Bij gebrek aan mogelijkheden om iets zinnig te zeggen over de steeds groter wordende milieu-, sociale en samenlevingsproblematiek, hebben de Vlaamse politieke partijen een 'beter in de marktliggend' onderwerp (opnieuw) in de schijnwerper geplaatst: Het Belgisch koningshuis en zijn rol m.b.t. de politiek.
De Belgische grondwet, een pareltje wat betreft zijn interpreteerbaarheid, dubbelzinnigheid en onduidelijkheid, zodat om de haverklap het Grondwettelijk hof over alles en nog wat een uitspraak moet doen, stelt dat de koning de ministers benoemt en ontslaat, regeringsinformateurs en -formateurs benoemt, en de door het parlement gestemde wetten en regering besliste besluiten ondertekent en dus bekrachtigt.
Een oppervlakkige en ondubbelzinnige lezing van de betrokken grondwetsartikels doet vermoeden dat de koning beslissingsmacht heeft, en dienaangaande naar eigen goeddunken kan handelen. Een meerderheid van de 'Grondwetspecialisten' stelt echter dat de Koning, volgens diezelfde Grondwet, 'de wil van het volk' dient te eerbiedigen. En gezien (althans theoretisch) al de hiervoor aangehaalde handelingen op 'democratische' wijze gebeuren en zodoende de wil van het volk weergeven, MOET, grondwettelijk gezien, de vorst handelen op aangeven van 'zijn' ministers, het parlement, en de politieke partijen, zefs tegen zijn eigen mening in.
Sinds de tweede wereldoorlog is het koningshuis, met vallen en opstaan, en op enkele kleine (door de politiek opgeblazen) incidentjes na, in die zin geëvolueerd, zodat in de praktijk het handelen van de koning een zuiver protocollaire bedoening is geworden. De roep en verzuchting van de Vlaamse politiek om dat als dusdanig woordelijk in de grondwet op te nemen, geeft ofwel aan dat zij menen niets beter te doen te hebben, ofwel dat daar andere bedoelingen achter schuilen...
|