In een democratie is de bevolking soeverein en is alle autoriteit gebaseerd op de instemming van het volk. In een particratie of partitocratie is de wetgevende, en meestal ook de uitvoerende macht in handen van politieke partijen.
In feiten zijn vrijwel alle zogenaamde democratische landen particratieën, waar de bevolking op gezette tijden via stemming de krachtsverhoudingen bepaalt tussen de zich presenterende politieke partijen.
Eens de verkiezingsuitslag bekend, eindigt de democratie en gaan, indien geen enkele partij de meerderheid haalt, de onderscheiden partijleidingen, zonder enige verdere inspraak van de bevolking, onder mekaar uitmaken welke parlementaire- en regeringscoalitie het land gaat besturen.
Het regeerprogramma, dat in een coalitieregering op heel wat punten verschilt van de onderscheiden verkiezingsprogrammas waarop (theoretisch gezien) de kiezers hun keuze hebben bepaald, wordt door een meerderheid der 'gekozenen des volk', die in werkelijkheid klakkeloos de richtlijnen van de partijtop volgen, goedgekeurd.
In landen zoals België, waar, zoals bij de recentste federale verkiezingen, de grootste partij amper 17.4% van de stemmen haalt, en er minstens zes partijen nodig zijn om een parlementaire meerderheid te vormen, kan men nog moeilijk stellen dat de gevormde regering, laat staan haar beleid, op de wil van de kiezer gericht is.
Steeds weerkerende uitspraken, zowel door politici, als door burgers, als daar zijn: de wil van de kiezer, de kiezer heeft gekozen de Vlamingen hebben gekozen voor
, zijn op zijn zachts gezegd ver gezocht. Afgezien van de feitelijkheid dat het grootste deel van de kiezers, on-, onvoldoende-, of zelfs totaal verkeerd geïnformeerd, voor een bepaalde partij stemmen, kiezen heel wat mensen, wars van partijprogrammas, op personen al naar gelang hun imago of aantrekkingskracht.
Even onzinnig is de bewering dat er twee verschillende democratieën in dit land zouden zijn: het rechtsstemmend Vlaanderen en het Linksstemmend Wallonië. Het is twijfelachtig of, zo niet de meerderheid, dan toch een groot deel van de N-VA stemmers weten wat de sociaaleconomische standpunten zijn van die partij. (Om nog maar te zwijgen van de VB-stemmers). Ook is het huidige, door centrumrechts gedomineerde CD&V bestuur niet bepaald een afspiegeling van het grootste deel van haar (nog resterende) achterban, dat grotendeel door centrumlinkse ACW-stemmers wordt bevolkt.
Niet voor niets is blijkbaar niemand binnen eender welke partij, tijdens het voorbije bijna anderhalf jaar op het idee gekomen om, ten einde voorlopig uit de politieke crisis te komen, een a-politieke regering van technocraten te vormen die met volheid van bevoegdheden en met wisselende parlementaire meerderheden zou regeren. Een dergelijk systeem, dat heel wat dichter bij de grondwettelijke scheiding der machten zou aanleunen, en daardoor de werkelijke macht van de partijcenacels zou beperken, zou ook veel meer aan de principes van de democratie beantwoorden.
Ondertussen zouden de politieke partijen, zonder de druk van een noodzakelijke regeringsvorming, en zonder gezichtsverlies, rustig verder kunnen bakkeleien over al of niet noodzakelijke bevoegdheidsoverdrachten.
Op die manier zouden partijen zoals N-VA, VB, en Groen!, ofwel zoals LDD, een stille dood sterven, ofwel terug tot hun essentie van kleine zweeppartij worden herleid en zouden de kiezers, zelfs in deze particratie, weer kunnen kiezen op grond van de dingen waar het om gaat: nl de sociaal economische richting van onze samenleving.
19-09-2011 om 11:20
geschreven door Renaat 
|