xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Tot 11 juli hebt u de kans om in De Schalmei op de campus van de Kunstacademie in de Processiestraat in Waregem u te laten onderdompelen in een brok onvervalste sportgeschiedenis. In de expozaal kunt u kennis maken met het unieke fotomateriaal en de persknipsels uit 1957. Uniek is ook de fotoverzameling over toenmalig wereldkampioen Rik Van Steenbergen, het podium met de Wk-trui van 1957, het tot stand komen van het Regenboogstadion en de recreatieruimte van het latere sportstadion. Prachtig is de inmitatie van de brug over de stadionvijver door het Provinicaal Tuinbouwinstituut en het WK-podium van 57. Boeiend is de vergelijkende fotostudie 1957-2007 Etienne Deman. In de cafetaria moet u de kunstfotos van Dirk Liviau zien en zeker de filmreportage zien van Chris Devos en Rik Ghistelinck, die interviews brengt van Noël Delmulle, Germain Beirlaen en Armand Desmet. Die reportage is trouwens aan herinnering te bekomen aan 10 euro.
Onze titel voor deze bijdrage verwijst niet alleen naar de prachtige groene stand van het Provinciaal Tuinbouwstadion en het grote fotodoek met de tribune bij de aankomstplaats op het Regenboogstadion. In het verlengde van die laatste rechte lijn ligt de stadionbrug uit 1957, die een apart verhaal is in de voorgeschiedenis van de WK-organisatie. We mochten putten uit het verhaal van Hendrik Ghistelinck (HGW) in de brochure Wielerexpo, die dank zij Unizo en Veloods gratis werd verdeeld in alle huizen van groot-Waregem. Het verhaal komt ook aan bod in de filmreportage van Chris Devos. Vandaag werd de expo bezocht door heel wat wielerliefhebbers en mensen van heinde en ver die de wielerhoogtijd van toen hebben meegemaakt. Het was duidelijk dat ze zich na afloop meteen jaren jonger voelden.
Gebroeders Delmulle zorgden voor huzarenstukje
De brug was een absolute vereiste van de U.C.I. om het wereldkampioenschap in Waregem te kunnen organiseren. De organisatie werd Waregem voordien in de schoot geworpen, omdat het eerst aangeduide Tiegem niet aan alle voorwaarden kon tegemoet komen en de Waregemse wielerclub Vooruit in de bres sprong, ondersteund door mecenas Valère Devos. Die stadionbrug was nodig van de Internationale Wielerunie, die als ultieme voorwaarde een laatste rechte lijn van 250 m nodig achtte om de spurt reglementair te laten verlopen. Behalve gemeentesecretaris Antoon Callu en de gebroeders Delmulle, de bouwers van die brug, was er bijna niemand die er toen nog in geloofde. Het moest immers nog gebeuren een paar maand voor het wereldkampioenschap.
Al moesten heel wat hindernissen worden overwonnen, zorgde Noël Delmulle in de zomer van 1957 samen met zijn broers Daniël, Marcel en Rafaël en hun team, voor een huzarenstukje door op anderhalve maand een brug te bouwen over de stadionvijvers. Tot overmaat van ramp brak er in die periode nog een staking uit in de bouw. Het bouwen van de brug over de stadionvijvers, die destijds door de firma Rommens in opdracht van de gemeente werden aangelegd om hef recreatief aspect van het stadion te beklemtonen, was inderdaad geen "simpele" opdracht. Het UCI merkte pas tijdens de verkenning van de omloop op dat de rechte lijn van 250 meter een absolute noodzaak was.
Er heerste grote paniek bij de gemeente en bij de organisatoren, niet in het minst bij mecenas Valere Devos, omdat bijna niemand geloofde dat dit kunstwerk in die korte periode kon gerealiseerd worden. De gemeente kwam bij de firma Delmulle terecht omdat niemand de taak aandurfde en omdat de firma ook de stenen tribune, de entreeloketten en het boothuis in de maanden voordien hadden gebouwd. Weinig mensen geloofden in de haalbaarheid van het ambitieuze plan van Antoon Callu om een brug over de grote vijver te bouwen.
Er werden zelfs concrete afspraken gemaakt door Valere Devos met een wielerclub in Sint-Kruis Brugge om het WK daar eventueel te laten plaatsvinden als de bouw van het kunstwerk in Waregem zou mislukken. De internationale pers, onder meer L'Equipe, schreef diverse keren dat het opzet tot mislukken gedoemd was. Maar Antoon Callu was een daadkrachtig man. Hij gaf de firma Delmulle de opdracht om de brug te bouwen en zij geloofden dat die taak haalbaar was. Alhoewel de start van de werken begin juni allesbehalve hoopvol was.
De eerste "hindernis" was van administratieve aard. Het bouwen van de brug werd als een waterwerk gecatalogeerd door de overheid, en de firma Delmulle had daar geen vergunning voor. Maar daar werd op een vergadering in Brussel een mouw aangepast door het werk als grondwerk te kunnen catalogeren. Dan moest de vijver wel worden leeggepompt, een werk dat werd uitgevoerd met zestien pompen. Gedurende de werken wisselden de broers mekaar dag en nacht af om de werking van de pompen om de twee uur te controleren. Na veertien dagen was de klus geklaard.
Maar ondertussen stonden ze voor een nieuwe hindernis: een staking in de bouwsector. Er werd hier tot een akkoord gekomen dat dagelijks van bij het ochtendgloren mocht gewerkt worden tot de middag. Groot was de verbazing van de pers en de modale burger toen ze in Waregem konden aankondigen dat de brug op woensdag 20 juli, een maand voor D-day (18 augustus) gebruiksklaar zou zijn. Niemand geloofde zijn ogen toen de bouwers met de wagen over de brug reden. Enkel secretaris Callu durfde met hen plaatsnemen in de wagen. Burgemeester Verhelst keek liever toe van op de oever. Wel werd overeen gekomen dat er tijdens de koers geen wagens over de brug mochten rijden.
De sterkte van de brug was erop berekend dat de wedstrijd over de brug kon, maar geen wagens. Zelfs de koning en ministers moesten voor deze regel wijken. Groot was dan ook de vrees van de betrokkenen, toen daar de zaterdag bij de wedstrijd voor liefhebbers een bus kwam opgereden met vijftig man. Het waren de mensen van de UCI. Gelukkig hield de brug toen stand, want zelfs Antoon Callu had wellicht geen alternatief meer gevonden om de dag daarna het wereldkampioenschap wielrennen nog in Waregem te houden. Vandaag vernamen we op de expo ook nog dat de WK-tribune werd gebouwd met door Fred Goethals geleverd afbraakmateriaal van een Brussels hotel.
(zie ook vorige bijdragen "Waregem en de Koers", ...)
|