Karel had met zijn vriend Jacques afgesproken voor een bezoek in ’s Hertogenbosch … het was een belofte die al twee jaren oningevuld bleef. Maar sinds Karels vertaling van ‘De staatkundige verhandeling van Spinoza’ in boekvorm werd gegoten, was er geen reden meer om dit uit te stellen: hij wou het boek persoonlijk aan Jacques afgeven.
Daar we niet graag reizen en geen ervaren reizigers zijn, is zo’n trip wel een hele onderneming. Natuurlijk gaan we met het openbaar vervoer. Na enig opzoekingwerk besluiten we met de bus vanuit Tremelo naar Mechelen te rijden en daar dan de trein te nemen om via Roosendaal in ’s Hertogenbosch te geraken. De vrienden wonen een tiental minuten lopen van het station af. Ze beloven ons te zullen opwachten, en spreken een bepaald ontmoetingspunt af. Karel bestelt via internet de reistickets. Nu nog op de reisdag op tijd het bed uit en niks kan meer mislopen.
Natuurlijk slapen we niet zo rustig, vooral Karel heeft het lastig. Als hij uit zijn natuurlijke biotoop gehaald wordt vertaalt zich dat in stress.
Maar we halen de morgen, zijn op tijd in Tremelo … en krijgen een zitplaats op de bus. De zitplaatsen op de bussen zijn niet erg ruim, zeker niet als de bus vol is en er nog mensen moeten rechtstaan. Het is een gelede bus die ruim uitzwaait in de bochten. De bus is bovendien een schoolbus met heel wat leerlingen op. Het zijn niet de jongeren die het reizen vermoeiend maken, maar het is volop ochtendspits. Aan elke halte stopt de bus, moet dan aanschuiven voor een stoplicht, rijdt dan traag weer verder naar een volgende halte of stoplicht … en ondertussen schuift de tijd. In Mechelen hebben we ruim de tijd om de trein te nemen … maar zal de bus het halen met deze slakkengang?
Eindelijk halen we dan het station in Mechelen. Wat had ik me zorgen gemaakt over het op tijd komen: de uurregeling van de bussen houdt rekening met die ochtendspits. We zoeken het juiste spoor op. De treinen die op dit spoor in het station stoppen hebben grote vertragingen. Later lezen we op een scherm dat er een locomotief in panne gestaan heeft, maar dat die panne nu verholpen is en dat ze proberen het treinverkeer zo spoedig mogelijk te normaliseren. Gelukkig dat we niet via Haacht naar Mechelen gespoord zijn, want op die lijn heeft de panne zich voorgedaan. De trein naar Roosendaal ondervindt geen hinder. Het brengt toch even spanning mee te bedenken dat je de afspraak kon mislopen door een vertraging van de treinen. Natuurlijk is er een gsm en rijden er die dag nog vele treinen naar ’s Hertogenbosch. De keuze van de bus was vandaag blijkbaar de beste oplossing.
Keurig op tijd vertrekt de trein naar Roosendaal waar we moeten overstappen om richting Zwolle in ‘s Hertogenbosch uit te stappen.
Ik nestel me in een hoek en neem mijn lectuur. Karel kan niet lezen terwijl hij rijdt. Ik vind het zalig. Natuurlijk zie ik niets van het landschap, ik laat Karel daar maar van genieten.
Keurig op tijd komen we aan en nog voor we de trap naar de inkomhal nemen, staan de vrienden ons al toe te zwaaien. Heerlijk.
We lopen het eindje naar hun woning. De kern van ’s Hertogenbosch is oud, maar waar zij wonen is het een nieuwe stad. Ik denk niet dat er individuele huizen mogen gebouwd worden. Dit jaar vieren ze de twintigste verjaardag van het opstarten van de werken. Tussen de flatgebouwen, sommige zijn heel hoog, is er veel groen. Voor hun deur wordt zelfs een park aangelegd. Het doet me helemaal niet denken aan een stad met de drukte van auto’s en mensen. Hier is er ruimte, het autoverkeer denkelijk beperkt tot de wagen van de bewoners. We worden a.h.w. in een ongekende wereld gestort.
|