De rode staf
Lieve kinderen, Sinterklaas heeft een heel mooie, rode staf. 'Maar die staf is toch van goud!' hoor ik jullie nu allemaal zeggen. 'Dat hebben we zelf gezien toen Sinterklaas bij ons op bezoek was.' Dat is ook zo, kinderen, dat hebben jullie goed onthouden. Maar Sinterklaas heeft ook een rode staf. Er zijn kinderen die hem wel eens gezien hebben. Ik heb er zelfs een brief over gekregen. 'Van wie heeft u die rode staf toch gekregen?' schreef een meisje mij. Dat ga ik jullie nu vertellen. Op een dag maakten we een tochtje op een boot, de Pieten en ik. Ik liep op en neer over het dek met mijn wandelstaf in de hand. Maar de boot onder mij ging ook op en neer. En de zee ook al. En ja, toen kwam er een golf met een witte kuif en die wilde onder de boot door. 'Hik, ' zei de boot en ik liet mijn staf vallen. Hoepla! Overboord! Dag staf, weg staf. Eerst vond ik het niet zo erg. Ik heb thuis nog de koperen staf en de staf met de twee krullen, en op zolder heb ik nog die hele oude. Dat is toch wel genoeg, dacht ik. Maar toen het avond werd, kinderen, en ik eens ging tellen hoeveel het er eigenlijk waren, toen miste ik die ene toch wel heel erg. Het is er een te weinig, dacht ik. En omdat ik nog een stukje avond over had, ging ik naar de staffensmid. Die woont daar bij de zee. Hij zat naast zijn huis in een rieten stoel en hij keek naar de zon. Een prachtige rode zon die wegzonk in de zee. Zo mooi, kinderen, water en vuur tegelijk. Ik liep op de staffensmid af. Hij stond op en wees naar het water. 'Sinterklaas,' zei hij, 'de zon is mooier dan goud.' Toe ging hij weer zitten. Ik dacht, hij heeft gelijk. En we hebben heel lang gekeken die avond, kinderen. Net zo lang tot de zee grijs was en koud. Toen pas zijn wij zijn huis ingegaan en toen pas heb ik hem verteld van de staf die kwijt was. 'Sinterklaas,' zei hij, 'ik maak een nieuwe voor u.' En twee dagen later hoorde ik een paard over mijn oprijlaan galopperen. Ik keek door het raam. Het paard van de staffensmid! Het trok een heel lang, mooi karretje. Ik liep vlug naar beneden, de Pieten kwamen ook van alle kanten aan lopen. 'Wat een mooi karretje,' riepen ze, 'wat zou daarin zitten, Sinterklaas?' Aan de achterkant zat een deurtje. We maakten het voorzichtig open. Er lag een prachtige rode staf in. Aan de krul hing een kaartje: 'DE ZON IS MOOIER DAN GOUD,' stond er op. Uit: Sinterklaas' verhalen Jan van Gelder en Carli Biessels tekening: Alex de Wolf
|