In 1924 werd het kalifaat door Mustafa Kemal Atatürk afgeschaft, en hervormde hij Turkije tot een seculiere staat. Sindsdien heeft het Turkse leger, telkens als de ‘seculariteit’ in het gedrang dreigde te komen, zich als behoeder ervan opgeworpen en indien het dat nodig achtte, tijdelijk de macht in handen te nemen.
De eerste maal dat dit gebeurde, was in 1960, toen de Turkse generaals de toenmalige president Celal Bayar en premier Adnan Menderes arresteerden en tot levenslange gevangenis lieten veroordelen. Een nieuwe grondwet werd geïnstalleerd, en vier maanden laten verkiezingen. Tien jaar later volgde een tweede staatsgreep, en duurde het twee jaar vooraleer er verkiezingen kwamen. Weer tien jaar later werden alle politici werden door het leger naar huis gestuurd en de politieke partijen werden opgeheven. Pas drie jaar later mochten er nieuwe partijen opgericht worden en konden er verkiezingen plaatsvinden. In 1997 vond de legerleiding een nieuw ingrijpen nodig, maar kwamen ze snel met nieuwe verkiezingen.
Toen Recep Tayyip Erdogan met zijn islamitische partij aan de macht kwam, verving hij voor zover mogelijk seculier- gezinde stafchefs en generaals door islamitisch gezinde elementen ten einde het leger voldoende in zijn macht te krijgen. Op dezelfde wijze grijpt hij sinds geruime tijd in bij de rechtscolleges waarbij hij rechters die regeringsonwillig zijn, ruwweg ontslaat. Het spreekt voor zich dat Turkse president de huidige mislukte coup van een relatief klein deel van het leger zal gebruiken om af te rekenen met zijn vijanden en al diegenen die drang naar almacht in de weg staan. Amper één dag na de mislukte putsch zijn intussen al meer dan 3000 duizend soldaten gevangengezet en bijna 3.000 ‘onbetrouwbare’ rechters ontslagen, waarvan er reeds meer dan honderd zijn gearresteerd. Verwacht wordt dat in de komende dagen de Turkse staatsveiligheid van de gelegenheid gebruik zal maken om ook critici van de Turkse president het zwijgen op te leggen.
Erdogan, die grondwettelijk tot heden niet zoveel bestuurlijke macht heeft wil daar verandering in brengen. Bovendien wil hij als rasechte islamiet af van Ataturk s’ erfenis en de Islam als staatsgodsdienst ‘her-installeren’. Voor die beide doelstellingen is een ingrijpende grondwetswijziging nodig, die, met de groeiende steun van de bevolking, en de steeds groter wordende angst vanwege de oppositie-parlementsleden voor ‘vervolging’, hoogstwaarschijnlijk niet zo lang op zich zal laten wachten. Voor zover dat al niet deels het geval was, glijdt Turkije binnen afzienbare tijd af naar een soort democratie naar Russisch Putin-model, waarbij regering en parlement herleid zijn tot de administratieve uitvoerders van de dictatoriale presidents-dictaten.
|