De tentoonstelling in Baal loopt nog, maar toch wordt ik weer naar mijn tekentafel gedreven. Er zit zoveel in mij om voorrang te vragen. De vluchelingenproblematiek laat me niet los, het voorstel om, voor de groepstentoonstelling begin mei in Werchter rond 'grensverlegging' te werken doet me zowat ten onder gaan aan herinneringen en beelden. Behoorden we niet tot de generatie die nu de 68-ers worden genoemd, vaak met een verzwegen sceptisch 'ja, ja' er achter, toen wisten ze wel hoe het moest, nu zijn het allemaal burgers geworden zoals iedereen.
Ik laat eerst het drama van de vluchtelingen aan bod komen. Ik laat mijn pen maar gaan waar ze heen wil en mijn hand volgt wel. Ik wil iets rond landen en muren op papier zetten. Muren die ongewenst volk buiten houden, zoals de vroegere stadsmuren of de muren in Gaza of Mexico. Muren die verhinderen dat inwoners ontvluchten, zoals de Berlijnse muur. Van de psychologische muren zwijg ik maar voorlopig.
Ik denk aan het kerstverhaal. Hoe werd ik als kind geraakt werd door het niet welkom zijn van de hoogzwangere Maria en Jozef op weg naar ... Hoe een boerenstal dan maar als kraamkliniek dienst deed.
Het vreemde boezemt angst in … ook al worden we er niet direct mee geconfronteerd. Wanneer het gesprek over vluchtelingen gaat vraag ik soms of ze er al ontmoet hebben. Neen, dat wel niet … en dan begint men weer het relaas van angstige vooroordelen.
Ooit gaf ik Nederlandse les aan vluchtelingen in Het Klein Kasteeltje. Er werden toen onvoldoende cursussen Nederlands gegeven om aan de nood te voldoen. Een VZW zorgde voor enkele cursussen op die plaats. Ik dacht: zelfs als ze maar een paar woorden opsteken, het feit dat die mensen iemand ontmoeten die hen met vertrouwen en vriendschap tegemoet treedt zal wellicht een helend effect hebben op hun weg te gaan. Ik herinner me nog een Nepalees, student aan een of andere universiteit. Hij danste zowat het lokaal rond want zijn asiel aanvraag was geaccepteerd. Ik was enorm blij voor hem … en dacht aan zijn vader en moeder ergens ver weg. Zouden ze vernemen dat hun zoon veilig was … of werden ze ook vervolgd?
Het is een verschijnsel van alle tijden: de 'vreemden' roepen angst op. Ik denk aan de vluchtelingen uit Vlaanderen bij het begin van WOII: Frankrijk was ook niet dolgelukkig met die meute.
En dan raak ik aan mij volgend thema: grensverlegging. Ik pleit voor 'grenzen' … denkelijk kan niemand vermoeden wat dit betekent wanneer je geconfronteerd bent met een zoon in volle agressie bij een psychotische doorbraak die alle grenzen doorbreekt. Maar die grenzen moeten verantwoord zijn en niet ontstaan vanuit een angstreflex. We hebben grenzen nodig om samen te kunnen leven. Dit noemen we geven en nemen en in een democratie vertaalt zich dat in een wetgeving. Maar zoals een samenleving voortdurend verandert, moeten die grenzen, die afspraken, die wetten mee-evolueren. Grenzen moeten verlegd worden om groei te bevorderen. De 68-ers deden dat op hun manier. Ondertussen vloeide er al veel water naar de zee, wat zich vertaalde in een andere wijze van tegen problemen aan te kijken, ze durven te benoemen … en een samenleving opbouwen waar men vrijuit mag spreken. Ook zeggen dat die vluchtelingen, zelfs als men er nooit een gezien heeft, onze wijze van leven verstoren mag binnen onze samenleving ruimte krijgen. Maar zo wil ik ook ruimte krijgen om muren te tekenen als protest wetend dat muren ooit worden afgebroken. Een huis wordt te oud en moet verbouwd worden, een kleine gemeenschap wordt omgevormd tot een grote gemeente, en landen sluiten akkoorden om Europa vorm te geven.
En die vluchtelingen? Hoe is het vorige eeuwen met de volksverhuizingen of vluchtelingenstromen afgelopen? In Amerika zijn eerst de oorspronkelijke bewoners zowat uitgeroeid, daa rna zijn er avonturiers, criminelen en armoezaaiers op af gekomen. Vergeten we niet de massale invoer van slaven: allemaal vreemd volk. Nu kijken we vol bewondering tegen deze mastodont van een natie aan. Wellicht dat we over zoveel jaren leven in een samenleving die veel te bieden heeft ... met de nakomelingen van de vluchtelingen als extra rijkdom. Wat jammer dat ik er dan niet meer ben.
|