Vorige zondag heeft de Juliaan Claerhoutkring Wielsbeke onder ruime belangstelling zijn 10de jaarboek voorgesteld in OC Leieland te Ooigem. Schepen Jan Stevens feliciteerde de voltallige bestuursploeg voor dit werkelijk prachtige naslagwerk. Het vormt de bekroning van opnieuw twee jaar lang, voorbereidende vergaderingen, intensief uren- en dagenlang opzoekwerk en redactionele verslaggeving. De schepen merkte op dat er zoveel geïnteresseerden van buiten de gemeente aanwezig waren. Navraag leerde hem dat het merendeel van hen nog banden had met de gemeente, zij het via familie, zij het omdat ze er zelf nog gewoond hadden. Door het zich aanschaffen van Leiesprokkels voelen ze zich ook verder nauw verbonden met de recente geschiedenis van de gemeente.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tweejaarlijks brengt de Heemkundige kring Juliaan Claerhout een jaarboek uit met historische, heemkundige, volkse bijdragen over het verleden van Ooigem, Wielsbeke en Sint-Baafs-Vijve. Hun jaarboeken verschijnen onder de titel van Leiesprokkels en momenteel zijn ze al aan hun 10de uitgave. Het is een waardevol exemplaar met 18 belangrijke bijdragen en sprekende buitentekst-illustraties over in totaal 368 blz. Heel wat bijdragen hebben ook regionale uitstraling of komen van auteurs van ver buiten de gemeente.
De Juliaan Claerhout-kring werd opgericht op 26 januari 1981 en tussen 1982 en 1988 verschenen 28 nummers van hun toen nog driemaandelijkse tijdschrift Leiesprokkels. Nadien werd overgestapt op jaarboeken. Daarnaast verschenen nog enkele brochures zoals Slijttijd, Herinneringen aan de slijttijd van 1952 van André Claerhout (1985) en een bundeling Lof zij het land waar ik geboren ben
met feestreden bij vieringen van André Demedts te Sint-Baafs-Vijve tussen 1966 en 1986. Huidig voorzitter Monique Clarhout en historicus Michaël Delange publiceerden in 2001 bij het 20-jarig bestaan van de kring Twintig jaar sprokkelen langs de Leie. Een aanrader is telkens ook de Fotokalenders van Wielsbeke door Monique Claerhout.
Walter Vervalle uit Aalter schreef over herinneringen uit zijn jeugdjaren op de Kokeldries in Wielsbeke. Jos Colson uit Assebroek blijft gefascineerd door de periode onder het Frans bewind en verhaalt over vergeten oud-strijders van Sint-Baafs-Vijve, Wielsbeke en Ooigem. Herman Bruyland uit Blanden heeft het over Pater Michel Goutsmet. De zusters Benedictinessen uit Ledegem brengen de geschiedenis van de zusters uit het Frans Klooster te Ooigem.
Het tiende jaarboek Leiesprokkels kan elkeen boeien. Rudy Verbrugge uit Kuurne gaat verder met zijn histories over de Ooigemse cafés en brengt bovendien nog een toeristische tip over de praalgraven van Ferry De Gros, omstreeks 1505-1510 dorpsheer van Ooigem. Deze zijn te bezichtigen in de Sint-Jacobskerk te Brugge. Historicus Michaël Delange uit Oostrozebeke informeert over het Landboek van Sint-Baafs-Vijve (1763) en over een belhamel in Wielsbeke (1858). Jeugdherinneringen aan de Loverhoek zijn er van Geert Vroman. Voorzitster Monique Claerhout staat stil bij 25 jaar kringgeschiedenis en vertelt oude en recente sagen en legenden uit Groot-Wielsbeke.
Belangrijk document voor de regio is zeker de bijdrage Hoe Camielke kwam en ging van Bart Desmyter uit Wakken over de vroegere tramlijn Kortrijk-Aarsele, die het huidige Wielsbeke doorkruiste. Bernard Delange uit Waregem brengt archiefmateriaal over de drietrapssluis in Ooigem (1872). Carlos Verbrugghe belicht de toestand in Wielsbeke anno 1720. Boeiend zijn ook de bijdragen over de Vanschoebekes van Sint-Baafs-Vijve door Juul Desmet, over Jozef Vanbosseghem (1899-1984) door naamgenoot José en over een Plechtige Communie in Ooigem anno 1950 van Edith Vandemaele.
Het jaarboek kan nog bekomen worden bij de auteurs en door storting van 26 euro op rekening 068-2003593-85 van Heemkring J. Claerhout, Wandellaan 53 te 8710 Wielsbeke.
Uit de toespraak van schepen Jan Stevens, toekomstig burgemeester van Wielsbeke, vermelden we nog enkele interessante voorzetten
Hij was er zich van bewust dat lokale politiekers niet altijd voldoende weet hebben van de plaatselijke geschiedenis. Vanuit allerlei instanties worden zij immers geconfronteerd met de verplichte opmaak van allerhande gemeentelijke beleids- en meerjarenplannen. Van hen wordt verwacht dat zij nadenken over de toekomst van de gemeente, dat zij hierover een visie ontwikkelen op lange termijn. Ze moeten constant vooruit-denken, maar moeten zij zo nu en dan niet eens terugblikken op ons verleden ? Het antwoord van schepen Jan Stevens hierop was alvast een volmondig ja.
En eigenlijk zijn daar al elementen voor om die interesse te voeden... Echtparen uit Wielsbeke, Sint-Baafs-Vijve en Ooigem, die 50, 60 en 65 jaar gehuwd zijn worden op het gemeentehuis officieël gehuldigd. Voorafgaand aan deze hulde, brengen de schepenen een bezoek ten huize aan het jubilerend paar, waarbij er gevraagd wordt naar de opmerkelijkste gebeurtenissen gedurende hun voorbije levensloop. Tijdens de hulde zelf wordt dit dan kort aangehaald. In de voorbij twee jaren werden er zon 70 echtparen op het gemeentehuis ontvangen. De gestegen levensverwachting en het feit dat het voor die generatie vanzelfsprekend was dat zij in alle omstandigheden samen bleef, zorgen ervoor dat wij bijna ieder weekend een echtpaar kunnen huldigen.
Bij het bezoek ten huize aan het echtpaar valt het op hoe open men over hun verleden kan vertellen. Het zijn niet altijd leuke gebeurtenissen of ervaringen waarover er gepraat wordt, soms valt er zelfs een traantje, maar het zijn vooral oprechte en eerlijke getuigenissen. Verhalen van mensen van vlees en bloed, die nooit de geschiedenisboeken zullen halen, maar die o zo doorleefd zijn. Regelmatig gebeurt het zelfs dat hun kinderen ons achteraf komen zeggen dat bepaalde gebeurtenissen hen nooit verteld werden door hun eigen ouders, maw een buitenstaander krijgt meer te horen en wordt meer informatie toevertrouwd dan hun eigen kinderen. Op die manier krijgen wij de kans, ik zou zelfs durven zeggen het voorrecht, om ooggetuigen te horen verhalen over een periode die eigenlijk de gehele voorbije 20-ste eeuw omvat. Getuigenissen van mensen ter plaatse over gebeurtenissen van ter plaatse.
Doorheen al deze verhalen van al deze echtparen kunnen we een drietal verhaallijnen of themas herkennen, drie constanten die op een of andere manier bijna in alle verhalen verweven zitten. Vooreerst is daar de Tweede Wereldoorlog, en dan vooral het uitbreken ervan. Het is verrassend om vast te stellen hoe de mensen zich nog zo helder die meidagen van 40 herinneren, tot in de details toe. We horen verhalen van mensen die halsoverkop op de vlucht sloegen, van mensen die moesten schuilen in de kelders, van mensen die doodsangsten doorstonden toen ze met Duitse soldaten geconfronteerd werden, van mensen die de felle gevechten aan de Leie van nabij meemaakten. Ook het vervolg is aangrijpend, hoe ze die vier daaropvolgende oorlogsjaren letterlijk over-leefden. Maar ook hoe bepaalde jonge mannen voortdurend op de vlucht waren, ondergedoken om aan de verplichte tewerkstelling te ontsnappen. Eigenaardige vaststelling, tot op heden heeft niemand de bevrijding vernoemd als memorabel moment. Heeft dit te maken met onze westvlaamse nuchterheid ?
Tweede thema: de vlasnijverheid hier in de streek.
Ongelofelijk hoe veel mensen er hier in de streek hun brood verdienden in de vlasnijverheid. Ik vermoed dat op het hoogtepunt drie vierden van de bevolking erin tewerkgesteld was. We horen verhalen over de jaarlijkse periode van het slijten van het vlas, over de ijskoude winters toen men niet langer kon werken, maar ook hoe zwaar de economische crisis toesloeg. Begrippen als viermaker, boever en botekoper klinken ons voortaan bekend in de oren. De resterende zo typische roterijen doen ons nog herinneren aan deze periode. Laat ons hopen dat ze niet allemaal verdwijnen.
Derde thema: de gouden jaren 60.
De industriele ontwikkeling van deze streek kende een explosieve groei in de jaren zestig. Er kwamen grootschalige complexen in voornamelijk de textiel- en houtnijverheid tot stand. Ploegenarbeid diende ingevoerd te worden om de productie te kunnen volgen. De reconversie van de vlasnijverheid was een feit geworden. Het was eveneens de periode waarin er grote openbare werken uitgevoerd werden. Ook grote sociale woningprojecten kwamen tot stand. Wist u dat Wielsbeke procentueel veruit het hoogste aantal sociale woningen op zijn grondgebied heeft van het gehele arrondissement.
Deze drie themas zijn ongetwijfeld in de voorbije edities van Leiesprokkels al op één of andere manier aan bod gekomen. Vernoemde drie themas zullen vroeg of laat ook nog eens uitgebreid aan bod kunnen komen in de volgende jaarboeken Leiesprokkels. Zo worden de herinneringen van al deze jubilerende paren blijvend in stand gehouden...
|