- Onderstaande bloginhoud dialect-linken zijn geklasseerd volgens Provincie en eventueel gewest, alfabetisch de steden en gemeenten met daaronder de deelgemeenten waarvan het dialect is opgenomen. - Ken je het dialect van je stad, gemeente of dorp? Laat het ons eventueel geworden. Hoe beperkt in omvang het ook is! Mailen klik hier Dank bij voorbaat!
Iepers is iets wat moeilijk te verstaan is als je het niet kent, en soms als je het hoort denk je van : waar hebben ze dat verzonnen ofzo. Meestal laten ze ook de E weg is de meeste woorden bv.= drinken word drienkn , de e valt weg. - Straat over heel haar lengte opgebroken: Van ens tens over heel het einde, heel de afstand: “De stroate ligt van ens tens oop’n” - Loop vlug naar huis, je moeder is vis aan het bakken: Lop zère nar uus, je moeder bakt visjes - Kijk eens aan, hoe mooi ze uitgedost is: Up e tuutte matooit opgetooid, sierlijk gekleed zijn: “Je moed é kè kyk’n, z’is nogol up e tuutte matooit e nè” >Ieper Iepers (www.mijnwoordenboek) > Iedereen West-Vlaams in Ieper (www.focus-wtv.be) >Westhoek dialect (op dit dialectblog) >West-Vlaams dialect (info op dit dialectblog)
Het toponiem"Antwerpen" verwijst naar de hoofdplaats van deze provincie, de stad Antwerpen. De naam is etymologisch en archeologischte verklaren uit de naam die gegeven werd aan de plaats van de eerste nederzetting bij de ‘anda verpa’, wat eigenlijk Germaans is voor ‘aangeworpen gronden’ (in een bocht van de rivier). Sedert november 2014 is de naam van de provincie Antwerpen onderwerp van discussie binnen de Vlaamse deelregering. De drie partijen die de Vlaamse regeringscoalitie vormen, opteren voor naamswijziging naar de naam Midden-Brabant. Deze wijziging zou moeten samenhangen met de losmaking van de stad Antwerpen uit haar gelijknamige provincie. Bron: https://www.wikipedia.org/ >Diverse algemene informatie aangaande Provincie Antwerpen
Globaal genomen worden de dialecten uit de provincie ingedeeld onder hetBrabants. Verder vallen de dialecten onder te verdelen als Kempen-Brabants vervolgens Zuider-Kempensen meer bepaald de subgroep van de "heirbaan-dialecten" (de dialecten die ontstonden langs de heirbaan richting Dordrecht). Het echteAntwerps enMechels zijn typische stadsdialecten, die duidelijk te onderscheiden zijn van de dialecten uit de omliggende gebieden. Bron: www.wikitravel.org
Het toponiem "Antwerpen" wordt etymologisch en archeologisch wel verklaard uit de naam die gegeven werd aan de plaats van de eerste nederzetting bij de 'anda verpa', wat Germaans is voor 'aangeworpen gronden', in een bocht van de rivier. Een werf is dan hetzelfde als het Friese woord terp. Volgens de classicus Alfred Michiels is Antwerpen oorspronkelijk een Keltische naam. In de Vita Eligii uit de 7de eeuw staat Andouerpis als oudste naam voor de wijde regio rond de huidige stad. De naam Antwerpen zou Zij die aan beide oevers wonen betekenen. Scheld of spotnaam van Antwerpen:sinjoren. >Diverse informatie aangaande stad Antwerpen (blog vlaanderen)
Antwerps/Antwaarps staddialect (deel 1)
Antwerps is de variant van het Nederlands, zoals dat in Antwerpen gesproken wordt. Het is een vorm van het Brabants maar het echte Antwerps is een typisch stadsdialect, dat duidelijk te onderscheiden is van de dialecten van het omliggende gebied. Het Antwerps is als taal niet te onderscheiden van het Nederlands (een Wikipedia in het Antwerps zou wellicht weinig zin hebben). Wel is de Antwerpse uitspraak gekenmerkt door een systematische klankverschuiving ten opzichte van het algemeen Nederlands. Pogingen om het Antwerps een min of meer fonetische schrijfwijze of minstens een aparte spellingte geven, zijn tot nu toe niet echt geslaagd. Een woord als Waterloo klinkt in het Antwerps ongeveer als in het Engels, maar dat is - evenmin als voor het Engels - een voldoende reden om "Waoterloê" of iets dergelijks te gaan schrijven. >Lees meer op www.wikipedia.org De Antwerpenaren beweren dat hun dialect de kortste taal is Enkele voorbeelden: - dit behoort tot de mogelijkheden: da kan - hieromtrent kunnen wij u geen enkele zekerheid bieden: ge wet noeit nie. - zou u dat eens willen herhalen?: Watte ? - zulks ben ik niet van plan: denket nie. - ligt dat in de lijn der verwachtingen?: zou da ? - dit wordt door mij als bijzonder spijtig ervaren: das sunde. - hetgeen u mij vertelt, verbaast mij ten zeerste: wa zeidde na ? >Zin herleid tot 1 woord in het Antwerps dialect (tekstafbeelding) Spelalfabet van de Sinjoor - alstublieft, a.u.b: astemblief - volle laag: bakkesvol - rare kwast: charelewieter - dat is zeker, bevestigen: daszeker - eens nadenken: efkesdenke - formidabel: formidastisch - jij wel: gijwelgij - is er iets: heddewa - ik niet: ikkeni - mens toch: joengejoengejoenge - amaai: kustnamnoor - laat maar: lotmor - met iedereen: meallechineze - nergens: niveraans - ocharm toch: ochgodochgod - nochtans: pertang - larie, onwaar: quatch - vlug zijn: rapzen - champagne: sjampan - namelijk: tistezegge - nu is het aan jou om te praten: umeugtgijzegge - natuurlijk, vanzelfsprekend, zo is dat: Vanneigens - weet je wat: wettewa - ik zou het niet weten: xouetniwete - dus: ygenlijkfeitelijk - grappenmaker: zwaanzer - penis: charel Woorden in Antwaarps dialect A aansteker: nen allumeur ; als ik dronken ben: azek zat zen ;aub: astemblief ; als het zo is, is het in orde: ast zoe zit ist in orde ; als hij er aan denk moet het gebeuren: da komt oep als kaawe kak;arme sloor, meisje met streken en/of kattekwaad, vagina: masjoefel ; amaai:Jaawadde ; apparaat om soepgroeten / aardappelen tot puree te pletten: ne passevite ; B bij het nekvel nemen:bè oewe schabbernak pakke ;borsten en billen: beursten en bille ; blijf op het voetpad: blefdoep de lantoer ;boterhammen: bokes ; bangerik: broekscheiter ;bangerik: nen broekschijter ; benzine: naft ; binnenplaats of het toilet: de koer ;boodschappen doen: komisjes gon doeng ;bocht:ne koerp ;doen alsof:konsjuus ;beperkte hoeveelheid kleding wassen met dehand:Handwaske ; bangerik: scheitbroek ; babbelen: sjààwele ; babbeltje slaan: sjààweltje doen ; C centrale zekering:de plon general ; D de Haven, de dok : den basseng ; hij zegt het ook: a zeiget oemmes oek ; E een overjas: nen anorak ; erwtjes en worteltjes: artches en peekes ;een slabbetje: een bavet ;dikke nek: bloaskoak ;door kruiperijen in gunst van de werkgever trachten te komen: nen boazepoepper ; de bloemetjes buiten zetten, pintelieren:oep de lappe gôan ;dik deken:peirdeseuzze ; das:ne plastron ;deksel: e scheel ;deurlijst :sjambrangs ; deugniet:spitsvil ; diepe borden:diepe talloere ; een "air" hebben:Sannestreken ; echtgenote (partner):die vanongs ; electriciteit: ellentrik ; enkels:knoessels ; flauwe praat: kul in pakskes ; F flauwe kul: ziever in pakskes ; G gevangenis: de barrebitjes ; gordijn(en): (een) draperie(s) ;geruit hemd: e karowen'em ; geheugen:memaure ;glijbaan:ne rijzaf ;gemeenschap hebben:rààmpetààmpen ;goede dag, tot ziens: shallommekes ; gemotoriseerde politie: de zwontjes ; H havenarbeider dokwerker: a werekt on den basseng ; hij moet grote boodschap doen: a mut kakka gon doeng ; hij laat niets terzijde: a schaard alles mee ; diamantbewerker: a warekt ont'stientje ; hij was dronken: a was werral goe petrol ; hij deugd voor niets: da blet, daschet,da fret en da zekt ; het is niet waar hé: das ni woareij ; het is allemaal niet waar: daz ammel flawekul ; het zal niet waar zijn: da ziede vanier ; het Schipperskwartier: daz ier den oerekottee ; hesp:heps ;hand aan uzelf zetten:mè mieke veust vraaie ; hark:raaif ;hij is dronken:poeppe me ne slappe ;hoe kan dat nu:oe kan da na ;hoe sta jedaar nu te kijken:oe stodder na te gape ; hulp-agent: ne smurf ; het is mislukt: tis noar de koffe ; hutsepot met boulie: stoemppot met draad ; hoge hoed: een stoofbuis ; homofiel persoon: strongtsopper ; I is zenuwachtig:a sto zoe zot gelàk een achterdeur ; ik heb honger: menen beer grolt ; iemand die het strand/vuilbakken af zoekt; kwajongen: bitskoemer ; iemand die iets verdoezelt: ne foefelèr ; ik ben goed geluimt:kzenner geire baai ;ik ben met pensioen: kzen oep pensioeng ;ik ben het moe: kzent zoe muug as kaa pap ; Ijsroomwagentje:krijmeglaskarreke ; J jas: frak ; jeuk : Joeksel ; jullie beurt: tis on olle ; K kaars: bougie ; kuiten: bruien ; kermis: de (singse) foer ; knikker:ne màrrebol / ne ket ;kruis of munt:kop of let ;kroost: de keuteljacht ;klein hondje:kuttelakkerke ; kinderwagen:een pousette ;klein kind: ne petotter,ne pagadder ; koffieservies: jatten en talloere ; kauwgom:tutterfrut ; kabinet v/d burgemeester: 'tschoên verdiep ; kalende man: Iene mé een vliesklak ; kopjes en borden: zjatten en talloere ; L leugenaar:beuzelèr ; laat zijn vrouw met rust: bleft van za waif ; lijkwagen:ne colbejààr (kolbiljar) ; liesstreek : Iekenisse ; lekke band: platten tuub ; Luierik: lood in't schoentje? ; M mislukkeling: nen eecheck ; met mes en vork eten: et a pataate me oe mes en verket ; mosselen: foefkes oât de zee ; moto:motocyclette ;masker:moembakkes ;mooie vrouw:gêve trut ;motorkap of condoom:ne kapoot ;morsen (vloeistoffen):klassen ;mensen naar de mond praten:kazakkendrôajer ;met iedereen maar niet met mij:(me alle chineze mor) ni me den deze ;mij niet voor de gekhouden:na ni zwaanzeneej ; morsen met eten: smossen ; moeial: nen tantefer ; N nacht of toiletstoel:ne kakkedoren ; niet met mij:ni me majee ;mij niet gezien:noegabolle ;nochthans:pertang ; niet om te eten (slecht): tis ni oem te freite ; O overloop: den allee ; opwinding: van altereuze ; onnozelaar: flauwe plezaante ; onderjurk:ne kommenisôan ;opscheppen:hoeg van den tore bloaze ; op café gaan:nortstammeneegon ;overjas:ne palto, ne pardessuu ;onnozelaar:onnoezel manneke ; onmiddellijk: oep nen ik en ne gij ; P pakje frieten: e pakske frut ; prutsen, aan iets frunikken: moojsen ; pyjama:ne pisjema ;peingnoir:noakefrak ;prei: parrei ; plastieken tafelkleed: nen twalseree ; politie: de sosse ; paljas/niksnut: Janmenklooten ; Q R rolluiken:blaffetuur of blôakes ; raak me niet aan: bleft van ma laaif ;rare kerel:nen apsjaar ;rare gast :kwistenbiebel ; ruzak (met eten): schoofzak ; ruitjeshemd: eukarowenem ; S snoepjes: bollekes ; slecht uitziend persoon: nen buiteslôaper ; slag op uw gezicht: mot oep a gezicht ; speels vechten: fikfakken ; speeksel:moederkeszalf ;politieagent:ne klabbak ;schaduw:loemmerte ;staande lamp:ne lààmpadeir ;snel afhandelen:mokt er keutte mette mee ;stoofvlees:(stoof)karmenijen ;straatstenen:kinderkoppen, kasseien ; schommel:nen touwter ;slipjas:ne pittelèr ;stopcontact:pries ;stuk, kapot:nor de zjenoe ;stekker (vr):e peirdenolleke ;slijk:platte meutte ; station: de stôase ; stoofvlees: stôafkarmenaajen ; schroevendraaier: een turnavies ; slurpen: zjoeberen ; stukmaken: verennewere ; T treuzelaar:destergat ; tussenverdieping: entresolleke ; 't is alles voor niets:ne scheet in een fles ;televisie:de piepkas ;'t is alles voor niets:scheet in een fles ;treuzelen:semmelen ; trambestuurder: ne watman ; terwijl: swengst ; tapijtenverkoper: Tjoek-Tjoek ; U uw moeder - verwijzing naar een oude, zagenkunnende, vrouw: aa moeder ; urinoir:pissijn ;uitpluizer:pezewever ; V vagina:jenoffel ;veel geluk hebben:hoeresjoanse ;vrouw met kuren:loetewaaf ;vrouw metdikke boezem:ne kommisveur ; voddenkar:ne neurzel ;vensterbank:de raaichel ;vader:ongzen aawe ; ventieltje:soepap ;verwarming:de sjofààsj ; vergiet: trizee ; vies ventje: voale pitoe ; verkreukt: verfroemeld ; verwijfd persoon: straandzjannet ; W wat zegt hij nu weer: a zei weris wa ; wassen, opfrissen:kgon men aaige wasse ; wat is dat nu voor iets:oep wa trektana ; X Y Z Zageman: Wasdanawer voer ne lullemathijs ("lullematoas") zekering:ne plon ; zoals: in de zjaar van; zwijg:oud a bakkes, oud awe smoel toe ; Gemeenten op zijn Antwaarps - Berchem: Baarechoem
Wijk, straat, plaats & pleinnamen - Astridplein: Tastritplaain - De Groenplaats:de Greungpleuts - "De" Limburg:Limbabwe - Gerechtshof van Antwerpen: Den oemgekiejrden biljààr - Het Schipperskwartier:den oerekottee - Lange Stuivenbergstraat: tschoolplak - Rooseveltplaats:Geuzenhofkes - Sint Jansplein: t Chingchangsplein - Verbindingsbrug tussen Merksem en Deurne:brug van den azijn - Vrijdag-markt:de fraaidagsmart - Wijk aan het Kiel: de zwontjes - Wijk Leugenberg (Ekeren:De Leugenbàààreg Vakantiebestemmingen voor Antwerpenaren - Wijnegem: Peuchemies - Turnhout: Bois de Gymnastik - Nergens: Nieveraans - Sint Anna-strand: De Plage - Noordkasteel: Castella del Norte
Vloeken in het Antwaarps - Godjumenas - Godverdoemme - Miljaardené - Verdoemmené
Vogels en dieren - Vlaamse gaai:ne rotzàk - ekster: stokintgat
Hoe leer ik gemakkelijk'antwaarps'? De truc in deze'wereldtaal' is eigenlijk gewoon om een hele zin te herleiden tot 1woord: - Het is nu jullie beurt - Tizonnolle - Ik heb je er nog voor gewaarschuwd - Kemmetoenogzoegezei - Hij kon er niets aan doen - Akosterniondoeng - Ze heeft het niet goed verwerkt - Zissernichoefan - Hij zei het immers ook - Azeigetoemmesoek - Dat had je niet gedacht he? - Dadoddenichedochtei - Ze hebben u in de maling genomen - Zemmenoeligge - Ze was het moe - Zewieretbeu - Hij neemt alles mee - Aschaardallesmej - Het is er echt aan te zien - Geziegeterbegoton - Hij praat nonsens - Azeiwerriswa - Hij kon er niet opkomen - Akwammerniejoep - Dat is zeer goedkoop - Dasbekanstverniet - Hij heeft het in de gaten - Ajeigeteur - Een klaploper - Nenapsjaar - Je moest eens weten - Gemoestetbegotisweete - Heti s haar dagje niet - Zeigetnogalissitte - Een ruitjeshemd - Eukarowem - Kan ik u ergens mee van dienst zijn? - Kannekoewellepe ? - Heb je het door? - Eddetindemot? - Wat had je zoal graag gehad ? - Wamoetémme? - Wat heeft hij gezegd ? - Wasseitem ? - Wat doet hij nu weer? - Watoetemnawer? - Wat sta je daar nu te kijken? - Oestodderna ?
Op zijn Antwaarps gezegd - Als ge dan niet geloofd, maakt hij U wel iets anders wijs: en ache da nie geloefd, moake wij oe wel iet anders wijs - Alles is in orde:tis in de zjakos - Als reactie op dat kan ik niet: Dan loatet kanneke stoan en paktet liereke ! - Als antwoord op iemand die altijd "als" zegt: As ons kat een koej was, koste we ze mèlleke neffest de stoof Als er geen eten in huis is en de vraag wordt gesteld: "Wa gôan w'ete ?" Is het antwoord : "Nen boterham mé keuste. - Antwoord op een hypothetische vraag: Assongs kat een koei was, dan konne we ze melken achter de stoof. - Ben je wel zeker: gij ze ni goe zeker - Bemoei er U niet mee: moei doe ni - Borden: talloere - BH : tettejaar - Bakfiets:nentriporteur - Ben jegek ?:zedde gaai naielemôal oep aawe kop gevalle - Ben je d'er nu mee aan 't "zwanzen" : zwàànsde gij nà een pak - Dat had je niet gedacht hé: daddode ni chedocht ei - Dat kan niet hé: da kana niee - Dat kan toch niet: da kanna ni mier hee - Dat kan ik aan u niet vertellen: da kannekikôana ni segge - Dat moest er van komen: da moest eris van kome - Dat moet juist gij zeggen: da mutte ga zjust zegge - Dat is bijna gratis: das bekaanst verniet - Daar zal over gesproken worden: das spek veur den bek - Die blijft maar babbelen: die kan nogal is tôaterre zenne - Die heeft zichzelf niet gemaakt: diejenee senaajge nie gemokt - Die heeft succes bij de mannen:die hé a floere gotje - Dat je het weet: achetmorwet - Dat is juist: inderdoud joenge - Dat verdraag ik niet: kzou der iet van kroage - Dat ziet ge van hier: ge meud is komme - Dat had je niet gedacht he?: dadoddenichedochtei - Dat is zeer goedkoop: dasbekaanstverniet - De ruzie begint:tis zoevar - Doen alsof men niets weet:van krummenaas gebaren - Dat is heel triestig: Das veur een oeg oat te bleite - Een rare vogel:ge ze ne koerskemel, ge ze nen abzjaar, ge ze nen bietekwiet - Een echte drinker:en echte zoapschoat - En gij gelooft dat:en gij geloefta - Een klaploper: nenapsjaar - En dat moet ik geloven ?: Da sal dik vringe joenge - Ge moest het eens weten:ge moestet begot is weete - Ga weg:goddis oep enaander - Ge hebt het of ge hebt het niet:geddet of geddet ni - Geeft iedereen een pint:nen toerneez jeneral - Ge ziet niet goed: Gij et pelle op aa oege zeker ? - Gezegde na degustatie van een goed wijntje of pint bier: Das beter dan een pets in oe bakkes - Gezegdes rond het overlijden: Ajee zennenoutefrak aangetrokke, Ajee zennekeesgelate - Hij is naar het toilet:aais gôan kakke - Heeft er niet veel verstand van:achoekis moet nadenke gaget oeknie - Hij heeft het door:ajeeget teur - Hij doet weer moeilijk:ajeeget nogal is zitte zenne - Hij zoekt een lief:ajis ôant staawe - Hij kon er niets aan doen:akosterniondoeng - Het een of het ander:aajren of joeng - Hij is dronken:ajee eun stuk inzen kloeite - Hij heeft het stuk gemaakt:ajeeget kapotgeneukt - Heeft de verplichting iets te doen:ajeeget zeel ààn - Hij heeft een ziekte (verkoudheid) opgedaan:ajee wadoepgeschaard - Hij is aardsdom:ajis zoe loemp as tachetrend vane vareke - Hij kon er niet op komen:a kwammer iele mol nie oep - Hij weet niet wat hij doet: kiekezonderkop - Hé gij daar: ela lakkere - Het is nu jullie beurt: tizsonnolle - Hij kon er niets aan doen: akosterniondoeng - Hij zei het immers ook: azeigetoemmesoek - Hij neemt alles mee: aschaardallesmej - Het is er echt aan te zien: geziegeterbegoton - Hij praat nonsens: azeiwerriswa - Hij kon er niet opkomen: akwammerniejoep - Hij heeft het in de gaten: ajeigeteur - Het is haar dagje niet: zeigetnogalissitte - Heb je het door?: eddetindemot? - Hij/Zij is goede maatjes met de chef:Ziedet se, k'em altij gezee dat nen boazepoeper is! - Het is weer fout gelopen: tettereir tis wer nor de verdoemenis hééj - Het is toch waar zeker: tis tog woareij - Het is zo ver: tis zoevar - Het zijn weer dezelfde: tzen weral dezelefde - Hij is gestorven: zemmen em achter de goemmer gedroage - Hij weet niet meer hoe het te zeggen: zenne frut weurd zuur - Hij wordt niet meer voor serieus genomen: zennen heiring bakt ni - Hij is beet genomen: zemmen em ligge - Heeft geen uitweg (in woorden) meer: zenne frut is zuur - Het zal wel zijn: tzal wel zen - Hij heeft zichzelf niet gemaakt !:Ze bakke oek veur iederien brood - Hij is zeer dom: Stekt dieje zen verstaand inne vogeltje ent vliegdachterôat - Hij maakte flink van zijn oren: A mokte fameus van zen parmesàànte - Hij is 30 (40,50,.....) jaar: A zit oep tram 3 (4,5,....) - Hij heeft een stinkende adem: Het trekt eut zennen bak - Heel druk, rommelig: Hier vindt zelfs een kat eur joeng nimmier trug! - Hij zit in de gevangenis: Oep congé in Hotel Rue de Begain - Ik heb het U nog gezegd: kemmet oe nog gezee - In de stationsbuurt: int staasekwartier - Ik trek het me allemaal niet meer aan: kust na is allemôal maan eurgel - Ik wil er niets van weten: maai ni gezien zenne - Ik ga naar het toilet: kgon is nor achter, kgon is nor de koer - Ik hoop dat ge het kunt gebruiken: koâp dageriet mè kundoanvange - Ik heb je er nog voor gewaarschuwd: kemmetoenogzoegezei - Ik ga slapen !: 'Kruip in mennen tram ! - Iemand die veel koffie drinkt: koffezjoo - Iemand met o-benen: der stekt nog e stuk in - Iemand die graag naar borsten kijkt: tettezot - Iemand die door redelijk veel te spreken iemand in de luren legt: ne voale jood - Iemand die zotte praat verkoopt: zieverer - Je raaskalt: ge zedont lulle - Je bent gek: ge ze ne maf gast - Je ziet het er aan: ge zieget er begot on - Je zou voor minder: ge zou ver minder - Je zou ook zo worden: ge zou zoe weurre - je moest eens weten: gemoestetbegotisweete - Kan het niet helpen: kanner ni oândoeng - Kan die tateren: is madda eu viswijf - Kan ik u ergens mee van dienst zijn?: kannekoewellepe ? - klein hondje dat vaak op schoot gehouden wordt: truttelakker - kleine boodschap doen: 't zotteke uithangen - Komen jullie: komdegolle - Komt eens hier als ge durft: komisaf as ge daarft - Kom ermee te voorschijn: komterdanôatee - komt ge nog ?: wôar blefdena - koortsblaasje hebben: Edde wer on een voal koem ghange? - Laat u maar eens goed gaan: doe mor is choe zot of Lot de môaze mor schôave - Leg een deken extra: legter eens een seuzzebij - Mag ik met u de liefde bedrijven: mak aawe gaank is witte - Mag ik deze dans van U ?: Mak aa lijf is door den bak sleuren - Met de vrouwen niets dan last: me de waaive niks dan last - Mensen van den buiten: die zen van bachtendekuppe zeker - Moet ik u eens een paar klappen geven?: Moekààjiseenkoekoepààbakkesgeve ? - Nogal een "air" hebben: Jannestreken - Nu gaan we iets/wat zien: na gommetsing - Nu weet ik het ook: na weeteket oek - Niet van u woord zijn: Gij zè van oe woord gelak een hoer van heur gat ! - Onnozel ventje: ne voezen'appel - Onnozele, vervelende vrouw: truttemezuster - Opgepast de politie is daar !: Loepe, loepe, poepe, de Gardevil is dôar ! - Ongestelde vrouw: De rooi vlag hangt buite - Op goed geluk af: Oep de wilden boef - Retorisch gezegde over iemand die veel pretentie heeft: Stront wie eedoe geschete ? - Staat steeds aan de kant van de sterksten: Gattelakker - Slechte smaak in de mond: K'em precies een doei vogelke gebeft - Stijve tepels: Der hange konijne aan den draad - Struize, fors gebouwde vrouw: Doar kunde gendaarmen uit kweke ! - Stop met me te sarren/plagen: Zit naïs ni altaet op maain kap - Stopt ermee !: Schie'ter na me oât ! - 't is nu wel genoeg: zalt goan jaa - Tot volgende week: tot tenneuste week - Terugkrabbelen: zenne kàk intrekke - Tegenslag: schijt in den hoet - U is niet goed bij het hoofd: ga mankeerd iet zeker - U rookt ook stevig door: ga smoert er nineffe - U bent niet om aan te kijken: ga zietereut - Veel geluk : ajee ne peirdelul ; - Vooruit gaan, vorderen: affeseren - Vrouw met kleine borsten:zé soldateknoppe, tiekes - Vrouw met grote borsten:Die hee veel volk in de statie - Vrouw met ferm schab en dunne benen: Ting pond tette ennenalf pond bientjes - Vrouw die veel en lang babbelt: tetterwaaf - Vrouw met alles erop en eraan: Zis goe veurzing van oojre en poojte - Vechten of wat !: Komter oât è gast ! - Wat kan ik voor U doen: kannek oewelpe - Wat had je zoal graag gehad ?wamoetemme ? - Wat heeft hij gezegd ?: wasseitem ? - Wat doet hij nu weer?: watoetemnawer ? - Wat sta je daar nu te kijken?:oestodderna ? - Wordt gezegd wanneer iemand doet of hij je niet begrijpt: verstodde soems gin vloms? - Weet je nog iets anders: wette nog wa - Wat doe jij nu: wadoede ganaa - Wat is dat nu: wafferiet is danna - Wat ruik ik hier: wa riekekkik ier - Wat heb je daar nu aan: wadedde dor naon - Wat doe je er aan: wadoederon - Wat zijn dat nu voor streken: wafferentoere zen dana - Wat ga je doen: wa godde doeng - Wat doet hij nu weer: wa toetem na wer - Was het maar zo: wast mor wôar - Water van Maria de pachteres: zeik van boeremie - Wat is nu waar: wadis woar - Wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten: Agge de koengt vant vogelke kust dan krijde e vere smoeleke - Ziet ge het: eddet in de mot - Ze heeft het niet goed verwerkt: zissernichoefan - Ze hebben u in de maling genomen: zemmenoegoeligge - Ze was het moe: zewieretbeu - Zetpil inbrengen: supooke opsteke - Zeg dat ik het gezegd heb: zegt da kiket gezeid'em - Ze is weer niet aanspreekbaar: zeiget nogalissitte - Ze heeft het weer nodig (vrijpartij): zeiget wer noedig Zenne - Zij is weg: zis reepesneije - Ze is er niet goed van: zis er ni choefan - Ze werd het beu: ze wieret beu - Zet je muts op: zet a potske (n)oep - Ze wordt krikkel: ze kreiget oepeur seskes - Zij is weg: zis ribedebie - Ze is van over 't water (linkeroever-kant van de Schelde): zis van auver twoater - Zoek je last / ambras: zukt ambras of wa - Ze heeft dikke benen: Die hee nogal poëte onder eure zeikbak staan ! - Zij heeft mooie benen: Die hee schoën poëte onder heure pisbak ! - Ze is zo lelijk als wat: Diejeeget sexappeal vanne zwangeren boterham - Zij heeft pretentie: Zeget hoeg in heuren bol - Ze is in verwachting: Zé'n beestje in heur oor - Ziet er ondanks haar leeftijd nog goed uit: Zee veul binnegestoan
Antwaarps toaltje Een vrouw uit het Antwerpse staat aan het vuur worst in de pan te bakken.. Zij snijdt de twee uiteinden eraf. Hare man vraagt... "Schatteke,woroemsnaade gaa dei tsjoepkes er altaa af?"De vrouw antwoordt..."Ik weitnie, damoette gaa is aon maan moeder vraoge dei doet da oek altaa..." En ze gaan naar haar moeder. "Mama," vraagt ze "Woroem snaade gaa van dei socieceweust altaa de tsjoepkes der af?""Wel schat," zegt haar moeder "Da moetewe is aon de Bomma vraoge die deed da oek altaa." De dag daarop, iedereen naar de Bomma... "Bomma?" vragen ze "Woroem snaadegaa altaa dei tsjoepkes van de socieceweust as gaa stoat te bakke?" "Oooh, jao...dei tsjoepkes..."zegt de Bomma...'Ik weit het nie mieje, maor ons Mémé deed da oek altaa,damoete we heur toch is vraoge..." "Ons Mémé? Dei is al honderdentwieje jaorauwd! " roept iemand."We willenet toch weite!" Iedereen naar het rusthuis... Bij de Mémé in het rusthuis aangekomen, vragen ze onmiddellijk... "Mémé,woroem snaade gaa dei tsjoepkes altaa van de weust?" Méme is een beetje doof... "Wablief?"roept ze. "MÉMÉ, WAA SNAADE DEI TSJOEPKES VAN DE WEUST, WOROEMDOEN WAA DA?..." "WATTE?"roept Mémé...."BAKTE GOLLE NOG ALTAA INDA KLAAN PANNEKKE?" Antwaarps verholtje Frans tegen JEF:"Seg moette gaai main vraa ni emme?" Jef:"Neeje joeng ,da kannek nie doeng". Frans:"Mor allee joeng 'k zallekik doar ni kwoad veur zaain zene,'k hem zelf oek iet nief en joenk oep 't oog". Jef:"Neeje Fraans,'k pak oe vraa nie over!!!" Frans:"Is da soems giee schoe waaif of wa?" Jef:"Joawel,moar 'k hem van zjeleve is nen broemer van aa gekocht,en doar emmek ook mieer neffe geloope dan da'k er em oep gezeete De populairste Antwerpse melodieën
Antwaarpe De lichtjes oep de Schelde, den beiaard van den tore Mengse oep en bank En ong livrouwe en de Vloikesgangk. De stroat wor'k vruger katteke spelde ..... Antwaarpe ga zé ga veur mai Toch de stad wor asek zen gebore. De Grungpleuts de Meir de Kaaizerlaai. Dor hebbe kik main hart verlore. Antwaarpe wordakik oek ben, ik kan nievrans mainen droai ni vinde'k Weet het 't is fla mor ik beken, be aa zen'k toais En onder vrinde. Een zeemanskroeg on de dokke, de vogelemarkt oep zondagmorge't Chingchangsplein Brabo En Brabo zie van z'n fontein Ne joenge floate nor e mokke ..... Antwaarpe ga zé ga veur mai Toch de stad wor asek zen gebore, De grungpleuts de Meir de Kaaizerlaai, Dor hebbe kik main hart verlore, Antwaarpe wordakik oek ben, ik kan nievrans mainen droai ni vinde 'k Weet het 't is fla mor ik beken, be aa zen'k toais, en onder vrinde.
Antwaarps dokwerkersjargon - Antwerps voor het engelse "Packages Sheets",zijnde al dan niet verpakte bundels staal:pakke scheten ; - balen rubber:danseressen ; - bloem in fijne katoenen zakken:faain hemme; - dubbelgeplooid betonijzer:haarspelden ; - gegoten blokken koper,in de vorm van een peperkoek:peperkoeken: - goederen die men aanpikt in de kraan,in de vorm van een sigaar.Andersom krijgen we een "treintje":sigaren ; - korte,dikke staven,meestal van koper,ook eventueel van staal:japstokken ; - rollen plaatstaal verpakt in de vorm van een hoededoos of rond in de vorm van de roomijsbak van het "karreke":koekedozen,hoededozen, kreimglassen ; - zakken suiker van 100 kg:vette varkens; Antwaarpse Computertaal - Tab: vaar verrojt - Backspace: goddis trug - Cut: smet da doar oât - Delete: oâtvege - Windows 98: gin klaain vitrin - Print: zet et is oep e papirreke - Help: komdis - Home: norroas - Macro: goejekoejp - Undo: wagge just gedoân et telt ni - Replace all: oat de weg - Shut down: a bakkes toe - Insert: smet da doar tusse - Harddisk: darte schaaif - Floppy disk: slap schefke - Save: stekt da goe weg - Break: ting uur, koffe - Device driver: toenevies - Print preview: lot is sing - Repeat: oepternief - Toolbar: geriëdschapsbaar - Zoom: keurterbei - Database: das iet gelak een jaarbeis - Paragraph: pungt ander laain - Worksheet: warekmansscheet - Get external data: got da boâten aele - Run: geft em beuzze - Fullscreen: cinema - Page setup: zetem'oep - Find file: godden fil zuke - Window hide: stekt die vengster weg - Network: proâper warek > Antweps dialect (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Antwerps) >Antwerpen bezongenpowerpoint in Antwaarps
Zwijndrecht is een gemeente in het Waasland geannexeerd door de Provincie Antwerpen. Zwijndrecht bestaat uit twee woorddelen, namelijk zwijn en -drecht. Drecht, een woorddeel dat vaak in plaatsnamen wordt aangetroffen, is een woord van West-Nederfrankische herkomst en heeft de betekenis stroming, drift (der rivier). Zwijn verwijst niet zoals men zou vermoeden naar varken, maar is vermoedelijk een verbuiging van het eveneens West-Nederfrankische woord Swin met de betekenis geulof kreek. Zwijndrecht kan dan ook verklaard worden als een stromingsgeul. Scheld of spotnaam van Zwijndrecht: machuten. >Diverse informatie aangaande gemeente Zwijndrecht (blog vlaanderen)
Zwijndrechts dialect (deel 1)
Zwijndrechts dialect wordt plaatselijk Zwindrechts genoemd. Zwijndrechts is een mengeling van hetOost-Vlaams, Waaslands en hetBrabants dialect.
Beschouwingen over ons Zwindrechts dialect Ons Zwindrechts dialect heeft steeds de neiging om alle klanken uit te rekken en de woorden samen te trekken. De moderne woorden en het algemeen Nederlands dringen met zekerheid in ons dialect binnen. Onze kinderen nemen vele nieuwe woorden (Nederlandse en vreemde) over van de televisie, het telenet en uit de boeken en tijdschriften (er wordt gelukkig meer gelezen!). Aangezien Zwijndrecht eeuwen aan de oostgrens van het Waasland en ook aan de vroegere grens van het Graafschap Vlaanderen en het Hertogdom Brabant lag en de Zwijndrechtenaren daar-enboven voor school, handel en werk steeds gericht waren op de Sinjorenstad , werd ons dialect ook fel beïnvloed door de Brabantse streektaal. Vele nieuwe bewoners van Zwijndrecht komen nu van heinde en ver ; huwelijken worden gesloten met een uitheemse man of vrouw, huizen en appartementen worden gekocht of gehuurd door niet-Zwijndrechtenaren. Vroeger was onze gemeente grotendeels agrarisch en waren er ook vele honkvaste hande-laars. Hun afstammelingen bleven steevast op de gemeente, huwden meestal met een inwoner of inwoonster en onderhielden samen het Zwindrechtse dialect . De weinige inwijkelingen moesten reeds bij voorbaat zich inwerken in de plaatselijke streektaal! Die gunstige situaties voor het dialect zijn nu onherroepelijk veranderd Zal dat het einde zijn van de dialecten? Daarom is het goed dat wij de nog bestaande dialecten op een degelijke manier, zoals deze, kunnen bundelen . Uitspraak in Zwindrechts Heldere klanken worden soms dof uitgesproken:muziek meziek De h en eind-n worden nooit uitgesproken: uis, spoare Verkleinwoorden eindigen altijd opke : kinneke, schopke Behalve bij woorden die eindigen opt of d:teint-sje, taand-sje Awordt praktisch normaal uitgesproken, alhoewel ze vóór de s klinkt als een halflange klank tussen de algemeen Nederlandse a- en aa-klank Vb.:kas, as Vóór een r wordt de kortea-klank uitgerekt (voorgesteld als â , zoals in het Franse gâteau) Vb.:kar =kâr Aawordt meestalei , oa , ou , oe : peir , proate , wouter , toert Vóór eenrwordt de langea-klank meestalei Vb.:varen = veiren ; paard = peird ; gaarne = geire Vóór een kverandert de langea-klank inoa Vb.:maak = moak ; kaak = koak ; raken = roake Vóór eens wordt de langea-klank meestalou: Vb.:baas = bous ; kaas = kous Ewordt meestal normaal dof( het)of helder (pet) uitgesproken; Enkele uitzonderingen:bes = bees ; serre = seir ; ster = stâr ; ver = vâr Ee wordt meestalei, i :wereld = weireld ; zeven = zifte Vóór eenrwordt de langee-klank eenei Vb.:peer = peir ; keren (borstelen):keiren De korte en langei-klanken worden praktisch normaal uitgesproken. Dat telt ook zo voor de korte en langeu-klank en deeu-klank. De korteo-klank wordt vóór eenreen ui Vb.:dorp = duirp ; dorpel = duirpel Vóór eenl en nwordt de korteo-klank eenoo Vb.:polder = poolder ; ronde =roonde Soms wordt de lange o-klank veranderd in eeneu of oeë Vb.: voor = veur; bomen = boeëme :roken = roeëke Ei-klank wordt vóór een n ensverwrongen tot eenâi klank: Vb.:klein = klâin ; plein = plâin ; reis = râis ; zeis = zâis - maar :een ei = een â ; eieren =âren Voor deij-klank bestaat er geen gepast teken om de Zwindrechtse ij aan te duiden! Deze klank klinkt wat meer uitgerekt dan de algemene Nederlandseij, juist zoals de klank in de Franse woorden:gêne (last),chêne(beuk)engaine( elastisch buikcorset). Vb.:wijn =wên ofwain ;prijs =prês ofprais ;ijs =ês of ais ( steeds met de Franse klank in het oor!). Bij deau enou merken wij geen verschil in klankuitspraak ( au en ou =aa): Rauw = raa ; rouw =raa ; saus =saas ; kous =kaas De uitspraak vaneeu , oei enooiis zoals bij het algemeen Nederlands. Bijieu valt vaak deuweg of ze wordt lang:nieuw =nief ; nuuf Deui wordt soms eenuu: Vb.:duivel = duuvel ; juist =juust Woorden in Zwindrechts A aasvlieg: ronker ; aalbes: roobees ; aalput: beirput ; aalschepper: beirluut ; aardappel: petet ; aardappelen: petette ; aardappelmesje: petettescheller; aardappelpuree: platte petetten, gestamte petette ; aardbei: eirbees ; aardbol: weireldbol ; aasvlieg: roonker ; achtermiddag: achternuun ; achteruitrijden: dâi-ze ; accordeon: trekzak ; afsluiting (hout, beton): gelijnt ; alarm: siereine ; alarmlicht: zwoalicht ; alchohol: alkool ; alfabet: aabeecee ; alstublieft: astemblieft ; amusant: plezaant ; angina: aansjien ; anjer: genoffel ; armband: brasselet ; apart: appaart ; avond: ouved ; s avonds: souves ; akkoord: takkoord ; aardworm:pierewurm ; B bakvis (jong meisje): mokske; bal(letje): ketse-bal(leke) ; balpen: stielo, biek ; bangerik: ne scheiter ; bang zijn: benaat zijn, t benaat ein ; bedevaart: beeweg, begaankenis ;n beetje: een bitsje ; beer: beir ; begraafplaats: kârekkof ; benen: biëene ; benzine: naft ; biefstuk: bufstik ; bij(en): bie(jen), bie(kes); bijna: ost, bekanst ; bles(je): froefroe(ke) ; blikopener: opendoener, aftrekker ; bliksem: weerlicht, eemellicht ; bloedworst: bulling ; bloem(en): blom(me) ; blootvoets: barrevoets ; boekentas: kazak ; boezem: tet-ta-geire, schap; bonenstaak: kodde ; boodschap: kommissie ; boodschappentas: kabas ; boom: boeëm ; boveneinde van boomstam: herpen ; borst: buist ; borstel: buistel, vaager ; boterham: botteram ; braambes: brombees ; braken: spoage, kotse, overgeve ; broodbeleg: toespijs ; broodje: piestollee ; wij begonnen: wij begoste ; bakfiets: trieporteur ; bepleisteren: beploastere ; boomgaard: boogoard ; C cake-walk: kakkewallek ; catalogus: kattaloog ; catechismus: kattekismuus ; champagne: sjampieter ; chirurg: operateur ; chocolade: sjoklat ; chronometer: kronnoomeeter ; cirkel: roonde ; cliënt: klant ; clown: kloon ; cola: kokkakoola ; concert: konseir ; condoom: kapoot ; confituur: sjelâ ; conservatief: aa-wets ; consumptie: vertier ; contactdoos: pries ; controle: kontrol ; coöperatief: kopprattief ; cow-boy: koobouj ; crème: kreim ; cross-fiets: krosvieloo ; crooner: kreuner ; D dagblad: gazet ; dakgoot: kornis ; das: foelâr ; deksel: scheel ; dertig: dârteg ; deugniet: nietdeug, nieweirt, bietskoemer ; diesel: mazoet ; dikkopje: oekedoeleke; diploma: dieplom ; directeur: bestuurder; dommerik: mutte, annewuite ; doofstomme: stomme doove ; doopmeter: pit; dooppeter: peetere ; dopen(in vloeistof): doppe, oonderdoompele ; dorp: duirp ; dorpel: duirpel ; draagtas: netzak ; drassig: zoompig ; driewieler: trieporteur; drop: zwarte sjap ; dropje: jiejiepeke, jappeke; durven : dârven ; dokter: doktoor; doopsuiker: kinnekessuiker, suikerboeëne ; dotje: toefke ; douanier: doewaan ; draaiing: slaptietuut ; dwaas: dweis ; dweil: dwâl ; daar: doar, der ; dat is alles : das al ; deken: soaizie ; dikke vlieg: dol ; druk: pres ; drukken: presse ; drukking: pressing ; E een: ne (m.), een (v.), e (o.) ; eenden: pille; eetbord: talloeër ; eetzak: schoofzak ; ei: â ; eieren: â-re ; elektriciteit: ellentriek ; emmer: ieëmer ; enkel (voet): knoesel ; erwt(en): artje(s) ; erwten peulen: puren ; echt: echtig ; echtgenoten: alvetraaboeken ; eerst: eest ; engel: ingel ; erfenis: ârfenis ; erna: erachter ; ernaast: erneffes ; ernstig: serieus ; eronderdoor: eroonderdeur ; evenaar: eveneir ; evenaren: eveneiren ; evenzo: a-zoo ; examen: ekzaam ; echo:weergallem F fiets: vieloo ; fietsstuur: giedon ; fluwelen broek: floere broek ; foefelaar: foefeleir ; fopspeen:tuuter ; fornuis: fenage: cuisinière ;foto: portet ; fotograaf:fottegraf, portrettetrekker ;fotograferen:portrette trekke ;fototoestel:kodak;frieten:petetfruut ; G garnaal: geirnout ; gebreide puntsjaal: neusdoek ; geel: geil ; gehakt: gekapt ; gerookt vlees: peirdennank , ossennank ; gevangenis:t prezon ; goochelaar: schammateur ; geweest: gewist ; glad: gladdig ; glijden: sluiveren ; goedzak: ne (goeie) loebas, goesak ; gootsteen: pombak ; gerief: grief ; graag: geire ; grimassen: tootentrekke ; grote mond: groeëte noove ; goud: gaat ; grond: groond ; geschrokken: verschoote ; gebrekkig: gebrekkelek ; geletterd: wijs ; gemengd: oonderiëen ; geregelementeerd: geriglemeinteerd ; geronk: geroonk ; gerst: gjeist ; gesnurk: geroonk ; gezondheid: gezoonteit, saantee ; gips: ploaster ; goedemorgen: goeiemorge ; goedenavond: goeienavend ; golf: gollef ; H haag: weir ; haast: ost ; haastig: ostig, hitsig ; haken: krosteere ; ham,hesp: eps ; hamer: oumer ; handen: aande ; handje: polleke ; handschoen(en): waant(e) ; handtas: sjakos ; hard: neig ; haren: oar ; haring: eiring ; hinderlijk: ambetaant ; hobbelig veld: petetteveld ; hoge hoed: buis ; hommel: bombie ; homofiel: jeannet, mietje, ne verkeerde ; hooghartige: schitkoont ; horloge: loozie ; huid: vel ; huis: uis ; handvol: aaffel ; hakkelaar: doddeleir ; hakkelen: doddele ; haar: eur ; herhalen: rippeteere ; herhaling(en): rippetiesie(s) ; Hebben = ein: ik heb = ik ein , kein: jij hebt = gij et, get: hij heeft = ij ee, wij hebben = w ein: jullie hebben = gulder et: zij hebben = z ein. I ijsroom: krimglas ; ijscokar: krimglaskâr ; ijscoman: krimglasveint ; ijskast: friegoo ; ijskegel: ijspeegel ; injectie: sputsje ; inkom: aantree ; J jas: frak ; jasmijn: juuzemien ; jeuk: joeksel ; jeuken: joeke ; juffrouw: juufraa ; juist: juust ; jullie: gulder ; jutenzak: baal ; jongste kind: t kakkeneistje ; K kaars: keis, boegie ; kaas: kous ; kalender: almanak ; kalf: mutte ; karakter: karakteir ; katapult: musseschieter ; kauwgom: tuutefruut ; kers: kaas ; kersen: kaa-ze ; kikker: puit ; kikkerdril: paddegerek ; kind: keend ; kinderwagen: vwattuur ; kinderstoel: kakstuul; kip: kieke ; kippenvel: kiekevlees ; klaar: kleir ; kleine jongen: pagadder, snotneus ; klets: veig, mossel, peir ; kleuterschool: papschool ; klompen: blokke ; kniebroek: poefbroek ; knikkeren: marbolle ; knikker(s): marbol(le) ; knutselen: foetere ; koe: koei ; krijt: kruit ; koekje: koekske ; kokkin: kook-as ; koning: keunink ; koningin: keuningin ; koprol: kunstlabaareg ; kotelet: kortelet ; koud: kaat ; kousenophouder: sjartel ; kruimels: krummels ; kruisbes: stekelbees ; kruiwagen: kruwwaage ; krul: krol ; kuip: bassing ; kus: bees ; kortademig: deimpig ; kraaien: kroan ; kraan: kroun ; kracht: fors ; kruisje: kruske ; kunnen: keune ; kwaad worden: bluspoeier zin ; L laarzen: botte ; lamp: laamp ; lampekap(je): laampadeir(ke); lantaarn: laanteire ; lavabo: wasbak ; leggen: leige ; leugenaar: leugeneir ; lichaam: lijf ; lichte koffie: kattepies, kattezieëk ; liedje: lieke, eirke ; lijst: lieest ; lisdodde: dulpoes ; lolly: lekstok ; lomperik: pummel; loon: pree ; luchter: luuster; lucifers: stekskes ; luid: neig ; luier: piesdoek ; luik: blaffetuur : de laatste: de leiste ; de lente:den uitkom ; leuk: leutig ; M maand: moond ; maan: moun ; Machutus: Machuit ; magere: panlat, boeënstoak ; mantel: frak ; margarine: margrien ; masker: mombakkes ; markt: mart ; meikever: meuleneir, mulder ; meisje: maske, pieskaas ; merel: meirlon ; mesthoop: messing ; mier: muureziëeker ; mille-feuille: tompoes ; mirabel: marbeloun ; mispel: mupsel ; modder: moor ; molen: meule ; molenaar: meurelaar ; mooiprater: blageur ; mosterd: mostoart ; mouw: maa ; muts(je): pots(ke) ; morgen: mârren ; s morgens: smârres ; maîtresse: matras ; mens: meins, mâsse ; meester: miëester ; motor: motteur, motto ; N naarstige: neirstigaord ; nachtkleed: japon ; navel: naogelebuik ; neef: kozijn, kozze ; nergens: nieveraanst ; netel: tingel ; neuken: poepe ; neusverkoudheid: sneuvering, snotvalling ; niets: niekske ; nietsnut: flierefluiter, nieweird ; nieuw: nief, nuuf ; nijdige vrouw: pieketijn, tang , jeandârm; nochtans: pertang ; notenboom: nooteleir ; nu: nou ; O ommelet: ârekoek ; ondertussen: swinst,binst ; ophef maken: servietuuten ein ; oud: aat ; ouderwets: aa-wets ; overgeven: spoage ; oom: noonkel ; op tijd: in tits ; ontkurken: aftrekke ; opa: bompaa, vokke :oma: bommaa, meemee, moeke, mitteke ; opening: gat, ol ; omtrek: kontoer ; onderwijl: in passaant ; oren: oeëre ; P pagekopje: kalot ; paard: peird ; paardenbloem: piesbloem ; pandjesjas of jacquet: gatte-kletser, pieteleir ; pannenkoek: koekebak ; pantoffel(s): sloef(e), slets(e) ; papieren geld: briefke ; parfum: riekede reuk, oodeklonje ; pastoor: paaster ; paternoster: pottenoster ; peer: peir ; pek: târ ; penseel: vârrefbuistel ; perenboom: peireleir ; perzik: paas ; perzikboom: paazeleir ; pet: klak ; pink: peenk ; peterselie: pieterselie ; peuter: baazeke, kadeeke ; pietepeuter: pietje juust ; pijn: ziëer ; pissebed: vârkesluis ; plakleertje: vaantoezeke ; plankenvloer: plaansjee ; pletten: deddere ; postzegel: tijmber ; praten, babbelen: tettere, lameere, klappe ; prei: parraa ; prentje: beeleke; pruimenboom: pruimeleir ; premie: priem ; paars: violet, mouf ; pauw: paa ; pauze: poos ; petroleum: petrol ; pessimist: zwartkijker ; pistool: revolver ; pizza: piezaa ; politie: polies ; politicus: poletieker ; punaise: pienijs ; pureren: staampe ; purgeermiddel: poepsnoepje ; pudding: podding ; pastij: pattee ; permanent: parmenaant ;pier, aard(e)worm: piereworm ; R rabarber: roobarber ; ragebol: kopjouger ; rap: neig ; rauw: raa ; reine-claude: reigelloot ; reklame: reklam ; regenbui: vloug ; rem: frein ; remmen: freine ; ring: reenk ; rijden: rijn ; rijmpje: rimke ; rijstpap: rispap ; rolluik: persjen ; roodharige: roste, ne koopere ; rouw: raa; rusthuis: aa-mannekes-uis ; rapport: buulletijn ; resultaat: uitslag ; raadsel: rotsel ; raden: roan ; rechter: sjuuge ; ruzie: ambras ; S sabbelen: zabberen ; staander(tje): pieedestal(leke); staart: steirt ; schaap: schoup ; schaapje: schopke ; schaar: scheir ; schaduw: lommer(te) ; schoensmeer: bleenk ; schommel: bijs, touter ; schort: vurschoot ; schouw: schaa ; schrift: kajee ; scouts: schouten ; snijden: snijn ; schroevendraaier: toernavies ; sering: juuzemien ; slabbertje: bavetteke ; snel: neig, rap ; snor: moestasj ; soldaat: piejot ; soms: ammets; spaarder: potter ; sparen: potte ; speelplaats: koer ; spiegelei: peirdenoog ; spuwen: spuchele ; station: stasie ; stempelaar: dopper ; stoel: stuul ; stoep: trotwoar, plansier ; straffe gast: ne kastaar ; straks: suubiet, seffens ; strikje: neuke, non-de-djuuke, strekske ; strohoed: tiets ; sukkelaar: sukkeleir, ârme duts ; scheiding (in haren): schiee ; schilderen: vârreve ; sinterklaas: sintekloas ; schenken: scheenke ; schrikken: verschiete ; sleutel: sleuter ; stopverf: stokvârref ; stropdas: plastron ; Schelde: t Scheild, de Scheilde ; T taart(tje): toert(sje); taartje: pateeke ; tabak: toebak ; tafel: toffel ; tafelkleed(linnen): toffellouke ; tafelkleed(zeildoek): twaalseree ; tandarts: taantiest ; tanden: taande ;teenslippers: pillepoten; telegram: tellegram ; telefoon: tellefon ; televisie: tellevies ; terwijl: swinst ; toilet (w.c.): tuske, gemak ; toiletstoel: kakkedoo ; trage (treuzelaar): laanterfaanter, treuzeleir, zeemeleir ; trapzaal(overloop): allee ; treuzelen: zeemele ; tuil: boekee ; tuil bloemen: blommekee ; tweede: twiets ; tante: taante(ke) ; toonbank: toog(t) ; traan: troun ; trein: trân ; trouwen: traan ; U u: ou ; uw: ou, ulder ; ui: arjuin ; uitademen: uitaaseme ; uitdijen: kreenkele ; uitsteeksel: teut ; uitvaart: begraafnis ; urineren: piessen ; urinoir: piessijn ; uzelf: ouzelve ; V vaas: fous ; vaars: vjeis ; vader: vouder ; vakantie: vakanse, kongee ; varken: vârke ; vaat: afwas ; veearts: vietrieneir, peirdepiet ; veiligheidsspeld: toespel ; venster: vuster ; ventiel: soepap ; ver: vâr ; verdrinken: versmoeëre ; vergaderen: vergoare ; vergadering: vergoaring ; vergiet: triezee, strommijn ; verkoper: marsjang ; verkoudheid: valling, snotvalling, sneuvering ; verlegen meisje: truut ; verlof: permissie, kongee ; vervelend personage: beddezieeker, zieeker ; vest: gielee ; vlaamse taal: vlomse toal ; vleessbrood: friekandon ; vlechten (in het haar): keperingen; vluggerd: rappe, ne neige ; voetpad: plansier, trotwaar ; volgende week: noste week ; vooraan: van veur ; vorig jaar: veurig joar ; vork: verket ; vraatzuchtig: frette, schoefele ; vraatzuchtige: fretter, schoefeleir ; vrachtwagen: kabion ; vreten: schoefele ; vriend: mout ; vuilniszak: vulzak ; verzekering: assuraansie ; vinnig: kittig ; vink: veenk ; vleugel: zwing ; W wat: wa ; watten: wat ; wat zeg je?: wa zegde (gij)? ; wafel: woffel ; wagentje (2 wielen): pierewiet ; wang: koak ; warm: wârem ; warmte: wâremte, heette ; waspoeder: waspoeier ; water: woater ; waterketel: moor ; welnu: awwel ; weduwe: weef ; weduwnaar: weveneir ; web : spinnenet ; weegschaal: baskuul ; weigeren: revezeeren ; wenen: bleite, uile ; wereld: weireld ; werk: wârek ; wesp: weps ; wind: scheet ; wind laten: scheet loate, eene loate vliege ; windje: schitsje ; wimpers: peenkers ; worden: wierre ; wordt gij : wierde gij ; woede: kolleire ; worst: wuist ; wortel (van n plant): wuirtel , pees ; wortelen: peekes ; waarlijk: effenaf ; weeral: wirral ; X
A-zoo gezeet in t Zwijndrechts/Zwindrechts - Een ijsroom met wat slagroom, a.u.b: Ne krim-glas mee e toefke kreim-fris, astemblieft. - Daarvoor moet je de toelating hebben , hoor: Doar moette gij permissie veur ein , zenne. - Zij heeft nog een mooi gebit: Heur eetkoamer is nog helegaans in orde. - Hij was heel verbaasd: Diej scheet ne floere-naap seg. - Ik ga eerst nog eens naar het toilet: k Moet gaa nog ieest een ( klâine of grooëte ) kommissie doen. - Ze heeft veel schrik. Ze is erg bang: Die eeget neig benaat.) ( Z is neig benaat ) - Hij is helemaal van gedacht veranderd: Das effenaf nen kazakkendraar. - Hij weet niks en hij kan niets: Et is ne stroontroaper achter den ellentrieke tram. - Laat maar komen wat moet: Dagget doet wagget wil. - Dat is de waarheid: Klopt gelijk een buus. - Zijn haar begint uit te vallen: Zijn verstaand groeit te neig. - Amaai, mijn oren!: Amai, mijn talloeëren! - Het brengt toch niets op: t Es gieen avaanse. - Hij heeft altijd hard gewerkt: Dien ee alsjeleven neig gewârekt. - Wij hebben een hond en een kanarie: Wein ne noond en ne kanannevoogel. - 't Is gedaan!,zeg ik: Amen en uit!, zeigek. - Is het waar?: Ist echt, keend ( jong )?) Nota: keend gebruikt t.o. een vrouw, jong t.o. man. - Och, mens toch!: Ui , mâsse toch!) ( Ochgottekes, keend ( jong ) toch!)Nota: mâsse = meisje. - Die mensen hebben al veel meegemaakt met hun kind: Die meinsen ein uldere peere al gezien mee ulder keend. - Straks krijg je een draai om je oren: Subiet krijgde gij nen abbabbel op ou bakkes. - De zon begint te schijnen: ( Looraa komt te veurschijn .) ( Looraa loat eur zien.) ( Looraa is der.) - Tien jaar ouder worden: Der komt wirral e kruske bei. Nota: X is de Romeinse 10 Bron:Etienne Van Laer >Waasland dialect (op dit dialectblog) >Provincie Antwerpen dialect (op dit dialectblog)
Burcht Deelgemeente van Zwijndrecht Geannexeerd met de Provincie Antwerpen.
Burcht en Zwijndrecht liggen op zandruggen aan de rand van een krekengebied. De naamgeving verwijst hiernaar. Zowel Zwijndrecht als Burcht zijn beide afgeleid van Germaanse woorden: swina drifti en burgipja. Burgipja betekent eenvoudigweg berk. Dit verwijst vermoedelijk naar de vegetatie die op de droge zandgrond groeide. Swini en drifti zijn synoniemen en betekenen beide kreek. > Diverse informatie aangaande gemeente Burcht (wikipedia.org)
Burchts dialect
Burcht sluit geografisch nauw aan bij Zwijndrecht het dialect is dan ook verwant aan elkaar.
Woorden in Burchts boveneinde van de boomstam: herpen ; erwten peulen: puren ; gaanpad: tro-twaar ; glijden op het ijs: sluiveren ; mieren:meresiekers ;molenaar: meurelaar ; mug:fliefluter ;
Mechels dialect(deel 1) De stadnaam Mechelen word plaatselijk Mechele uitgesproken.
In Mechelen zegt men al eens: Het Mechels is dé beschaafde omgangstaal van Vlaanderen en Nederland en voor de dié di (diegenen die) dat niet kennen is het Algemeen Nederlands ootgevonne (uitgevonden)!
Gemeentenamen in Mechels dialect Hofstade: Ofstôôje Muizen (Dorp): Mooze (Deurrep) Rijmenam: Raomenam Straatnamen in Mechels dialect Leuvensesteenweg: Luifese Stieweg Mechelse uitdrukkingen - In Mechelen staat het water in de straten van aan het Station tot aan het Seminarie...: In Mechele staaget waater in de straate van aan de Staase tot aan 't Summenaare... - Een oude Mechelse Uitdrukking die men gebruikte tegen een Eeuwige Zagevent: Fret oe Kas oep, scheit Kalotte en ga oe Parruk in Paoraos verkoepe... - Niets doen...: 't Plafon van de Groete Mèt schildere... - Hoe zegt een Mechelaar bijvoorbeeld dat iemand arm is?: èrmoei is troof... ; a zit in de krot... ; 't is krot en kompanee... ; a-j-ij gien broek nemie an ze gat... ; a-j-ij giene nagel nemie oem ze gat te krabbe... - Wat is dat voor gezever?: Wadisda veu truut? - Die persoon heeft bij mij afgedaan: Die hee in men raape geschete - Braken: Over aa toeng kakken - Serieuze schrik hebben...: Met de Poeppers zitten - Hard werken...: Aove nikkel afdraoien - Je had het mogen houden...: Gadet meugen auve - Zwaar verliezen (Voetbal / Kaartspel)...: Serieus oep ao kas krijgen... - Op een winderige plaats staan (Met een snotvalling tot gevolg...): In den trok/trek staon... - Hij verbeeldt een ziekte: Ha is ziek aon zen kriek... - Stilaan ziek worden: Iets aon broeien... - Vandaag verlaat ik mijn woning niet meer...: Komme kot ni mier ôôt... - Dat gaat niet samen...: Da akkordeert ni... - Dat kan ik niet betalen...: Da kan maone brôône ni trekke... - Hebben ze je beetgenomen?: Emme ze een pad in ao keurref gezet? - Wat ben je bereid hiervoor te betalen?: Wa schuift da? - Ik zal dat ding eens scheef / recht trekken: Kzal er is ne vroeng aon geve - In een flits: Oep nen ikke enne goa - Hij is loom / Hij geraakt niet opgestart: Ao zit mè doe joeng - Het water spuit hier alle richtingen uit: Tis hie aont dressen - Ik heb U met 3-0 verslagen: Kem ao mè 3-0 afgedroegd - Ik krijg daar het heen-en-weer van: Kraog er de weubbes van - Dat wordt een hele aanpassing om...: Da zal e gatteke varen... - Hij heeft het (te pakken)...: Ajeichet... - Die zwijgt voor niemand...: Daddis ien mè een frank blad... Hollands / Mechels dialect - Een chroot zakkie Patat met feel Meeyo...: Een groet pak Frut mè veul Majoneis... - Jus dOrange: Frôôtsap - Hup!: Veurôôt / Achterôôt!
Mechels Feestlied (Fata Morgana E stappeke na vui, e stappeke oepzao Oe poep is late drôôie van a ien twie drao Die ermkes in de loecht, me zwôôie oemter 't miest en me roope tegelaok "Mechele Fiest!" 't Is fiest in 't Stad, 't is fiest in 't Stad Geft er ons nog ientje, stekt nog ma e vat 't Is fiest in 't Stad, 't is fiest in 't Stad Me geive van katoon, me geive van ons gat...
"As gau da paust..." (Tekst en muziek: De Laatste Showband en Mark Uytterhoeven) Refrein As gau paust dat de paus oep au paust Paust dan ma gau eet anders As gau paust dat de paus oep au paust Paust dan ma gau eet anders Drau wauven in Paraus Patraus in raunwaunsaus Schoen schonen en nen ood En den adel ei blau blood Drauj auren oep een rau Menier, zen dee van au? Of zen ze kaud en rau, dan zen et dee van mau. Een pjeid dad ei ne sjeit Dat iet ne pjeiresjeit Sta water in de straat Van de Staasse tot de Vaat Ge wet dat dee van ons Kan zoupen lek een spons De Daule is nie daule, nee de Deel is dons Refrein De stoemstraukauzerprausvraag kredde niet oepgelost As ge gien bewaus et wa nen deepziedouker kost As gau paust dat de paus oep au paust Paust dan ma gau eet anders (Rik) De Saedeleer is groet Dat is ne stadsgenoet En dat is de moraal: Mechels is een wereldtaal Da hoerde good oep raus Ik paus dat as de paus paust em in t Mechels paust Refrein De paus is weg aan t kwijnen a is t al groetendiels t Vaticaan wordt Mechels dankzij kardinaal Danniels Refrein Recept voor Bruine Saus (Tekst: Jos Nys) Ajôôn faon snaoje (ni te vuil) Klaon bètche bouter of oule in kasrol Laten bruneire Lavenierblad tooveuge Vaof krôôdnagels Peiper, zaot en krôônot Water Een klaon bètche gebrande karramel van ba den drogist E kleuntche sôôker Azaon Cintroon (e scheifke in veer gesneije) E klaon bètche majizeina vè te binne. >Provincie Antwerpen dialect (bericht op dit dialectblog)
Onze-Lieve-Vrouw-Waver Deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver.
De naam Waver wordt voor het eerst vermeld in een akte van 1008, waarin de Duitse koning Hendrik II afstand doet van zijn jachtrechten in het Waverwoud dat zich situeerde tussen de Neteen de Dijle. In de 11de eeuw behoorde het woud tot het hertogdomBrabant en het bisdom Kamerijk. De eerste bekende vermelding van de parochie Onze-Lieve-Vrouw-Waver, “sanctam Mariam in Wavera” dateert uit 1266. Het dorp was bezit van de familie Berthout en maakte deel uit van het Land van Mechelen. >Onze-Lieve-Vrouw-Waver (wikipedia.org)
Het toponiem Niel zou mogelijks afkomstig zijn van het middeleeuwsewoord niel met de betekenis "voorover geworpen in de diepte". Dit woord zou volgens de etymologie op haar beurt afkomstig zijn van het Germaanse woord nihwulia of niwaialho (betekenis: "voorover, naar omlaag"). Daarnaast wijst een studie van dorpen met de naam Niel uit dat het steeds plaatsen betreft die zich in een terreinverlaging bevinden. De plaatsnaam Niel kan dan ook verklaard worden als "laaggelegen plaats". Spotnaam van gemeente Niel: ? >Diverse informatie aangaande gemeente Niel (blog vlaanderen)
Het Vlaamse Kempenland neemt het grootste deel van de provincie Antwerpen en het noorden en midden van Belgisch Limburg in, en, niet te vergeten, het uiterste noorden van Vlaams-Brabant. Als begrenzing van de Kempen in het Vlaams Gewest kan men beschouwen: in het westen de Scheldevallei en de Scheldepolders, en de lijn Wijnegem-oostrand van Lier-Boortmeerbeek ; in het oosten de Maasvallei ; in het zuiden grenzen de Kempen aan de lijn Rupel -Dijle, door het noorden van Vlaams-Brabant, aan de Demer, en aan een lijn over Hasselt van Munsterbilzen tot Lanaken. > Algemene informatie aangaande de Kempen (blog vlaanderen) > Kempenstreek (www.wikipedia.org) > Kempen (www.youtube.com) > Kempen in beeld (www.google.com)
Kempisch dialect
Kempens dialect bestaat niet. In de Kempen klinkt in elke straat een andere taal. De consensus is een soort van Algemeen Kempens. De Kempense taal zit gevangen tussen het Limburgs (een beetje het zangerige) en het Antwerps (het harde). Het straalt een bepaalde relativering uit, m.a.w. het klinkt sympathieker dan het Antwerps, wat een echte Sinjoorniet graag zal willen toegeven. Blijkbaar is het moeilijker om de Kempense tongval eigen te maken t.o.v. de Westvlaamse. (Stefan Laenen van Huirtuit, journalist voor de Gazet van Antwerpen).
Het 'Liers' is een dialect dat afwijkt van hetAntwerps (antwaarps). Het 'Liers' is evenwel ook iets verschrikkelijks. Men kan het taaltje het beste herkennen als een straalbezopen schooier die Congolees spreekt. Enkele voorbeelden: - In het Liers wordt de letter 'H' niet uitgesproken. - Als er na een 'S' een 'P' komt (bv.:Lisp) dan worden deze twee letters bij de uitspraak verwisseld; 'Lisp' wordt dus uitgesproken als 'Lips'. Voor een gemiddelde, zatte Lierenaar is dat veel te vermoeiend. Een Lierenaar kan men best geen "h" aanleren, want dan wordt deze gewelddadig door het te hoge percentage alcohol in zijn bloed. Liers is een taalvariant van het Congolees, niet van het Nederlands. Zo heeft men hieronder enkele uitspraken die dat benadrukken: (let op: "ou" spreekt men uit als "oe")
- Hij doet weer wat: Adouwéwa - Wat is dat nou?: Waïsdanaa? - Hoe kan dat nou?: Oukandanaa? - Ik maak je tot friet! = Ik maak gehakt van je!: In frut vanien - Godverdomme!: Kak van Maria! - Kleine penis: Ondelulleke - Kutzooi!: Schijtkouk! - Had je nu...: Addegenaa... Woorden in Liers dialect A aardbei: jèerbees ; abrikozen: appelkokken ; B C D E een voorn: ne reuts: F G garnaal: gernot ; gehaktbrood; arcékoek ; H halve waarheden verkondigen: semmelen ; I in stukken van een: in frut vanien ; J K L lookworst: ondelulleke ; M N P paardenvlees salami: wit en zwet ; peperkoek: schijtkoek ; Q R rare snuiter: nen bitskoemer ; redelijk onbetrouwbaar persoon: nen appchaer ; rolluiken: blaveturen ; S schorseneren: protstokke/scheusseneere ; soort kotelet: stuk van de maenèst ; T V W wesp: pèweps ; witvis (riviervis): een machel X Y Z zagen (in het spreken, niet een plank zagen hé): memmen zoethout: kalissenhaat ;
De naam Duffel is afgeleid van de verouderde vormDuffla. Deze werd voor het eerst vermeld in het jaar 1059. Later veranderde de naam naar Duffle (voor 1350) en Duffele (na 1350). Vanaf 1684 dragen alle documenten de huidige naam.
Het toponiem Duffel is vermoedelijk een tweeledige naam (Duff en le). Duff zou volgens deskundigen afgeleid zijn van hetKeltischewoord dubro (water). le zou een verwijzing zijn naar lo dat op haar beurt afgeleid zou zijn van het Latijnselocus (plaats). Duffel betekent dan plaats bij het water. Deze stelling schijnt te kloppen aangezien er verschillende bewijzen van Keltische bewoning zijn gevonden. (cfr. de vondst van een bladvormige bronzen lanspunten een ijzeren haardketting). Andere bronnen beweren echter dat het eerste lid van de naam (Duff) zou verwijzen naar de Frankische uitdrukking ten (h)uffel, wat ten heuvel zou hebben betekent. Ook dit is een mogelijkheid aangezien de gemeente ontstond uit twee op heuvels gelegenverhevenheden. (cfr. de Kwakkelenberg te Duffel-Oost en de Rooienberg te Duffel-West). Bron: wikipedia.org >Kaart van gemeente Duffel (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande Duffel (wikipedia-org) Spotnaam van de Duffelaars: Strontboeren.
Duffels dialect
Duffel omvat eigenlijk drie entiteiten : Duffel-West, Duffel-Oost en Duffel-Mijlstraat. Duffel-West en -Oost liggen aan weerszijden van de Nete die de gemeente in tweeën deelt. Duffel-Mijlstraat vormt de overgang tussen Duffel-Oost en Koningshooikt. Het dialect van Duffel-Mijlstraat verschilt dan ook licht van dit van de beide andere entiteiten. > Duffels (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Duffels) >Provincie Antwerpen dialect (op dit dialectblog)
Op zijn Lokers gezegt - Pootjes worden bomen! Opgepast, je kan die niet blijven tergen als hij volwassen wordt slaat hij terug! - Wie de boom plant, velt hem niet! logisch de gemiddelde boom word 100 jaar. - Wie wil vind gemakkelijk een stok! Wie iemand wil kwetsen, zelfs ten gronde richten, heeft snel een reden gevonden. - Wie verder springt dan zijn stok lang is, valt in de gracht! Je mogelijkheden niet te buiten gaan. - Leun niet op een gebroken stok! Reken daar niet te veel op, je zal daar geen steun vinden! - Stokken in de wielen steken ! Dwarsbomen in een of ander plan. - Op mijn staak draait de meulen ! Ik heb het zwaarste te torsen, ik ben verantwoordelijk! - Ze zitten op onze staak ! Wanneer de eerste in rij van neven of nichten overleden is. - Bomen komen elkaar niet tegen, maar mensen wel! m. a. w.: wij zullen elkaar wel vinden, want wij hebben nog ee eitje te pellen. - Hoge klemmers diepe zwemmers sterven niet op hun bed! Hier bedoeld men het gevaar waaraan roekelozen zich blootstellen. - Een oude boom mag men niet verplanten! Een bejaarde die men uit zijn vertrouwde omgeving losrukt en een nieuwe levenswijze opdringt, kan dit niet aan! - Ge moet de boom buigen wanneer hij jong is! De vormgeving van de mens begint reeds op prille leeftijd! - Een man lijkt een boom! m. a. w. rijzig, breed geschouderd! - Hoge bomen vangen veel wind! zij die dagelijks in de kijker staan, een hoge plaatsbekleden in de maatschappij, ondervinden veel kritiek! Bron:Tijdschrift - De Souvereinen - Heemkring Lokeren. >Lokeren Waas dialect
Op zijn West-Vlaams op het toilet Osje no tvertrek goat, moeje op tvolgende letten: Ist voere kart of voere neure, Doet oltied de grendel op de deure,... Broek omleeghe, of je rok omooghe Azo bluft de bril oltied droge Ist voer e pisje of voe te kakken, Tis in de pot dat tmoet zakken En ejje nie vele gin tied, Ziet daje tpapier der nie neffens smiet, En pakjet tlatste blatje, Peinst ook op een ander zen gatje, Hier moeje nie lezen of de tied rekken Mor osghe vors goat an de sjas trekken, En otter e bitje an de pot bluft plakken Mag je grust de bustel pakken Zieje kleiren in orde en perfekt Osje ut thuzetje vertrekt, Vodaje vors goat, gepist of gescheten, Je nanden waschen nie vergeten, Oje gieder dus peist op ol die wenschen, Zieje gieder ook propere menschen!
Boetes in West-Vloanderen
Komme kik gistern ut het "Krutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo.
Ostens toiletgedicht Voer ut t' ang in 't kleinste kam er tje. Ist voor e kart of voor e neure, doe de grendel op de deure Broek om leige, rok om oge, azo bluf j' overal droge Iste pisje of zient drollen, 't is int potje dan ze m oetn rollen Ook al i je gin tied, zorg da je 't papier ni der neffens sm iet Trek je a 't latste bladje, peist ook op de volge nden ze gatje Ier m oe je den tied nie rekken, m oa osje vord goatan de chasse trekken En ost achter 't chassen nog bluuf pla k k n, m eug je gerust de burstel pakken Zie je kléren wel perfect voa da je were vertrekt Voa da je vors goad nie vergeten ja nanden in te ziepen Dus o je peist op al die menschen, zie junder propere m enschen. >Oostends dialect
Tetten int westvlaamsch Zoon: "Moedre, oe skrievje tetten?" Moeder: "Emoa jongne, wuk nen parlee; Woa voarn ejje gie da noadig?" Zoon: "Voar in mien ipstel van 't schole, kwille skrievn: Voadre e nen nieuwn trekteur gekocht en tetten nog niemand gezien".
Westvlaams Och menschen van vlees en bloed een scheve splette een verfrommelde gazette stovers met frieten een krampe in je kieten een zatte kaffie met een koekstje den open hèèrd en een boekstje La Esterella die ziengt een lampe die spriengt een vat ütgegoten een stik in je kloten spügen in een zakstje 't kleur van een kakstje een belastiengsbrief een gewillig lief noois de pille vergeten j'n eigen name nog weten een büle in j'n otto zesse jüste met de lotto zeven dagen ip zeven een indeliks geweun moar gelukkig leven. > West Vlaams dialect
Nieuwjaarswenschen ip zen westvlams 't Is were zoverre de deure van (jaar…..) stoat ip a gerre een hèèl nieuw joar voor te leven met malkoar liefde in 't ménage tussen de vint en de vrouwe en is ter ol è keer miserie of boel smiet olleszins met gèn meubels moar zet j'ip ne stoel en laat het moar overwaaien da rottig gevoel want oe da je 't ook kèèrt of oe da je 't ook droait, 't is dedju stille woar dat 't nooit een kèr woait. Zie julder momenteel nog nie van de straote gèn paniek, t' is ip da vlak noois nie te loate want wa zeggen ol die tupperware demonstranten oen ze geconfronteerd worden met under klanten 'een dikke, een kromme, een schele of een dulle ip ieder potje past er een ulle'. Moar 'k wille ook nog teen en 't ander wenschen : 'k wensche julder wat da 'k zelve betrachte, bij dage een bitje werk, en ruste bie nachte. Als g' honger hebt, een bètje brood; als g’durst é, geen watersnood; geen schulden tenzij deze dat ge efnan kunt betalen met gepaste munt. En heel 't joar, lik of dat goat en stoat, geen pijne noch smerte aan je tanden of an 't herte. Kortom, 'k wensche julder 't beste voar noaste jare En 'k goa daarbie laten voor vandjare >West Vlaams dialect
Brugse dakwerkers
Twee Brugse dakdekkers tijdens de schafttijd : " Hebde gij da ook da uwen thermos lekt als ie in uwe kaba zit..? De kaffie zit weer tussen mijn boterhammen, verdoeme..!" "Ik heb daar entwad’op gevonden - kijk wat da ‘k ik over m'n kaffiepulle trekke...!!" (Hij toont een thermos met een condoom erover ) "Waar haalde gij da, zo ne kajoetsjoe...?" vraagt de andere. "Gewoon bij den apotheker.." "Aja.., dadde... Prakties hé, ik moe da ook hebben.." Na het werk gaat hij vlug naar de apotheker en zegt :"Madam, ik zoek een kajoetsjoe voor over mijn pulle.." De apothekeres zegt : "Ik vermoed dat ik begrijp wat u bedoelt. En hoe groot moet dat ongeveer zijn..?" De dakdekker toont met zijn handen hoe groot zijn thermos is en zegt : "Dertig centimeter lengte, tien centimeter diameter.." "Amai.., da's groot..!!" zegt de apothekeres verwonderd. "Ja, madammeke..," zegt de man," je moe weten, als wij gaan dekken, dan is da voor ne helen dag héé...!!"
Boetes in West-Vloanderen Komme kik gistern ut het "Kruutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo
Pastoors Vier pastoors zitten samen een pint te drinken: een Brusseleir, een West-Vlaming, een Limburger en een Sinjoor. Ze klagen over het weinig volk dat nog naar de kerk komt. Zegt de Ket : wij hebben iets gevonden. In Jette zeggen we de Mis af en toe in het Brussels dialect en dan zit de kerk bomvol. Zegt de West-Vlaming : da doe me widder olle doage, mo ’t elpt nie. Zingt de Limburger : daaar kuuunen we niiiet aan deeenkne, waant daan duurt de miiis te laaang. Tenslotte den Antwerpeneir : spaaiteg da waai gien dialect emme.
Twee Brabanders Zegt de een tegen de ander: Zeg, lette gij ?gelijk wel us op oewn cholesterol? Zegt de ander: Zekers wel, agg ik op de plee zit. Aggij op de plee zit? Joa, dan zit ik op de plee, k?k een bietje umme heen, zie k gin pleepapier en dan denk k, goh... leste rol ... >Brabants dialect
Op zijn Gents Nen Gensche coiffeur es vrie fier op zijne poppegoi en zet hem in de zomer op nen statief voor zijn zoake. Moar iedere kier ois Jeanine, een schuun meiske van 20 joar, veurbij komt, roept diene poppegoi: "Doar zie, een hoere!"... Achter een tijtse begint ze da moe te worden en goa z'eur beklag goan doen bij diene coiffeur. Hij begrijpt de situose en beslist zijne poppegoi te straffen deur hem ghielegans zwart te schilderen. "Vwala" zegt hij, "neu zieder uit gelijk een lieleke kroije, en da blijft ezuu, zulange dadde nie broave zijt.". Ois Jeanine de volgende dag passeert, zwijgt diene poppegoi in alle toalen! Natuurlijk es ze verwonderd over die verandereinge, en ze zegt tegen diene poppegoi: "Awel moatje, neu edde wel veel minder proat hé ?" En de poppegoi replikeert: "Ois’ek mijne smoking aan hen, tons klap ik nie tegen hoeren"!..
Gents dialect
Main Kate 'k é veur de mainse , al tien en tander gedoin moir achteraf, zien ze eu nie mier stoin ik probeer ze in te schate moir ké mier vriendschap van maain kate ik ben giene rechter, en 't és uuk giene wains want tenslotte, ben ik zailve moir ne mains moir 'k é ma gister weest bezate in 't gezailschap van maain kate soms ben 'k triestig, en toens kaaikt ze noir ma mee die grute oranje ugen in toens spin ze der nog ba gelaak veur te zegge "moir boiske toch, ge't ma toch nog" z'é ma nog nuunt of nuunt of nuunt bedroge in ge begraaipt wel, z' é ma nog nuunt beloge dus ik leg eur in de wate ik leg eur in de wate soms slope'k ba eur op de mate ik in main kate Bron: Gus Roan - www.euro-support.be/langbel/gent3.htm >Gents dialect
Antwerps bejaard koppel
Een hoogbejaard koppel Antwerpenaren komt binnen bij de plaatselijke apotheker in de wijk Seefhoek. De stokoude dame, “Goeiendag menier den apotheiker, verkoepte ga hier Viagra?” “Ja natuurlijk mevrouw” “En hedde gaaj incontinentiemateriaal voor volwassen vraauwen” “Uiteraard mevrouw” “En voer venten?” “Tuurlijk da!” “Medicamenten tegen jicht” “Ja” “Tegen reuma”!?” “Ja!!” “Pillekkes tegen aderverkalking?” “Ja!!!” “Medikamentjes tegen cholesterol, aawerdoemsdiabetes, cataract, slechten bloedsomloop, oerapparaten…!?” “JA,JA,JA,JA EN NOG EENS JA!! Mevrouw, vanwaar deze vragen allemaal!?” “Tja menier; Welle verbleiven in ’touwemannekeshuis, hier aan ‘tStuivenberg, gon binnen een maand mé mekaander traawen, en vroegen ons af of wij eventueel onze huwelijkslijst hier meuge leggen..?”
Vlamsch over de schreve 't Is schoone, Vlamsch te klappen! Vlamsch klappen of horen klappen is lyk een oud spelding Uut ekomt van een doze in ’n kelder of in 'n zolder 'T is een lytje oude mode maer oek een lytje schonder Nie diere ni gekoop de tale van 'n Vlaming. 'N maendag op mets e keer 'k gaen te voete op mart 'T is beter in 'n zomer 't is schoon were om te klappen Me drinken een teugsje kaffie eten brood nieuw ebakt Mee oude kennissen in d'herberge me lachen. Me klappen van 'n ouden tyd van 'n prys van de groenselen An me kwaam in velo van Steenvoorde of Kassel Alleman in dien tyd kunste in ’n Vlamsch zeggen: "A't je blieft Meneer een kilo schoone wettels!". Docteurs en notaeris pasters en cholekosters Klapste dikkers goe Fransch maer kunde Vlamsch verstaen Ze waeren van 'n Westhoek en kwaam were in 'n zomer Vare van groote scholen nulder Latin verloren! Bron: www.sip.be/dialect/scholen/ >West Vlaams dialect
Zeeuws dialect
Verjaerdag De doôze mee gebak stae al een uure op een koele plekke in de schuure klam te worren deu ’t wachten op de gasten ’t is keurig gesorteerd zonder mokka en zonder schuum vuuftien stuks da’s lekker ruum de mist trekt in dunne slierten over ’t pas gespitte ’of kael is ’t wachten op de gasten mae lank za ’t nie meer dure vor een feêstje tussen moorkop, romoorn en appelpunt: de muzen bin d’r eerder as de buren Bron: Arie de Viet - http://people.zeelandnet.nl/evenhuis/noe8.htm >Zeeuws dialect
Dialect versje
Charelken Vereecken Ik ben Charelken Vereecken, en ik kan goed speken. Dat komt ik ben gezond met mijn sjieksken in mijne mond. Laatst geleden kwam ik langs een dam, k'had moeie benen en ik nam de tram. Pas gezeten op een houten banket, las ik op een houten planchet,"Défense de cracher sur le plancher". En daar ik nog wat frans verstond dacht ik ,wat ik hier niet speken mogen en ik spikte op de grond , juist toen de conducteur kwam rond Hela, riep die bleke, t'is hier verboden te speken! 'k zal a pakken zelle kapoen, en k 'spikte op zijne schoen. Kerel, dat zal ik u beletten, en ik spikte op zijn trambiljetten. 'T is e schandaal riep een maske, en ik spikte in haar kabasken. Smijt hem buiten riep een cherie en ik spikte in hare misenplie. Toen kwam de gardevil, en 'kspikte op zijnen bril maar dan vloog ik natuurlijk naar buiten, maar in de gauwte spikte ik nog ne keer goed op de ruiten. In het bureau gekomen had ik het lol, 'kspikte gans den directeur zijnen inktpot vol, maar toen deze kwam en zei: Kerel doe dat nog eens voor mij! Pardon mijnheer ken hem geen sjiksken of geen speeksel ni meer.
Beste bezoeker als je weet uit welke streek Stad of Gemeente het dialect van dit versje komt wil je dan zo goed zijn een mailtje te sturen naar: andreotte@hotmail.com
Beverse gezegdes - Als iemand geweldig aan het bluffen is over b.v. zijn inkomsten of eigendom! Geef de stoefer eeb brood, de klager heeft geen nood! - Ge moet niet altijd geloven wat men u probeert wijs te maken! Ver van de deur liegt schoon! - Een werkje van lange duur! Het gaat vooruit gelijk bonen knopen! - Als men een aardsluiaard beschrijft. Hij draagt een revolver.... om diegene dood te schietn die nog luier is! - Iemand voorbij lopen zonder te spreken! Die loopt mij voorbij zoals de Schelde door Antwerpen - Ge moet niet klagen als je gelukkig bent! Ge moet ons Heer niet slaan tewijl hij zalft. - Liever ne mutten dan nen ezel want da blijfde mor één joar !!! Bron:Gisela - seniorennet.be/kantklossen/ >Beveren Waas dialect
Limburgs og minse va vleejs en blood een sheef plooat een verfroemelde gezet frit me stoofvleejs krampen in oer keite medecamente beursaccedenten een sjat kaffee met ee keekske de'n oope hééd en ee beekske la estrella dei zingt een vat ootgesjet en e sték in ur kloete kotse in e zekske de kleer van e kakske een belastingbrief e gewilig lieef nog noeit de pil vergeete oere éége noam nog wééte een bléts in oere ooto zes juste op de lotto zeve doag op zeve en in de wéék mer gelekig leeve >Limburgs dialect