Gisteren dinsdag 19 december 2017 stelde De Leiegouw zijn themanummer voor over de samenvoegingen van gemeenten in 1977. De Leiegouw, vereniging voor geschiedenis in de regio Kortrijk, publiceert veertig jaar later een themanummer over de fusies in de regio zuidwest. Niet minder dan zeventien auteurs uit alle gemeenten in de regio werkten mee aan de publicatie, van Wervik tot Waregem en van Avelgem tot Lendelede. Op basis van archiefonderzoek, interviews met bevoorrechte getuigen en persoonlijke herinneringen, wordt een woelige periode gereconstrueerd
In Zuid-West-Vlaanderen werd het aantal gemeenten gereduceerd van 41 naar 13. Deze fusies verliepen niet zonder slag of stoot: na hevig protest, soms zelfs rellen, werden de oorspronkelijke plannen grondig gewijzigd. Het boek werd i.s.m. het Kortrijkse Museum X voorgesteld in buurthuis ’t Senter: een symbolische plaats, op de grens van Kortrijk, Lendelede en Kuurne. De publicatie wordt v erstuurd naar alle leden en kan besteld worden via de website van de Leiegouw: www.leiegouw.be
De Leiegouw is de vereniging voor geschied-, taal- en volkskundig onderzoek in het Kortrijkse. Al meer dan vijftig jaar doet ze opzoekingswerk in deze verschillende domeinen. Geografisch richt De Leiegouw zich op de stad, de voormalige kasselrij en het arrondissement Kortrijk. De vereniging werkt nauw samen met de Roede van Harelbeke en Cuerna.
Waregem of hoe de fusie stopte bij de provinciegrens
Voor de fusie Waregem waren er verschillende mogelijkheden. Dat uiteindelijk Waregem fuseerde met de Leiegemeenten Sint-Eloois-Vijve, Desselgem en Beveren-Leie is voor een deel toe te schrijven aan omstandigheden en politieke berekening. De provinciegrens verhinderde dat gemeenten als Zulte en Wortegem of Nokere, die meer dan Desselgem en zeker dan Beveren tot zijn verzorgingsgebied behoorden, zich konden aansluiten bij Waregem. Een andere spelbreker was de arrondissementsgrens, die een rem was voor de uitbreiding van Waregem en Sint-Eloois-Vijve met SintBaafs-Vijve en Wielsbeke voor het samengaan van Ooigem, Wielsbeke en Bavikhove met Desselgem en Beveren.
Basis voor de grootschalige fusieoperatie met de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1976 was de wet betreffende de samenvoeging van gemeenten en de wijziging van hun grenzen (23 juli 1971). Door die wet kon de regering gemeenten samenvoegen vóór 1 januari 1983 met overwegingen van geografische, economische, sociale, culturele of financiële aard. Op basis van deze wet lekte al in 1972 een eerste werkdocument uit, het plan Costard, met een eerste voorlopig voorstel om het aantal gemeenten in België te reduceren van 2.359 naar 595. Het plan voorzag het samengaan van Desselgem met Beveren-Leie en andere Leiegemeenten Ooigem, Bavikhove en Hulste. Volgens het plaatselijke Milac-maandblad Piotje zou deze fusie de benaming ‘Desselgem’ overnemen. Het gemeentebestuur van Desselgem plande toen al de bouw van een nieuw gemeentehuis in het kader van een dorpskernvernieuwing. Waregem werd in dat eerste plan opgenomen in een ‘kleine fusie’ met Sint-Eloois-Vijve, Deerlijk en Vichte.
In die periode wisselden de regeringen in snel tempo. Minister van Binnenlandse Zaken Close (PSB, jan. 73 – jan. 74) startte een adviesronde bij provinciegouverneurs en gemeentebesturen. Op 26 november 1973 werd voor onze regio het advies van de provinciale studiegroep voorgesteld. Het arrondissement Kortrijk werd daarin uitgetekend in vier gewesten + de faciliteitengemeente Spiere-Helkijn. Het werkdocument hield zich aan de provinciale en arrondissementele grenzen en voorzag de grote entiteiten Kortrijk agglomeratie, gewest Waregem, westelijke gordel Menen-Wevelgem en de Scheldevallei Avelgem. Het gewest Waregem zou 50.525 inwoners tellen met Waregem, Anzegem, Ingooigem, Vichte, Deerlijk, Beveren-Leie, Desselgem en Sint-Eloois-Vijve.
De gemeenten konden zich nadien uitspreken over enkele alternatieve mogelijkheden. Een voorliggend voorstel was een fusie van Desselgem en Beveren-Leie met Deerlijk en Vichte. Rond de jaarwisseling 1973 -74 spraken de verschillende gemeenteraden zich een eerste keer uit over de voorgestelde fusies. Beveren-Leie (14 dec. 73) en Sint-Eloois-Vijve (3 jan. 74) spraken zich resoluut uit tegen een samenvoeging met een andere gemeente. Desselgem (3 jan. 74) koos voor fusie met Beveren-Leie en noemde Waregem enkel als voorkeur op Deerlijk. Waregem (4 jan. 74) volgde het voorstel voor een grote fusie en rekende erop dat het Provinciaal Gouvernement Waregem zou volgen om de fusie Waregem niet te beperken door provincie- of arrondissementele grenzen.
Minister Joseph Michel hakte de knoop door op de kabinetsraad van 9 sept. 1974 en in zijn wetsontwerp vinden we voor het eerst het plan om Waregem samen te voegen met Desselgem, Beveren-Leie en Sint-Eloois-Vijve (4.491 ha – 30.015 inw). De gemeenteraad van Waregem (19 nov. 74) kon zich op 19 november 1974 daarmee akkoord verklaren, maar betreurde de halsstarrigheid waarmee werd vastgehouden aan provinciegrenzen en vermolmde arrondissementen. De gemeenteraden van Desselgem en Beveren-Leie verwierpen de beslissing op hun zittingen van 25 oktober 1974 en opteerden resoluut voor een fusie op grond van historische, geografische, sociale, culturele en financiële motieven. Burgemeester Germain Algoet van Desselgem zou later het mislopen van een fusie Munkenhove wijten aan het feit dat het gemeentebestuur van Beveren-Leie te laat de ernst van de situatie heeft ingezien.
|