over de sociale en politieke actualiteit en gebeurtenissen Kom meer te weten op http://www.rvp.be
08-04-2005
Het angstklimaat
Het angstklimaat
Sinds een paar jaar, creëren liberale politici, sinds kort ook bijgetreden door hun socialistische collegas, een klimaat van angst. Alsof het om een exacte wiskundige stelling zou gaan, prononceren ze uit één mond dat, eens de naoorlogse babyboomgeneratie de rustleeftijd bereikt, de pensioenen in dit land onbetaalbaar worden. Ten einde niet beschuldigd te worden het warme water opnieuw uit te vinden zijn ze in grote lijnen eenduidig over de oplossingen: de afschaffing van het brugpensioen, het activeren van de oudere werklozen, langer werken, lagere lonen en pensioenuitkeringen, enz...
Algemeen mag men er van uitgaan dat gerenommeerde instellingen zoals de Nationale Bank, de Europese Unie en allerhande studiediensten en experts, er wel meer kaas zullen van gegeten hebben dan schrijver dezes. Het feit echter, dat de opdrachtgevers van dergelijke instellingen en experts, allen te vinden zijn in de financiële en/of economische wereld, noopt een argwanende man in de straat zoals ik, om een paar van hun fundamentele argumenten nader te bekijken.
Vandaag betstaat ongeveer 20% van onze bevolking uit 60-plussers. In een onveranderde wereld stijgt dit tegen 2030 naar 30%. Dit is een evolutie over een periode van 40 jaar. Door mensen die het kunnen weten, laat ik mij vertellen dat demografische vooruitzichten allesbehalve dynamisch zijn. In hun analyse gaan de vergrijzingprofeten er van uit dat de gehanteerde elementen (nataliteit, mortaliteit, economische groei, maatschappelijke omstandigheden) onveranderd blijven, terwijl deze in regel juist steeds wijzigen. Men werkt ook met absolute begrippen, terwijl er niets relatiever is dan het begrip ouderdom. Wegens het verschuiven van de ouderdomgrens (toename van gezondheid en levensverwachting) blijft de maatschappelijke druk van de groep ouderen de laatste twee eeuwen nagenoeg gelijk. Volgens een studie van de Franman Bourdelais, is er daardoor de laatste decennia eigenlijk sprake van een lichte ontgrijzing
Het voorspelde tekort op de arbeidsmarkt lijkt mij eerder een zegen dan een probleem voor de werkenden. De huidige druk om de werkomstandigheden te flexibiliseren en de lonen te drukken zou daardoor pijlsnel afnemen. Uiteraard zal na 2010 de arbeidsbeschikbare bevolking (15-64 jaar) dalen, maar wie stelt dat daardoor ook de effectief werkende bevolking zal verminderen, verliest toch één en ander uit het oog. Vandaag zijn er 6,8 miljoen Belgen tussen 16 en 65 jaar, waarvan er ruim 4 miljoen werken. Dat is slechts 60 procent. Men gaat er blijkbaar van uit dat de resterende 40% (2,8 miljoen) van de niet-werkende actieve bevolking uitsluitend bestaat uit mensen die er zelf voor gekozen hebben om niet te werken, dat niet kunnen of niet willen! Bij die 40% zijn er voldoende jongeren, vrouwen, allochtonen, werklozen (oud en jong) die kunnen en mogelijk, willen werken, om maar te zwijgen van de ouderen die nog graag willen werken! Volgens de vooruitzichten zal de beroepsbevolking pas vanaf 2011 langzaam met 375.000 eenheden verminderen tegen 2030. Dat aantal (375.000) is heel wat minder dan het aantal volledige uitkeringsgerechtigde werklozen vandaag. En in dat aantal reken ik dan nog niet eens de oudere werklozen (50+), evenmin als de vele inactieven zoals arbeidsongeschikten, huisvrouwen, vroeg-gepensioneerden.
Dan is er ook nog het feit dat er minder jongeren en meer ouderen zullen zijn. Vraag is of dit wel echt het probleem vormt dat het schijnt te vormen. Waar men langs de ene kant de kost van de veroudering ziet, vergeet men blijkbaar de besparing van de ontgroening: In 1970 waren er bij de 100 actieven (20-60j) 62 jongeren en 38 ouderen. Tegen 2030 zal dat gewijzigd zijn door 43 jongeren en 62 ouderen.
Over het fameuze brugpensioen is al heel wat te doen geweest. Het is mij niet helemaal duidelijk waar, bij afschaffing er van, voor de gemeenschap de besparing ligt. Van alle Belgen tussen 50 en 65 was in 2003 slechts 5,9% met brugpensioen. Samen met de oudere niet-werkzoekende werklozen van deze leeftijdscategorie is dat 14%. Daarenboven vergeet men dat voor groot gedeelte van die bruggepensioneerden het een alternatief voor de werkloosheid was, en een ander gedeelte (die vrijwillig op brugpensioen gingen)vervangen is door een tewerkgestelde werkloze. Niet de sociale zekerheid (de gemeenschap) heeft baat bij het afschaffen van het brugpensioen, maar wel de bedrijven die in dit stelsel bij collectief ontslag, via het brugpensioen voor een deel van hun ontslagenen moeten meefinancieren.
Ons sociale zekerheidsstelsel is gegroeid in een lange periode van economische opgang. Een periode waarin de heropbouw van het naoorlogse Europa voor een hoge tewerkstelling heeft gezorgd. Door het toen toenemende tekort aan arbeidskrachten, en mede door de druk van het communistische Oost-Europa, werden de werkgevers genoodzaakt ernstige verbeteringen in de verloning, arbeidsomstandigheden, de zorg en de levensstandaard voor de werknemers te aanvaarden. Vandaag is door het arbeidsoveraanbod, het wegvallen van het compromisloos-socialisme (communisme) en de berusting van de bevolking in de bekomen welvaart, die noodzaak weggevallen, en krijgen wij een terugslag van de slinger. Door het alsmaar vervagen van het klassenbewustzijn en de verburgerlijking en egocentrismering van de samenleving is het verzet tegen de gestaag groeiende volksverlakkerij miniem en ben ik mij bewust dat ik enkel nog behoor tot een uitstervend ras van woestijnroepers!