Van december 2020 tot midden januari 2021 voerde een team archeologen van ABO nv een archeologische opgraving uit langsheen de Eikenlaan in Waregem in opdracht van LCV Real Estate. Deze opgraving was de laatste fase van het archeologisch onderzoek. Het onderzoek resulteerde in 135 sporen uit ijzertijd en middeleeuwen. Met verloop van tijd kunnen de vondsten worden opgeslagen in de buurt en worden tentoongesteld.

Op basis van bodemkaarten, historische kaarten, inventarisatiekaarten met daarop alle archeologische vondsten/sporen uit het verleden (CAI = Centraal Archeologische Inventaris),… luidde het advies van een voorafgaande bureaustudie dat er binnen het projectgebied langsheen de Eikenlaan reëel trefkans was op archeologische resten.
Zo situeert het gebied zich op een lokale zandrug in de nabijheid van water, zo liep de Sneppebeek vroeger door het lagergelegen deel van projectgebied. Dit bleek in het verleden een perfecte combinatie (hoger gelegen + in de buurt van water) voor de mens om zich te vestigen. Daarnaast werd op een aantal historische kaarten, waaronder de Ferrariskaart uit de 18de eeuw, een hoeve gekarteerd die de voorloper was van de hoeve die wordt gesloopt voor de bouw van units.
Het reëel potentieel op archeologie zoals aangetoond in de bureaustudie leidt naar een tweede stap in het archeologisch proces, namelijk een landschappelijk bodemonderzoek. Dit onderzoek is verplicht en heeft tot doel om de bodemopbouw na te gaan en om te kijken of de archeologisch relevante lagen nog aanwezig kunnen zijn. Hiervoor plaatsen de archeologen een aantal handmatige boringen in een regelmatig grid.
Indien de bodemopbouw intact blijkt en de archeologisch relevante lagen dus nog aanwezig zijn wordt overgegaan naar een volgende fase. Het projectgebied langsheen de Eikenlaan vertoonde een intacte bodem waardoor archeologen hier konden overgaan tot een derde fase, namelijk het proefsleuvenonderzoek. Bij het proefsleuvenonderzoek wordt het projectgebied onderzocht door middel van 2m brede sleuven die op ca. 15 meter van elkaar liggen. Hierbij wordt de teelaarde afgegraven en wordt gekeken of er archeologische sporen in de moederbodem aanwezig zijn.
In totaal werden binnen het projectgebied langs de Eikenlaan 3 lange sleuven aangelegd waarbij voor het noordelijke deel een groot aantal sporen (30+) werden aangetroffen. Op basis van de vondsten konden deze sporen gedateerd worden tot de IJzertijd en de middeleeuwen. Omdat deze sporen archeologisch van groot belang zijn om de kennis over het verleden van Waregem te herhalen werd overgegaan tot een vlakdekkende opgraving, de vierde en laatste fase in het archeologisch proces.
Bij de opgraving werd de teelaarde afgehaald en werd zo een volledig archeologisch vlak aangelegd. In dit vlak tekenden zich in totaal ca. 135 archeologische sporen af. Het gaat onder andere om paalkuilen, kuilen, greppels, grachten, waterputten,… Deze archeologische sporen werden in detail geregistreerd, i.e. gefotografeerd, ingemeten d.m.v. GPS en beschreven in een databank. De gegevens van deze sporen zijn cruciaal om tijdens de latere verwerking conclusies te kunnen maken over de aard van de sporen en mogelijkse relaties met andere sporen. Zo kunnen meerdere paalkuilen bijvoorbeeld behoren tot éénzelfde gebouw. Vaak gaan deze archeologische sporen gepaard met het voorkomen van archeologische vondsten, het gaat dan voornamelijk over aardewerk, metaal, hout,… Cruciaal om een spoor of een site te dateren is het aardewerk want vaak kan een bepaald type aardewerk heel precies gedateerd worden in de tijd.

De in totaal 135 sporen, die werden opgegraven langsheen de Eikenlaan zijn afkomstig uit twee periodes :
1. In het oostelijke deel werd een geconcentreerde cluster van paalkuilen aangetroffen die mogelijks wijzen op de aanwezigheid van 2 afzonderlijke gebouwplattegronden.
2. De overige sporen kunnen zonder twijfel tot de volle middeleeuwen in verband gebracht worden. Vermoedelijk hebben we te maken met sporen die afkomstig zijn van een boerderij die er zou gestaan hebben in de volle middeleeuwen (9e – 10e eeuw) en omsloten werd door een smalle greppel, een zogenaamde erfafbakening. De kers op de taart van deze opgraving was een goed bewaarde boomstamwaterput die zich onder de permanente grondwatertafel bevond. Dit verklaart ook de goede bewaring.
Deze boomstamwaterput werd eerst in dwarsdoorsnede blootgelegd, dit om te kunnen nagaan hoe deze waterput in de grond werd gestoken. Vervolgens werd de waterput helemaal vrijgelegd om de constructiewijze ervan te gaan documenteren en om stalen te nemen die ons heel wat meer zullen vertellen over de datering, het klimaat en de beplanting of bebossing om het moment van gebruik.
Alle vondsten worden eerst gewassen en gedocumenteerd door de archeologen maar deze zullen, in overleg met LCV Real Estate, vermoedelijk naar een depot in de buurt gaan waar ze uiteindelijk opgeslagen of tentoongesteld zullen worden.

http://www.blog.seniorennet.be/wareber2/archief.php?ID=2373212
|