Gelijke kansen? Gelijke middelen?
Na regen komt zonneschijn
en omgekeerd
Er is niets nieuws onder de zon
, en ook moet het warme water niet opnieuw worden uitgevonden. Zo kent iedereen wel nog een aantal steeds weerkerende gezegden die, vooral in het politieke milieu, afgedaan worden als goedkope toog- filosofie.
Sinds enkele decennia mag de onderwijswereld zich verheugen in beleidsverantwoordelijken die zich in een steeds terugkerende nieuwe verlichtingsperiode waanden. Zodoende gaat ons onderwijs, dat zowat als het beste in Europa wordt beschouwd, gebukt onder de politieke werkelijkheid dat elke onderwijsminister door doorgedreven hervormingen en hernieuwingen, later wil herinnerd worden als een Jozef II-cloon. Probleem is echter dat Jozef II de alleen-zeggenschap had over de nodige financiële middelen. Aangezien dat dit bij onze moderne onderwijsbeleidsmakers niet het geval is, heeft het één en ander op zijn zachts gezegd, een onaangenaam gevolg.
Hoewel de onderwijsbegroting de laatste jaren aanmerkelijk is gestegen, vraagt menig ouder zich af waar die bijkomende gelden aan besteedt worden.. Het grootste deel er van blijkt opgeslokt te worden door de, misschien wel gerechtvaardigde, wedde-aanpassingen van het onderwijspersoneel. Het resterende bedrag dient om de kosten van nieuwe projecten, zoals het de met populistische naam gekende gelijke-kansen-onderwijs De resterende kruimels worden gebruikt om de steeds groter wordende administratieve rompslomp te enigszins te verlichten.
Toen ik het begrip gelijke-kansen-onderwijs voor het eerst hoorde, dacht ik dat het hier ging om het bieden van gelijke middelen aan de leerlingen (ouders), zodat ook kinderen van onvermogenden over het zelfde studiemateriaal zouden kunnen beschikken en onverminderd aan alle uitstappen, school- en studiereizen zouden kunnen meedoen. Het blijkt echter (enkel) over de verstandelijke middelen te gaan, die men door methoden en individuele begeleiding, van leerlingen met leer- achterstand en/of moeilijkheden, wil aanscherpen.
Wie ben ik om daar wat tegen te hebben? Maar werd dàt voorheen al niet gedaan door het CLB en (vrijwillig) door inventieve leeraars? En wat te denken van het gros van het lerarenkorps, dat zich sterk maakt, dat het resultaat waarschijnlijk beter zou zijn indien men de splitsingsnorm (maximum klaspopulatie) aanmerkelijk zou verlagen?
Maar dat is nog niet alles. Om dergelijke arbeidsintensieve projecten uit te voeren is het beschikbare onderwijsbudget onvoldoende. Daarenboven moet er ook bespaard worden, vooral dan om de reeds uitgevoerde en beloofde belasting- en lastenverminderingen waar te maken. En aangezien het onderwijsbudget, samen met de sociale zekerheid, de grootste hap uit de begroting betekent, worden de inrichtende machten gedwongen om de tekorten aan te vullen via besparingen in de secundaire werkingsmiddelen van de scholen. Zo wordt het budget van onderhoud van gebouwen steeds kleine, alhoewel dat, gezien de lamentabele toestand van heel wat infrastructuren; eigenlijk zou moeten verveelvoudigen. Ook wordt het personeel dat instaat voor het dagelijks onderhoud van de lokalen (poetsen en kleine herstellingen) stelselmatig afgebouwd. Tevens moeten andere kosten, zoals vervoer naar zwembaden, tentoonstellingen e.d., beknot worden. En dit is lang niet de volledige lijst.
Hier en daar zijn er verlichte liberale genieën die menen dat een inbreng van de commerciële sector in de onderwijswereld, de ultieme oplossing is
Aan de horizon bemerk ik het sluipende gift van de geleidelijke (gedeeltelijke) privatisering van het onderwijs. Scholen met gebouwen en onderhoudspersoneel die dank zij de bijdragen van firmas, instellingen en kapitaalkrachtigen de kinderen van de betere burgers aantrekt, en de resterende zuivere-overheidscholen die bij gebrek aan voldoende middelen in aftandse gebouwen de minder vermogende schoolbevolking huist, met een staf van ongeïnteresseerde of ietwat wereldvreemde idealistische leerkrachten. Is het dat, wat wij willen?
Misschien moet het onderwijspersoneel eens overwegen om dààrvoor te staken, Voor meer werkingsmiddelen, meer ondersteuning, meer en langer blijvende onderwijsstructuren, meer vertrouwen, meer resultaat gerichte beoordeling, betere gebouwen, en minder steeds-wijzigende doelstellingen, minder onprofessionele inmenging, minder non-educatieve opdrachten en kleinere klasbevolkingen. Misschien zou dit wel de eerste onderwijsstaking zijn waar de ouders zich volledig kunnen achterstellen. (behalve dan de asociale egoïsten die zich er van bewust zijn dat zij dat, naar rato van hun inkomen en bezit, via hun belastingen zullen meebetalen.)
Misschien krijgen we wel ooit een gelijke-middelen-onderwijs; gelijke middelen voor alle netten; gelijke middelen voor alle scholen; voor alle directies; voor alle leerkrachten, voor alle kinderen
Enkel dàn is er sprake van gelijke-kansen-onderwijs.
Renaat van Poelvoorde
29-09-2004 om 00:00
geschreven door Renaat 
|