- Onderstaande bloginhoud dialect-linken zijn geklasseerd volgens Provincie en eventueel gewest, alfabetisch de steden en gemeenten met daaronder de deelgemeenten waarvan het dialect is opgenomen. - Ken je het dialect van je stad, gemeente of dorp? Laat het ons eventueel geworden. Hoe beperkt in omvang het ook is! Mailen klik hier Dank bij voorbaat!
Oude vormen van de gemeentenaam: Nath (1112, 1268), Le Natte (1253, 1268in het Picardisch, schrijftaal te Nijvel), Ternath (1435). De toponiem vertelt wel iets over de ontstaansgeschiedenis: een bewoningskern op vochtige bodem of "ter natte". De naam Ternat wordt vaak geassocieerd met de betekenis nat of vochtig, maar dit is wel wat eenvoudig. Een andere betekenisverklaring zou kunnen zijn : naad of grens van een wereldlijk of geestelijk domein in de Brabantgouw. Maar eerder moet men ernstig rekening houden met een oorsprong in het Romaans, het Keltisch of een verdwenen prehistorische taal. Scheld of Spotnaam van Ternat: kalen, zomerheren, Stom Loummek, zot Wammek, kaal Ternat, 3 parochies van den hond zijn gat. >Kaart van gemeente Ternat (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande gemeente Ternat (wikipedia.org)
De leukste zegswijzen - Dei eeje man es mui ne pauipeplèkker (Haar man is voor niets goed) - A es't er mee opgezètj as nen ond mee zèn vloeën (Hij is al met een kleinigheid tevreden) - Dei klaun es vrieet andgedieëreg (Dat kind kan nergens afblijven) - Daune kost nogal lampettn ! (Die kan ferm zuipen) - K ben er nie skeeteg op oem ’t elpen (Ik ben er niet op gesteld om hem te helpen) - Da mensj begost dee te terrn (Die vrouw begint te dementeren) - A es dui mee zè gat in de beutter gevalln (Hij is daar goed terecht gekomen) - Da skuip kan ooit en fles uiver eetn ( De sukkel is graatmager) - Nen eezel zwitj va skauitn (Lui zweet is rap gereed) - Verniet gonj de konauinn nui de raur (Ik doe niets gratis)
De vroegste vermeldingen van de plaatsnaam Affligem zijn Afnegen (1096), Haffligeniensis (1100), Haflengeint (1105) en Affligiensis (1112)). De naam Affligem in haar huidige vorm komt voor het eerst voor in 1130. Hij komt voort uit het Germaanse *Abulingahaim, dat op zijn beurt is opgebouwd uit de persoonsnaam Abulo- (of Avilo-), het verzamelsuffix -inga en het het woord haim-az "huis, nederzetting". De naam van de gemeente betekent dus letterlijk "woonplaats van de mensen/stam van Abulo/Avilo". De gemeente wordt afhankelijk van de bron gerekend tot de streek Brabantse Koutersof het Pajottenland. Bijnaam van gemeente Affligem: De zotten. Daar zijn meerdere verklaringen voor. Volgens sommigen staat zot voor leuk en plezant.. Het feit dat er vroeger vanop de preekstoel gepreekt werd om a.u.b. uw velo eens te pakken en een lief te gaan zoeken in een andere parochie kan misschien ook een uitleg zijn. >Kaart van gemeente Affligem (www.google.be/maps) >Algemene informatie aangaande Affligem (wikipedia.org)
Het toponiemHalle is afkomstig van het Germaansewoord halha met de betekenis bocht in het hoogland. De oudst geschreven bron over het dorp dateert uit 1152 en vermeldt de naam Hallensis. In het Fransheet het stadje Hal, in vroegere tijden waren de toponiemen Halen, Hau en Hault (op het retabel van Jehan Mone in de Sint-Martinusbasiliek) in gebruik. In het boek van de Spaanse schrijver Alonso VásquezLos sucesos de Flandes y Francia, del tiempo de Alejandro Farnese uit 1614werd de stad Halla en Hao genoemd. In het Italiaans ten slotte heette Halle Hala. De inwoners van het Halle van vóór de fusie worden: "Vaantjesboeren" genoemd "boer" wordt hier gebruikt in de betekenis van "verkoper" of "venter", zoals bij "melkboer" of "patattenboer"; "vaantje" verwijst naar vlaggetjes waarop de zwarte madonna al dan niet met kanonballen staat afgebeeld. Zo'n vlaggetje werd tijdens processies of als bewijs van het afleggen van een bedevaart naar Halle verkocht. Vermelde bijnaam is niet van toepassing op de inwoners van het Halse gehucht Essenbeek die "Zavelkoppen" genoemd worden. >Diverse informatie aangaande stad Halle (blog vlaanderen)
Meise ontstond rond het kasteel Ter Meysse dat na de Tweede Wereldoorlog werd afgebroken. Het toenmalig dorp was in de perioden 1132Meyse en 1170Menza.
De plaatsnaam komt voor het eerst voor in de stichtingsakte van de abdij van Dieleghemin 1086 als Vulvrethem. Volgens sommigen gaat de benaming terug tot in de 4e of 5de eeuw na Christus, toen ook de plaats is ontstaan. Het deel Wolvert is afgeleid van de Germaanse persoonsnaam Wolfarten het deeltje em is afgeleid van heem, een veelvoorkomend toponiem dat "woonst van" betekent. Wolvertem betekent dus "woonst van (de familie van) Wolfart". Een andere, mythische, verklaring voor de naam is de verklaring dat Wolvertem betekent plaats waar de wolven woonden. Deze verklaring maakt deel uit van de Wolvertemse folklore. >Diverse informatie aangaande deelgemeente Wolvertem (wikipedia.org)
Vilvoorde ontstond op de plaats waar de Romeinse heirbaan van Assenaar Elewijt de Zenne kruiste. Hiervoor bestond er waarschijnlijk ook al een Nervische nederzetting op deze plaats, waar de Zenne gemakkelijk doorwaadbaarwas. De plaats, villa aan de voorde, wat als "villa aan de doorwaadplaats" begrepen kan worden, gaf stad Vilvoorde haar naam. De stad wordt gerekend tot de streek Brabantse Kouters. Bron: website stad Vilvoorde en wikipedia.org Bijnaam of spotnaam: Vilvoordenaars noemt men pjeierefretters. (paardenvreters) omdat paardenbiefstuk een Vilvoordse specialiteit is. >Diverse informatie aangaande stad Vilvoorde (blog vlaanderen)
Wisselwerking tussen r en l in verschillende Zuid-Brabantse dialecten - In woorden met –tel op het einde van een lettergreep en –r(s) op het einde van de voorgaande lettergreep verdwijnt de r. B.v. wortel -> weuttel, spartelen -> spettele, borstel -> beustel, worstelen -> weustele. - Indien er tussen de –r en de –el een p of een v staat (of soms ook met nog een andere medeklinker) is er plaatsverandering van r en l. B.v. dorpel -> deulper, kervel -> kelver. Soms: orgel -> eulger. Plaatsverwisseling van letters in een woord kan ook tussen andere letters dan tussen r en l. B.v. praline -> pernil (r gewisseld met klinker en l gewisseld met n). - Op het einde van een woord wordt –el omgevormd tot –er indien er nog een l voorafgaat. B.v. sleutel -> sluiter, lepel -> leiper, vlegel -> vleger, vleugel -> vluiger. In een zeldzaam geval moet er zelfs geen l voorafgaan. B.v. bengel -> binger. - Het omgekeerde kan zich ook voordoen. De eind-r wordt soms vervangen door een l. B.v. schorseneer -> schorseneil, jenever -> jenèvel. - In de deelgemeente Bertem wordt de begin-l van “liberaal” vervangen door een r: “riberool”. Dit lijkt wel een unicum. Vervanging van een dubbele d door een dubbele r Opvallend in de deelgemeente Bertem is het vervangen van dd door rr. B.v. schudden -> schurre, wedden -> weurre. Of in twee stappen: heb je -> édde -> érre, doe je -> dudde -> durre, ben je -> zèdde -> zèrre, ga je -> goëdde -> goërre, sta je -> steudde -> steurre. Maar Bertem staat hier niet alleen. In het Pajottenlands is het verschijnsel nog veel meer uitgesproken. B.v. schudden -> schirren, kudde -> kirre, middel -> mirrel, midden -> mirren. Of in twee stappen: bed -> bedde -> berre, pad -> padde -> parre, klod -> klodde -> klorre, vod -> vodde -> vorre, wat -> wadde -> warre, dat -> dadde -> darre. Bron: >http://korbeek-dijle.blogspot.be/ brabantse-dialecten >Vlaams-Brabant dialect (info op deze site)
Leefdaal Deelgemeente van Bertem. Uitspraak van Leefdaal: Leidel.
Wapenschild van gemeente Leefdaal.
De naam 'Leefdaal' is te herleiden tot twee Keltischedeelwoorden. Het eerste deel, 'Leef' komt van de oude naam van de rivier deVoer, de Laban. Daal is dan weer te herleiden tot vallei. De naam kan dus verklaard worden als vallei van de Voer. > Leefdaal (https://nl.wikipedia.org/wiki/Leefdaal)
De naam zou van Gallisch-Keltischeoorsprong zijn, met name van Ho-lar wat hoog gelegen open plaats in het bos betekent. De oude spelling is "Hoeylaert". Hoeilaart noemt men ook wel eens ‘het glazen dorp’ vanwege de grootschalige teelt van druiven die er tot in de tweede helft van de twintigste eeuw in verwarmde serres gedaan werd. Inwoners van de gemeente worden Hoeilanders genoemd. Scheld of spotnaam van Hoeilaart: doenders, kolenbrander, eieruiper, spekdief, stoefers. > Kaart van gemeente Hoeilaart (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande gemeente Hoeilaart (wikipedia.org)
Het is de naam voor het Brabantsedialectdat men vanouds in Brussel spreekt. Sedert de late achttiende eeuw werd het geleidelijk aan vervangen door het Frans, en na de Tweede Wereldoorlog in geringere mate ook door het Algemeen Nederlands, waardoor nu nog slechts een klein deel der Brusselse bevolking deze taal spreekt. Thans staat de "platte" volkstaal van weleer echter in hoog aanzien en maakt het een revival door.
De term Brussels slaat in correct gebruik eigenlijk alleen op de taal van Brussel-Centrum, maar vaak wordt ermee verwezen naar alle dialecten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Men geve zich er rekenschap van dat in de voorsteden van Brussel (inclusief Laken,Neder-Over-Heembeeken Haren, die deel uitmaken van de gemeente Brussel) andere dialecten worden gesproken, die soms zeer duidelijk van het Stad-Brussels afwijken. Hieronder zal op die verschillen worden ingegaan; wanneer er van Brussels sprake is wordt steeds het dialect van de binnenstad bedoeld. >Lees meer op www.wikipedia.org Taaleigen Onaangekondigde overgang van de ene taal in de andere Ei kreig va zainen adversaire ne coup d'tête in zain moegt.(Hij kreeg van zijn tegenstander een kopstoot in zijn maag.) Ei aa gienen débouchonneur.(Hij had geen ontstopper.) Il est kroemmeneil zat.(Hij is stomdronken). K'em a carrément de woeraait gezeit.(Ik heb je vierkant de waarheid gezegd.) De quinze ei gedérailleid on den aiguillage van den Avenue Louise.(De vijftien is ontspoord aan de wissel van de Louizalaan.) Cest une onnuzel treis. ('t Is een dwaze trien.) Ge zai nen imbécile.(Je bent een dwaas.) Il sort manger avec sa mokke.(Hij gaat uit eten met zijn liefje.) Tu deviens peike, tu sais, kameroet.(Je wordt een oud ventje, hoor maat!) Tu es un dikken broebeleir.(Je bent een grote blaaskaak.)
Specifieke woordenschat(vooral scheldwoorden) ne pei, e peike:een (oudere) man en mei, e meike:een (oudere) vrouw ne pottepei:iemand die graag een biertje lust (niet zo erg als drankorgel) ne labbekak:iemand die eerder flauw, vreesachtig van aard is caliche:zoethout calichezap: eig. sap van zoethout, d.i. een minderwaardige drank (vb. koffie) die niet lekker smaakt zievere:schertsen (het niet ernstig menen) > Da's giene ziever!(Dit is geen lachertje.) e mokke:een liefje (mokkel), vandaar een aardig meisje datere (> nen datereir):knoeien of treuzelen ne fafoel:iemand die houdt van snoeven, hovaardige kaoebere(> ne kaoebereir):in vuilnisbakken scharrelen
Rijke variatie aan scheldwoorden skieve lavabo, skieve archetec (onbekwaam architect), amelaiken dojker (heimelijke duiker, gluiperd), tallurelekker van t gasthois(bordenlikker van het ziekenhuis).
Franse stam + Vlaams suffix of omgekeerd fils-ke:jongen débouchonn-eiren:ontstoppen (vb. Ei aa gienen débouchonneur vi da fleske te débouchonneire) ne zwanz-eur:een lolbroek
Letterlijke vertaling van een Nederlandse uitdrukking naar het Frans (zelden omgekeerd), waardoor groteske fouten ontstaan: Jespère que ça va pas continuer à rester durer.(Ik hoop dat het niet gaat blijven duren.) Je fais faire mes grosses courses, hein motje. Tas rien besoin?(Ik ga mijn wekelijkse inkopen doen, hoor meisje. Heb je niets nodig?) Il a une pièce dans ses bottes.(Hij heeft een stuk in zijn laarzen). d.i. Hij is stomdronken) Arrive une fois, filske!(Kom 'ns, jongen!)
Op basis van dit laatste worden bij wijze van grap wel eens fictieve zinnen bedacht, zoals: Nous sommes chemin.(We zijn weg)
Het Zeeuws is een samenvattende benaming voor een samenhangende groep dialecten in het zuidwesten van Nederland, met name in de provincie Zeeland. De naam Zeeuws is al oud: het woord stamt uit de Middeleeuwen en is zélf een zuidwestelijk dialectwoord. In de talige betekenis treft men het ook al vroeg aan. Een door promotors van het Zeeuws vaak aangehaald citaat van Jacob van Maerlant(uit zijn heiligenleven van Sint-Franciscus) luidt: Men moet om de rime te souken Misselike tonghe [verscheidene talen] in bouken: Duuts, Diets, Brabants, Vlaemsch, Zeeus; Walsch, Latijn, Griex ende Hebreeus
Ze schounk een lytje bier in d'oude ronde komme In de plekke van melk om zedder te kun bakken Miek er twee op e keer voor nuuze gulzig monden En se kunde ze draeien ze was daerom nie dom!
Mee bruune potsuiker m'aet toen vele te vele Die suiker kwaam assan van djuuste over de schreve Beter en gekopper in velo op de dreve Zon'er kommyzekotche geen rysche of nie vele.
Op vasten Dyssendag en 'n dag van Lichtemesse 't Was 't eten van 's navers mee kaffie of mee bier Karnaval overtyd was een groote feeste hier In Duunkerke en Belle nog assan kerremesse!
Op zijn Lokers gezegt - Pootjes worden bomen! Opgepast, je kan die niet blijven tergen als hij volwassen wordt slaat hij terug! - Wie de boom plant, velt hem niet! logisch de gemiddelde boom word 100 jaar. - Wie wil vind gemakkelijk een stok! Wie iemand wil kwetsen, zelfs ten gronde richten, heeft snel een reden gevonden. - Wie verder springt dan zijn stok lang is, valt in de gracht! Je mogelijkheden niet te buiten gaan. - Leun niet op een gebroken stok! Reken daar niet te veel op, je zal daar geen steun vinden! - Stokken in de wielen steken ! Dwarsbomen in een of ander plan. - Op mijn staak draait de meulen ! Ik heb het zwaarste te torsen, ik ben verantwoordelijk! - Ze zitten op onze staak ! Wanneer de eerste in rij van neven of nichten overleden is. - Bomen komen elkaar niet tegen, maar mensen wel! m. a. w.: wij zullen elkaar wel vinden, want wij hebben nog ee eitje te pellen. - Hoge klemmers diepe zwemmers sterven niet op hun bed! Hier bedoeld men het gevaar waaraan roekelozen zich blootstellen. - Een oude boom mag men niet verplanten! Een bejaarde die men uit zijn vertrouwde omgeving losrukt en een nieuwe levenswijze opdringt, kan dit niet aan! - Ge moet de boom buigen wanneer hij jong is! De vormgeving van de mens begint reeds op prille leeftijd! - Een man lijkt een boom! m. a. w. rijzig, breed geschouderd! - Hoge bomen vangen veel wind! zij die dagelijks in de kijker staan, een hoge plaatsbekleden in de maatschappij, ondervinden veel kritiek! Bron:Tijdschrift - De Souvereinen - Heemkring Lokeren. >Lokeren Waas dialect
Op zijn West-Vlaams op het toilet Osje no tvertrek goat, moeje op tvolgende letten: Ist voere kart of voere neure, Doet oltied de grendel op de deure,... Broek omleeghe, of je rok omooghe Azo bluft de bril oltied droge Ist voer e pisje of voe te kakken, Tis in de pot dat tmoet zakken En ejje nie vele gin tied, Ziet daje tpapier der nie neffens smiet, En pakjet tlatste blatje, Peinst ook op een ander zen gatje, Hier moeje nie lezen of de tied rekken Mor osghe vors goat an de sjas trekken, En otter e bitje an de pot bluft plakken Mag je grust de bustel pakken Zieje kleiren in orde en perfekt Osje ut thuzetje vertrekt, Vodaje vors goat, gepist of gescheten, Je nanden waschen nie vergeten, Oje gieder dus peist op ol die wenschen, Zieje gieder ook propere menschen!
Boetes in West-Vloanderen
Komme kik gistern ut het "Krutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo.
Ostens toiletgedicht Voer ut t' ang in 't kleinste kam er tje. Ist voor e kart of voor e neure, doe de grendel op de deure Broek om leige, rok om oge, azo bluf j' overal droge Iste pisje of zient drollen, 't is int potje dan ze m oetn rollen Ook al i je gin tied, zorg da je 't papier ni der neffens sm iet Trek je a 't latste bladje, peist ook op de volge nden ze gatje Ier m oe je den tied nie rekken, m oa osje vord goatan de chasse trekken En ost achter 't chassen nog bluuf pla k k n, m eug je gerust de burstel pakken Zie je kléren wel perfect voa da je were vertrekt Voa da je vors goad nie vergeten ja nanden in te ziepen Dus o je peist op al die menschen, zie junder propere m enschen. >Oostends dialect
Tetten int westvlaamsch Zoon: "Moedre, oe skrievje tetten?" Moeder: "Emoa jongne, wuk nen parlee; Woa voarn ejje gie da noadig?" Zoon: "Voar in mien ipstel van 't schole, kwille skrievn: Voadre e nen nieuwn trekteur gekocht en tetten nog niemand gezien".
Westvlaams Och menschen van vlees en bloed een scheve splette een verfrommelde gazette stovers met frieten een krampe in je kieten een zatte kaffie met een koekstje den open hèèrd en een boekstje La Esterella die ziengt een lampe die spriengt een vat ütgegoten een stik in je kloten spügen in een zakstje 't kleur van een kakstje een belastiengsbrief een gewillig lief noois de pille vergeten j'n eigen name nog weten een büle in j'n otto zesse jüste met de lotto zeven dagen ip zeven een indeliks geweun moar gelukkig leven. > West Vlaams dialect
Nieuwjaarswenschen ip zen westvlams 't Is were zoverre de deure van (jaar…..) stoat ip a gerre een hèèl nieuw joar voor te leven met malkoar liefde in 't ménage tussen de vint en de vrouwe en is ter ol è keer miserie of boel smiet olleszins met gèn meubels moar zet j'ip ne stoel en laat het moar overwaaien da rottig gevoel want oe da je 't ook kèèrt of oe da je 't ook droait, 't is dedju stille woar dat 't nooit een kèr woait. Zie julder momenteel nog nie van de straote gèn paniek, t' is ip da vlak noois nie te loate want wa zeggen ol die tupperware demonstranten oen ze geconfronteerd worden met under klanten 'een dikke, een kromme, een schele of een dulle ip ieder potje past er een ulle'. Moar 'k wille ook nog teen en 't ander wenschen : 'k wensche julder wat da 'k zelve betrachte, bij dage een bitje werk, en ruste bie nachte. Als g' honger hebt, een bètje brood; als g’durst é, geen watersnood; geen schulden tenzij deze dat ge efnan kunt betalen met gepaste munt. En heel 't joar, lik of dat goat en stoat, geen pijne noch smerte aan je tanden of an 't herte. Kortom, 'k wensche julder 't beste voar noaste jare En 'k goa daarbie laten voor vandjare >West Vlaams dialect
Brugse dakwerkers
Twee Brugse dakdekkers tijdens de schafttijd : " Hebde gij da ook da uwen thermos lekt als ie in uwe kaba zit..? De kaffie zit weer tussen mijn boterhammen, verdoeme..!" "Ik heb daar entwad’op gevonden - kijk wat da ‘k ik over m'n kaffiepulle trekke...!!" (Hij toont een thermos met een condoom erover ) "Waar haalde gij da, zo ne kajoetsjoe...?" vraagt de andere. "Gewoon bij den apotheker.." "Aja.., dadde... Prakties hé, ik moe da ook hebben.." Na het werk gaat hij vlug naar de apotheker en zegt :"Madam, ik zoek een kajoetsjoe voor over mijn pulle.." De apothekeres zegt : "Ik vermoed dat ik begrijp wat u bedoelt. En hoe groot moet dat ongeveer zijn..?" De dakdekker toont met zijn handen hoe groot zijn thermos is en zegt : "Dertig centimeter lengte, tien centimeter diameter.." "Amai.., da's groot..!!" zegt de apothekeres verwonderd. "Ja, madammeke..," zegt de man," je moe weten, als wij gaan dekken, dan is da voor ne helen dag héé...!!"
Boetes in West-Vloanderen Komme kik gistern ut het "Kruutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo
Pastoors Vier pastoors zitten samen een pint te drinken: een Brusseleir, een West-Vlaming, een Limburger en een Sinjoor. Ze klagen over het weinig volk dat nog naar de kerk komt. Zegt de Ket : wij hebben iets gevonden. In Jette zeggen we de Mis af en toe in het Brussels dialect en dan zit de kerk bomvol. Zegt de West-Vlaming : da doe me widder olle doage, mo ’t elpt nie. Zingt de Limburger : daaar kuuunen we niiiet aan deeenkne, waant daan duurt de miiis te laaang. Tenslotte den Antwerpeneir : spaaiteg da waai gien dialect emme.
Twee Brabanders Zegt de een tegen de ander: Zeg, lette gij ?gelijk wel us op oewn cholesterol? Zegt de ander: Zekers wel, agg ik op de plee zit. Aggij op de plee zit? Joa, dan zit ik op de plee, k?k een bietje umme heen, zie k gin pleepapier en dan denk k, goh... leste rol ... >Brabants dialect
Op zijn Gents Nen Gensche coiffeur es vrie fier op zijne poppegoi en zet hem in de zomer op nen statief voor zijn zoake. Moar iedere kier ois Jeanine, een schuun meiske van 20 joar, veurbij komt, roept diene poppegoi: "Doar zie, een hoere!"... Achter een tijtse begint ze da moe te worden en goa z'eur beklag goan doen bij diene coiffeur. Hij begrijpt de situose en beslist zijne poppegoi te straffen deur hem ghielegans zwart te schilderen. "Vwala" zegt hij, "neu zieder uit gelijk een lieleke kroije, en da blijft ezuu, zulange dadde nie broave zijt.". Ois Jeanine de volgende dag passeert, zwijgt diene poppegoi in alle toalen! Natuurlijk es ze verwonderd over die verandereinge, en ze zegt tegen diene poppegoi: "Awel moatje, neu edde wel veel minder proat hé ?" En de poppegoi replikeert: "Ois’ek mijne smoking aan hen, tons klap ik nie tegen hoeren"!..
Gents dialect
Main Kate 'k é veur de mainse , al tien en tander gedoin moir achteraf, zien ze eu nie mier stoin ik probeer ze in te schate moir ké mier vriendschap van maain kate ik ben giene rechter, en 't és uuk giene wains want tenslotte, ben ik zailve moir ne mains moir 'k é ma gister weest bezate in 't gezailschap van maain kate soms ben 'k triestig, en toens kaaikt ze noir ma mee die grute oranje ugen in toens spin ze der nog ba gelaak veur te zegge "moir boiske toch, ge't ma toch nog" z'é ma nog nuunt of nuunt of nuunt bedroge in ge begraaipt wel, z' é ma nog nuunt beloge dus ik leg eur in de wate ik leg eur in de wate soms slope'k ba eur op de mate ik in main kate Bron: Gus Roan - www.euro-support.be/langbel/gent3.htm >Gents dialect
Antwerps bejaard koppel
Een hoogbejaard koppel Antwerpenaren komt binnen bij de plaatselijke apotheker in de wijk Seefhoek. De stokoude dame, “Goeiendag menier den apotheiker, verkoepte ga hier Viagra?” “Ja natuurlijk mevrouw” “En hedde gaaj incontinentiemateriaal voor volwassen vraauwen” “Uiteraard mevrouw” “En voer venten?” “Tuurlijk da!” “Medicamenten tegen jicht” “Ja” “Tegen reuma”!?” “Ja!!” “Pillekkes tegen aderverkalking?” “Ja!!!” “Medikamentjes tegen cholesterol, aawerdoemsdiabetes, cataract, slechten bloedsomloop, oerapparaten…!?” “JA,JA,JA,JA EN NOG EENS JA!! Mevrouw, vanwaar deze vragen allemaal!?” “Tja menier; Welle verbleiven in ’touwemannekeshuis, hier aan ‘tStuivenberg, gon binnen een maand mé mekaander traawen, en vroegen ons af of wij eventueel onze huwelijkslijst hier meuge leggen..?”
Vlamsch over de schreve 't Is schoone, Vlamsch te klappen! Vlamsch klappen of horen klappen is lyk een oud spelding Uut ekomt van een doze in ’n kelder of in 'n zolder 'T is een lytje oude mode maer oek een lytje schonder Nie diere ni gekoop de tale van 'n Vlaming. 'N maendag op mets e keer 'k gaen te voete op mart 'T is beter in 'n zomer 't is schoon were om te klappen Me drinken een teugsje kaffie eten brood nieuw ebakt Mee oude kennissen in d'herberge me lachen. Me klappen van 'n ouden tyd van 'n prys van de groenselen An me kwaam in velo van Steenvoorde of Kassel Alleman in dien tyd kunste in ’n Vlamsch zeggen: "A't je blieft Meneer een kilo schoone wettels!". Docteurs en notaeris pasters en cholekosters Klapste dikkers goe Fransch maer kunde Vlamsch verstaen Ze waeren van 'n Westhoek en kwaam were in 'n zomer Vare van groote scholen nulder Latin verloren! Bron: www.sip.be/dialect/scholen/ >West Vlaams dialect
Zeeuws dialect
Verjaerdag De doôze mee gebak stae al een uure op een koele plekke in de schuure klam te worren deu ’t wachten op de gasten ’t is keurig gesorteerd zonder mokka en zonder schuum vuuftien stuks da’s lekker ruum de mist trekt in dunne slierten over ’t pas gespitte ’of kael is ’t wachten op de gasten mae lank za ’t nie meer dure vor een feêstje tussen moorkop, romoorn en appelpunt: de muzen bin d’r eerder as de buren Bron: Arie de Viet - http://people.zeelandnet.nl/evenhuis/noe8.htm >Zeeuws dialect
Dialect versje
Charelken Vereecken Ik ben Charelken Vereecken, en ik kan goed speken. Dat komt ik ben gezond met mijn sjieksken in mijne mond. Laatst geleden kwam ik langs een dam, k'had moeie benen en ik nam de tram. Pas gezeten op een houten banket, las ik op een houten planchet,"Défense de cracher sur le plancher". En daar ik nog wat frans verstond dacht ik ,wat ik hier niet speken mogen en ik spikte op de grond , juist toen de conducteur kwam rond Hela, riep die bleke, t'is hier verboden te speken! 'k zal a pakken zelle kapoen, en k 'spikte op zijne schoen. Kerel, dat zal ik u beletten, en ik spikte op zijn trambiljetten. 'T is e schandaal riep een maske, en ik spikte in haar kabasken. Smijt hem buiten riep een cherie en ik spikte in hare misenplie. Toen kwam de gardevil, en 'kspikte op zijnen bril maar dan vloog ik natuurlijk naar buiten, maar in de gauwte spikte ik nog ne keer goed op de ruiten. In het bureau gekomen had ik het lol, 'kspikte gans den directeur zijnen inktpot vol, maar toen deze kwam en zei: Kerel doe dat nog eens voor mij! Pardon mijnheer ken hem geen sjiksken of geen speeksel ni meer.
Beste bezoeker als je weet uit welke streek Stad of Gemeente het dialect van dit versje komt wil je dan zo goed zijn een mailtje te sturen naar: andreotte@hotmail.com
Beverse gezegdes - Als iemand geweldig aan het bluffen is over b.v. zijn inkomsten of eigendom! Geef de stoefer eeb brood, de klager heeft geen nood! - Ge moet niet altijd geloven wat men u probeert wijs te maken! Ver van de deur liegt schoon! - Een werkje van lange duur! Het gaat vooruit gelijk bonen knopen! - Als men een aardsluiaard beschrijft. Hij draagt een revolver.... om diegene dood te schietn die nog luier is! - Iemand voorbij lopen zonder te spreken! Die loopt mij voorbij zoals de Schelde door Antwerpen - Ge moet niet klagen als je gelukkig bent! Ge moet ons Heer niet slaan tewijl hij zalft. - Liever ne mutten dan nen ezel want da blijfde mor één joar !!! Bron:Gisela - seniorennet.be/kantklossen/ >Beveren Waas dialect
Limburgs og minse va vleejs en blood een sheef plooat een verfroemelde gezet frit me stoofvleejs krampen in oer keite medecamente beursaccedenten een sjat kaffee met ee keekske de'n oope hééd en ee beekske la estrella dei zingt een vat ootgesjet en e sték in ur kloete kotse in e zekske de kleer van e kakske een belastingbrief e gewilig lieef nog noeit de pil vergeete oere éége noam nog wééte een bléts in oere ooto zes juste op de lotto zeve doag op zeve en in de wéék mer gelekig leeve >Limburgs dialect