![http://www.vlaamsbelang.org/fotos/20090730geld.jpg](http://www.vlaamsbelang.org/fotos/20090730geld.jpg)
Ons land heeft een overheidschuld, dat is de schuld die wij als gemeenschap hebben tegenover binnenlandse en buitenlandse particulieren, banken en andere financiële maatschappijen, van om en bij de 335 miljard euro. Aangezien wij op dit ogenblik met zijn allen samen, particulieren en bedrijven, 343 miljard euro verdienen, bedraagt onze huidige schuld zowat 97.6% van ons totale gemeenschappelijk inkomen.
Dat dit niet bepaald een angstwekkend probleem hoeft te zijn, wordt aangetoond door de vergelijking te maken met een doorsnee financiële gezinsboekhouding: Menig middenklassegezin met bvb een netto jaarinkomen van ongeveer 50.000 euro heeft een schuldenlast van om en bij de 200.000 euro, of meer (hypotheeklening). Dat is 400% van hun jaarinkomen.
Maar in veel gevallen hebben dergelijke gezinnen ook aardig wat spaargeld, aandelen en obligaties, en/of hebben zij dat in de vorm van (te verwachten) erfenissen in het vooruitzicht. Dikwijls bedraagt daardoor het totale financieel vermogen van het gezin meer dan de effectieve schuld, en is er dus eigenlijk niets aan de hand.
Zo ook is dat eigenlijk het geval voor de Belgische gemeenschap, waar het totale individuele spaar- aandelen- en obligatievermogen (706 miljard) meer dan het dubbele van de gezamenlijke schuld (335 miljard) bedraagt. Strikt genomen is er dus als samenleving per saldo geen echte schuld, maar daarentegen een spaaroverschot van 371 miljard. M.a.w. Theoretisch zou men dus de totale staatschuld (de schuld van ons allen als gemeenschap) in één ruk kunnen afbetalen, en daardoor zonder enige verdere bezuiniging een begrotingoverschot van 4% kunnen boeken, ware het niet dat wij, de kapitalistische liberale ideologie getrouw, van oordeel zijn geen enkel deel te hebben aan de schuld van 'de staat'.
Als wij, zoals het goede burgers zou passen, België als één groot gezin zouden beschouwen, waar wij elk weliswaar ons eigen inkomen hebben, al dan niet buitenhuis verdiend (loon) of via zakgeld(uitkering) uit de gezinspot verkregen, zouden wij, rekening houdend met onze individuele en gemeenschappelijke bezittingen, inkomens, en schulden, een rijk en welvarend gezin zijn.
Maar gemakshalve vergeten wij, als individuele eigenaars van ons deel in de 706 miljard, dat wij dat kapitaal grotendeels dank zij de uitgaven en investeringen van de gemeenschap (staat) hebben kunnen verdienen of bekomen. Juist zoals de schulden die wij als gemeenschap (de staat) hebben opgestapeld, grotendeels te wijten zijn aan voornoemde uitgaven en investeringen.
In tegenstelling tot wat men ons wil laten geloven, is de eurocrisis niet zozeer een probleem van een te hoog overheidstekort of te grote staatschuld, dan wel de vrees van de schuldeisers (speculanten= de financiële markten genoemd) dat die schulden niet zouden kunnen terugbetaald worden. Daarom ook dat België, (wegens zijn beperkt begrotingstekort en hoog gezamenlijk individueel financieel vermogen, ondanks zijn hoge staatschuld en zijn weigering om de index af te schaffen en daardoor veel meer en sneller te besparen, toch een groot vertrouwen van de financiële markten blijft genieten.
In ons 'staatshuishouden' spenderen wij op dit ogenblik bijna 20% van onze staatsinkomsten aan onze gepensioneerden, en 17% als toelagen voor werklozen, loopbaanonderbreking, en kinderbijslag. Daarenboven gebruiken wij nog eens om en bij de 15% van ons gezamenlijk inkomen om bij te passen voor ieders gezondheidszorg. De sociale zekerheid alleen slokt dus al meer dan 50% van ons gezamenlijk individueel inkomen op.
Vraag is, of de bijna 5% (8 miljard) aan allerlei subsidieringen aan bedrijven, particulieren en verenigingen, de 3% (6 miljard)aan overheidsinvesteringen, en de 8% (13 miljard) aan allerlei aankopen van goederen zo verantwoord en transparant zijn als het zou moeten, en de bijna 27% (44 miljard aan ambtenarenloon (administratie, onderwijs politie en leger) al dan niet wat overdreven zijn voor dit klein landje.
Al met al kan men stellen dat, behalve de 8% (13 miljard) die wij jaarlijks aan renten voor onze gemeenschappelijke schuld dienen te betalen, vrijwel alle belastingen en bijdragen die wij aan de gemeenschap afstaan, rechtstreek of onrechtstreeks naar ons terugvloeien, hetzij individueel, hetzij via rechtstreekse of onrechtstreekse dienstverlening en openbare nutsvoorzieningen.
Dat, al naar gelang de persoonlijke situatie, de ene al dan niet, meer of minder dan de andere, daarvan geniet, en gebruik, dan wel misbruik van maakt, zal een blijvende bron van wrevel, nijd en jaloezie blijven.
Zowel de financiële als de sociale fraude tiert welig in dit door hebzucht beheerste kapitalistisch systeem; En dit in àlle lagen van de bevolking, waar grotendeels iedereen, al naar gelang de mogelijkheden waarover men beschikt, zijn graantje tracht mee te pikken. Maar die mogelijkheden, die evenredig groot zijn al naargelang de hoogte waar men zich op de sociale ladder bevindt, rechtvaardigen eveneens het omgekeerd evenredig onrechtvaardigheidsgevoel.
Wij, als Belgische (of voor de De Weversen, nog meer als Vlaamse) gemeenschap zijn dus wel degelijk welstellend met ons batig globaal (som van alle individuele financiële vermogens) financieel vermogenssaldo van 371 miljard euro. Spijtig genoeg is het grootste deel van de totale 706 miljard in handen van 10% rijke Belgen, terwijl 15% van hun landgenoten daar geen eurocent van bezit. Met een vermogensbelasting van 1% zou men de volledige rente van onze schuld kunnen voldoen, en aldus een uniek begrotingsoverschot van 4% kunnen boeken.
Dat de oplossing voor de crisis niet ligt in het drastisch besparen, verminderen van de koopkracht en dus het stilleggen van de economische groei, wordt in Griekenland, Portugal, Spanje en Italië bewezen. Behalve dat steeds meer economen daar van overtuigd raken, is het feit dat de Europese vazallen van het grootkapitaal daar niet willen van horen, wellicht de beste aanwijzing dat daarentegen het (meer) belasten van de kapitaalkrachtigen, dat wel is.
Al was het maar om de ethische grond, dat zij hun vermogen grotendeels hebben kunnen opbouwen door de belastingen van de loontrekkenden en de aangroei van de gemeenschapschuld .
17-10-2012 om 10:49
geschreven door Renaat ![](https://blog.seniorennet.be/Images/email_vriend.gif)
|