over de sociale en politieke actualiteit en gebeurtenissen Kom meer te weten op http://www.rvp.be
31-01-2009
De 'light'-versie van het staatseconomisme
Wereldwijd zwaaien de aanbidders van de kapitalistische geloofsleer met gemeenschapsgeld om de financiële en economische exponenten van het systeem 'in leven' te houden. De roep om deregulering en minder staatsinmenging is verstomd en vervangen door het 'verantwoordelijkheidsbesef' van de politieke leiders om "de spaarcenten en de werkgelegenheid van het volk te vrijwaren". Het heet dat de hele gemeenschap moet helpen om de gevolgen van hebzuchtige risicobeleggers op te vangen. Voor wie de moeite doet om achter de coulissen van dit onverkwikkelijke schouwtoneel te gaan kijken, merkt dat onze welvaart en rijkdom staat en valt met het al dan niet in stand houden van een financieel systeem dat gestoeld is op onbestaand virtueel geld. Op lucht dus.
Even moeten wij met zijn allen vergeten dat overheidsteun aan financiële en economische bedrijven in feiten een lichte vorm van het socialistisch 'staatseconomisme' is. Dat de econoom Keynes, die staatsinterventie predikte om de economie te stimuleren, zijn mosterd voor een deel bij Marx en Engels heeft gehaald, horen de 'vrije-markt-goeroes' niet graag. Zij zien dit dan ook als iets strikt tijdelijk.
Vraag is: Wat krijg jij als lid van de gemeenschap terug voor de steun met ons gemeenschapsgeld? Het antwoord is eenvoudig: het (virtueel) geld op je depositorekening blijft gevrijwaard, ook al vermindert het constant in waarde wegens een interest lager dan de inflatie. En misschien, héél misschien behoudt je daarenboven ook nog je job. Goed toch?...
Voortgaande op wat sinds meer dan een jaar over Barack Obama, geschreven, gezegd en gedacht is, zal de eedaflegging van de 44ste president van de Verenigde Staten zowat het meest historische feit zijn van deze en zelfs vorige eeuw zijn. Wat de ongeveer twee miljoen toegestroomde toeschouwers en wereldwijd honderden miljoenen televisiekijkers gisteren te zien en te horen kregen, was de begeesterende boodschap dat Utopia wel degelijk bestaat, als men er maar in gelooft.
In de wereldgeschiedenis hebben grote redenaars steeds gebruikt gemaakt van de kracht die schuilt in 'het geloven'. Het geloven dat iets wat onmogelijk schijnt, toch kan, als men maar gelooft dat het kan. In navolging van Christus, hebben ook Napoleon en Hitler aangetoond, dat het inderdaad mogelijk is om de massa in het meest absurde te doen geloven, en tot de meest ondenkbare dingen te bewegen. Ook Obama tracht, via zijn redenaarstalent en gebruik makend van zowel zijn 'zijn' als van de omstandigheden, het Amerikaanse volk, en onrechtstreeks de rest van de toekijkende wereld, het geloof in een beter, welvarender en rijker leven aan te praten.
Op zich een goed geloof, en een prijzenswaardig streven. Ook ik geloof daar in. Alleen heb ik mijn grote twijfels of dat kans op slagen heeft met de middelen en mogelijkheden die ons sociaaleconomisch en maatschappelijk systeem daartoe verstrekt, Alleen de "change" van de doelstellingen zal niet voldoende zijn; Daarvoor zal er ook een "change" van de middelen moeten gebeuren.
Een 'zwarte' president mag dan een historisch feit zijn, een (donker) 'rode' president zou dat nog meer zijn geweest. Dàt zou pas "CHANGE" zijn geweest...
Het is niet bepaald vernieuwend om in een tijd waar het ik en het ieder voor zich, mooi vertaald in individuele ontplooiing en het opnemen van eigen verantwoordelijkheid de trend is, te pleiten voor samenhorigheid, gemeenschapszin en solidariteit.
Ook schijnt het getuigend van simplistische naïviteit, zo niet van domheid, om nog te geloven in de maakbaarheid van de maatschappij en de gelijkmatige verdeling van bezit en opbrengsten. Alle naar Marx en Engels neigende sociaaleconomische modellen als mogelijk alternatief voor de steeds individualistischer en opperplakkeriger wordende kapitalistische consumptiemaatschappij, worden opzijgeschoven als bewezen onwerkbaar en tegen de menselijke natuur in zijnde.
Kinderen worden niet meer opgevoed en voorbereid op een leven waar iedereen volgens eigen kunnen en mogelijkheden, binnen een vooraf bepaald stramien zijn rol te spelen heeft, maar via een zogenaamd aan het individu aangepaste eigen ontwikkeling, gestuurd naar een maatschappij welke meer aan de biologische natuur van de mens beantwoordt. M.a.w. Een samenlevingsvorm waar men het voorstelt alsof iedereen dezelfde kansen krijgt, maar bij gebrek aan dezelfde middelen, de macht van de sterkste ( slimste) primeert en waar (financiële en psychische) macht en status bepalend zijn voor het wel en wee van het individu.
Waar democratie in zijn oorsprong bedoeld was om de maatschappij te sturen volgens de wil van de meerderheid van het volk, nadat die gemeenschappelijke wil in overleg was bepaald, heeft men deze doelstelling ten gronde weten om te buigen om de belangen en de machtsposities van de maatschappelijk sterken en geprivilegieerden te vrijwaren. Daartoe heeft men de democratie omgevormd in een particratie om de zogenaamde gekozen vertegenwoordigers des volks te binden en te gebruiken als zetbazen van de onderscheiden partijleidingen, die op hun beurt , zo niet zelf behorend tot, dan toch afhankelijk zijn van diegenen die als gevolg van hun financiële macht en positie de werkelijke macht in handen hebben.
Het probleem met alle mogelijke maatschappijvormen, van socialisme via liberalisme tot plat kapitalisme, waarin men voor iedereen de beste bedoelingen heeft, is, dat de onderscheiden theorieën door een leidinggevende groep in de praktijk moeten worden gebracht. Een groep die bestaat uit individuen die elk in min of meerdere mate, afhankelijk van hun verkregen machtspositie te kampen hebben met hun eigen ego en drang naar meer bezit en macht. Hoe goed de controlemechanismen daar op ook zijn, door het feit dat de uitvoeringswetten steevast door de leidinggevende machthebbers zelf worden bepaald, maken dat de door hen gewenste onrechtvaardigheden, discriminaties, en bevoor- en benadelingen, via wetgeving van hun negatieve begrippen worden ontdaan. Zodoende wordt van onrechtvaardigheid 'Recht' gemaakt
In onze huidige kapitalistische consumptiemaatschappij wordt de maatschappij opgedeeld in machtigen, de burgerij, en de kansarmen . In bezit en geld vertaald: de rijke elite, de beter gegoeden en de minder bedeelden. De steeds verder doorgedreven prestatiecultuur wakkert de egoïstische reflex en drang naar steeds meer aan, ten behoeve van het te bereiken einddoel: gelukkig zijn.
De explosie van onderwijs, techniek en automatisering welke zich de afgelopen zestig jaar in het noordwestelijk halfrond van deze aarde heeft voorgedaan, heeft er voor gezorgd dat in hun eigen wereldregio de rijken en welstellenden, zowel kwalitatief als kwantitatief sterk zijn gegroeid. Ondanks lovenswaardige minieme initiatieven heeft het natuurlijke egoïsme van de mens er echter voor gezorgd dat de kloven tussen de verschillende sociale groepen in even grote mate zijn toegenomen. Van een verdeling van de verworven rijkdom met de noodleidende minder fortuinlijke samenlevingen in de rest van de wereld is er, behalve een minimum aan symbolische ontwikkelingshulp, weinig terecht gekomen.
Machtigen danken hun macht aan het bestaan van de onmacht. Bezit heeft enkel zijn nut in een omgeving waar er gebrek aan is. Wetenschap en verstand krijgen enkel zin door de onwetendheid en het gebrek aan verstand. En rijken bestaan alleen door de gratie van de armen. Aan deze wetmatigheden hebben wij enerzijds de vooruitgang, welvaartstijging en rijkdom te danken, als anderzijds de onuitroeibare oorlogen, armoede en ellende.
Misschien dat wij toch nog eens de moeite moeten doen om onbevooroordeeld Marx en Engels moeten lezen, ook al zou dat getuigen van simplistische naïviteit, of misschien wel domheid men weet maar nooit!
"Een rechtvaardige vrede", Dat is wat de de Argentijns-Israëlische pianist en dirigent Daniel Barenboim, tijdens het nieuwjaarsconcert in Wenen,de bewoners van het Midden-Oosten toewenste. Het leidt geen twijfel dat zowel de Joden als de Palestijnen vrede willen. Alleen geven zij elk een totaal verschillende invulling aan het begrip 'rechtvaardig'. Het simpele basisbeginsel van rechtvaardigheid is dat 'iedereen krijgt waar hij recht op heeft', en laat juist dat de oorzaak zijn van de meeste conflicten. Door de geschiedenis en de omstandigheden zijn 'de rechten' van onderscheiden personen, groepen of volkeren dikwijls tegengesteld aan elkaar geworden. Zo ook in het voormalige Palestina, waar de nazaten van eenzelfde stamvader, uiteengegroeid door religieuze en historische wendingen, voor hun vrijheid en rechten vechten door de vrijheid en rechten van de anderen te bekampen. Zolang (aan beide zijden) de extremisten weigeren om elkaars bestaan te erkennen en zich niet tevreden willen stellen met de helft van hun verzuchtingen, en zolang (aan beide zijden) religieuze leiders de macht hebben of deze kunnen beïnvloeden, kan er van vrede geen spraken zijn.
Een 'rechtvaardige' vrede bestaat niet! Rechtvaardigheid vereist gelijkheid, of minstens gelijkwaardigheid. En in een wereld waar individualisme, zowel op persoonlijk, als in groeps- of volksverband, steeds als maatschappelijke bouwsteen heeft gediend, is er per definitie ongelijkheid tussen personen, groepen en volkeren.
En zolang wij die bouwsteen blijven gebruiken zijn protestbetogingen tegen oorlog en geweld, alsook tegen onrechtvaardigheid zijn volkomen zinloos.