Sinds het begin van deze eeuw heeft het men het steeds meer over de "vergrijzing" van de bevolking en de daardoor te voorziene uit de hand lopende en zogenaamd onbetaalbare ziekte- en pensioenskosten. Uit Allerhande studies blijkt dat de steeds langer levende babyboomers van na de tweede wereldoorlog, vanaf 2015 een steeds grotere hap van de algemene middelen, opgehoest door een steeds kleiner wordende groep actief werkenden, gaan opeisen.
Door het oprichten van een 'zilverfonds', waar tot heden nog geen daadwerkelijke eurocent is in gestort, de creatie van een 'generatiepact', dat er zou voor zorgen dat minder mensen vroegtijdig op brugpensioen gaan, maar dat vrijwel effectloos blijft, en allerlei subsidieringen om oudere werknemers aan het werk te houden of in dienst te nemen, maar die de gemeenschap bijna evenveel kosten, als zij opbrengen, wekken de beleidmakers de indruk dat men er zich niet alleen van bewust is, maar er ook wat aan doet.
Niet dus. Politici weten dat de bevolking (nog) niet bereid is om effectieve, inspanning vragende maatregelen te aanvaarden. Ons economisch- en kapitalistisch samenlevingsmodel is namelijk tegen haar eigen grenzen aangebotst, of beter gezegd, door onze ongebreidelde hebzucht en onophoudelijk streven naar steeds meer 'welvaart', hebben wij die grenzen ruim overschreden.
De verwachting dat het 'terugkeren' naar minder buitenissige tijden, en het creëren van een evenwichtige en toch sociaal aanvaardbare kosten- batenmaatschappij, voor de beter- en middelmatig gegoeden, niet alleen een stagnatie, maar zelfs een achteruitgang van hun levenstandaard zal inhouden, maakt dat de 'gekozenen des volk' niet happig zijn hun kiezers te vertellen waar het op staat. In onze democratie wordt alleen het korte termijnbeleid beoordeeld, terwijl het langetermijnbeleid, zeker als dat op korte termijn alleen inspanningen vergt, meedogenloos afgestraft.
Zoals met de problematiek en zijn gevolgen, van de opwarming van de aarde, steken wij ook i.v.m. de gevolgen van het ongebreideld kapitalisme en het onvoorwaardelijke geloof in de 'vrije markt', onze kop in het zand. In onze zogenaamde strijd tegen de milieuverloedering, armoede, ellende en honger, en onze zorg om de toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen, lopen wij steevast te pletter tegen de muur van ons huidig, zowel groeps- als eigenbelang.
Tegen beter weten in, blijven wij geloven dat wij in staat zijn om de co²-, fijn stof, en andere schadelijke uitstoot tot een biologisch aanvaardbaar peil terug te dringen, zonder daarvoor moeten in te boeten op onze steeds stijgende energie- productie- verbuiks- en winstbehoefte. Ik kan moeilijk aannemen dat men nog niet heeft berekend hoeveel windmolenparken, tienduizenden km² zonnepanelen, en landbouwpercelen voor biogasproductie, daar voor nodig zijn. Dat die cijfers nog nergens naar boven zijn gekomen, geeft te denken.
In tegenstelling tot de milieuproblematiek, waar gezien de ontoereikende wetenschap over de natuurlijke evolutieprocessen, noch over oorzaak noch over gevolg een algemene consensus bestaat, Zijn de gevolgen van de vergrijzing min of meer exact te bereken. In tegenstelling van datgene, wat om welke reden ook, steeds wordt beweerd, gaat het er hem niet zozeer over of de pensioenen, ziektekosten e.d. binnen twintig jaar nog al dan niet betaalbaar zullen zijn, dan wel, of de actieve bevolking, die het hoogstwaarschijnlijk minder goed dan wij zullen hebben, de hen voorgeschotelde, steeds hoger oplopende factuur zullen WILLEN betalen.
Met de tijd zullen hervormingen van ons pensioenstelsel onvermijdelijk zijn, al zullen zij waarschijnlijk te laat komen, met een verminderd effect als gevolg. Men kan zich afvragen of in de stilaan aanbrekende tijden van krimpende gemeenschappelijke middelen, het nog verantwoord is om sociale uitkeringen aan iedereen uit te delen, onafhankelijk van hun kapitaalsbezit, -opbrengs- en/of -inkomen. Men kan zich afvragen of het aanvaardbaar is om aan mensen die tijdens hun ganse loopbaan, wegens hun aanzienlijk inkomen, roerend en onroerend bezit hebben kunnen opbouwen, en daardoor alleen reeds, een redelijk inkomen verwerven, ook nog een deel van de schaarser wordende algemene middelen toe te wijzen, waardoor de lage pensioenen ontoereikend laag worden houden.
Maar wetende dat in het deze strevers-, prestatie- en bezitsvermeerderingsmaatschappij, het 'veel verdienen' en/of veel bezitten, automatisch als gevolg wordt gezien van het zogenaamd "hard en lang werken", en men daarom ook meent recht te hebben op een (zelfs groter) deel van sociale voorzieningen zoals pensioenen, maken dergelijke deeloplossingen van de problematiek uiteraard geen kans bij de grote meerderheid van de bevolking, die alle voordeel heeft bij het behoud van het huidige stelsel.
Al zijn wij dan doof en blind, wij zijn en blijven daardoor, voorlopig toch, 'welvarend'. Et, après nous: les mouches...
11-01-2010 om 14:03
geschreven door Renaat 
|