Ondanks de nogal donkere eerste helft van de jaren vijftig had ik een onbezonnen kindertijd want na 1955 braken er betere tijden aan. Het leed van de tweede wereldoorlog was zo goed als doorgespoeld en ondanks de Koude Oorlog kregen de gezinnen meer koopkracht.
Terwijl de Angelsaksische muziek (zeg maar rock-‘n-roll) stilaan begon door te breken waren er op de radio nog altijd veel liedjes in het Nederlands (soms in een Vlaams dialect), het Frans en het Duits te horen. ‘Tout va très bien Madame la Marquise’ van Ray Ventura et ses Collégiens uit 1935 werd twintig jaar later nog vaak gespeeld (toen nog NIR, de voorloper van de BRT).
Vlaamse volksmuziek uit 1955 kon je horen dankzij Romain Deconinck die immens populair was met zijn rubriekje “De Peperbus”. Mijn ouders, mijn zus en ik zaten dan gekluisterd rond de radio te luisteren naar de mop van de Gentenaar die hij vertelde in het “schoon Vlaams” maar als de pointe eraan kwam schakelde hij over op plat Gents dat wij dan weer niet begrepen vooral door het schaterlachen van het aanwezige publiek in de studio! Nu is dat geen probleem meer want in 1971 zou ik een schattig meisje leren kennen waarmee ik nu meer dan 44 jaar getrouwd ben. Haar ouders kwamen namelijk uit Gent en Oostakker. Uit 1955 kwamen ook The Platters met ‘Only You’, een toepasselijke slow die ik twintig jaar later zou kiezen als openingsdans op ons huwelijk!
Terug naar de jaren vijftig! Dankzij kermisreizigers en marktkramers waren Engelse en Amerikaanse plaatjes te horen, vooral bij de botsauto’s en de rups! Jaarlijks kwam ik in de zomer op bezoek bij mijn grootouders (zowel langs vaders als langs moeders kant) en de kermis in het dorp was toen één groot feest! Vaak denk ik terug aan die gelukkige momenten die ik doorbracht bij mijn tante Karolien en mijn neef Willy en nicht Gilberte.
Wat ik uit het jaar 1956 onthou is vooral het grappige ‘De Kaspische Zee’ van Jaak De Voght en het melancholische ‘Heimweh’ van Freddy Quinn.
Maar de opkomst van het Engels in de muziek was niet meer te stuiten dankzij vaandeldragers The Platters met ‘My Prayer’ of Fats Domino met het fantastische ‘Blueberry Hill’. Bij die eerste klaviernoten krijg ik nu nog altijd kippenvel!