Draag de kleuren die je passen
Hoe komt het dat
jouw vriendin er stralend uitziet in die blauwe trui terwijl jij er
vermoeid of bleek mee staat? De reden is simpel: kleuren moeten passen.
Achterhaal zelf of laat kleurenexperten aantonen welk effect tinten op
de uitstraling hebben. Het resultaat is bij ieder verschillend.
Volmaakte tint
Kleurenanalyse
is een wetenschap, al jaren gebruikt en goedgekeurd door vele stylisten
en andere deskundigen. Wie de juiste kleuren draagt, krijgt immers
stijl, zelfwaarde en uitstraling. De meeste mensen onderschatten het
belang van kleuren. Verkeerde tinten kunnen je uitstraling en imago
volledig naar de vaantjes helpen. Bepaalde onvolmaaktheden vallen meer
op of je teint wordt valer en grauwer. Modetinten kunnen dan wel heel
mooi zijn, als ze niet binnen jouw kleurenpalet horen, blijf je er
beter af.
Ontstaan
Kleurenanalyse werd
uitgevonden door ene Zwitserse schilder Johannes Itten (1888-1967). Hij
stelde vast dat wanneer zijn studenten dezelfde scènes dienden te
schilderen, de ene voor koele tinten kies en de andere warme ondertonen
prefereerde. In 1947 onderzocht de man dit fenomeen en kwam erachter
dat degenen die warme tinten gebruikten, eerder een huid met
goudachtige ondertoon, blonder haar en donkere warme ogen hadden.
De
studenten die koelere tinten namen, hadden een blauwroze ondertoon en
koelere oogtinten. Blijkbaar werden de studenten instinctief naar hun
individuele kleurentoon getrokken.
Julia Roberts als herfsttype.
Warm versus koel
De
warme tinten hebben een gele ondertoon. Denk daarbij aan
herfstwandelingen met rijke goudschakeringen, oranjebruine, kaki, rode,
camel en beige tinten. Koele tinten doen denken aan winterdagen met
pure besneeuwde landschappen. Ijzige grijstinten, blauw, roze, fuchsia,
paars en zwart en wit.
Spiegel
Hoe kom je
erachter tot welke categorie je behoort? Ga langs bij een
kleurenstyliste of ga zelf op ontdekking. Plaats je voor een spiegel in
natuurlijk licht en dek met een haarband al het haar af. Ook de nek en
decolleté horen onbedekt. Juwelen en make-up ban je eveneens.
Kijk
in de spiegel en hou een spierwitte stof onder je huid. Herhaal dit met
een crème-kleurige tint. Kijk naar de helderheid van je ogen en
beoordeel welke stofjes deze doen oplichten.
Ben je een warm
type, schenkt de warme tint je huid een warmere gloed. Het witte maakt
je fletser. Ben je een koeler type, werkt het omgekeerde.
Kleurenspecialist
Om
je type en de juiste kleuren helemaal te vinden, ga je maar beter langs
bij een kleurenspecialiste. Die gaat op zoek naar jouw type en kijkt
naar verschillende ondertonen zoals licht of donker, koel of warm,
helder of zacht. Of je een winter, zomer, herfst of lentetype is, is
vaak niet meteen te bepalen. Dat wordt pas duidelijk nadat je alle
kleurtinten hebt gedragen.
Types
Een
lentetype heeft een warme, perzikkleurige huid, vaak zomersproetjes en
blonde haren met een gouden glans. Een zomertype heeft een koele,
rozige huidskleur en asblonde haren. Een herfsttype heeft een warm
goudgele huidskleur en warme, roodbruine haren. Een wintertype heeft
een koele huidskleur en koele donkerbruine tot diep zwarte haren.
Lentetype
Dit
type heeft een stralende huid en houdt over het algemeen lange tijd een
jeugdige uitstraling. Goud is het sleutelwoord bij de "lentevrouw". Je
hebt goudblond, Karamel/kleurig of rossig haar en helderblauwe, grijze
of zeegroene ogen.
Pastelkleuren die zacht in elkaar overlopen staan jou
prachtig.
Je hebt een tere huid waar warm/roze en perziktinten het best bij
passen. Kies kleding met kleuren als ivoor, crème, warm beige, bruin,
camel, marine, vanillegeel, goudgeel, perzik, abrikoos, zalm, koraal,
oranjerood, tomatenrood, mosgroen, olijfgroen, turkoois, lavendelblauw,
aubergine.
Zomertype
Het zomertype kan zowel blond als donker zijn. Misschien was je als kind heel blond en is jouw haar later donkerder geworden.
De
kleur van de ogen varieert van hazelnoot tot blauw of (zee)groen. Bij
het zomertype passen zachte kleuren. Pasteltinten als roze, blauw en
hazelnoot zijn geschikt, aan felle contrasten kun jij je beter niet
wagen.
Kleding: Eierschaal, roze beige, licht tot donkergrijs,
blauwgrijs, marine, licht tot medium blauw, helderblauw, koningsblauw,
turkoois, citroengeel, zuivergroen, blauwgroen, helderrood, paars,
pruimkleur, lichtroze, dieproze, blauwrood, lichtviolet.
Herfsttype
Je kunt blond, donker of rood zijn, maar jouw tint heeft een goudkleurige ondertoon en dat maakt je het echte "herfsttype".
Kleding
als ivoor, crème, warm beige, bruin, camel, marine, aubergine,
vanillegeel, goudgeel, mosterd, roest, perzik, abrikoos, zalm,
tomatenrood, mosgroen, olijfgroen, denne/groen, turkoois, lavendelblauw.
Een wintertype.
Wintertype
Het echte "wintertype" heeft donker haar en donkere ogen.
De olijfkleurige huid met grijsbeige ondertoon komt helemaal tot leven door koele winterkleuren.
Bij
het wintertype passen blauwtinten met zwarte accenten en helderwitte
blikvangers in fluwelen en glanzende stoffen met grafische dessins.
Kleding: wit, zwartbruin, licht tot donkergrijs, blauwgrijs, zwart,
marine, licht tot medium blauw, helderblauw, ijsblauw, koningsblauw,
turkoois, citroengeel, zuivergroen, ijsgroen, blauwgroen, magenta,
fuchsia, bordeaux, helderrood, lichtroze, dieproze, blauwrood, paars,
pruim.