- Onderstaande bloginhoud dialect-linken zijn geklasseerd volgens Provincie en eventueel gewest, alfabetisch de steden en gemeenten met daaronder de deelgemeenten waarvan het dialect is opgenomen. - Ken je het dialect van je stad, gemeente of dorp? Laat het ons eventueel geworden. Hoe beperkt in omvang het ook is! Mailen klik hier Dank bij voorbaat!
De naam "Geel" is van Germaanse oorsprong en vermoedelijk ontstaan uit een samenvoeging van "gelba" (geel) en "lo" (bosje op hogere grond). Een periode vanaf 1155 was de plaatsnaam Ghela.
De naam van het dorp werd voor de eerste maal vermeld in 1173als Banele, wat de bestanddelen banne (rechtsgebied) en lo (bos) bevat. De gemeentenaam Balen wordt plaatselijk Boal uitgesproken. De bijnaam van de Balenaars is: Kruiers. De reden kan zijn dat de patroonheilige van de kerk, de Heilige Andreas, ook patroon van de kruiers is. Het volksverhaal rept ervan dat de bewoners de kerk een aantal malen wilden verplaatsen, en daartoe een kruiwagen geschikt achtten. In 1987werd een beeldje van de kruier geplaatst. Spotnaam of Scheldnaam van Balen: Messevichters en Kerkenkruiers. > Diverse informatie aangaande gemeente Balen (wikipedia.org) >Kaart van gemeente Balen (www.google.be/maps)
Arendonks dialect Arendonks wordt plaatselijk Aorendoenks uitgesproken.
Het is algemeen bekend dat het Arendonks een speciaal dialect is. Vele niet Arendonkenaars breken zich de tong wanneer ze trachten toch een paar woorden in ons dialect te zeggen. Hoe het speciaal dialect is gegroeid, is niet met zekerheid te zeggen. Doordat Arendonk altijd afgelegen is van de omliggende dorpen, door zijn heide en moerassen, zou het een eigen dialectontwikkeling gekend hebben, die niet beïnvloed werd door de taal van de andere dorpen. Arendonk zou ooit geteisterd zijn door een ziekte die een groot gedeelte van de bevolking uitroeide. er moeten toen vreemde inwijkelingen gekomen zijn. Door de mengeling van het bestaande taaltje, gesproken door de overlevenden, en het dialect van de nieuwe inwoners zou het speciale Arendonks ontstaan zijn. Feit is dat het Arendonks een zeer sterke overeenkomst heeft met het dialect van Lommel. Het Lommels is alleen een beetje zangeriger. Voer voor taalkundigen schept het Arendonks in ieder geval genoeg. > Arendonks (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Arendonks) >Arendonk TV dialect (www.arendonk.be) >Dialect Noorderkempen (op dit dialectblog) >Provincie Antwerpen dialect (op dit dialectblog)
Gemeente Brecht wordt plaatselijk Bracht uitgesproken. De eerste vermelding van de naam Brecht werd teruggevonden in een akte afkomstig van de abdij van Postel uit het jaar 1173. In deze akte komt de naam ‘Berta de Brecte’ voor. Ze handelt over het feit dat als zij in het klooster van Eeuwen wilde binnentreden, haar goederen in Bladel schonk aan den prelaat van Tongerloo. Vanaf deze datum komt in verschillende documenten zowel de vermelding ‘Brechte’ als ‘Brecht’ voor. Over de betekenis van de naam is er nog geen eenduidigheid. Misschien zou Brecht afkomstig zijn van ‘brec’, ‘braec’ of ‘brakti’, dat braakland of omgehakt bos betekent. Maar ‘brakti’ kan ook ‘breken’ betekenen, wat kan duiden op een breking van het reliëf, met andere woorden bijvoorbeeld een heuvel of hoogte. Naast deze twee mogelijkheden kan ‘Brecht’ ook van een persoonsnaam afkomstig zijn en ‘machtig man’ betekenen. Bron: wikipedia.org Bijnaam, spotnaam of scheldnaam van de Brechtenaars: Mastentoppen, Struiven, Kleipikkers, Leempikkers. > Diverse informatie aangaande gemeente Brecht (blog vlaanderen)
Gemeente Sint Lenaarts wordt plaatselijk Sintelènnes uitgesproken. De plaats groeide rond een middeleeuwse kapel gewijd aan Leonardus, aanvankelijk als gehucht vanBrecht.Spotnaam van Sint-Lenaarts: kleipikkers. > Sint-Lenaarts (wikipedia.org)
Sinds het ontstaan van Hoogstraten omstreeks1210tot diep in de 18e eeuw waren er verschillende spelwijzen in gebruik voor het toponiem. Zo werd de plaatsnaam gedurende deze periode afwisselend als Hoochstratum, Hochstraten, Hoestraten, Hoochstraten, Hoistraten, Hoighstraten, Hoichstraten, Hoeghstraten, Hoechstraten en Hoegstraten geschreven. Van de 18e eeuwtot 1930was de officiële spelling Hoogstraeten.
Het toponiem Turnhout bestaat uit twee woorddelen namelijk Turn- en hout. Turn- zou mogelijk afgeleid zijn van het Germaansewoord durnum, dat doorn betekent. Het achtervoegsel -hout komt van het Germaanse woord “hulta” en betekent bos. De naam kan dan ook verklaard worden als doornbos. Het toponiem duikt voor het eerst op als Turnolt in 1186 in een document van de Abdij van Tongerlo. Een jaar later (1187) noemt een document uit de Archives nationales te Parijs de plek Turneholt. In 1212duikt voor eerst de huidige naam van Turnhout op in een document uit diezelfde archieven. Een alternatieve verklaring, zoals verteld bij de rondleiding in het kasteel van de hertogen van Brabantin Turnhout, is dat Turn- afkomstig is van het oude woord voor toren. Turnhout zou dan afgeleid zijn van toren in het bos. De theorie is, dat toen het kasteel werd gebouwd, de nederzetting Turnhout zelf nog niet bestond. Er zou daarom eerst sprake zijn geweest van een toren in de bossen nabij wat nu Oud-Turnhoutis. Bron: wikipedia.org De Stadnaam Turnhout word plaatselijk Turnout uitgesproken. De Stad wordt ook wel Kaartenstad genoemd. Spotnaam van Stad Turnhout: binken,muggenblussers. >Diverse informatie aangaande Stad Turnhout
Diepgravend onderzoek door professoren en taalpuristen heeft uitgewezen dat het meest gebruikte woord in het Limburgs dialect, van Sint-Truiden tot Peer, van Halen tot Kinrooi kloéte is!
Enige voorbeelden:
- ik heb er genoeg van: "dà hink mich men kloéten aat" - hoor die eens veel lawaai maken: "huurt dee es van zijn kloéte moake" - 't is niet te eten: "da's ni in our kloéte te krijge" - ik heb er genoeg van: "det se mich m'n kloéte kusse" - wat je daar zegt verbaast me: "wol kust mich na toch men kloéte" - hij vloog buiten: "e vloog bij zen kloéten op stroat" - ze hebben hem een loer gedraaid: "ze hebbe tem ne ferme kloét aafgetrokke" - daar versta ik niks van: "doa verstoin ich gein kloéte van" - de dronken bestuurder negeerde het rode stoplicht: "de chauffeur ree met z'n zate kloéte door 't roed" - de bouwvakker is door het dak gevallen: "de metser is met z'n kloéte doer 't daak gegoen" - dat kan me niet deren: "dè kan mich gien kloéte schillen" - ik heb goed gegeten: "ich hub men kloéte goe volgespeeld" - ik heb slaag gekregen: "ich hem ferm op mien kloéte gekriege" - die jongen hebben ze erg geplaagd: "dieje gast hubbe ze dik bij zijn kloéte gespeild" - hij is dronken: "dé heit e ferm stuk in zijn kloéte" - ik ben gevallen: "ich bin mit men kloéte tiege de grond gegoen" - 't is een verloren zaak: "'t es no de kloéte" - hij is platzak: "de ei gene frang op zijn kloéte" - ik vertel zo maar wat: "ich houw zoe mèr wa out mijn kloéte" - hij is een luierik: "dee es te lui ver zijn kloéten op te lichte" - deze scheidsrechter kent de spelregels niet: "dein arbieter kenter gein kloéte van" - da's niks waard: "da's van den hond zen kloéte" - hij is toch een goed mens: "'t is toch ne goeie kloét" - mijn auto is stuk: "miene auto is no de kloéte"
Kerstwensen in Limburgs dialect Og minse va vleejs en blood een sheef plooat een verfroemelde gezet frit me stoofvleejs krampen in oer keite medecamente beursaccedenten een sjat kaffee met ee keekske de'n oope hééd en ee beekske la estrella dei zingt een vat ootgesjet en e sték in ur kloete kotse in e zekske de kleer van e kakske een belastingbrief e gewilig lieef nog noeit de pil vergeete oere éége noam nog wééte een bléts in oere ooto zes juste op de lotto zeve doag op zeve en in de wéék mer gelekig leeve
Het Herkse dialect is een typisch Oostgetelands dialect met overwegend Limburgse kenmerken. Opvallend is het verschil tussen het 'Herkers' en het 'Skielens', het dialect van deelgemeente Schulen, dat meer aansluit met het Hasselts. Een kenmerk van het Herkers is de lange 'ui' klank. Verder kan men in het Herkers van oudere sprekers kenmerken terugvinden die erg aansluiten met kenmerken van het Oud-Nederlands, een stadium waaraan andere dialecten reeds lang voorbij zijn. Voorbeelden hiervan zijn de negatie met en/'n, en de verbuiging van het zelfstandig naamwoord na een voorzetsel. > Herks dialect (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Herks) > Limburgs dialect (op deze site)
Diepenbeek werd in 1092 voor het eerst vermeld als Tidebachen, de beek van Teudo. In de vorige eeuw veranderde het centrum van Diepenbeek stukje bij beetje. In ijltempo verliest Diepenbeek zijn verleden en transformeert het naar een modern maar karakterloos dorp. Gelukkig zijn er nog enkele historische gebouwen die nostalgisch refereren naar de tijd van toen. Scheld of spotnaam van Diepenbeek: schoverik, aanjagers. > Kaart van gemeente Diepenbeek (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande gemeente Diepenbeek (wikipedia.org)
Diepenbeeks volkslied Jaskaante van den Deëmer: Weerskanten van de Demer. ’n Plak boe iech van haag : Een plek waar ik van hou. De catsbeek en de Stiemer : De Caetsbeek en de Stiemer ( zijnwaterlopen) En blumkens lengs de graach : En bloemen langs de gracht. Kui graoz’n in het malse graos : Koeien grazen in het malse gras. En Fump sjiet wir ’n dükke haos : En Fump schiet weer ne dikke haas. Dooë in dei sjunste streek : Daar in die schoonste streek. Dooë likt oos Diepenbeek :Daar ligt ons Diepenbeek. De maïs wiegt zütsjes inne weind : De maïs wiegt zachtjes in de wind. De terref réëpt geel van kleur : De tarwe rijpt geel van kleur. En op het Réëtsje ziengt : En op het Reitje zingt. (Reitje is een gehucht van Diepenbeek) E keind’ch : een kind. Ben blei da iech da heur : Ben blij dat ik dat hoor. Tonéilgrup geëve dek petrol : Toneelgroep geeft dik gas. De zaole zitt’n altêëd vol : De zaal zit altijd vol. Weë hüit van de natuur : Wie houd van de natuur. De louch is hëë nog puur. : De lucht is hier nog zuiver. De a’en Toon van het kestiel : De oude Toon van het kasteel. Kot bé ’t Deëmerstrand : Kort bij het Demerstrand. Op ’t Kéttelveld hült het kerdiel : Op het Kéttelveld ( Manege) houd het koord. De pjedsjes inne haand : De paardjes in de hand. De kérrektoon kikt op oos daol : De kerktoren kijkt op ons neer. En heit zjeë cente in oer maol : En heb je centen in uwe zak. Dan drènkt zjeë tobbe bier : Dan drink je potten bier. En maoke veë plezier.: En maakt veel plezier. Zjeë koeint hëë leëre vör dektoer : Gij kunt hier leren voor dokter. An d’universetëët : Aan de universiteit. Hëë kent zjëë nog urre geboer : Hier ken je nog uwe gebuur. En hëit zjeë allen tëëd : En heb je nog alle tijd. Zjeë koeint hëë villow jaoge : Je kan hier fiets rijden. De allersjunste streek. : De aller-schoonste streek. Da is m’n Diepenbeek. : Dat is mijn Diepenbeek.
De plaatsnaam Tongeren is terug te voeren op het LatijnseAtuatuca Tungrorumen zou zoveel betekenen als "vesting van de Tungri". ca. 15 v. Chr. De stadnaam Tongeren wordt plaatselijk Tóengere of Tungers uitgesproken. Spotnamen of scheldnamen van Tongeren: Mussen, Trullen (= ovaalvormige tarwekoekjes), Trullebakkers, Vlaaieters, Vlaaischijters. Sjoepsjaiters. > Diverse algemene informatie aangaande Stad Tongeren (blog vlaanderen)
Tongers dialect Wordt plaatselijk Tóengeres of Tungers uitgesproken.
Het Tongers is zowat een mengeling van oud-duits en frans- vroeger sprak 80% van de inwoners de franse taal en de oudere generatie maakt nog altijd gebruik van franse woorden-(bvb.geluk = chance en dat is goed gedaan jongen = ala-bonne-heur fiston..;enz...handtas= sacoche. De hedendaagse jeugd spreekt goed Nederlands maar de Tongerse tongval is er zeer moeilijk uit te krijgen. >Tongers dialect (www.mijnwoordenboek.nl) > Limburgs dialect
Scheld of spotnaam van gemeente Riemst: éénwinters (= éénjarig kalf), koeien, lepkens, loerjagers, grottenlopers.
Riemsts dialect
Dialecten zijn levende talen en ondergaan dus ook veranderingen. Die kunnen van verschillende aard zijn: woordenschat, woordbetekenis, klank, grammatica… Veranderen behoort tot de normale evolutie van een taal omdat die veranderingen voortvloeien uit veranderingen in onze maatschappij. De Zuidoost-Limburgse dialecten vertonen vaak veel overeenkomsten, toch heeft elk dialect zijn identiteit. Die eigenheid van elk dialect dreigt weliswaar stilaan onder invloed van het Nederlands en/of van andere dialecten sterk achteruit te gaan. Het deels verscheiden dialect van gemeente Riemst en deelgemeenten is daar geen uitzondering op. > Riemsts (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Riemsts) >Limburgs dialect (op deze site)
- Scheld of spotnaam van Vlijtingen: Witte kamezollen .
Vlijtingens dialect
In het lokale dialect wordt het dorp Vlètegge genoemd. Flétange is de Franse benaming en Flétindje de Waalse. Vlijtingen ligt in het Nederlands taalgebied. Het lokale dialectbehoort tot het Limburgs, een van de Nederlandse streektalen. De taalkundige afstand van de Nederlandse dialecten tot het Algemeen Nederlands is het grootst in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburgs. Aldus de resultaten van het onderzoek op basis van de featurefrequentiemethode uitgewerkt en toegepast door de dialectologen Hoppenbrouwers.
Op zijn Lokers gezegt - Pootjes worden bomen! Opgepast, je kan die niet blijven tergen als hij volwassen wordt slaat hij terug! - Wie de boom plant, velt hem niet! logisch de gemiddelde boom word 100 jaar. - Wie wil vind gemakkelijk een stok! Wie iemand wil kwetsen, zelfs ten gronde richten, heeft snel een reden gevonden. - Wie verder springt dan zijn stok lang is, valt in de gracht! Je mogelijkheden niet te buiten gaan. - Leun niet op een gebroken stok! Reken daar niet te veel op, je zal daar geen steun vinden! - Stokken in de wielen steken ! Dwarsbomen in een of ander plan. - Op mijn staak draait de meulen ! Ik heb het zwaarste te torsen, ik ben verantwoordelijk! - Ze zitten op onze staak ! Wanneer de eerste in rij van neven of nichten overleden is. - Bomen komen elkaar niet tegen, maar mensen wel! m. a. w.: wij zullen elkaar wel vinden, want wij hebben nog ee eitje te pellen. - Hoge klemmers diepe zwemmers sterven niet op hun bed! Hier bedoeld men het gevaar waaraan roekelozen zich blootstellen. - Een oude boom mag men niet verplanten! Een bejaarde die men uit zijn vertrouwde omgeving losrukt en een nieuwe levenswijze opdringt, kan dit niet aan! - Ge moet de boom buigen wanneer hij jong is! De vormgeving van de mens begint reeds op prille leeftijd! - Een man lijkt een boom! m. a. w. rijzig, breed geschouderd! - Hoge bomen vangen veel wind! zij die dagelijks in de kijker staan, een hoge plaatsbekleden in de maatschappij, ondervinden veel kritiek! Bron:Tijdschrift - De Souvereinen - Heemkring Lokeren. >Lokeren Waas dialect
Op zijn West-Vlaams op het toilet Osje no tvertrek goat, moeje op tvolgende letten: Ist voere kart of voere neure, Doet oltied de grendel op de deure,... Broek omleeghe, of je rok omooghe Azo bluft de bril oltied droge Ist voer e pisje of voe te kakken, Tis in de pot dat tmoet zakken En ejje nie vele gin tied, Ziet daje tpapier der nie neffens smiet, En pakjet tlatste blatje, Peinst ook op een ander zen gatje, Hier moeje nie lezen of de tied rekken Mor osghe vors goat an de sjas trekken, En otter e bitje an de pot bluft plakken Mag je grust de bustel pakken Zieje kleiren in orde en perfekt Osje ut thuzetje vertrekt, Vodaje vors goat, gepist of gescheten, Je nanden waschen nie vergeten, Oje gieder dus peist op ol die wenschen, Zieje gieder ook propere menschen!
Boetes in West-Vloanderen
Komme kik gistern ut het "Krutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo.
Ostens toiletgedicht Voer ut t' ang in 't kleinste kam er tje. Ist voor e kart of voor e neure, doe de grendel op de deure Broek om leige, rok om oge, azo bluf j' overal droge Iste pisje of zient drollen, 't is int potje dan ze m oetn rollen Ook al i je gin tied, zorg da je 't papier ni der neffens sm iet Trek je a 't latste bladje, peist ook op de volge nden ze gatje Ier m oe je den tied nie rekken, m oa osje vord goatan de chasse trekken En ost achter 't chassen nog bluuf pla k k n, m eug je gerust de burstel pakken Zie je kléren wel perfect voa da je were vertrekt Voa da je vors goad nie vergeten ja nanden in te ziepen Dus o je peist op al die menschen, zie junder propere m enschen. >Oostends dialect
Tetten int westvlaamsch Zoon: "Moedre, oe skrievje tetten?" Moeder: "Emoa jongne, wuk nen parlee; Woa voarn ejje gie da noadig?" Zoon: "Voar in mien ipstel van 't schole, kwille skrievn: Voadre e nen nieuwn trekteur gekocht en tetten nog niemand gezien".
Westvlaams Och menschen van vlees en bloed een scheve splette een verfrommelde gazette stovers met frieten een krampe in je kieten een zatte kaffie met een koekstje den open hèèrd en een boekstje La Esterella die ziengt een lampe die spriengt een vat ütgegoten een stik in je kloten spügen in een zakstje 't kleur van een kakstje een belastiengsbrief een gewillig lief noois de pille vergeten j'n eigen name nog weten een büle in j'n otto zesse jüste met de lotto zeven dagen ip zeven een indeliks geweun moar gelukkig leven. > West Vlaams dialect
Nieuwjaarswenschen ip zen westvlams 't Is were zoverre de deure van (jaar…..) stoat ip a gerre een hèèl nieuw joar voor te leven met malkoar liefde in 't ménage tussen de vint en de vrouwe en is ter ol è keer miserie of boel smiet olleszins met gèn meubels moar zet j'ip ne stoel en laat het moar overwaaien da rottig gevoel want oe da je 't ook kèèrt of oe da je 't ook droait, 't is dedju stille woar dat 't nooit een kèr woait. Zie julder momenteel nog nie van de straote gèn paniek, t' is ip da vlak noois nie te loate want wa zeggen ol die tupperware demonstranten oen ze geconfronteerd worden met under klanten 'een dikke, een kromme, een schele of een dulle ip ieder potje past er een ulle'. Moar 'k wille ook nog teen en 't ander wenschen : 'k wensche julder wat da 'k zelve betrachte, bij dage een bitje werk, en ruste bie nachte. Als g' honger hebt, een bètje brood; als g’durst é, geen watersnood; geen schulden tenzij deze dat ge efnan kunt betalen met gepaste munt. En heel 't joar, lik of dat goat en stoat, geen pijne noch smerte aan je tanden of an 't herte. Kortom, 'k wensche julder 't beste voar noaste jare En 'k goa daarbie laten voor vandjare >West Vlaams dialect
Brugse dakwerkers
Twee Brugse dakdekkers tijdens de schafttijd : " Hebde gij da ook da uwen thermos lekt als ie in uwe kaba zit..? De kaffie zit weer tussen mijn boterhammen, verdoeme..!" "Ik heb daar entwad’op gevonden - kijk wat da ‘k ik over m'n kaffiepulle trekke...!!" (Hij toont een thermos met een condoom erover ) "Waar haalde gij da, zo ne kajoetsjoe...?" vraagt de andere. "Gewoon bij den apotheker.." "Aja.., dadde... Prakties hé, ik moe da ook hebben.." Na het werk gaat hij vlug naar de apotheker en zegt :"Madam, ik zoek een kajoetsjoe voor over mijn pulle.." De apothekeres zegt : "Ik vermoed dat ik begrijp wat u bedoelt. En hoe groot moet dat ongeveer zijn..?" De dakdekker toont met zijn handen hoe groot zijn thermos is en zegt : "Dertig centimeter lengte, tien centimeter diameter.." "Amai.., da's groot..!!" zegt de apothekeres verwonderd. "Ja, madammeke..," zegt de man," je moe weten, als wij gaan dekken, dan is da voor ne helen dag héé...!!"
Boetes in West-Vloanderen Komme kik gistern ut het "Kruutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo
Pastoors Vier pastoors zitten samen een pint te drinken: een Brusseleir, een West-Vlaming, een Limburger en een Sinjoor. Ze klagen over het weinig volk dat nog naar de kerk komt. Zegt de Ket : wij hebben iets gevonden. In Jette zeggen we de Mis af en toe in het Brussels dialect en dan zit de kerk bomvol. Zegt de West-Vlaming : da doe me widder olle doage, mo ’t elpt nie. Zingt de Limburger : daaar kuuunen we niiiet aan deeenkne, waant daan duurt de miiis te laaang. Tenslotte den Antwerpeneir : spaaiteg da waai gien dialect emme.
Twee Brabanders Zegt de een tegen de ander: Zeg, lette gij ?gelijk wel us op oewn cholesterol? Zegt de ander: Zekers wel, agg ik op de plee zit. Aggij op de plee zit? Joa, dan zit ik op de plee, k?k een bietje umme heen, zie k gin pleepapier en dan denk k, goh... leste rol ... >Brabants dialect
Op zijn Gents Nen Gensche coiffeur es vrie fier op zijne poppegoi en zet hem in de zomer op nen statief voor zijn zoake. Moar iedere kier ois Jeanine, een schuun meiske van 20 joar, veurbij komt, roept diene poppegoi: "Doar zie, een hoere!"... Achter een tijtse begint ze da moe te worden en goa z'eur beklag goan doen bij diene coiffeur. Hij begrijpt de situose en beslist zijne poppegoi te straffen deur hem ghielegans zwart te schilderen. "Vwala" zegt hij, "neu zieder uit gelijk een lieleke kroije, en da blijft ezuu, zulange dadde nie broave zijt.". Ois Jeanine de volgende dag passeert, zwijgt diene poppegoi in alle toalen! Natuurlijk es ze verwonderd over die verandereinge, en ze zegt tegen diene poppegoi: "Awel moatje, neu edde wel veel minder proat hé ?" En de poppegoi replikeert: "Ois’ek mijne smoking aan hen, tons klap ik nie tegen hoeren"!..
Gents dialect
Main Kate 'k é veur de mainse , al tien en tander gedoin moir achteraf, zien ze eu nie mier stoin ik probeer ze in te schate moir ké mier vriendschap van maain kate ik ben giene rechter, en 't és uuk giene wains want tenslotte, ben ik zailve moir ne mains moir 'k é ma gister weest bezate in 't gezailschap van maain kate soms ben 'k triestig, en toens kaaikt ze noir ma mee die grute oranje ugen in toens spin ze der nog ba gelaak veur te zegge "moir boiske toch, ge't ma toch nog" z'é ma nog nuunt of nuunt of nuunt bedroge in ge begraaipt wel, z' é ma nog nuunt beloge dus ik leg eur in de wate ik leg eur in de wate soms slope'k ba eur op de mate ik in main kate Bron: Gus Roan - www.euro-support.be/langbel/gent3.htm >Gents dialect
Antwerps bejaard koppel
Een hoogbejaard koppel Antwerpenaren komt binnen bij de plaatselijke apotheker in de wijk Seefhoek. De stokoude dame, “Goeiendag menier den apotheiker, verkoepte ga hier Viagra?” “Ja natuurlijk mevrouw” “En hedde gaaj incontinentiemateriaal voor volwassen vraauwen” “Uiteraard mevrouw” “En voer venten?” “Tuurlijk da!” “Medicamenten tegen jicht” “Ja” “Tegen reuma”!?” “Ja!!” “Pillekkes tegen aderverkalking?” “Ja!!!” “Medikamentjes tegen cholesterol, aawerdoemsdiabetes, cataract, slechten bloedsomloop, oerapparaten…!?” “JA,JA,JA,JA EN NOG EENS JA!! Mevrouw, vanwaar deze vragen allemaal!?” “Tja menier; Welle verbleiven in ’touwemannekeshuis, hier aan ‘tStuivenberg, gon binnen een maand mé mekaander traawen, en vroegen ons af of wij eventueel onze huwelijkslijst hier meuge leggen..?”
Vlamsch over de schreve 't Is schoone, Vlamsch te klappen! Vlamsch klappen of horen klappen is lyk een oud spelding Uut ekomt van een doze in ’n kelder of in 'n zolder 'T is een lytje oude mode maer oek een lytje schonder Nie diere ni gekoop de tale van 'n Vlaming. 'N maendag op mets e keer 'k gaen te voete op mart 'T is beter in 'n zomer 't is schoon were om te klappen Me drinken een teugsje kaffie eten brood nieuw ebakt Mee oude kennissen in d'herberge me lachen. Me klappen van 'n ouden tyd van 'n prys van de groenselen An me kwaam in velo van Steenvoorde of Kassel Alleman in dien tyd kunste in ’n Vlamsch zeggen: "A't je blieft Meneer een kilo schoone wettels!". Docteurs en notaeris pasters en cholekosters Klapste dikkers goe Fransch maer kunde Vlamsch verstaen Ze waeren van 'n Westhoek en kwaam were in 'n zomer Vare van groote scholen nulder Latin verloren! Bron: www.sip.be/dialect/scholen/ >West Vlaams dialect
Zeeuws dialect
Verjaerdag De doôze mee gebak stae al een uure op een koele plekke in de schuure klam te worren deu ’t wachten op de gasten ’t is keurig gesorteerd zonder mokka en zonder schuum vuuftien stuks da’s lekker ruum de mist trekt in dunne slierten over ’t pas gespitte ’of kael is ’t wachten op de gasten mae lank za ’t nie meer dure vor een feêstje tussen moorkop, romoorn en appelpunt: de muzen bin d’r eerder as de buren Bron: Arie de Viet - http://people.zeelandnet.nl/evenhuis/noe8.htm >Zeeuws dialect
Dialect versje
Charelken Vereecken Ik ben Charelken Vereecken, en ik kan goed speken. Dat komt ik ben gezond met mijn sjieksken in mijne mond. Laatst geleden kwam ik langs een dam, k'had moeie benen en ik nam de tram. Pas gezeten op een houten banket, las ik op een houten planchet,"Défense de cracher sur le plancher". En daar ik nog wat frans verstond dacht ik ,wat ik hier niet speken mogen en ik spikte op de grond , juist toen de conducteur kwam rond Hela, riep die bleke, t'is hier verboden te speken! 'k zal a pakken zelle kapoen, en k 'spikte op zijne schoen. Kerel, dat zal ik u beletten, en ik spikte op zijn trambiljetten. 'T is e schandaal riep een maske, en ik spikte in haar kabasken. Smijt hem buiten riep een cherie en ik spikte in hare misenplie. Toen kwam de gardevil, en 'kspikte op zijnen bril maar dan vloog ik natuurlijk naar buiten, maar in de gauwte spikte ik nog ne keer goed op de ruiten. In het bureau gekomen had ik het lol, 'kspikte gans den directeur zijnen inktpot vol, maar toen deze kwam en zei: Kerel doe dat nog eens voor mij! Pardon mijnheer ken hem geen sjiksken of geen speeksel ni meer.
Beste bezoeker als je weet uit welke streek Stad of Gemeente het dialect van dit versje komt wil je dan zo goed zijn een mailtje te sturen naar: andreotte@hotmail.com
Beverse gezegdes - Als iemand geweldig aan het bluffen is over b.v. zijn inkomsten of eigendom! Geef de stoefer eeb brood, de klager heeft geen nood! - Ge moet niet altijd geloven wat men u probeert wijs te maken! Ver van de deur liegt schoon! - Een werkje van lange duur! Het gaat vooruit gelijk bonen knopen! - Als men een aardsluiaard beschrijft. Hij draagt een revolver.... om diegene dood te schietn die nog luier is! - Iemand voorbij lopen zonder te spreken! Die loopt mij voorbij zoals de Schelde door Antwerpen - Ge moet niet klagen als je gelukkig bent! Ge moet ons Heer niet slaan tewijl hij zalft. - Liever ne mutten dan nen ezel want da blijfde mor één joar !!! Bron:Gisela - seniorennet.be/kantklossen/ >Beveren Waas dialect
Limburgs og minse va vleejs en blood een sheef plooat een verfroemelde gezet frit me stoofvleejs krampen in oer keite medecamente beursaccedenten een sjat kaffee met ee keekske de'n oope hééd en ee beekske la estrella dei zingt een vat ootgesjet en e sték in ur kloete kotse in e zekske de kleer van e kakske een belastingbrief e gewilig lieef nog noeit de pil vergeete oere éége noam nog wééte een bléts in oere ooto zes juste op de lotto zeve doag op zeve en in de wéék mer gelekig leeve >Limburgs dialect