Mijn neef heeft zijn woning naast het grootouderlijke huis. Zo kon hij op ‘afstand’ voor zijn moeder (mijn tante) zorgen. Dat was een erg goed samenspel.
Toen mij neef een jaar of tien was, verhuisde hij van Antwerpen naar het geboortedorp en geboortehuis van zijn moeder, die ondertussen weduwe was geworden en haar moeder bij zich had genomen. Voor die kleine jongen een hele aanpassing: van stadsmus moest hij overschakelen naar de kwajongen van dorpsjeugd. In het begin was dat erg moeilijk, maar later lukte het hem beter en sindsdien is hij in dat dorp blijven wonen, samen met zijn vrouw. Drie zonen kwamen zich nestelen in het gezin, tot overgrote vreugde van zijn moeder die (heel bewust) van op de zijkant toekeek en een helpende hand bood wanneer het nodig was.
Het grootouderlijke huis werd wat verbouwd, zodat het over voldoende basiscomfort beschikte om er te wonen.
Ik heb mijn grootmoeder bezocht in dat vernieuwde huis, terwijl flarden van herinnering terugvoerden naar het oorspronkelijke huis met de buitenoven, de voute (opkamer), de kippen, de stal met het alaam van mijn grootvader, de boomgaard met de kersenboom …
Na de dood van mijn grootmoeder (grootvader was eerder gestorven) is mijn tante blijven wonen in het huis: er werd een regeling getroffen in de familie voor de erfenis, zodat iedereen tevreden was.
Mijn tante is er blijven wonen tot twee jaren voor haar dood: ze was toen 91 jaar. Omdat ze steeds beroep kon doen op haar zoon en schoondochter in geval van nood en ze dat nooit deed omdat ze dat niet nodig vond, bleef ze zo lang haar eigen leven beredderen.
Van het grootouderlijke huis herken ik veel, vooral de basisstructuur. De spoorweg die langs de grond van mijn grootouders liep is verdwenen en is nu een wandel- en fietsweg geworden. De gracht aan de voorkant van het huis is opgevuld en voetpad geworden … en de hobbelige straat waar ik ooit karren op zag en hoorde rijden is veranderd in een geasfalteerde baan. De enkele boerderijen die er vroeger waren zijn nu villa’s geworden … en waar is de bank aan de spoorweg gebleven waar ’s avonds de buurtbewoners samen kwamen om het laatste nieuws uit te wisselen?
Het vroegere is vervangen door bv. een prachtige tuin. Voor het bouwen moesten de rootputten gedempt en de diepte van de grond opgevuld. Ergens was er een werf met een teveel aan grond, die werd dan naar hier werd verkast, vrachtwagen na vrachtwagen.
Het huis van mijn neef werd gebouwd, vrienden en familie kwamen helpen … en mijn tante zorgde ’s middags voor een voedzame maaltijd en genoot van het samen zijn en de voortgang van het huis van haar zoon.
Ondertussen ploegde mijn neef alle tijdschriften en boeken door over tuinaanleg … en het resultaat mag gezien worden. In welk park ben ik terecht gekomen?
Eerst drinken we iets op het weerzien en daarna leidt mijn neef me rond in ‘zijn’ domein. Gewoon prachtig. Hoeveel energie en liefde zijn hier niet in gekropen. Voor mij is het echt genieten.
En uiteindelijk gaan we naar het oude huis. Ik heb mijn fotoapparaat meegenomen … maar niet de beelden ‘van nu’ tellen … ik wil me, vanuit een ‘nu’ toevertrouwen aan een ‘toen’ dat nog even kan opgeroepen worden via concrete dingen die nog enkele dagen zullen blijven. Daarna verdwijnen de concrete getuigen en zal alleen een verhaal resten.
|