In Desselgem warmen ze zich op om 100 jaar Koninklijke Veloclub De Leiezonen te vieren. Van 8 tot en met 13 december kunt u genieten van een uitgebreid aanbod in Woon- en Zorghotel Aurélys, Grote Heerweg 240 Beveren-Leie nabij de oude gemeentegrens in de Beverenstraat.
Op 5 oktober 1922 kwam Robert Himpe naar huis (café De Drie Koningen op Straete) met zijn zestiende bloemenruiker van dat seizoen. Er werd uiteraard daarop gedronken en tussen pot en pint werd beslist om een wielerclub rond hun held op te starten. Op 3 december werd de wielerclub officieel ingeschreven bij de Belgische wielerbond. Erevoorzitter was de toenmalige burgemeester Henri De Brabandere, Omer Cnockaert fungeerde als voorzitter en leidsman.
De club wilde voornamelijk de velosport wat opbeuren en richtte daarom wielerwedstrijden in, maakte fietsuitstappen en nam ook deel aan feesten van veloclubs uit het omliggende. Hun fietsend trompettenkorps was een graaggeziene gast op allerlei feesten. De club viel ook op door hun kleurig uniform: de nog in gebruik zijnde groene pet en de lilatrui met het borduursel “Veloclub De Leiezonen”. Na Omer Cnockaert kwam Medard Coeman in de voorzittersstoel terecht en die hield het bijna 50 jaar lang warm (1927 tot 1976). Onder zijn niet aflatende werkkracht beleefde de Desselgemse Veloclub Leiezonen glorietijden met een aarden piste met zijn vermaarde meetings onmiddellijk na de Ronde van Frankrijk.
Velodroom
De ambitieuze Desselgemse veloclub bouwde in 1930 eigenhandig een aarden velodroom op een terrein aan de Meierie, ter beschikking gesteld door de familie Willaert. Al de clubleden, zowat een vijftigtal, werkten mee. Velen onder hen wisten, als ervaren steenbakkers bij de plaatselijke steenbakkerijen, hoe de aarde in de gewenste plooi moest gebracht worden. Zo werd het uitgetekend schema uitgegraven met eigen spade en schop. Het oppervlak werd met een houten skelet vastgehamerd, waarop dan de aarden bodem kwam. Het duurde dan ook niet lang vooraleer de velodroom een realiteit was : een piste van 250 m lang, 75 m aan de lange zijde en 50 m breed in de bochten. Aan de aankomstlijn waren zitplaatsen op houten banken voorzien en voor de rest van de ovalen omloop waren er staanplaatsen. Iedere toeschouwer kon het spel van de coureurs goed volgen. In de plaatselijke renners zoals Cyriel Omey vonden ze een deskundige testrijders. De piste werd ingereden door de succesrijke onafhankelijke André Mortier. Na enkele wedstrijden werd het baanvlak vervolmaakt.
Het succes van de velodroom was overweldigend. Het publiek kon ook op het binnenplein terecht. Daar hadden ook de muzikanten van fanfare Leiezonen hun vaste standplaats om de meetings muzikaal op te luisteren. Van 1930 tor 1935 bood de aarden piste tientallen wielerhoogdagen aan de duizenden velodroomliefhebbers uit West- en Oost-Vlaanderen. VeloClub De Leiezonen slaagde erin om alle belangrijke Belgische renners uit die tijd naar de Desselgemse piste te lokken.
Zonder één uitzondering hebben zij op de aarden velodroom in Desselgem gereden. Gewoonlijk werd een ploegkoers over honderd kilometer georganiseerd met om het halfuur een sprint. De vliegende Hollander: Piet van Kempen uitgezonderd waren alle kampioenen uit die tijd te zien in Desselgem.
De allergrootste uit die tijd, Jules Van Hevel uit Ichtegem, kwam geregeld voor spektakel zorgen. Andere kampioenen die te Desselgem spektakel brachten waren Poeske Scherens, Karel Kaers, De Bruycker, Gaston Rebry, Frans Bonduel, Van Rijsselberghe, De Neef, Vissers, Charlier, Jan Aerts, Jan Wauters, Van Slembrouck, Haemerlinck, Cyriel Omey en Rietje Rijsman(uit Desselgem), Delbeke (uit Harelbeke), De Muysere en al de belangrijksten uit die tijd. Bij de onafhankelijken vermelden we o.a. Marcel Kint, Fons Schepers, Danneels, Hurdebeke, Duyvejonck, Vandenberghen, Devolder, Baert (uit Ingelmunster), Matthijs, Duerloo, De Rijck, Mortier en Gernay. Briek Schotte was met zijn 15-16 jaar bij het verdwijnen van de velodroom nog te jong om echte koersen te hebben gereden op de piste in Desselgem.
Zoals vele scholieren kwam Briek na school wel regelmatig op de piste rijden. De laatste grote meeting op de gekende Desselgemse aarden piste vond plaats na de Ronde van Frankrijk in 1935. Datzelfde jaar moest het perceel grond waarop de velodroom lag, terug in zijn oorspronkelijke staat gebracht worden. Het stuk grond behoorde aan de familie Willaert, die deze attractie gunstig gezind was. Maar in 1935 werd het perceel verkocht aan de familie Vanwijnsberghe. De Desselgemse velodroom moest wijken voor de vlasnijverheid. Meteen verloor Desselgem een van zijn grootste attractie, want de club slaagde er niet meer in om een nieuwe velodroom uit de grond te stampen. Er werd een vlasbedrijf en een woning voor de eigenaar op gebouwd. Momenteel is daar een autokerkhof gevestigd.
Briek Schotte
De club zelf bleef wel bedrijvig en richtte talrijke baankoersen in op de gemeente. Met Briek Schotte kreeg de veloclub een nieuwe attractiepool. De Grote Prijs Briek Schotte in Desselgem, steevast voor eliterenners met contract, kende zijn opener in 1941, met de organisatie van het Kampioenschap van Vlaanderen, dat door de oorlog dat jaar niet kon doorgaan in Koolskamp. Briek won die eerste editie en zette ook de twee volgende edities op zijn naam. De wedstrijd werd later naar hem genoemd.
Briek Schotte, na zijn actieve carrière sportdirecteur, bracht heel wat grote namen naar Desselgem. In de loop der jaren zetten heel wat gereputeerde renners hun naam op de erelijst. Om er maar enkelen te noemen: Germain Derijcke, Rik Van Looy, Eric Leman, Walter Godefroot, Herman Van Springel, de legendarische Planckaerts met respectievelijk Willy, Eddy en Jo, Dirk Demol, Johan Museeuw met zijn allereerste profzege, ...
Mag de erelijst op tal van toppers bogen, wat in Desselgem ooit aan de startlijn stond is nóg indrukwekkender. Kleppers als Jempi Monseré en Tom Boonen, beiden in het shirt van wereldkampioen, Fabian Cancellara, Richard Virenque, Michael Rogers, Cyrille Guimard, Sean Kelly, Filippo Pozzato, Nick Nuyens, Frank Vandenbroucke ... ze behoren tot het smalle kransje van wielerlegenden. Zij presenteerden zich aan het Desselgemse publiek.
Na Medard Coeman kwam Robert Himpe aan het roer. Hij hield het schip tien jaar in veilige wateren en gaf dan de scepter door aan André Delodder. Deze laatste, die in 2009 naar zijn laatste rustplaats werd gebracht, was de architect en bezieler van heel wat mooie edities. Door zijn vriendschapsrelatie met Quick Step-baas Frans Decock en manager Patrick Lefevere, de gebroeders Maes en Clement Schiettecatte kwamen telkenjare een vloot grote namen aan de start in Desselgem. De zogenaamde kermiskoers kreeg naam en faam tot ver over de provinciegrenzen. Jaar na jaar groeide het wielerpubliek dat, als bijen op een honingpot, gelokt werd door de kwaliteit die Desselgem jaar na jaar kon presenteren. Na de 63ste editie van de Memorial Briek Schotte, op dinsdag 13 september 2005, gaf André de fakkel door. Lucien Lefebvre werd zijn opvolger.
|