Archiefhoekje (31)
KABOUTERTJES …
Bijna een jaar geleden blikten we in deze rubriek vooruit op het Vlaamse digitaliseringsproject voor de affiches uit Wereldoorlog I. Dat leek veelbelovend, maar in de zéér kleine lettertjes bleek een instaprecht van vijfduizend euro te staan, waarop het archiefteam besliste het inscannen zelf aan te pakken.
Toen de affichedozen in april te voorschijn werden gehaald, wachtte de teamleden een aangename maar intrigerende verrassing. Tijdens de inventarisering eind 2012 was vastgesteld dat in de VVV-collectie 170 van de 851 genummerde exemplaren ontbraken, gespreid over de vijf oorlogsjaren. Liefst 139 daarvan bleken in de tussentijd te zijn teruggekeerd, enkele zelfs in twee exemplaren, en ze zaten bovendien stuk voor stuk keurig op hun plaats gerangschikt.
Navraag leverde bij het VVV-bestuur alleen verbaasde gezichten op. Nee, de affiches waren niet opgedoken bij het leegmaken van de lokalen in het Leen, en geen enkel lid was ze sinds de overmaking aan het Stadsarchief komen inkijken.
Mysterie. Het bureau Hamerlynck, waarin de affiches bewaard worden, is alleen tijdens de archiefnamiddagen geopend, en alleen de stadsarchivaris en de poetsvrouw hebben de sleutel. Bovendien staan de omvangrijke en zware dozen ruim twee meter boven de grond op een kast, je kan ze eigenlijk alleen met twee personen risicoloos naar beneden halen. En ten slotte: zo'n stapel van 150 stuks is een gigantisch pak, door één persoon moeilijk te dragen. Het is dus onvoor-stelbaar dat iemand ongezien en ongeweten voor kabouter heeft gespeeld …
De aangename kant van de zaak is, dat de collectie nu geen kleine duizend stuks telt, maar 1085, en daarmee tot de grootste in Vlaanderen behoort. Met behulp van de oude VVV-index kon vastgesteld worden dat zeventien van de nog ontbrekende affiches in de verzameling van de stad zitten, zodat het hiaat beperkt blijft tot veertien. Het volledigheidspercentage moet dus ver in de negentig procent liggen, ook al geen alledaags gegeven. Alleen voor 1914 moet heel wat niet bijgehouden zijn: het lage cijfer, dertig, steekt schril af tegen de overige oorlogsjaren, waarvoor er telkens ten minste 250 bekend zijn.
(Freddy Pille)
|