorden in China dat ze in Taiwan bananenschillen eten,’ pareerde Catherine. (p.237)

 

Tussendoor komt de harde werkelijkheid van een bepaalde vorm van kapitalisme te voorschijn. Ook dat klinkt niet onbekend.

 

De Taiwanese fabrieken in Newcastle waar Catherine over praatte, zijn intussen overgenomen door Chinezen, zegt ze. De situatie is er niet bepaald beter op geworden: de salarissen liggen ver onder het minimumloon en bazen sluiten de arbeiders op omdat ze vinden dat ze niet hard genoeg werken of buiten staan te niksen. ‘Laatst was er een brand in een fabriek waarbij arbeiders omkwamen omdat de deuren op slot waren,’ zegt ze. ‘De kranten spraken er schande van.

 

‘Veel Chinezen van zijn generatie beweren hier naar toe gekomen te zijn voor het avontuur,’ zegt hij, ’terwijl ze in feite de armoede ontvluchten, want zelfs een professor was schamel behuisd en zijn keuken bevond zich doorgaans buiten, terwijl het in de winter in grote delen van China bijtend koud is.’ (p.271)

 

Dorpelingen leggen volgens haar geld bijeen om een van hen naar Zuid-Afrika te sturen. Een dag na hun aankomst zitten ze al in een of ander winkeltje. Ze werken zeven dagen per week, kijken nooit tv en beginnen vanaf de eerste maand hun schuld af te betalen. Na een jaar of vijf hebben ze van uit Zuid-Afrika iets opgebouwd in China, waarna ze terugkeren en geld lenen aan de volgende dorpeling.

(p. 249)

 

Stilaan veroveren Chinezen Afrika, in het kielzog van de grote handelscontracten, vb. de bouw van autostrades of een ziekenhuis. Komen ze eerst mee als arbeiders bij die projecten, stilaan volgen de handelaars. Ze beginnen een soort winkel, heel klein. De Chinezen staan bekend als harde werkers en stilaan kunnen ze een plaats veroveren in de samenleving. Terugkeren naar het thuisland is vaak moeilijk: wie geproefd heeft van Afrika blijft door dit continent voor altijd aangetrokken.

 

Tussen de verhalen door komt de ‘grote wereld’ kijken, wat wij met één woord: mondialisering noemen. Hoe kleinschalig een individueel winkeltje (vb. een strijkplank met horloges) ook is, toch komt ‘de crisis’ ook daar een intrede doen

 

Ze bezocht de befaamde kopergordel en was verbaasd dat alle mijnen in handen zijn van buitenlanders: geen enkel bedrijf is Zambiaans. ‘Ik hoop dat er niet nog meer industrie komt, want nooit zag ik een hemel zo blauw en wolken zo wit als in Zambia.’ (p.224)

 

(Ridja – Kongo)

‘Jullie zitten echt midden in de mondialisering.’

‘Jullie toch ook?’

‘Nee, nee,’ glimlacht hij droevig,’ wij zijn het onderwerp van de mondialisering. Wij zijn het rendez-vous van het geven en nemen, zoals de Senegalese president Senghor het noemde, misgelopen - wij zijn aan de ontvangende kant gebleven.’ (p.287)

 

Wat dit boek zo boeiend maakt is, dat naast het individuele verhaal een sociaal verhaal verschijnt. Je wordt niet alleen geconfronteerd met een bepaald individu, maar ook met een samenleving die vaak doet opkijken. Inderdaad, zo kan men ook samenleven, vb. zonder banken en toch internationaal handel drijven. Kan dat? Blijkbaar wel.

 

Het is een boek om in één ruk uit te lezen … en wellicht nadien nog eens te lezen. Er wordt ons een wereld aangeboden die zo totaal anders is dan degene waarin wij ons ‘thuis’ voelen. Ik denk niet dat het de bedoeling van de schrijfster is om ons met een belerend vingertje die ander cultuur aan te prijzen, maar gewoon in een wervelende stijl en met een humoristische ondertoon, een wereld kenbaar te maken die anders maar evenwaardig is. Waardoor het besef ontstaat: we zijn met velen op deze grote aarde en iedere mens probeert van zijn leven iets waardevol te maken.

 

Een ideaal boek voor komende winterdagen.

 

 

 

 

 


20-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brood willen we hebben
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Honger, sociale politiek en protest tijdens de Eerste Wereldoorlog in België

Auteur: Giselle Nath

 

Er zullen de komende maanden heel wat boeken verschijnen in verband met de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918), of ‘De Groote Oorlog’ zoals hij ook genoemd wordt. Volgend jaar is het honderd jaren geleden dat die begon. En die oorlog is niet zomaar aan ons voorbij gegaan.

 

Oorlog kent vele facetten: de grote principes, de slagvelden, wapens, politieke achtergrond … maar Giselle Nathe laat ons deze oorlog beleven vanuit de sociale geschiedenis: hoe beleefden concrete mensen deze vier jaren?

 

Mensen zijn verschillend, ook in oorlogstijd. Daarom neemt de auteur met de invalshoek van ’honger’ de geschiedenis onder de loep. Wie leed er honger, hoe werd er op gereageerd?

 

Om haar benadering begrijpelijk te maken, laat de schrijfster de lezer kennismaken met de situatie van 100 jaren terug. Dorp en stad zijn twee totaal verschillende werelden. In haar algemene bespreking toont ze dit al aan. Later, wanneer de concrete invulling aan bod komt, zal ze de theoretische omkadering invoelbaar maken door feiten, nagelaten in dagboeken, verhalen, officiële papieren en minder officiële humor.

 

Eerst en vooral: de arbeiders kenden niet dezelfde arbeidsomstandigheden als nu. Voor de arbeider was ook voor de oorlog geen rooskleurige toekomst weggelegd ‘… een gemiddelde levensduur hadden van 45 jaar. Dat was al een stuk beter dan de 39 jaar waarop men in 1843 mocht rekenen, maar toch. Een volop industrialiserende maatschappij is niet altijd vriendelijk voor de lichamen van het werkvolk.’ (p. 17)

 

Daarbij was er een kerk die, door haar morele opstelling, voor de armen gewoon wreed was, zoals de onderpastoor van Sint-Pieters-Buiten het stelde: ‘de armen droegen zelf schuld aan hun verloedering. Ze moesten heropgevoed worden, gestraft of tegen zichzelf beschermd. De onderpastoor van Sint-Pieters-Buiten repte met geen woord over uitbuitingslonen, huisjesmelkers of het feit dat arbeiders bijna niets konden sparen. (p.27)

 

Hoewel België als een democratie ontworpen was, was het een democratie van een ‘bezittende klasse’ en dit leidde tot een algemene staking (1913) onder het motto: één man, één stem (van de vrouw was nog geen sprake). De democratische eisen verzeilden in de koelkast toen de Duitsers binnen vielen, want andere problemen dienden zich aan. Het vaderland had eenheid nodig. Er werd honger geleden: ‘Voor stedelingen bestond de hoofdmaaltijd uit een bekertje soep en een sneetje brood. Het tijdperk van autonoom initiatief en politieke emancipatie eindigde met een nooit gezien vertoon van aalmoezenpolitiek en ontbering. Dat rijken broden uitdeelden en armen stilzwijgend hun hand moesten uitstrekken, was een pijnlijk maar zeer reëel anachronisme. (p.38)

 

Dan laat de auteur de politieke achtergrond oplichten: hoe raakte het zo noodzakelijke voedsel van buiten de grenzen tot bij de concrete mensen. Wie waren de actoren in dit politieke spel? We krijgen zicht op de rol van de Société Général en twee diplomaten: de Spaanse markies Van Villalobar en de Amerikaan Brand Whitlock. Commissies worden opgericht: de Commission for Relief in Belgium dat voor voedseltoevoer zorgt en Comité National de Secours et d’ Alimentation dat voor de concrete voedselverdeling zorgt. Het vraagt heel wat diplomatisch kunst- en vliegwerk om voedsel vanuit het buitenland in België te krijgen zonder dat het door de bezetter in beslag wordt genomen. Deze acties brengen de nodige spanningen met zich mee. Zo zijn er vaak conflicten tussen botsende ego’s van initiatiefnemers. Ook het verschil in visie op hulpverlening( het pragmatisch management- en efficiëntiegerichte van de Amerikanen tegenover de patronageopvattingen van de Belgen) zorgt voor wrijvingen. Het plaatselijk onbekend zijn met de regelgeving van het Centraal Comité en vooral doordat ‘…de lokale comités haast altijd op de hand van de heersende politici stonden. Bestaande conflicten tussen oppositie en bestuur werden heel snel uitgevochten in het lokale Hulp- en Voedingskomiteit.’ (p. 91) laten de hulpverlening vaak stroef verlopen.

 

Terzijde: in het bestuur van het centrale comités is geen enkele vrouw te bekennen. Wel zullen vrouwen naam maken op plaatselijk niveau.

 

De hulpverlening blijkt sterk klassengebonden. De armen kwamen terecht in soepkantines, de burgerij kon zich richten tot de ‘restaurants économiques’, waar de burgerij de drie gangenmaaltijd door een kelner geserveerd kreeg.

 

België was verdeeld ‘in Generalgouvernement (ook bekend als het Okkupationsgebiet) en een Etappengebiet, met steeds wisselende regels en bezettingstroepen’ (p.41). Het ‘Etappengebiet’ kreeg een veel zwaarder regime te verduren. Het is in dat gebied dat de auteur op zoek gaat naar twee verschillende vormen van samenleven: een dorp (Aartrijke) en een stad (Gent).

 

De interpretatie van wat gebeurt, verschilt volgens de sociale situatie van de bron. Een dagboek geschreven door een welstellend iemand, die voedsel ‘uitdeelt’ verschilt duidelijk van het verhaal van een toen dertienjarig meisje uit een arbeidersmilieu, dat voedsel ‘ontvangt’.

De reactie op de problemen is erg verschillend in beide gebieden. Aartrijke, een boerendorp, kent eigen overlevingsmechanismen. Gent, een industriestad met een groot aantal arbeiders, zoekt vooral via het ontwikkelen van arbeidsverenigingen en consumentencoöperaties oplossingen.

 

Het is een ongelooflijk boeiend boek omdat het zo inleefbaar is, zelfs al ligt de beschreven periode honderd jaar achter ons. Het laat zien dat oorlog meer is dan wapengekletter, veldslagen en heldendom. Oorlog is ook tekort, honger en dood door gebrek. Door het onderzoek te beperken tot twee plaatsen, Aartrijke en Gent, kan er ruimte genomen worden voor een meer diepgaand onderzoek wat een meer genuanceerde benadering toelaat. Daardoor wordt de ‘geschiedschrijving’ zeer levendig en herkenbaar.

 

Het boek leest heel vlot. Geen zware theorieën (hoewel de inleiding voldoende omkadering geeft) maar heel concrete feiten, waarbij je soms je eigen onmacht voelt opborrelen: zo oordeelt men toch niet over mensen, zo gaat men toch niet met mensen om?

 

Aanbevolen voor iedereen die graag wil kennismaken met de leefwereld van vroegere generaties die ‘De Groote Oorlog’  moesten overleven.

 

 

 


19-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunst en Kado in Heist-op-den-Berg
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Vorig jaar namen Christel en ik voor de eerste keer deel aan de kerstmarkt ‘Kunst en Kado’ in Heist-op-den-Berg. Dat is zo meegevallen dat we ons dit jaar opnieuw inschreven. Later merkten we dat we daardoor de kunstmarkt van Gesigneerd in Tremelo aan ons moesten laten voorbijgaan, wegens op hetzelfde weekend. Jammer.

 

Voor wie geïnteresseerd is: Sonybel Studio’s – Impulsstraat 5, Heist-op-den-Berg.


18-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tentoonstellen in Danscentrum Aike Raes II
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naast enkele doeken van mijn eindwerk schilderen, heb ik ook wat tekeningen meegebracht. Er zijn twee lange gangen waar kleinere werken goed tot hun recht komen.

 

Hier zullen mijn werken dan blijven hangen tot eind december. Dan komt Christel me aflossen.

 

Het is wel iets gemakkelijker een tentoonstelling af te breken … maar dan wacht thuis de opruimklus: alles naar de eerste verdieping waar ik een kamer heb om alles op te bergen. Die staat gewoon eivol. Voorlopig lukt het me om alle doeken en tekeningen een plaats te geven. Het is altijd zorgvuldig te werk gaan om niets te beschadigen … alleen die trappen vallen wat tegen. Daarom neem ik er mijn tijd voor. Na een paar dagen staat alles weer op zijn plaats … en ondertussen blijf ik verder tekenen.

 

Hierbij enkele tekenwerken van de tentoonstelling.




Inhoud blog
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Reeksen
  • Reeksen
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • Afscheid
  • Afscheid
  • Afscheid
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Vervreemding
  • Geometrische vormen IV
  • Geometrische vormen III
  • Vervreemding XI
  • Vervreemding X
  • Vervreemding IX
  • Vervreemding VIII
  • Vervreemding VII
  • Vervreemding VI
  • Vervreemding V
  • Vervreemding IV
  • Vervreemding III
  • Vervreemding II
  • Vervreemding I
  • Geometrische vormen II
  • Geometrische vormen I
  • experimenteren VII
  • experimenteren VI
  • experimenteren V
  • experimenteren IV
  • experimenteren III
  • experimenteren II
  • experimenteren I
  • Pandemie I
  • Laat me vergeten VII
  • Laat me vergeten VI
  • Laat me vergeten V
  • Laat me vergeten IV
  • Laat me vergeten III
  • Laat me vergeten II
  • Laat me vergeten I
  • Herinneringen IV
  • Herinneringen III
  • Herinneringen II
  • Herinneringen I
  • Tentoonstelling
  • Tentoonstelling in het atelier
  • Pandemie II
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet VIII
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet VII
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet VI
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet V
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet IV
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet III
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet II
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet I
  • Tussen hemel en aarde XIV
  • Tussen hemel en aarde XIII
  • Tussen hemel en aarde XII
  • Tussen hemel en aarde XI
  • Tussen hemel en aarde X
  • Tussen hemel en aarde IX
  • Tussen hemel en aarde VIII
  • Tussen hemel en aarde VII
  • Tussen hemel en aarde VI
  • Tussen hemel en aarde V
  • Tussen hemel en aarde IV
  • Tussen hemel en aarde III
  • Tussen hemel en aarde II
  • Tussen hemel en aarde I
  • Basisvormen XIII
  • Basisvormen XII
  • Basisvormen XI
  • Basisvormen X
  • Basisvormen X
  • Basisvormen IX
  • Basisvormen VIII
  • Basisvormen VII
  • Basisvormen VI
  • Basisvormen V
  • Basisvormen IV
  • Basisvormen III
  • Basisvormen II
  • Basisvormen I
  • Open de poort VI
  • Open de poort X
  • Open de poort IX
  • Open de poort VIII
  • Open de poort VII
  • Open de poort VI
  • Open de poort V
  • Open de poort IV
  • Open de poort III
  • Open de poort II
  • Open de poort I
  • Ode aan de vriendschap V
  • Ode aan de vriendschap IV
  • Ode aan de vriendschap III
  • Ode aan de vriendschap II
  • Ode aan de vriendschap I
  • Cirkel en vierkant XII
  • Cirkel en vierkant XI
  • Cirkel en vierkant X
  • Cirkel en vierkant IX
  • Cirkel en vierkant VIII
  • Cirkel en vierkant VII
  • Cirkel en vierkant VI
  • Cirkel en vierkant V
  • Cirkel en vierkant IV
  • Cirkel en vierkant III
  • Cirkel en vierkant II
  • Cirkel en vierkant I
  • Verborgen verhaal VI
  • Verborgen verhaal V
  • Verborgen verhaal IV
  • Verborgen verhaal III
  • Verborgen verhaal II
  • Verborgen verhaal I
  • Kleurenspel VII
  • Leren lezen en schrijven op de lagere school
  • Kleurenspel VI
  • Hinkelen
  • De kersenboom
  • Knikkerspel
  • Het oerwoud van het geheugen IV
  • Het oerwoud van het geheugen III
  • Het oerwoud van het geheugen II
  • Het oerwoud van het geheugen I
  • Kunstroute 2019
  • Verschillende werelden oproepen III
  • Verschillende werelden oproepen II
  • Verschillende werelden oproepen I
  • En dan maar kijken
  • Oefenhoekje
  • Hoe lang was het weer geleden?
  • Voorbereiding op de jury
  • Kleurenspel V
  • Kleurenspel IV
  • Kleurenspel III
  • Kleurenspel II
  • Kleurenspel I
  • Ruimte III
  • Ruimte II
  • Ruimte I
  • Met zwarte achtergrond VIII
  • Met zwarte achtergrond VII
  • Met zwarte achtergrond VI
  • Met zwarte achtergrond V
  • Genese van een lijn IV
  • Collage

    Archief per maand
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog




    Categorieën


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!