xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> De begroting is als planning- en controle-instrument zowat het belangrijkste werkdocument voor het stadsbestuur en de gemeenteraad. De gemeentebegroting geeft aan welke plannen de gemeente heeft voor het komende jaar en wat deze plannen gaan kosten. Het vaststellen van de begroting is de kern van het budgetrecht van de raad. Het budgetrecht van de raad houdt in dat het college in principe alleen uitgaven kan doen en verplichtingen kan aangaan na toestemming ofwel autorisatie van de raad.
De gemeente beschikt over beperkte middelen en de raad moet kiezen waaraan het geld wordt besteed. In de begroting is sprake van afstemming tussen beleid en de inzet van middelen. De raad kiest expliciet hoeveel geld er naar welk beleidsterrein gaat. De raad bepaalt zelf hoe groot de ruimte van het college is om het geld te besteden. De mate van vrijheid hangt vaak samen met het politieke belang van een onderwerp en het vertrouwen dat de raad in het college heeft. De gemeente moet de begroting inrichten overeenkomstig de regels en in dit verband wordt in het KB van 2 augustus 1990 art. 12 het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit vermeld dat Het college van burgemeester en schepenen maakt het begrotingsontwerp op na het advies te hebben ingewonnen van een commissie waarin tenmiste een daartoe aangeduid lid van het college, de gemeentesecretaris en de gemeenteontvanger zetelen.
In Waregem bepaalde de gemeenteraad van 5 december 1995 de samenstelling van de begrotingscommissie volgens het hier genoemde K.B. van 2 augustus 1990. In de omzendbrief van Binnenlandse Aangelegenheden van 17 juli 2007 mbt de instructies voor het opstellen van de budgetten en meerjarenplannen voor 2008 van de gemeenten en OCMWs wordt het advies van de begrotingscommissie nog steeds vermeld in het besluit voor Begroting en Verantwoording (BBV). Als gevolg van de wisseling van bepaalde mandaten en gewijzigde administratieve functies sinds de vorige vaststelling van de begrotingscommissie, is het aangeraden om deze in Waregem opnieuw samen te stellen.
De begrotingscommissie zal bestaan uit de secretaris (Guido De Langhe), de ontvanger (Geert Coussement), de schepen van Openbare Werken (schepen Henri Dewitte), de schepen van Financiën (Rik Soens), de Burgemeester (Kürt Vanryckeghem), diensthoofd Personeel (Greet Vanrobaeys ?)), diensthoofd Openbare Werken (Rudy Vandenberghe ?) en de financieel adviseur (Frederik Verdonck ?). Zij worden verder genoemd: de leden. De begrotingscommissie heeft als algemeen doel het stadsbestuur bij te staan inzake het gemeentelijke financiële beleid. De begrotingscommissie moet advies uitbrengen bij de ontwerp-begrotingen en ontwerp-begrotingswijzigingen overeenkomstig art. 12 van het bedoelde K.B. van 2 augustus 1990.
Uit het huishoudelijk reglement van de begrotingscommissie blijkt dat de commissie wordt voorgezeten door schepen van financiën Rik Soens. Bij diens afwezigheid wordt het voorzitterschap in onderling overleg geregeld. De ontvanger is secretaris van de begrotingscommissie. Bij diens afwezigheid wordt het secretariaat in onderling overleg geregeld. De begrotingscommissie vergadert zo vaak als ze zelf nodig acht. De begrotingscommissie vergadert voorafgaand aan de gemeenteraadsbesluiten ter goedkeuring van de begroting en de begrotingswijzigingen. Het worden dus in het vooruitzicht van het opstellen van de begroting, die volgens de gemeentewet normaal dient voorgelegd in oktober maar in de praktijk pas in december in de gemeenteraad komt. Belangrijke cijfers zoals het door de overheid opgelegde cijfer voor de raming voor de belastingsinkomsten, worden immers maar op latere datum doorgegeven aan de gemeentebesturen.
Het is de voorzitter, die de leden van de begrotingscommissie uitnodigt en de agenda samenstelt. Deze uitnodiging gebeurt schriftelijk, minimum vijf werkdagen voor de vergadering. De uitnodiging bevat steeds een agenda van de vergadering met in de mate van het mogelijke de bijhorende documenten. In de praktijk zal dit dus gebeuren in samenspraak met de ontvanger en de dienst financiën. Alle leden kunnen agendapunten voorstellen aan de voorzitter die ze opneemt in de agenda. Eventuele bijkomende agendapunten kunnen op de vergadering zelf worden toegevoegd, na instemming van een meerderheid van de aanwezige leden.
Om geldig te kunnen vergaderen moet minimum de helft van de leden aanwezig zijn. De behandeling van het advies voor de begroting en de begrotingswijzigingen zoals bepaald in art. 12 van het bedoelde K.B. van 2 augustus 1990 is enkel mogelijk indien alle leden (in elk geval alle door art. 12 van het bedoelde K.B. van 2 augustus 1990 opgelegde leden) aanwezig zijn. De vergaderingen van de begrotingscommissie zijn niet openbaar en de ontvanger staat in voor de notulen van de vergaderingen. Deze notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering van de begrotingscommissie. Nadien liggen ze in de dienst Financiën van de stad ter inzage van de gemeenteraadsleden.
De begrotingscommissie brengt advies uit bij de ontwerp-begrotingen en ontwerp-begrotingswijzigingen vooraleer die aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Dit advies slaat op de wettelijkheid en de te verwachten financiële weerslag. De begrotingscommissie streeft naar eenparigheid in het uitbrengen van haar advies. Elk lid heeft het recht het eigen standpunt te laten opnemen in de notulen. De notulen met het bedoelde advies worden opgenomen in de bijlagen die aan de raadsleden worden bezorgd. Gezien de samenstelling van de begrotingscommissie is eenparigheid gebruikelijk.
De begrotingscommissie heeft te allen tijde het recht externe deskundigen (al dan niet behorend tot de gemeentelijke administratie of het stadsbestuur) uit te nodigen op haar vergadering. Hiervan wordt melding gemaakt in de notulen. De externe deskundigen hebben louter een raadgevende stem.
Bovenstaande huishoudelijk reglement en samenstelling van de begrotingscommissie liggen dinsdagavond voor in de gemeenteraad
Het valt te verwachten dat hier ook zal gevraagd worden om de samenstelling te verruimen met een of meer leden uit de gemeenteraad en/of de oppositie.
|