xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Als eerbetuiging aan de overleden historicus Chris Vandenbroeke geven we hier nog een opmerkelijk uittreksel uit zijn boek Hoe rijk was arm Vlaanderen ? (uitgegeven bij Genootschap voor Geschiedenis Société dEmulation te Brugge, 1994, 168 blz.). In het hoofdstuk Regionale fiscaliteit een aloud verhaal van geven en nemen vinden we op blz 90 een slotsom van het hoofdstuk, waarin hij van 1680 tot heden aan de hand van cijfermateriaal aantoont dat de fiscale inbreng België steeds eenzijdig overwegend uit Vlaanderen kwam.
Zelfs cijfers uit 1850, 1880 en 1910 vertonen nog dezelfde wanverhoudingen als in het Ancien Regime, wanneer Vlaanderen met 60 % van de bevolking nog altijd 70 % van de staatskas vult.
Het blijft ook dan het Vlaamse landsgedeelte dat een oversolidariteit te zien geeft, waar bovenmatige financiële offers gebracht werden terwijl Wallonië, in verhouding tot zijn bevolking zon 8 tot 10 procentpunten te weinig in de staatskas inbracht. Van een vermeende solidariteit van Wallonië kan, in de gegeven omstandigheden, hoegenaamd geen sprake geweest zijn. Ondanks de zwaar geteisterde streken in West- en Oost-Vlaanderen werd van hieruit nog steeds voor een financiële inbreng gezorgd die volledig overeenstemt met het bevolkingsaantal. In het Vlaamse landsgedeelte had zich dan wel in vergelijking met de 18de eeuw een markante herschikking voorgedaan, waarbij Brabant de hoogste financiële lasten droeg
De slotsom, na de communautaire uitweiding, laat zich moeiteloos definiëren. Of het nu om het Ancien Régime gaat dan wel om de 19de eeuw. of het nu gaat om perioden van voor- of tegenspoed, telkens weer laat Wallonië het afweten. Het is in essentie vanuit Vlaanderen en Brabant dat de staatskas - ook vroeger al - gespijsd werd, zij het dan met een omvattende interne herschikking tussen de twee regio's onderling. Zonder meer geldt het "oude graafschap" tijdens de 18de eeuw als de belangrijkste financier. Per hoofd van de bevolking werd er een kwart dieper in de zak gegaan dan in het hertogdom, dubbel zo diep in vergelijking met Henegouwen, viermaal zo diep in vergelijking met Namen. Vergelijkt men Vlamingen en Walen, dan is de realiteit dat de inbreng van de zuiderburen ruim een derde lager lag.
Grosso modo dezelfde verhoudingen herhalen zich. verrassend genoeg, in de 19de eeuw. Enkel in het Noorden van het land voltrok zich een herschikking, in die zin dat de provincie Brabant voortaan de meeste middelen per inwoner wist op te hoesten. Het "arme Vlaanderen' van de 19de eeuw genoot niet de minste solidariteit van de zuiderburen. Net het tegendeel is waar. Zelfs op het hoogtepunt van de Waalse streekontwikkeling betaalde de doorsnee-inwoner er een kwart minder belastingen dan een Vlaming.
De geschiedenis van de voorbije eeuwen illustreert m.a.w. tot in de perfectie het éénrichtingsverkeer tussen de gemeenschappen, geenszins het veelal ingeroepen maar misplaatst solidariteitsgegeven alsof het rijke Wallonië van de 19de eeuw het "arme Vlaanderen" van een eeuw geleden zou bijgesprongen zijn. De waarheid heeft haar rechten, met of zonder chauvinisme. Het is eigen aan de geschiedschrijving om de waarheid onder ogen te zien. niet om ze geweld aan te doen. En de waarheid is dat Vlaanderen zelf opdraaide voor de schamele sociale uitkeringen die het nadien uit de handen van de centrale overheid toegemeten kreeg.
|