De wereld draait steeds sneller. De ene hype volgt de andere op. Wie er niet dagelijks mee bezig is kan het nog met moeite volgen, laat staan begrijpen. De problemen lijken onoverzichtelijk te worden: vergrijzing, ontgroening, islamisering van het eens zo Christelijke Europa, de arbeidsflexibiliteit, de globalisering, energie en milieu
Sinds enkele decennia worden, vooral in de geïndustrialiseerde landen minder kinderen geboren dan vroeger, zullen er in de toekomst steeds meer oudere mensen zijn, en zullen er minder mensen op actieve leeftijd zijn. De voorbije decennia hebben we geleefd met een overschot aan arbeidskrachten, en dus hoge tot zeer hoge werkloosheid. Dat laatste draait nu in de omgekeerde richting. De war for talent' is gestart en die oorlog zal de komende jaren verder uitbreiden. Vandaag zijn er te weinig IT'ers, verkopers, en zelfs laaggeschoolde werknemers voor diverse jobs die de meeste mensen wegens de slechte arbeidsomstandigheden en/of te lage verloning niet willen uitoefenen. De komende tien à twintig jaar worden wegens hun onzekerheid zowel spannend als indrukwekkend. De babyboomers, geboren na het einde van de Tweede Wereldoorlog tot zowat het midden van de jaren zestig, gaan dan massaal met pensioen. Dat zijn enorme aantallen. Slechts een deel van hen kan worden vervangen door de veel minder talrijke generatie die nu actief begint te worden.
Wegens dat tekort aan arbeidskrachten zullen alle potentiële arbeidskrachten moeten aangesproken worden. Voor zover dat vandaag nog het geval is, zullen in de toekomst vrouwen niet meer achter de kookpot te staan, laat staan voor hun kinderen zorgen. In de aankomende hogesnelheidseconomie is dat een verspilling van talent. De aanwezigheid van vrouwen op de arbeidsmarkt moet dus drastisch naar omhoog, zowel kwantitatief als kwalitatief. De Westerse samenleving zal zich dan ook moeten schikken naar de wensen en eisen van vrouwen. Bedrijven zullen, veel meer dan nu, mede door vrouwen vorm krijgen. De werkende vrouw in het tweeverdienergezinnetje zal de huishoudelijke taken uitbesteden aan poetsvrouw, traiteur, strijkdienst, onthaalmoeder, of aan de op rust zijnde moeder of schoonmoeder. Dit betekent extra jobs voor laaggeschoolde vrouwen en al dan niet legale migranten.
Wat immigratie betreft zal België het in de toekomst veel beter moeten doen dan heden het geval is. De kloof tussen de werkgelegenheidscijfers van autochtonen en allochtonen is nergens zo groot dan in België. Belangrijker dan de discussie over de schuld van de hoge werkloosheid bij migranten, is het wegwerken van die werkloosheid. Personeelsadvertenties kunnen zich niet langer richten op de jonge blanke man met diploma's en ervaring. Iedereen moet aan de bak. Dat geldt ook voor vijftigplussers die er niet meer moeten op rekenen om uit te bollen, om dan snel met pensioen te gaan. Langer werken is de boodschap.
Uiteindelijk zal ook op de arbeidsmarkt de wet van vraag en aanbod gaan spelen. Een tekort aan arbeidskrachten betekent dus dat arbeidskrachten duurder worden. Dat zal zich daarom niet steeds in hogere lonen vertalen, want bedrijven hebben bij hun hogere kaders ondervonden dat gooien met geld meestal niet de gewenste toegevoegde waarde geeft. Daarom poogt men zoveel mogelijk met andere manieren mensen aan te trekken, door in te spelen op de behoeften van jonge werknemers, door bvb meer extra vrije dagen te geven, of allerhande huishoudelijke hulp, diverse verzekeringen, een bedrijfswagen-gsm-laptop, flexibele werkuren, enz...
Men zal ook meer op zoek gaan naar mensen die niet steeds klakkeloos de regels accepteren. De tijd is voorbij dat iedereen gewoon braaf zijn ding moest doen en dat alles dan wel goed kwam. De dingen goed doen geeft geen concurrentievoordeel meer. Inzet, optimisme, creativiteit, persoonlijkheid: dat zijn de kwaliteiten die een werknemer vandaag en in de toekomst steeds meer zal moeten bezitten. Een diploma is daarbij van ondergeschikt belang. Nieuwe dingen aanbieden, klanten een warm gevoel geven, een netwerk hebben waardoor je voor elk probleem iemand kent. Dat wordt in de toekomst cruciaal, ook voor de werknemers in de lagere kaders. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat hun mensen geen goede job' hebben, maar een goede loopbaan. Het moet boeiend en interessant blijven. Werknemers moeten regelmatig van job kunnen veranderen, nieuwe dingen proeven. Evolueren.
Vandaag al geeft het internet de mogelijkheid om op elk moment van de dag te communiceren met gelijk wie, waar ook ter wereld. Vliegtuigen en containerschepen brengen tegen spotprijzen tienduizenden kledingstukken van de arme wereld naar de rijke. Globalisering is geen modewoord meer, maar realiteit. De industriële productie in China, Roemeense verpleegsters in Brusselse ziekenhuizen, en Afrikaanse dokters in Londense hospitalen geven aan dat de wereld steeds kleiner wordt. Europa is één grote markt van bijna dertig landen, met in de praktijk enkel nog theoretische grenzen die geen obstakels meer vormen. De war for talent' is in snel tempo een internationaal gebeuren aan het worden. Doordat bedrijven steeds internationaler opereren, zal ook steeds meer personeel elders moeten wonen en werken.
Talenkennis, vandaag nog van belang in de zakenwereld, zal dat snel in mindere mate worden. Frans, Spaans, Esperanto, ja zelfs chinees (al zullen velen het hier niet mee eens zijn) zal zoals de andere volkstalen vrijwel enkel nog in de in de huiskamer en onder vrienden gesproken worden. In een gecommercialiseerde, consumerende en globaliserende wereld zal in de toekomst hoogstwaarschijnlijk uitsluitend het Engels als internationale voertaal overleven. Het correct spreken van die taal zal niet echt een noodzaak zijn omdat, behalve voor de schriftelijke communicatie, in zakenmilieus niemand dat nog in vraag stelt.
De komende decennia zal de mens zich volledig moeten open stellen voor andere culturen en volkeren. Hij zal zich moeten kunnen inleven in de denkwereld van mensen met een andere religie, andere waarden, andere ervaringen. In de geglobaliseerde wereld zullen we allen in hetzelfde dorp leven. Binnen een paar decennia zullen de verschillen in ras, kleur, en uitzicht, religie en gewoonten, niet méér betekenen dan onze hedendaagse kledingsverschillen. In een geglobaliseerde wereld zal de mens één zijn
of hij zal niet zijn!
Omdat ik twijfel of daarmee alle, in eerste alinea aangehaalde problemen opgelost worden, ben ik blij dat, gezien mijn leeftijd, ikzelf een onderdeel van het probleem ben, en ik daarom niet zelf hoef aan de oplossing mee te werken.
Renaat van Poelvoorde
|