Verwarm in een pannetje 11/2 theelepel oploskoffie met 2 1/2 dl slagroom, 150 g bruine kandijsuiker en 25 g roomboter en breng dit langzaam aan de kook.
Blijf roeren in de zachtjes kokende massa tot deze een diepbruine kleur heeft en dik is geworden.
Schenk vervolgens de massa op een ingevet stuk aluminiumfolie of op een stenen snijplaat.
Schil de aardappelen, de rapen en de wortelen en snij ze in grote blokjes. Maak de sjalotten schoon.
Maak het wit van de prei en de seldertakjes schoon en snij ze in stukken van 4 cm lang. Kook de aardappelen en de rapen gedurende 15 min in gezouten kokend water en giet af.
Giet 2 dl water in een kookpan.
Voeg de witte wijn, de visfumet, de kippenbouillon, de aardappelen, de rapen, de blokjes wortel, de sjalotten, de stukken selder, prei, zout en peper toe en laat gedurende 10 min koken.
Pocheer de kabeljauwmoten in het razende vocht gedurende 5 tot 8 min afhankelijk van de dikte.
Neem uit de kookpan en verwijder het vel. Verdeel de groenten in diepe borden,
leg daarop een stuk vis en overgiet met bouillon. Versier met bieslook, plukjes kervel, takjes peterselie, een nootje koude boter en enkele korrels grof zout.
Verwarm de oven voor op th. 6-7 (200 °C). Hydrateer de gedroogde champignons (volgens de instructies van de fabrikant). Maak de korianderblaadjes schoon en hak ze fijn.
Giet de witte wijn, de Noilly Prat, de azijn, het druivensap, de gepelde en gehakte sjalot, het geperste look, zout en Cayennepeper in een kleine steelpan.
Meng en kook 10min op zacht vuur in. Verwerk er onder voortdurend kloppen 275 g koude boter in klontjes en de koriander in en mix de bereiding.
Laat de boschampignons grondig uitlekken en fruit ze 5 min in een braadpan op middelhoog vuur in de rest van de warme boter.
Doe er zout en peper op.
Snij de zeebrasem in 4 gelijke stukken en bak ze 4 minuten aan de velzijde in hete olijfolie. Leg vervolgens de stukken vis, met de velzijde naar boven, in een gratineerschotel en beëindig de bereiding 4 min in een hete oven: het vel moet knapperig zijn.
Verdeel de boschampignons op voorverwarmde borden. Leg er de stukken zeebrasem op, napeer met warme saus en versier met takjes verse koriander.
8 extra verse dikke eieren- 2 uien- 3 goed rijpe tomaten- 1 koffielepel curry- 1 mespuntje griessuiker- 40 g boter- zout, peper
Voor de garnituur:
Gebakken korstjes brood met look
Pel en ontpit de tomaten en plet het vruchtvlees. Maak de uien schoon en hak ze fijn. Laat ze 8 min bruinen in 25 g hete boter. Voeg er de geplette tomaten, zout, peper, een mespuntje suiker en
de curry bij. Laat 8 min op matig vuur doorkoken zodat zoveel mogelijk kookvocht verdampt.
Wanneer de bereiding goed droog is, er onder voortdurend roeren met een
houten lepel een voor een 7 eieren in verwerken. Zet naast het vuur en voeg er het laatste ei en de rest van de boter bij en klop alles goed om: de bereiding moet romig zijn. Verdeel over warme borden en versier met de korstjes brood.
Schil de wortelen en snijd ze in dikke schijven. Maak de uien schoon en hak ze fijn. Laat de tomaten uitlekken en snijd ze in blokjes. Braad de blokjes kalfsvlees in hete olie aan: ze moeten aan alle zijden goudbruin zijn. Doe er zout en peper op. Voeg daarbij 20 cl muscadet, de laurier, aromatische kruiden, tomaten en uien. Schraap het braadvocht goed los en giet er nog eens 20 cl muscadet bij.
Dek af en laat 1 uur sudderen op zacht vuur.
Voeg de rest van de wijn toe en laat nog 45 min koken. Na die tijd de blokjes vlees warm houden en vervangen door de wortelen. Laat opnieuw met deksel gedurende 1 uur koken op matig vuur: de wortelen moeten het kookvocht opgeslorpt hebben en moeten heel zacht zijn. Voeg het vlees toe en laat verder koken tot alles warm is. Heel warm opdienen met natuuraardappelen.
Voor 4 personen: 2 bussels Mechelse asperges- 1 groene appel ( type granny smith)- 4 kleine verse geitenkaasjes- 4 dunne sneetjes gezouten spek- 1 bosje waterkers
Voor de vinaigrette:
2 dl maïsolie- 1 rauwe eierdooier- 2 eetlepels wijnazijn- 1 eetlepel fijngehakte verse dragon- zout, peper van de molen.
Pel en was de asperges. Bind ze in bussels en laat 12 tot 15 min. koken in licht gezouten water: ze moeten zacht zijn. Laat ze zorgvuldig uitlekken en snijd ze in schuine stukjes.
Was en droog de appel, verwijder het klokhuis, snijd hem in kwartjes en vervolgens in sneetjes.
Omring elk geitenkaasje met een fijn sneetje spek. Zet ze 3 min. onder de grill: het spek moet goudbruin gebakken zijn. Meng alle ingrediënten van de vinaigrette. Was de waterkers, zwier zorgvuldig droog en verwijder de steeltjes.
Verdeel de waterkersblaadjes, de sneetjes appel en de stukken asperge op dessertborden en laat in het midden een open ruimte.
Nappeer alles met de vinaigrette, leg een warm geitenkaasje in het midden en dien onmiddellijk op.
4 kalfssneetjes (+/- 120 g per stuk)- 2 eetlepels extra zuiver olijfolie
Voor de saus:
50 g griessuiker- het sap van 4 citroenen- 2 dl kalfsfond- 40 g koude boter- zout, peper
Leg de kalfssneetjes tussen twee laagjes plasticfolie en maak ze zo plat mogelijk met een deegrol. Verwijder de plasticfolie en leg opzij. Giet de suiker en 1 dlwater in een steelpan met dikke bodem en verwarm totdat u een lichtbruine karamel bekomt. Voeg daarbij het citroensap, meng alles en laat nog 2 tot 3 minuten koken op zacht vuur: de bereiding moet glanzen.
Voeg eventueel suiker toe als het citroensap te zuur is. Giet er vervolgens beetje bij beetje de kalfsfond bij. Zet opzij op een zacht vuurtje.
Doe zout en peper op de kalfssneetjes en bak ze gedurende 2 min. aan elke zijde bruin in een braadpan met hete olijfolie.
Klop de citroensaus lichtjes op en verwerk er de boter in klontjes in. Voeg indien nodig nog kruiden toe en klop opnieuw. Schik de kalfssneetjes op voorverwarmde individuele borden en nappeer ze met warme saus.
125 ml ahornsiroop- 125 ml chilisaus- 125 ml ciderazijn- 1 eetlepel zachte mosterd
Voor de garnituur:
500 g tomaten, in dikke schijven-peper van de molen- 4 eetlepels bloem- 2 eetlepels boter- 2 eetlepel bruine duiker
Voor de saus:
125 ml verse room- 1 eetlepel gehakte peterselie-zout- cayennepeper
Bereid de marinade: meng alle ingrediënten, zout en cayennepeper. Leg de stukken haantje in een diepe schotel. Nappeer met de marinade en laat 3 u weken in de koelkast, waarbij u de stukken vlees regelmatig omdraait. Verwarm de oven voor op th 7 (210°C). Laat de stukken haantje zorgvuldig uitlekken en grill ze 20 min aan elke zijde, terwijl u ze regelmatig overgiet met de rest van de marinade.
Doe zout en peper op de schijven tomaat en wentel ze door de bloem. Fruit ze 5 min in hete boter in een braadpan. Bestrooi met de bruine suiker en draai halfweg de baktijd om: ze moeten goudbruin zijn en lichtjes gekarameliseerd.
Voor de saus: meng de ingrediënten met zout en peper. Schik de stukken haantje en de schijven tomaat op een warme schotel. Nappeer met de saus en dien onmiddellijk op.
TIP
Voor een mooiere presentatie, de schijven tomaat vervangen door in twee gesneden kerstomaten.
4 eetlepels rode wijnazijn- 1 mespuntje griessuiker) 2 eetlepels citroensap-80 ml notenolie-zout, zwarte peper van de molen
Voor de versiering:
1 handvol kervel
Schil met een dunschilmesje de hardste delen van de asperges. Leg de aspergepunten apart en snijd ze in twee.
Snijd de stengels in vier in de lengterichting en snijd ze vervolgens in kleine blokjes. Dompel de aspergeblokjes 10 min in een kookpan met gezouten kokend water. Voeg de aspergepunten toe en laat nog 2 min doorkoken in licht razend water, laat vervolgens zorgvuldig uitlekken. Meng alle ingrediënten van de vinaigrette in een slakom. Voeg de stukken asperge toe en laat alles 1 u weken in de koelkast.
Leg enkele plukjes kervel apart en hak de rest fijn. Verwerk de fijngehakte kervel in de vinaigrette.
Giet de bereiding in een dienschotel, garneer met plukjes kervel en dien onmiddellijk op.
Pers de citroen. Schil het stuk gember en rasp het fijn. Maak look en ui schoon en hak fijn. Meng in een kom de olie, het citroensap, de honing, de ketchup, de vermout, de kruiden (chili en 4-kruiden), de gember, de gehakte ui en het look. Doe zout en peper bij. Leg de spare ribs in een grote diepe schotel en overgiet ze met de marinade. Laat 3 u weken in de koelkast en draai ze regelmatig om.
Laat de spare ribs grondig uitlekken en gril ze 10 min. aan elke zijde, waarbij u ze regelmatig overgiet met de rest van de marinade.
Dien de spare ribs heet op met aardappelen gevuld met peterselieboter.
Deze klassieke 'allround' vinaigrette kan je zowat bij elk gerecht gebruiken. Tip: voeg er nog een extra eetlepel kerrie of een theelepel paprikapoeder aan toe bij barbecuebereidingen, ananas of kip.
Giet de azijn bij de olie en klop er de mosterdzaadjes, sjalot en peterselie onder. Direct klaar voor gebruik!
2- VINAIGRETTE ZOETZUUR
Zoetzuur kennen we allemaal uit de Chinese keuken. Deze vinaigrette geeft al je kip-, wild- en vleesschotels meer pit. Ook je rijst en pasta's worden rijker dankzij vinaigrette zoetzuur.
Meng de mosterd met de honing. Giet er de ciderazijn bij en meng dit flink. Voeg de olie toe. Flink kloppen tot alles goed gemengd is. Breng de vinaigrette op smaak met peper, zout, 3 druppels Engelse saus en de gehakte kruiden. Deze vinaigrette bewaart ongeveer een week.
250 g fijn gesneden Parijse champignons-80 g boter-80 g verse zure room-1 eetlepel Engelse saus- 8 cl cognac-1 eetlepel gehakte peterselie-zout, peper
Fruit op matig vuur de stukjes champignons in de helft van de hete boter, totdat al het water eruit verdampt is. Doe zout en peper bij. Braad afzonderlijk op fel vuur de repen steak in de rest van de boter aan: ze moeten binnenin nog rood zijn. Doe zout en peper op flambeer met de cognac en draai de warmtebron lager. Voeg de champignons, de room en de Engelse saus toe.
Meng, bestrooi met gehakte peterselie en dien heel warm op.
N.B.
Serveer als garnituur verse deegwaren of gebakken aardappeltjes.
4 sneden runderhaasje (180 g per stuk)- 5 raapjes in blokjes- 15 cl verse room- 5 cl Vieille Fine (eau-de-vie)- 1/2 eetlepel mignonnettepeper voor steak- 125 g boter- 1 eetlepel olie- 1 eetlepel fijngehakte
peterselie-zout, peper
Blancheer de raapblokjes 3 min. in kokend gezouten water. Laat ze zorgvuldig uitlekken en leg ze opzij. Wentel de stukken runderhaasje in de mignonnettepeper en bak ze 2 min. aan elke zijde op fel vuur in de hete olie en 25 g boter. Leg opzij in een dubbele laag aluminiumfolie. Gooi het bakvet weg, blus de bakbodem met de Vieille Fine en kook in tot de helft. Voeg er de verse room bij, meng en kook in tot de helft. Zet van het vuur en voeg er onder voortdurend kloppen 75 g koude boter in klontjes bij. Laat de raapblokjes in een aparte pan 4 min. goudbruin worden in de rest van de boter. Doe zout en peper op. Schik de stukken runderhaas op individuele borden, nappeer met de saus, verdeel er de raapblokjes over en garneer met fijngehakte peterselie. Dien onmiddellijk op.
N.B.
Een aardappelgratin is uitstekend geschikt om deze subtiele klassieke saus ten volle tot haar recht te doen komen. Om de mignonnettepeper enigszins te verzachten en uw borden een vleugje kleur mee te geven, kunt u deze schotel gerust combineren met een wortelpuree met room.
- Snijd acht bamboestokjes in stukjes van 10 cm. Week ze 30 minuten in koud water. Maak intussen een klein sneetje in de rug van elke garnaal en verwijder de (eventuele) zwarte darm. Was de garnalen en dep ze droog met keukenpapier. Doe ze in een schaal met knoflook en de olijfolie. Breng op smaak en schud om. Dek af en laat 15 minuten marineren. - Maak intussen de pikant-zoete saus. Doe de geperste knoflook, sojasaus, honing, het limoenraspsel en de helft van het sap, koriander en chilivlokken in een kom. Blijf kloppen tot de honing is opgelost. Giet de saus in een schaaltje. - Rijg aan elk spiesje twee garnalen. Grill 2-3 minuten direct op halfhoog vuur tot ze roze en gaar zijn, draai ze één keer om. - Serveer warm met de saus.
Pel de garnalen en verwijder het darmkanaal. Spoel ze onder koud water en laat ze drogen op een propere handdoek. Schil de ananas en maak hem schoon, waarbij u het sap opvangt. Snijd hem in schijven en snijd de helft ervan in grote stukken. Maak de jonge uitjes schoon (verwijder de steeltjes) was ze en snijd ze in twee. Prik afwisselend scampi's, stukken ananas en jonge uitjes op de 8 spiesjes.
Meng de olie, geperst look, zout en peper. Smeer dit mengsel op de spiesjes en gril ze 7 min. aan elke zijde.
Bereid de saus: hak het citroenkruid fijn en pureer de schijven ananas met de mixer. Meng de ananaspuree, het citroenkruid, het citroensap, 1 eetlepel ananassap,
600 g schoon- en leeggemaakte sardines- 2 onbehandelde citroenen- 4 eetlepels extra reine olijfolie- 12 melisseblaadjes-zout- peper
Was de sardines zorgvuldig en droog ze. Leg ze in een diepe schotel. Neem het sap en de schil van de citroenen. Hak de melisseblaadjes fijn. Meng het sap en de schil van de citroenen met de olie, de gehakte melisseblaadjes, en doe zout en peper bij. Giet de marinade over de sardines en laat 2 u weken in de koelkast. Laat de sardines grondig uitlekken, dep ze af en gril ze 5 min. aan elke zijde.
DEGUSTATIE
Serveer bij deze sardines Marokkaans brood en een slaatje van roma-tomaten met vinaigrette.
Meng de ingrediënten van de marinade, en doe er zout en peper bij. Laat 2 u weken op een koele plaats.
Filter daarna de marinade.
Verdeel de sneetjes carpaccio op ijskoude individuele borden. Nappeer met de marinade, besprenkel met citroensap en garneer met de rest van de verse kruiden. Strooi er gul peper over en
Laat de boter op een zacht vuur smelten in een kleine kookpan en smeer de stukken ermee in met een penseel. Zout en peper ze, leg ze op het rooster van de barbecue.
Gril ze 30 min. en draai ze halfweg de baktijd om en overgiet ze drie of vier keer met de rest van de gesmolten boter.
Voor de aioli: maak de teentjes knoflook schoon en hak ze fijn, stamp ze fijn in een vijzel. Voeg daarbij de eierdooiers, giet er, onder voortdurend roeren met de stamper, druppel voor druppel het equivalent van 3 eetlepels olijfolie bij en eindig met het citroensap. Blijf heel regelmatig mengen, steeds in dezelfde richting, terwijl u er de rest van de olie in kleine geutjes bij gieten
Zet de vijzel in een warmwaterbad en warm de aioli zachtjes op. Bij het opdienen de citroen in kwartjes snijden, de stukken kip op een schotel schikken, versieren met de stukken citroen en de warme aioli apart opdienen.
175 g gemalen tarwe (afdeling dieetproducten) van middelgrote korrel- 3 jonge uien (met steeltjes)- 2 bosjes bladpeterselie . 1 bosje verse koriander- 1 bosje verse munt- 3 tomaten-200 g tonijn in olie-150 g roze garnalen-150 g grijze garnalen- 6 eetlepels olijfolie- 7 citroenen- 2 teentjes knoflook- 8 verse muntblaadjes (facultatief)- 1 komkommer
Pers 1 citroen. Was de gemalen tarwe en laat 30 min. weken in 300 ml warm (maar niet kokend) water met het citroensap- alle vocht moet opgeslorpt zijn.
Doe in een zeefdoek en pers grondig uit. Hak de jonge uien, de peterselie, de koriander en de munt fijn met een keukenrobot. Pel, ontpit en plet het vlees van de tomaten. Pers de resterende citroenen. Verdeel de stukken tonijn in dikke blokjes.
Meng zorgvuldig de gemalen tarwe met de gehakte kruiden, de olijfolie, het citroensap, het geperste look, de garnalen, de blokjes tomaat en de tonijn. Zet ten minste 3 u in de koelkast.
Was en snijd de komkommer in fijne schijfjes. Schik de taboulé in het midden van een grote dienschotel.
Omring met de schijfjes komkommer en versier met de muntblaadjes.