Tegenwoordig is honger in de wereld niet langer een belangrijk nieuwsfeit.
Het is bij voorbaat oud nieuws. Hier en daar vindt je sporadisch nog wel een
eenzame foto van een uitgemergeld kind in de krant, omgeven door al even
hongerige vliegen, maar meer dan eens is dat omdat deze in één of andere
fotowedstrijd een prijs wegens fotografisch kunstig heeft gewonnen.
Steeds weerkerend wereldnieuws is anderzijds wel de foto's over elitaire
modeshows of -evenementen de jaarlijkse 'London Fashion Week' waar
anorexia-meisjes in een flodderige jurkjes dienst doen als wandelende
kapstokken. Graatmagere modellen stellen ondergewicht hier gedachteloos voor als
de maat van de ideale mens.
Zoals meerder mensen bezondig ik zelf mij ook wel eens aan het weggooien van
een ongebruikt maar al te geel uitziend pakje roomboter, of ietwat verpieterd
witloof of tomaten. Zoals elk milieubewust persoon dump ik dat dan bij het
GFT-afval waardoor ik mij minder schuldig voel omdat het dan waarschijnlijk nog
als potgrond wordt gereclisseerd.
Volgens onderzoekers belandt wereldwijd zowat de helft van de
landbouwproducten op het stort, en verkwisten wij daardoor een aanzienlijk deel
van onze natuurlijke bronnen. Zo wordt een vierde van het gezamenlijke
watergebruik op aarde gebruikt voor de productie van levensmiddelen die
uiteindelijk vernietigd worden.
Tussen de 15 tot 20 procent van de broeikasgassen ontstaat bij de productie
van levensmiddelen dat achteraf als afval wordt weggegooid. Dat is meer dan de
gezamenlijke uitstoot van alle voertuigen die fossiele brandstoffen verbruiken.
De helft minder voedsel laten verpieteren en als afval dumpen zou dus een even
grote besparing aan broeikasgassen opleveren als dat wij wereldwijd de helft van
alle auto's in de garage houden.
In onze tweeverdienermaatschappij gaan wij één keer in de week onze inkopen
doen. Daarom kopen wij ook meestal te veel en verkeerd. Omdat wij het nooit
geleerd hebben (en er de tijd niet voor nemen), koken wij niet met restjes, en
gooien daardoor veel ongebruikt voedsel weg.
Ook de handelsketens voorzien een respectabel deel van hun groeten- vlees en
zuivelproducten als uiteindelijk verlieslatend afvalproduct. Groenten die er
niet meer dagvers uitzien gaan samen met de verpakte zak appelen die één rot
exemplaar bevat de rekken uit en de afvalcontainer in. Supermarkten gooien
liever een deel van nog steeds veilig eetbaar voedsel op tijd weg dan ervan
beticht te worden dat ze voedsel-over-tijd verkopen.
De producenten van voorverpakt bederfbaar voedsel stellen de
houdbaarheidsdatum meestal korter dan nodig in. Daar hebben zij uiteraard
economisch belang bij omdat hoe meer er door de supermarkt wordt weggegooid, hoe
groter hun aankooporders zijn. De omzetten in de voedingsmiddelenbranche stijgen
ieder jaar. De kookprogramma's op de televisiestations zijn een ware hype
geworden, en er worden bijna even veel kookboeken verkocht als romans.
Ondertussen wordt er steeds meer eten weggegooid, proberen we met z'n allen
zo mager mogelijk te blijven, en laten ons genoegzaal leiden door al dan niet
juiste berichten dat de honger in de wereld afneemt.
Dat verminderd ons schuldgevoel.
Dat na de drinkwatervoorziening, het voldoende
voedsel produceren voor de tien miljard mensen die binnen enkele
decennia deze aardkloot bemesten en vervuilen, het voorlopig nog niet op te
lossen probleem zal worden, zijn blijkbaar zorgen voor later. Wij huldigen
daarvoor tegen beter weten in dankbaar de 'Dehaene-theorie': "pas een oplossing
zoeken voor de problemen als ze zich stellen".
Want...hoe minder we weten over hoe de voedingsindustrie functioneert, hoe
beter we ons voelen.
Jammer, want juist een bewustere omgang met voeding zou heel wat bijdragen om
de huidige honger in de wereld te verminderen, en zou kunnen bijdragen om de
bedenkelijke toekomst van het mensdom te redden.