xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Het slachthuis E 1144 van Carlos Vanwijnsberghe langs de Kwadestraat in Desselgem is deze dagen voor onze regio zowat het centrum voor de rituele slachtingen met het Offerfeest van de moslims. Thuisslachtingen zijn hoe dan ook verboden, zodat de moslimgemeenschap is aangewezen op de slachthuizen. Het Offerfeest valt dit jaar zowat samen met de eindejaarsfeesten en de meeste erkende slachthuizen houden op de laatste dag van het jaar hun deuren dicht. Op het slachthuis van de LAR in Rekkem en dit in Stasegem kunnen de moslims alvast niet terecht. Wel bij Verbist in Izegem, maar daar kwamen uiteindelijk te weinig aanvragen binnen.
Er blijkt voor de moslims, die hun schapen voor het offerfeest van 31 december 2006 slachten in Desselgem, een speciale goedkopere regeling te bestaan met de veehandel Vandebuerie uit Ingooigem (Anzegem). Per schaap dat moet worden geslacht betalen ze dan niet de richtprijs van 50 euro per dier, maar slechts 40 euro. Een bijkomend voordeel is dat de veehandelaar alle administratie voor zijn rekening neemt. De moslims moeten dan ook niet aanschuiven in het stad- of gemeentehuis om de slachtaangifte te doen. In geval van een eigen aangifte, moeten ze ook nog eens 1,5 euro administratiekosten betalen. Ook dat bedrag neemt veehandelaar Vandebuerie voor zijn rekening.
Jaarlijks vieren moslims met een offerfeest het einde van de hadj (de pelgrimage naar Mekka). Dit is een dag waarop zij één of meer dieren offeren. De dag van het offerfeest is dit jaar vastgesteld op 31 december 2006, maar dat wisselt elk jaar. Zo was een van de vorige offerdagen 20 januari 2005. Het offerfeest refereert aan het bijbelse verhaal van Ibrahim (Abraham) en Ismael. Ibrahim kon geen kinderen krijgen en God (Allah) beloofde hem een zoon, die hij kreeg. Later stelde God Ibrahim op de proef door hem op te dragen om zijn zoon te offeren. Vlak voor Ibrahim overging tot het doden van zijn zoon, zei de engel Gabriël dat hij in plaats van zijn zoon een schaap moest offeren. Uit dankbaarheid dat Allah een mens had gespaard offeren moslims jaarlijks een of meer schapen.
Eenderde van het vlees wordt weggegeven aan de armen. Omdat geen enkele moslim gierig wil lijken worden er als een soort statussymbool meer dieren geofferd dan nodig is, waardoor het feest meer en meer op een barbecueparty gaat lijken. Sommige rijke Turken laten wel 100 schapen slachten! Anderen lenen geld om een schaap te kopen om niet armlastig te lijken. Gelukkig gaan er in de islamitische gemeenschap stemmen op om geld in plaats van dieren te offeren. Het slachten is namelijk niet een voorschrift (farz), maar een gewoonte (sünnet). Offeren berust eigenlijk op bijgeloof en heeft niets met werkelijke religie, spiritualiteit te maken.
|