Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
02-05-2008
Basiscursus
Basiscursus "De Goéde Sint"
Voor de zesde keer zetten het SNG in Sint-Niklaas een driedelige basiscursus voor hulpsinterklazen en Zwarte Pieten op het getouw. Twintig deelnemers uit vier verschillende provincies meldden zich aan in het Huis van de Sint. Op dinsdag 24 oktober werd onder de titel Sinterklaas ende kinderwereld door SNG-ondervoorzitter Geert Vandenhende de betekenis van het sinterklaasgebeuren voor kinderen van 0 tot 9 jaar behandeld. In zijn uiteenzetting De échte Sint had SNG-voorzitter Lieven Dehandschutter het op dinsdag 6 november over de historische identiteit van Sint-Nicolaas en de ontwikkeling van de legenden en volksgebruiken van de vierde eeuw tot heden. Tijdens het derde en laatste deel, De praktische Sinterklaas, bespraken SNG-secretaris Raf Rumens en bestuurslid Veerle Verbeke kledij en schmink. Toneelregisseur Marc boon gaf een heleboel nuttige informatieve tips i.v.m. gedrag en dialoog. Nadat de cursisten hun 'ambtskledij' hadden aangetrokken, werden ze één na één aan een mondelinge proef onderworpen. Eind goed, al goed, want allemaal mochten ze hun getuigschrift uit de handen van de enige, echte Sint in ontvangst nemen. uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Aangekomen in de haven, ontfermde Nicolaas zich over zieken en kreupelen. Nicolaas bezocht het Heilig Graf, Golgotha en andere heilige plaatsen. Zijn bedevaart werd voortijdig beëindigd toen een engel hem beval huiswaarts te keren omdat er onheil dreigde.
Nicolaas zocht een schip met bestemming Patara. Een kapitein, die zei dat hij zou varen naar de haven die de passagiers wensten, nam hem aan boord. De kapitein koos echter een andere richting. Daarop liet God het stormen. Het schip begon te zwalpen. Plotseling begon het als bij wonder een welbepaalde richting uit te gaan. Zo belandde het in Patara. De bemanning dankte Nicolaas en smeekte om vergeving. In Patara werd Nicolaas met vreugde onthaald door de bevolking en de monniken van Sion. Hij predikte het woord Gods en velen wilden zijn voorbeeld volgen.
Tafereel van Jan-Baptist Van der Haegen in de Sint-Niklaaskerk te Brussel.
In dit tafereel draagt Nicolaas nog de priesterkleding. Engelen verwelkomen hem thuis na een bezoek aan het Heilig Land. Rechts ziet men de kruisen op de Calvarie-berg. In deze legende, die uit het leven van Nicolaas van Sion komt, treedt de heilige ook naar voor als beschermer der zeelui.
Nicolaas wou net als zijn oom het Heilig Land bezoeken. Samen met andere bedevaarders vertrok hij met een Egyptisch schip. De eerste nacht droomde hij dat een demon de grote mast vernielde. 's Ochtends waarschuwde hij de bemanning voor een zware storm. Er zou hen niets overkomen als ze op God vertrouwden. De storm brak inderdaad los. Het schip liep zware averij op en werd stuurloos. Een matroos die in de grote mast zat, verloor het evenwicht en viel te pletter op het dek. Nicolaas bad tot God en de zee kwam tot bedaren. Hij bad verder om bij de zeelieden de herinnering aan het gebeuren uit te wissen. De dode matroos kwam weer tot leven en stond op alsof hij slechts geslapen had. (wordt vervolgd) uit: Het leven van Sint-Nicolaas
Steven - Alias Stefan Laurens Wilsens, °Peer, 1937. Verwierf bekendheid als kartoenist met zijn werk Voorbij de cartoons. In 1963 verscheen in de krantengroep van De Standaard zijn eerste Stempel des tijds. Zo'n "stempel" is een tekening van een landschap, een gebouw, een typisch plekje in Vlaanderen, "waarheen", zoals Gaston Durnez het uitdrukte, "ons heimwee op bedevaart zou kunnen gaan". Op de tekening klikken om te vergroten uit: Sinterklaas kartoentje
65 jaar geleden werd je geboren. Je hoort dus bij de senioren. Dat is beslist niet rot bedoeld. Je bent zo jong als je je voelt! En jij voelt je nog supperjong. Zoals dat heet: Still going strong! Vergeleken bij de Goede Sint ben je natuurlijk nog een kind! Je bent sportief en energiek. Gelukkig ben je zelden ziek. Geniet maar van je tweede jeugd. Sint en Piet wensen je geluk en vreugd.
De kleinkinderen zijn een lust en je leven. Je wilt ze graag alle aandacht geven. Ze vinden het fijn om bij jou te spelen Jij mag dan graag wat snoepgoed uitdelen. Ze mogen bij jou wat ze thuis niet mogen. Ze hoeven niet stil te zijn of ingetogen. Je zorgt voor veel gezelligheid En tot oppassen ben je altijd bereid. Je bent echt een oma/opa naar ons hart. Voor jou legden we een pakje apart.
Hij herinnerde zich dat hij bezig was met zijn werk voor de emir op Kreta: het uitzoeken van de wijnen, het proeven en schenken en dan rondbrengen van de bokalen bij de emir en de hele hofhouding. Terwijl hij druk bezig was met zijn taak, werd hij plotseling opgeheven, als door een onzichtbare kracht weggedragen van het paleis van de emir. Natuurlijk was hij hevig geschrokken en juist toen hij wanhopig werd en vreesde voor zijn leven, was de heilige Nicolaas verschenen. Deze keek de jongen diep in de ogen, zegende en bemoedigde hem en bracht hem naar het huis van zijn familie in Myra. Nu was er geen sprake meer van alleen een rustige viering in huis, de hele stad nam die avond deel aan de grote vreugde en het dankgebed van Basilios' familie. De herdenking van de heilige die gedurende zijn leven hun bisschop was geweest, laaide op als een reusachtig vreugdevuur! uit: Sinterklaaslegenden
Het hoofd van de familie ging voorzichtig naar de deur van de binnenplaats en daar zag hij, tot zijn verbijstering, zijn zoon staan. Hij was gekleed in een Arabische tuniek en hield een wijnbokaal in zijn hand...De vader dacht aan een geestverschijning, temeer daar de jongen onbeweegelijk, in een vreemde starre houding, bleef staan. Zijn ogen staarden zonder enige uitdrukking in de ruimte en geen woord kwam over zijn lippen. Toen, langzaam, scheen hij er zich van bewust te worden dat hij bij zijn vaders huis stond. Vader en zoon naderden elkaar en toen volgde de vreugdevolle ontmoeting met de hele familie! Goddank geen geestverschijning meer. De jongen die zich nu tussen de anderen aan tafel zette was hun eigen Basilios zoals zij hem altijd gekend hadden. Maar hoe was die wonderbaarlijke terugkeer tot stand gekomen? (wordt vervolgd) uit: Sinterklaaslegenden
De ouders van de jongen waren ontroostbaar en rouwden om hem alsof hij gestorven was. Zijn moeder was zo diep bedroefd dat zij niet meer wilde denken aan een feestdag voor Sint-Nicolaas, maar alleen aan de treurige verdwijning van haar zoon. Toe een jaar verstreken was weigerde zij dan ook deel te nemen aan de algemene vrolijkheid. Haar man trachtte haar over te halen toch even naar de feestelijkheden in de stad te gaan kijken, maar zij bleef bij haar besluit. Wel wilde zij een rustige herdenking in haar eigen huis vieren. Juist toen de familie en enkele gasten aan het avondmaal begonnen, hoorden zij de honden op de binnenplaats heftig blaffen. Zij moesten iets zien of ruiken dat hen schrik aanjoeg. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaaslegenden
De eenvoud en zuiverheid van dit verhaal, dat in vele varianten verschenen is, maakt het tot een van de meest aantrekkelijke legenden over Sint-Nicolaas:
De verdwenen jongen (1)
Enige jaren na de dood van Sint-Nicolaas begonnen de bewoners van Myra de herdenking van de heilige te vieren op de 5de december, de vooravond van zijn naamdag. Een heerlijke maaltijd en overal feest! Ongewapend en zich absoluut niet bewust van wat er verder in de stad gebeurde, merkten de inwoners niet dat er op die avond een bende piraten van het eiland Kreta landden op de kust, naar Myra trokken en zelfs de kerk van de heilige Nicolaas binnendrongen. Zij roofden de met juwelen bezette ikonen, miskelken en kostbare altaarstukken. Bovendien namen zij, voordat zij de stad verlieten, de zoon van een der boeren mee als slaaf. De jongen heette Basilios. Toen de piraten teruggekeerd waren naar hun eiland, koos de emir van Kreta de jonge Basilios als zijn persoonlijke wijnschenker. De hofhouding en het huishoudelijke personeel waren met grote zorg samengesteld en in deze kring werd Basilios opgenomen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaaslegenden
Het kommetje was leeggedronken en het brood in haar schoentje was verdwenen. In de plaats daarvan lag er een hart van suiker in. Het was dus echt waar, dat Sint Nicolaas gekomen was....
Maar daar was nog iets wonderlijks, dat het meisje eerst nog niet had gezien. Het hart van suiker glansde...Het lichte met een glans die het meisje nog nooit eerder bij suikergoed had gezien. Het hart verspreidde een licht van rode rozen, zoals men dat soms kan zien als de zon opgaat.
Het meisje riep haar vader en moeder en toonde vol blijdschap het lichtende geschenk. Haar ouders vonden het hart prachtig, maar de glans konden ze niet zien. Het meisje verzekerde hun, dat het hart werkelijk glansde, maar ze wist niet, dat deze glans het morgenrood was dat in haar eigen hart lag en dat Sint Nicolaas daar voor Maria uit het hart van het Kerstkind in had mogen leggen.
Sinds die nacht gebeurde het vaak dat het meisje iets om zich heen zag glanzen als het morgenrood, en dat andere mensen die glans niet konden zien. uit: Volksverhalen Almanak - Stichting Beleven
Heel, heel hoog ging het in de hemel. En daar, hoog boven de wolken, tussen de zon en de maan, daar zagen ze een jonge vrouw in een blauwe mantel, die langzaam liep over de sterren en die een heel jong kindje in de armen droeg. Dat was Moeder Maria, die het kerstkindje droeg, waarmee ze in de komende kersttijd weer op aarde wilde komen. En toen Maria Sint Nicolaas aan zag komen, met de droom van het meisje bij zich op de schimmel, keek ze omlaag, en daar zag ze het meisje zelf in haar bedje liggen slapen.En toen Maria zag hoe wijd het hart van het meisje naar de hemel openstond, nam ze iets van het morgenrood uit het hart van haar kindje en vroeg Sint Nicolaas dit in het hart van het meisje daar beneden te willen leggen. Sint Nicolaas nam deze hartengave van het Kerstkind dankbaar voor het meisje aan en keerde toen met haar droom terug naar de aarde.
De volgende morgen, toen Sint Nicolaas weer in Spanje was en de droom in het meisje was teruggekeerd, werd ze wakker. Vol spanning ging ze naar beneden.Hoe zou het bij de schoorsteen zijn? (wordt vervolgd) uit: Volksverhalen Almanak - Stichting Beleven
Nu droomde ze nog veel meer van Sint Nicolaas, dan ze de hele dag al had gedaan. Ze droomde dat de heilige door de schoorsteen in de kamer kwam en toen hij zag hoe goed het meisje voor zijn paard had gezorgd, legde hij een hart van suiker in haar schoentje. Toen ging hij met zijn schimmel weer omhoog.
Maar het meisje droomde verder. Ze droomde zo mooi, dat al dromende haar eigen hart openging. Het ging evenwijd open als ze haar schoentje had opengezet. En zie, daar ging haar droom uit haar hart omhoog. Hij ging mee met Sint Nicolaas op zijn schimmel over de daken en...toen naar de hemel. (wordt vervolgd) uit: Volksverhalen Almanak - Stichting Beleven
Een klein meisje zette eens haar schoentje onder de schoorsteen, want over een paar dagen zou het Sinterklaasavond zijn. Ze wist niet wat ze graag in haar schoentje wilde krijgen en daar dacht ze helemaal niet aan. Ze dacht alleen aan Sint Nicolaas zelf, over wie haar ouders haar zoveel hadden verteld en over wie al haar dromen en gedachten vol waren.
Ze dacht niet anders dan aan de oude bisschop, die op zijn schimmel daarboven over de daken reed en die door de schoorsteen in de huizen kwam, om zijn geschenken aan de kinderen te brengen. Die wereld van de daken was voor het meisje al halverwege de hemel, en uit die wereld zou Sint Nicolaas komen.
Maar ook aan het paard moest worden gedacht en de moeder van het meisje had haar een flink stuk brood gegeven om in haar schoentje te doen, zodat de schimmel iets te eten zou vinden. Daarna haalde het meisje zelf nog een bakje met water dat ze ernaast zette, zodat het paard ook kon drinken als het dorst had. Toen dit alles klaar was, zong ze met haar vader en moeder een paar mooie Sint-Nicolaasliedjes bij de schoorsteen, en vol van haar heerlijke verwachtingen werd ze naar bed gebracht. (wordt vervolgd) uit: Volksverhalen almanak - Stichting Beleven
Jeroen de Coninck - °Zele, 1956. Akademie voor Schone Kunsten, Dendermonde. Hoger Instituut voor Grafisch Onderwijs, Gent. Illustraties voor kinderverhalen in weekblad Libelle. Kortverhalen in striptijdschriften, illustraties jeugdverhalen, publiciteitstekeningen, affiches enz.
uit: De Heilige man hertekend door twaalf Vlaamse kartoenisten
Leo Fabri -°Borgerhout, 1945. Hoger Sint-Lucasinstituut, Schaarbeek. Debuteerde De Standaard, vervolgens ook publikaties in andere kranten, De Bond en nog meer publikaties. Auteur van verscheidene beeldverhalen en illustrator van boeken. Verscheidene tentoonstellingen en prijzen.
uit: De Heilige Man hertekend door twaalf Vlaamse kartoenisten
Een tweede publicatie vinden we in het boek "Buitelingen" (1948). Het heeft er alle schijn van dat dit ook weer een verzameling is van eerder gepubliceerde stukjes uit krant of weekblad. In Enige richtlijnen voor bisschoppen gaat het vooral over de waardering voor het spelen van het spel. Volwassenen zijn de dragende kracht onder het spel, waar kinderen in mee mogen doen. Het gaat over pedagogisch misbruik en met name de zak in, mee naar Spanje wordt als onrealistisch op de hak genomen. Het toont wel aan dat de dreigementen ermee in die jaren nog wel de Sinterklaaspraktijk zijn. Verder gaat het stukje over iedereen die de mijter opzet en dat zou eigenlijk niet mogen. Er zouden regels voor Sinterklazen moeten zijn. Ze zouden zich vooral waardig moeten gedragen. Fout is: het vragen van een oom of buurman die te gemakkelijk door de kinderen herkend wordt. Sinterklazen die te lange lijsten met adressen hebben: telkens drinken ze een borrel na afloop en dan is het laatste bezoek altijd een puinhoop. Sinten gaan te laat in het pak. Je moet het pak tijdig aantrekken om in de juiste stemming te geraken om het spel goed te kunnen spelen.
Bomans bestrijkt de periode van 1945 tot 1971, wanneer hij kort voor kerst op 22 december sterft aan de gevolgen van hartfalen. René Claassen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
De oudste Sinterklaaspublicatie die er tot nu toe gevonden is, is van 8 december 1945: in Elseviers weekblad staat dan de "Kleine Catechismus van Sinterklaas". De Goedheiligman draagt nog een mombakkes. Wat moeten de Haarlemse kinderen van toen, 1945, de maanden na de oorlog, een jaar na de hongerwinter, wel niet gedacht hebben bij het zien van zulke Sinten? De tekst draagt nog de sporen van de oorlog: een van de vragen uit de catechismus verwoordt de zorg van iedereen: was Sinterklaas een collaborateur of een profiteur? Bomans doet de vraag luchtig af, maar laat de ruimte open om te denken wat men wil. Natuurlijk waren er ook Sinten die voor Duitse kinderen leuke dingen hebben gedaan, maar over hun beweegredenen weten we niets. Het leuke is dat hij de beoordeling ervan in de handen legt van de Sinterklaas die Nederland als enige echte erkent, die van Amsterdam: Eduard Verkade. De stijl van dit stuk is een prachtige persiflage op de katholieke Catechismus, zeker in het tweede deel. (wordt vervolgd) René Claassen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Bomans was kritisch op heel veel kleine dingen in de wereld en wanneer er rond Sinterklaastijd mistoestanden in de krant kwamen, was hij er als de kippen bij om er over te schrijven. Het afgelopen jaar kwam er een luister -CD op de markt: "Luistergoed". Eric van Muiswinkel leest voor uit het Sinterklaaswerk van Bomans. Al veel eerder , in 1987, heeft uitgeverij Bruna al een zelfde poging gedaan. In dat jaar lag er in de winkels een boekje met 17 stukjes over Sinterklaas van de hand van Bomans: "Enige richtlijnen voor bisschoppen & andere verhalen". Op de kaft staat een citaat dat ons allemaal prikkelt: Met bekommernis zien wij het groeiend aantal Sinterklazen dat zich zonder enige aanleg of noemenswaardige opleiding roekeloos in de huiskamers stort". In het boekje is prominent aandacht voor de bekenste stukken die hij heeft geschreven over hoe de eeuwenoude traditie gepast gevierd dient te worden. (wordt vervolgd) René Claassen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap