Acht jaar Bush heeft voor een enorme afkeer gezorgd tegen het rechtse beleid dat enkel de grote bedrijven ten dienste was en de VS meesleurden in uitzichtloze oorlogen in Irak en Afghanistan. Daarbij waren ook de Democraten medeplichtig voor de 'misstappen' van Bush. Neem daarbij de economische problemen in het land, en het wordt begrijpelijk waarom 75% van de Amerikanen niet tevreden is met de huidige gang van zaken.
Barack Obama en zijn entourage buit dat ongenoegen en de breed gedragen roep naar verandering goed uit.. Hij stelt zichzelf voor als een uitdager voor het establishment in Washington. De campagne van Obama heeft miljoenen arbeiders, jongeren en Afro-Amerikanen warm gemaakt voor de komende presidentsverkiezingen en de mogelijkheid van een eerste zwarte president in de geschiedenis van de Verenigde Staten.
Wie zich echter niet laat verdoven door deze 'vernieuwende' retoriek en wat meer op de achtergrond gaat spitten, staat versteld van de nauwe banden die Obama heeft met de grote bedrijven en het door hem zelf verguisde gevestigde establishment. Obama heeft veel verwachtingen gecreëerd, maar kan enorme ontgoochelingen veroorzaken omdat hij, eens aan het roer, niet zal staan voor de verhoopte verandering. Hij voert een linkse campagne om een rechts beleid te voeren.
Ondanks zijn belofte om dat niet te doen, deed hij toch beroep op openbare financiering van zijn verkiezingscampagne. Alhoewel hij kan rekenen op heel wat kleine giften, is de campagne van Obama toch grotendeels afhankelijk van de superrijke donateurs. Hij kreeg miljoenen van grote bedrijven, wiens vertegenwoordigers bovendien deelnemen aan wekelijkse telefoonconferenties met de verantwoordelijken voor de campagne. De New York Times stelde dat het geheim van de financiële steun van Obama bestaat uit meer dan 500 fondsenwervers die allen bijdragen hebben verzameld voor een totaal bedrag van 50.000 dollar of meer. Heel wat van hen komen uit de bedrijfswereld en hebben belangrijke belangen in Washington. Advocaten vormen met 130 in aantal de grootste groep, velen van hen werken voor bedrijven waarvoor zij ook veel lobbywerk verrichten. Verder zijn er onder hen heel wat die werken voor financiële reuzen als Lehman Brothers, Goldman Sachs of Citigroup.
Velen hopen dat Obama iets zal doen aan de toenemende ongelijkheid in de Amerikaanse samenleving en dat hij zal vermijden dat de lonen van de arbeiders verder afnemen, hun jobs verloren gaan, de gezondheidskosten de lucht ingaan, de prijzen voor energie toenemen of dat gezinnen uit hun huizen worden gezet. Dat heel wat figuren die verantwoordelijk zijn voor deze situaties nauw verbonden zijn met Obama's campagne is hen uiteraard niet bekend.
Daarom verzet Obama zich tegen een moratorium op de openbare verkopen van huizen of het bevriezen van de intresten op hypotheken terwijl 2,5 miljoen Amerikanen dit jaar hun huis zullen verloren hebben. Het verklaart ook waarom Obama tegen het voorstel stemde om de intrest op kredietkaarten met 30% te verminderen of waarom hij zich verzet tegen een grotere controle op de bankwereld. Verder zegt hij voorstander te zijn van de vrije markt en sprak zich tijdens de voorverkiezingen uit tegen bijvoorbeeld het vrijhandelsakkoord NAFTA. Hoe hol zijn populistische retoriek eigenlijk is gaf hij met zoveel woorden weer in een interview aan Fortune waarin hij stelde dat zijn kritiek op NAFTA overdreven was. Onlangs stemde Oboma voor een wet die met terugwerkende kracht immuniteit geeft aan de grote telecommunicatiebedrijven die het de regering mogelijk maakten om op illegale wijze miljoenen Amerikaanse e-mails en telefoongesprekken te onderscheppen.
Obama legt sterk de nadruk op het feit dat hij steeds tegen de oorlog in Irak was gekant, terwijl hij in het parlement stelselmatig de oorlogsbegrotingen goedkeurde. Ook beloofde bij van bij de start van de voorverkiezingen als president alle gevechtseenheden binnen de 16 maanden uit Irak terug te trekken, een belofte waar hij recent op terug kwam door te stellen bereid te zijn om te werken aan een verfijning van de kalender voor de terugtrekking van de troepen. Het standpunt van Obama wordt gedeeld door een groeiend deel van de heersende elite in de VS die beseft dat er een onhoudbare situatie is in Irak en dat op zowel economisch, militair als politiek vlak. Obama wil minstens 10.000 extra soldaten naar Afghanistan sturen om de Amerikaanse strijd tegen de Taliban te ondersteunen. Op dit vlak is hij het eens met Bush en McCain. Verder is hij, ondanks alle beloften voor meer diplomatie, voor een verderzetting van de blokkade van Cuba, militaire steun aan het rechtse repressieve regime van Colombia en beloofde hij een hard standpunt in te nemen tegen Iran.
De verkiezing van een eerste Afro-Amerikaan in het Witte Huis, in een land waar 40 jaar geleden zwarten nog werden vermoord indien ze opkwamen voor stemrecht, zou zeker geen onbelangrijk gegeven zijn. Desondanks weigert Obama iedere kritiek op het structurele racisme dat voortkomt uit het Amerikaans kapitalisme dat in feiten is ontstaan via de brutale uitbuiting van Afrikaanse slaven en verder blijft profiteren van de Afro-Amerikaanse arbeiders.
Ondanks het feit dat een meerderheid van de Amerikanen, waaronder een meerderheid van de dokters, voor een nationale gezondheidszorg is, weigert Obama steun te verlenen aan Clinton's voorstel terzake. Het is dus niet verwonderlijk dat Obama meer geld kreeg van de gezondheidsindustrie dan McCain. De voorstellen van Obama inzake gezondheidszorg beperken zich trouwens tot regeringssubsidies om de mensen bij te staan als ze private verzekeringen kopen. In de praktijk zou dit neer komen op een rechtstreekse subsidie van de overheid aan de grote gezondheidsbedrijven.
Obama heeft, net als andere top-Democraten, zijn eerdere kritiek op het starten van nieuwe olieboringen op zee ingetrokken. Eerder zochten ze aansluiting bij de kritiek van milieuactivisten op dergelijke boringen en de gevolgen ervan voor zowel de kustbewoners als de zee. Obama krijgt tevens heel wat financiële steun van de nucleaire energielobby, waaronder het belangrijkste bedrijf in die sector, Exelon.
Het ziet er dus naar uit dat van de grote verwachtingenniet veel zal terecht komen en het progressieve, vernieuwende, tegen het zere been schoppende aureool van het Kennedy-achtige surrogaat, eens in het Witte Huis, in de loop van 2009 even vlug zal oplossen als het ontstaan is.
Hillary Clinton zal daar in 2012 haar nu Obama-verheerlijkende partijbonzen met plezier op afrekenen...