xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Waregem beleeft als gaststad van de Tour de France niet alleen een sportieve aantrekkingskracht, maar profileert zich opvallend sterk als culturele stad. In dat opzicht moet ook de komst van het kunstwerk Nikei van Wouter Cox gezien. Het is een driedimensionele beeld- en geluidsinstallatie met dertien levensgrote beelden van wielrenners. Deze worden opgehangen als een vliegend peloton wielrenners met het geluid van een zwerm zoemende bijen. De spraakmakende constructie staat tot nog tot midden juli 2007 opgesteld in de inkomhal van het stadhuis in Waregem. De tentoonstelling opent voor genodigden op woensdagavond 23 mei.
De opening gaat gepaard met de inhuldiging van het kunstwerk The Meeting Point van Frank Vanhooren en bij het officiële gebeuren wordt ook de aanwezigheid van de kunstenaars Wouter Cox en Frank Vanhooren aangekondigd. De Desselgemse kunstenaar Frank Vanhooren kwam vorig jaar in het nieuws met zijn beeld Bevrijding, dat op dinsdag 15 augustus 2006 werd onthuld in het kader van de Westkunstroute en een permanente bestemming kreeg op de eerste verdieping van de IJzertoren. Eerder dit jaar exposeerde Frank Vanhooren al in het Cultureel Centrum Oude Kerk te Vichte. Nu krijgt zijn werk The Meeting Point een bestemming op het Waregemse stadhuis.
Wouter Cox volgde een artistieke opleiding architectuur aan het PHIKO in Hasselt (1982-85) om nadien de afdeling beeldhouwen af te werken aan het KASK te Gent (1986-90). Aan het DKO te Antwerpen volgde hij nog de afdeling Video-film (2002-04). Het monumentaal kunstwerk van Wouter Cox was twee jaar geleden al te zien in het SMAK in Gent, toen bij gelegenheid van de start van de Omloop Het Volk, en in het Centrum Ronde van Vlaanderen te Oudenaarde met de gelijknamige wielerklassieker. Tot midden juli is Nikei nu te zien in Waregem n.a.v. de start van de derde rit van de Ronde van Frankrijk op 10 juli 2007
Nikei is een driedimensionele beeld- en geluidsinstallatie. Dertien levensgrote beelden van wielrenners worden als een zwerm bijen opgehangen in de lucht. Van de fietsers is enkel de felkleurige kledij zichtbaar, waardoor het een peloton wordt van onzichtbare renners die pijlsnel door de lucht fietsen. Dit beeld wordt ondersteund door een geluidsmix van zoemende wielen en bijen. Het totaalbeeld is visueel aantrekkelijk én verrassend door het geluidseffect. De installatie beeldt een interessante visie op onze maatschappij uit. Het is een momentopname waarin onze prestatiegerichte samenleving in een tijdelijke context wordt geplaatst, als een natuurlijk gegeven dat niet persé als negatief moet beschouwd worden.
Het werk is een tijdsbeeld: met het voorbijflitsende, competitieve en felkleurige fietspeloton hangt Wouter Cox letterlijk en figuurlijk een beeld van onze maatschappij op. Het is een maatschappij waarin snelle en vluchtige ervaringen centraal staan, waarin de reclamewereld voortdurend veelkleurige beelden op ons afstuurt en waarin er een voortdurende spanning bestaat tussen het collectieve en het individuele belang. De naam Nikei verwijst op twee manieren naar dit maatschappijbeeld. Nikei staat in de eerste plaats bekend als de Japanse beurs(notering), een economisch gebeuren dat gekenmerkt wordt door winstbejag, jachtigheid en snelheid. De schreeuwerige truitjes van de wielrenners, bedrukt met veelkleurige sponsorreclame, en de snelheid van het fietspeloton benadrukken dit maatschappijbeeld waar winst maken en kort op de bal spelen centraal staan. De tweede Nikei die met het kunstwerk in verband staat, is de Griekse godin van de overwinning, de overwinning waarnaar het razende peloton streeft en waarrond het in onze maatschappij vaak draait.
Net zoals de bekende Nike van Samothracië strakke, de wind trotserende vleugels meekreeg, zo verwerkt ook Wouter Cox het idee vliegen en de natuur in zijn installatie. Het beeld van het peloton wielrenners wordt versterkt door een geluidsmix van bijengezoem en draaiende wielen. Hiermee linkt de kunstenaar het competitieve en het jachtige aan het natuurlijke. Voor Wouter Cox is snelheid en heftigheid in onze tijd een natuurlijk gegeven.
Ook al wekt dit audiovisuele werk de illusie van een echte wielerwedstrijd, toch gaat het om een stilstaand beeld. Met dit bevroren beeld laat Wouter Cox de kijker eindelijk stilstaan. We fietsen onszelf vaak voorbij. Deze uitfiltering van de menselijke aanwezigheid wordt in het voortrazende peloton gesymboliseerd door de lege omhulsels: de fietsers zelf zijn weg. Bij het stilstaan wordt de toeschouwer onvermijdelijk geconfronteerd met de esthetische waarde die alledaagse objecten, zoals de felkleurige wielertruitjes, kunnen bezitten.
Tenslotte toont de kunstenaar met deze lege wielerkostuums aan dat de prestatiegerichte activiteiten die we nu zo belangrijk vinden en die ons leven domineren, ooit slechts een herinnering zullen zijn. Hij ziet onze huidige tijdsgeest als een fase in de evolutie van de mensheid waarna getuigenissen als de felbedrukte truitjes erfgoed zullen worden en aan onze huidige leefcultuur zullen herinneren. Zeker wanneer een wielerwedstrijd individueel en niet per ploeg betwist wordt, houdt de vergelijking tussen een groep renners en een zwerm insecten wel degelijk steek. Net als insecten hebben renners in essentie geen gezicht maar vormen ze in de eerste plaats een troep met felgekleurde publiciteit bedekte ruggen, die voor een groot deel blind zijn voor het wedstrijdverloop, dat ze collectief aan het schrijven zijn.
De truitjes, door de kunstenaar als een readymade uit het huidige wielerpeloton geplukt, bezitten een grote, bijna anekdotische herkenbaarheid, maar het onderscheid op basis van merknamen benadrukt tezelfdertijd de anonimiteit van de lichamen, die enkel uit een romp en een paar bovenbenen bestaan. De constellatie van de groep gestileerde lichamen en het geluid van de voorbijsnellende zwerm refereren aan de momentane magie van de synesthetische indrukken die de kijker langs de kant van de weg in zich opneemt. Klaarblijkelijk is dat de positie die Wouter Cox welbewust als kunstenaar inneemt. Hij ziet, ruikt, hoort de stroom passeren - de beeldenmassa die we dagelijks te verwerken krijgen - en produceert, bewust van de onmogelijkheid een totaliteit te representeren, een nabeeld dat iets van die momentane magie heeft weten vast te houden.
|