verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    19-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrouw
    Vrouw
    ik raak je aan nogmaals
    kus ik lippen
    ruikt gij mij
    elkander
    het is goed zo
    bijeen te zijn.

    19-08-2007, 01:13 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ergens in augustus 2004
    Het heeft vannacht geregend. Op het nat wegdek weerkaatst ochtendgloed. Het is nog vroeg met onverschrikt wild. Fazanten sputteren wanordelijk voor me heen. Pas als ik dichtbij kom gaan ze als logge overbeladen vliegers weg.
    In de dalen heeft de regenval het slijk over de weg gespoeld. Ik moest stoppen en voorzichtig met mijn fiets zijwaarts over het gras gaan.
    De ochtendwind is zacht. Straks gaat de zon door de nevel priemen, sijpelt haar godenvuur in mijn ogen, voel ik de macht van een kansloos spel.
    Dan breekt alles, jankt en echoot het om me heen. Het verschil met gisteren is niet zo groot.
    Ook als het boek is verbrand zal een schriftuur blijven klinken. Dan zijn het bomen die ademloos genieten van vrede en oneindige zinnen.
    Een orkest van een engelenkoor klint nu in mijn oren. Het wordt tijd dat ik ga zwijgen.

    19-08-2007, 00:51 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 september 2004

    Ze waagt zich iets na het middaguur tussen de duizenden fietsers onder een zinderende zon ergens tussen D en G. Wat haar meteen opvalt is de gejaagdheid waarmee iedereen haar voorbij fietst. Ze rijden nochthans in dezelfde richting en ze is een geoefend fietster, ja, zelfs een straatkrijger. Het ligt mischien aan haarzelf, die traagheid. Ze kijkt om zich heen en schrikt van de massahysterie die democratie al zolang bepaalt. Bier, pensen, hamburgers en zweterige lijven, men schreeuwt het gejoel voorbij. Haar schreeuw houd ze voor zichzelf, die jankt door alles heen.

    Eenzame fietsers horen er niet bij en worden van de weg geduwd, de weg die vandaag aan het peleton behoort. Ik zei het al, wellicht ligt het aan haarzelf of komt het door de zon die als een gloedheet zwaard haar vel aanslaat.
    Haar geliefkoosde plek is de buitentafel s'nachts met dansend kaarslicht beschenen, zonder lawaai, een bewegende lichtkring om helemaal alleen te zijn. Het wordt dan zo stil dat ze het bloed in haar oren hoort suizen. Suizend bloed, zo zal ze in een volgend leven heten. Who knows.

     

    Halverwege heb ik besloten om te spijbelen. Mijn gevoelens zijn even diffuus als de lucht. Uit het oosten waait een zachte luchtstroom om me heen. Het zal niet lang meer duren voordat de zon licht en warmte gaat verspreiden. Ik vertoef in veld- en boswegen. Het hemd dat ik vanmorgen aangetrokken heb riekt nog naar nieuw. De dag is vroeg begonnen en is voor mij alleen. De wereld is vandaag zoals ik hem me zal voorstellen: sereen, vluchtig en onwaarschijnlijk. Halfdoof en met een troebel zicht beleefd, observerend in en buiten mij want God bestaat. Ik wil ernaar kijken en beleven.

     

               “ We hebben mekaar onverwacht gezien. Ik keek naar die         katachtige blik in je ogen. Onze ontmoeting was even schuchter   als een eeuwigheid geleden” .

     

    Hoe is het met jou?

               Goed, en hoe is het met jou?

    Ook goed.

               En met de kunst?

    Ik werk aan een tentoonstelling. Wanneer ga jij publiceren?

               Het zal er nooit van komen.

    Waarom niet?

               Ik heb de ambitie niet.

     

    De omstandigheden onderbraken ons gesprek dat geen gesprek was, maar een reden voor samenzijn, vluchtig en schuchter maar zo intens dat de breuk een definitief afscheid leek. Deze dag is begonnen met een gedachte aan haar.

    Ik kijk naar de in haar bochten kolkende rivier en sta in de schaduw van haar begroeïng. Ze stroomt steeds in dezelfde richting, elke dag is nieuw. Ze heeft al zoveel seizoenen ongemoeid meegemaakt en  de tijd verslonden in haar loop. Diep in haar draagt ze leven mee, altijd in beweging. Het water blijft niet in mijn handen staan als ik haar aanraak .

    Een reiger scheert langszij met een trage, zelfzekere vleugelslag. Ik zou willen voelen hoe het is om een reiger te zijn, of een boom waarin je de stilte hoort.

    Weer verder zie ik de peripherie rond Leuven. Torenspitsen rijzen uit dorpen, bedolven in bebouwing, ze bestaan.

    Zonovergoten Brabants landschap, met maïs- en aardappelvelden. Het koren is pas geoogst. De rand van een bos, veld en dan de stad die mateloos moeilijk te onderscheiden grenzen inpalmt. Ik koester haar bevolking, de begangkenis, de geur van frietkoten, zweet, bier-en tabaksgeur die uit cafedeuren walmt.

    De troebelheid in vergezichten slokt me op. Mijn rede blijft bestaan als een relekwie. Door verblindend licht zie ik mijn pad niet meer. Ik smeek te beschikken over mijn leven zolang ik het nodig acht, en  erover te beslissen. Steek je hand op. Kom op, steek je hand op, niemand kan je zien! Schreeuw jouw schreeuw, al is het regelrechte onzin. Ik heb de kennis van een onwetende.

    18-08-2007, 10:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    16-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 september 2003
    Ze schraapt haar keel en spuwt in het vuur.
    Vandaag is het mijn verjaardag. Vijftig jaar later na zoveel levensvlijt. Zelfs aan voortplantingsdrang heb ik meegedaan. Iemand zal, wanneer loslippigheid troef wordt, een paar fragmenten uit mijn leven voorlezen in een discourt, speciaal vandaag.
    Mijn beleving van deze wereld is zodanig dat ik erover wil vertellen als een nalatenschap voor het moment dat hij ophoud te bestaan omdat ik hem niet meer beleef.
    Ik keek vanuit het Noorden naar een boom die in het Zuiden stond, ging dan in een halve cirkel rond de boom heen en keek vanuit het Zuiden naar diezelfde boom die nu in het Noorden stond, diezelfde boom waarvan ik niet eens wist of hij in het Noorden of het Zuiden stond. Het was zwaar bewolkt en ik was de tijd vergeten. Ik was het Noorden kwijt.
    Het hing ervan af vanuit welke windstreek ik ernaar keek. Alles verandert voortdurend met de beweging.
    "Kanibaal eet zichzelf op" is de titel van een ongeschreven boek. Een donkerbruin lederen kaft met een titel en ongeschonden ingebonden papier, onbesmeurd met gedachten. Er staat geen woord in geschreven.
    Daarom, wie dit leest: ga plassen tegen een eik, was je handen schoon en rust uit.
    Vandaag speciaal op mijn verjaardag ben ik zo blij dat ons leven niet door tragiek verslonden is, dat alles nog bestaat. Laten we toosten op ons bestaan. Eerst wil ik nog naar Afrika fietsen.

    16-08-2007, 22:03 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eke
    Kijk niet achterom, om je heen

    niets is voorbedacht

    zelfs geen beschreven blad
    weggewaaid uit onuitgesproken gedachten

    Als gevoelens verdwijnen in gemoedsrust,

    de wind stilstaat als hij zijn beweging volgt,

    een gebeurtenis het toeval overleeft,

    dan ben ik gebleven in een verleden,

    als een deur op een kier blijven staan.

    16-08-2007, 19:16 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.slaap slaapt

    Toen hij belde moest hij langer wachten dan hij dacht vooraleer een man, een generatiegenoot  van zijn vader, de voordeur open deed.
    Goeie avond mijnheer. Ik maak een wandeling met mijn hond. Die heeft per ongeluk haar behoefte in uw voortuin gedaan. Geef mij een vuilblik en ik kuis het op.
    Laat maar, ik regel dat morgen wel, antwoordde de man.
    Bedankt mijnheer.
    Drie straten verder dacht hij, moest het nodig zijn iemand te bestelen om te overleven, hij zich met die brave man gemakkelijk zou kunnen verrijken. Hij schaamde zich voor die gedachte.
    Niets meer dan een gedachte als een verzinsel voor wat lijkt te zou kunnen zijn.
    Slapende slaap slaapt slapend, voorspelde hij veel later diep in de nacht nadat hij een zoete haring gebakken had.
    Slaap slaapt, schreef hij op een blad papier.
    Na de nachtslaap klemt hij  uit gewoonte een zelfgedraaide sigaret tussen twee bruine vingers, net zoals de ochtend voordien. Geboren dagen overleven met een goed begin.
    Mag ik u hierbij mijn medeleven betonen mevrouw? Ik weet het, we worden onvermijdelijk oud. Een voor een. Het is een kwestie van tijd. Alleen de sneeuw, regen en wind verouderen niet.
    Op zeventien december tweeduizend en vijf heeft hij het licht uitgedaan om de sneeuwstorm langs het venster beter te kunnen zien. Het verleden welde in hem op door naar die opgejaagde sneeuwvlokken te kijken. Hij zou er haast de geschiedenis door herschrijven maar daarvoor zat er te veel chaos in zijn kop. Liever nog het schrift twintig keer herlezen dan een lettergreep veranderen. Opwelling in plattelandstaal schrijft hij niet voor iedereen.
    De telefoon rinkelt twee keer. Het is zij die vraagt naar hem. Of hij weggeweest  en thuis gekomen is. Ja, zegt hij nog half in slaap.
    Een kuch, een zucht, een snuffel in de keukenkast. Wakker worden als een scheet in een fles.

    12-08-2007, 21:21 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.marktrock
    Ik heb mijn fiets in een vervallen kerk achtergelaten. Het stadscentrum is nu verplicht fietsvrij. Alleen de bussen grommen nog door de straten. Geroezemoes van voetgangers op de stoep. Gefluister is er niet. Alles is luidruchtig. Als ik me in het publiek begeef kijk ik afwisselend naar het gebeuren en sproeten op vrouwenschouders. Soms is er de geur van een heerlijk parfum dat zo bekoorlijk is dat het na mijn terugkeer bij het inslapen in mijn gedachten blijft hangen.
    Nu slenter ik langs de periphérie. Op het trottoir staan een paar onversleten schoenen. Alleen de bezitter ontbreekt. De stad zoemt.
    War, ga ergens een croque-monsieur eten en drink desnoods een trappist.
    Ja Tek, dat zal ik doen.
    In het café leg ik mijn zonnebril op tafel. Ik kijk naar paardenstaartjes, permenaden en in een spiegel. Gladgeschoren kin en heldere ogen. Zelfs mijn lippen beven niet als ik lach.
    Ik duik in het schemer op de dool naar een nachtelijk uur. Dan ga ik met mijn handen in mijn broekzak lopen, kijkend naar dansend plezier. Als ik thuis kom spoel ik de insecten uit mijn gezicht. Het is genoeg geweest vandaag.

    11-08-2007, 21:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.iemand
    In de vooravond van vorige vrijdag ben ik langs de Achterstraat geweest. Het waaide krachtig en de regen sloeg in mijn gezicht. Ze deed voorzichtig de voordeur open op een kier. Je kon nauwelijks zien of het zij of haar dochter was.
    Ik heb iets beschreven op een vod papier.
    Kom binnen.
    Ik blijf niet lang.
    Ga zitten en drink iets...koffie of zo?
    Heb je niets anders voor het einde van een laatste werkdag in de week?
    Eet je straks mee?
    Neen, ik blijf niet lang.
    Haar oudste dochter vertrekt zaterdagavond naar zuid Afrika en de jongste zegt dat ze b en s nog eens wilt terug zien. Het is al zolang geleden. Ik stel voor om iets bij ons te komen eten.
    We drinken een scheut Cubaanse rum en sterke koffie. De wind jaagt de regen tegen het vensterglas. Er zit iets zangerigs in, de wind, de regen en die drie vrouwen in dit huis aan de Achterstraat. Terwijl ik een sigaret draai gaat ze in de keuken het eten verwarmen.
    Eet je echt niet mee?
    Een proevertje en dan ben ik weg.
    Ontkurk dan een fles wijn. Ik breng glazen.
    Kom ik niet ongelegen?
    Neen. Voor een keer dat je komt. Ik heb vanavond niks anders te doen.
    Ik bel L om te zeggen dat ik hier blijf.
    Ik heb geen telefoon. Neem de gsm maar trek het niet te lang, het is duur.
    Waarom eet je geen pasta bij de saus?
    Omdat ik geen honger heb maar de saus lekker vind.
    We eten zwijgzaam. Ik eet zonder gebit. Er ontbreken twee snijtanden . Al drie weken. Ik heb geen voltandige mond nodig om hier binnen te komen. We kennen mekaar vijfendertig jaar. Zij was pas vijftien en de beste vriendin van mijn beste vriend. Daarna heb ik L leren kennen. En nu zit ze hier een nieuw leven op te bouwen. Mekaar vijftien jaar uit het oog verloren, en nu eet ik op een winderige regenachtige vrijdagvooravond tomatensaus met een stuk brood aan tafel bij haar met haar twee dochters. Even maar. Ik blijf niet lang.
    Trek je nog een fles wijn af?
    Waar is de aftrekker?
    Voor uw neus!
    Wat vind je van de muziek? Het is Ierse muziek.
    Zou je niet zeggen.
    Heeft het gesmaakt?
    Heerlijk.
    Nog een tas koffie?
    Ja, en een scheut rum. Drink er ook een. En we roken een sigaret na het eten.
    Het regent niet meer. De wind is ook gaan liggen. Het weer is in slaap gevallen. Misschien is het maar een indruk. Loomheid in de oren. Hoor je mij Warket?
    Ik heb mijn hoorapparaten aan en hou op met me Warket te noemen. Je weet dat ik daar een hekel aan heb.
    Nog een koffie?
    Neen. Nog een scheut Cubaanse rum.
    Warket, we worden zat.
    Hou op met me Warket te noemen!
    Ik vind die naam mooi. Je voorouders waren wellicht Kelten.
    Onze voorouders waren gelijk. Geloof jij in de schepping?
    Hou op met dat gefilosofeer. Dan begin je te fluisteren. Ik hoor je liever schreeuwen. Knor desnoods als een varken maar filosofeer niet tegen mij.
    Laten we dansen.
    Op afstand dan. Ik wil niet dat je me aanraakt. Laten we eerst nog iets drinken.
    En dan dansen we zoals indianen.
    De hond blaft. Hij-zij blaft. De kat, zo verwend dat monster! Ze pist in de bloembakken. Echt, echt waar. Het is woestijnachtig.
    Ik ga plassen.
    Ge komt nog terug?
    Wil jij ondertussen nog een sigaret voor me rollen?
    Er zat iets damesachtig in haar stap. Ze kwam terug en zei: ik heb zin om te wenen.
    Ween maar. Je hoeft je voor mij niet te schamen. Het is maar een omgekeerde lach. Het zal goed doen.
    We zaten aan tafel. Ze weende alsof het een eeuwigheid geleden was. Ik luisterde naar haar pijn, haar onzekerheden, haar eenzaamheid en wou iets doen. Meer dan alleen maar toekijken. Ik kuste haar hand als een dame en we deden een belofte aan de eeuwigheid. Zolang de slaap ons niet aanraakt zullen we niet slapen gaan.
    Zo heb ik haar in dit half mensenleven nooit gekend. Nooit op die manier samen geweest. Ik zei: je kan me vertrouwen. Ze weende en ik weende. Zij uit een zekere wanhoop, ik uit tederheid en het heeft haar goed gedaan. Daar ben ik zeker van.
    Later, veel later in de ochtend heeft ze in de zetel een deken over me heen gelegd en heeft ze me onzichtbaar een kus gegeven. Ik heb het gevoeld in mijn slaap.

    Enkele uren later ben ik opgestaan en heb op een blad papier mijn dank betuigd aan de gastvrijheid die me toegekomen is. De wind is opnieuw komen aanzetten en halverwege zweeft de gedachte in mijn houten kop: “ Ik ben content geen azijnpisser te zijn, noch een parasiet van menselijk tekort. God-zij-dank weet ik nog altijd hoe merels de winter uitfluiten. Ik sterf wellicht aan een jeneverlach.”

    09-08-2007, 15:47 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    04-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonsopgang
    Het loont de moeite niet om nog te slapen. Het zwart is uit de hemel aan het verdwijnen. Nog drie kwartier en de dag begint. Ik doe mijn sandalen en hoorapparaten aan en ga dan weg. De merels zingen in het dagschemer. Wondermooi om hier zo doelloos alleen te zijn. De mensen slapen nog. Zuiver geluid. Het concert begint. Eerst de merels, dan de hiebekwieten, en de specht doet uiteindelijk ook mee. Ik kniel. Al dat schone slaat als een bliksem in mijn fragiele geest. De hemel wordt purper in het oosten, dan roze en dan zie ik haar verschijnen. Eerst als een enorme perzik...daarna als smeltend goud. God bestaat nu in mijn gedachten. Ik ween en schreeuw. Als ik thuis kom kijk ik in de spiegel naar mijn verwaarloosd gezicht. Mijn haar ligt goed en mijn ogen zijn rood en glazig. Die grijze stoppelbaard moet er straks af. Ge ziet er niet uit zegt ze als ze opstaat. De zaterdag is voor mij alleen.

    04-08-2007, 15:12 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik
    Ik weet niet of ik IK ga schrijven, dat ik water, vuur en aarde deze wereld ga noemen of een vervolg verzinnen. Nu ik dit geschreven heb zijn de woorden bij een ander, ben ik van een ander... heel even maar.

    02-08-2007, 21:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tekwar
    Toen ik met haar ging wandelen (de zon was al goed gezakt...ik denk rond een uur of acht) kwamen we een andere hond tegen. Zij is nogal dominant maar niet agressief. Bij de hond gekomen trok ze zich los in haar vrijheid en tot mijn opluchting  gromde ze maar heel kort waarna ze nieuwsgierig snuffelde aan die andere. Haar dominantie kon haar soortgenoot geen ballen schelen. Honden communiceren met een nauwelijks zichtbare gebarentaal. Dat ze zich tegenover andere honden dominant gedraagt stoort me. Daarom heb ik mij de laatste tijd geoefend in hun gebarentaal  om vanop afstand in te schatten hoe strak ik haar aan de leiband moet houden ofdat ik haar mag loslaten voor de confrontatie met de tegenligger. Nu ligt ze daar op de stenen vloer haaszakkend met haar tong uit haar hondsmuil uit te rusten. Alleen drinken moet ik haar nog geven.
    Hoor je dat War? Wat. Die stem. Neen. Je moet hieraan nog wennen Tek. Hoe ben jij hier terechtgekomen War? Ik herinner mij nog dat ik met het galgenkoord rond mijn nek nog naar de hemel bleef kijken. De overstap is niets geweest. Ik heb er niets van gevoeld. Hoe lang ben jij dan hier? De tijd bestaat hier niet Tek. We hebben toch zonet een lied geschreven War? Hoelang is zonet Tek? Zolang het nodig was War. Neen Tek. Zonet was allang genoeg om onnodig te zijn. Herinner jij nog het moment toen je naar hier keek? Je zag een tip van de sluier. Wat doe jij hier War? Ik heb een doel Tek. Ik wil het eindige in deze oneindigheid begrijpen. Ik heb het geluk gehad om een mooie weg te bewandelen en die stopt hier niet. Ik wil het verband tussen iets en niets begrijpen. Mogelijk komt niets uit iets zoals dit oneindige uit het eindige kan komen. Weet je nog War? Ja Tek. Ik ben moe War. Ik wil slapen en dromen. Dat kan niet Tek. Dits IS een droom. De feiten hebben hier geen betekenis meer. Alles in dit heelal is een illusie. We bestaan niet eens.

    31-07-2007, 21:35 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    29-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.warkettekraw
    Wacht! Heb je dat gehoord? Wat? Die stem. Neen. Luister, ik hoor het opnieuw. Het is je lichaam dat je hoort. Wat is jouw Naam? Warket. En hoe noemen ze jou? Tekraw. Mag ik je Tek noemen? Raad eens...aks ik je tek mag noemen noem ik jou War. Laten we een lied schrijven. Rust vind je pas als alles in het leven meevalt en dat heb je niet altijd in de hand. Alles afbetaald, de kinderen het huis uit, goede vrienden, een toffe relatie, een goeie gezondheid...het is allemaal niet evident. Puur chance noemen we dat hé Tek? Ja, natuurlijk War.(refrein) warket.tekraw, wartek, tekrawik...
    Wat vind je van deze ruimte? Hoezo. Dit heelal. Komplete stilte. Een lege snelweg van woorden. Wat doe jij hier trouwens? Ik ben hier net zoals jij. Tek en War. Warket en Tekraw. Gek he? Het zou evengoed Tekkram kunnen zijn. Of Warklep. Doet er niet toe rek. Gooi maar eens tijdens een wandeling in het bos een stok weg en kijk waar hij beland. Komt hij in een plas terecht, op een zonnige plaats of blijft hij haperen in de takken van een oude boom? Ze is met hem op dit ogenblik gaan winkelen Stel je voor dat ze niet thuis komen en vanavond op de deur geklopt wordt met de mededeling: mijnheer, het spijt me om u te moeten mede te delen dat...Dan stort mijn leven in elkaar, gedaan met de rust etcetera.
    Een vol hoofd, mijn kop in een virtueel wespennest steken, misschien kan ik daar iets aan doen. Ik heb ik geen zin meer om verder te schrijven. Dat had ik me voorgenomen. Nietwaar War ?

    29-07-2007, 00:29 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het jaar 2000

    Vertel me over gisterenavond, vraagt ze.
    Het was plezant. Ik heb gespeeld.
    Ze vraagt of ik niet teveel gedronken had.
    Neen, jammen op ritme, dat was muziek.
    Ze gaat een schaar halen en begint mijn nagels te knippen.
    Kun jij daartegen, vraagt ze.
    Ja, ik vind het leuk. Zelf doe ik het niet graag.

    Ik ben moe. Een vliegtuig besturen zit er vandaag niet meer in.
    Hij vraagt of hij een verdorde struik mag aansteken. Van mij mag het. Veel rook en weinig vuur. Het zal de buren ergeren.

    later...
    ik ben
    aan het verschroeien
    onzichtbaar

    Je hebt me op een donderdag verteld dat ik een vrouwenzot ben.
    Misschien is dat ook wel zo.
    Ik doof mijn sigaret en riek aan mijn vinger.


    26-07-2007, 23:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik pis in sneeuw
    Velen vinden het maar niks maar ik vind het zalig om te schrijven met een pen. Een echte pen die je in een inktpot sopt. Net zoals in het eerste studiejaar toen we leerden schrijven in schoon schrift. "De melkboer brengt melk. Jan drinkt melk".
    De inktpot kwam na de griffel en de lei. Met blauwe vingers keerden we dan terug naar huis.
    Nu schrijf ik met zwarte inkt. Mijn schrift is standvastiger geworden. Ik heb zelfs geen lijntjes meer nodig om de letters te leiden. Ik kijk niet meer naar een bord. Nu kras ik alles uit het niets op perkamentpapier.
    Het gaat allang niet meer over de melkboer en Jan. Toch is er iets van dat gevoelen van toen overgebleven. De traagheid van het schrijven misschien, de letters die het grafisch vermogen van de schrijver opeisen.
    Op zo een blad papier beginnen te schrijven is als zich in een sneeuwlandschap begeven waar geen grenzen zijn. Ik pis mijn naam in de sneeuw.
    Nu veeg ik de etensresten van de buitentafel. Het is avond. Deze wilde drassige dag is mild geworden. De wind is gaan liggen. Op de schouw van de pastorie zit een duif. Waar kijkt ze naar? Van daaruit zie je het dorp.
    Mijn hand rust. De stop is van de inktpot. Rechts van mij ligt toiletpapier. Dat dient om de inkt van mijn pen te vegen. Na een paar zinnen zit ik wat om me heen te kijken. Ik draai een sigaret, tuur en gluur. Daarna rolt er weer een zin uit deze door ouderdom verstomde geest.

    24-07-2007, 22:10 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.allerheilig

    Gekleed met naakt,

    zelfs dan blijft een impressie bestaan.

    Op dertig oktober van dit jaar was het mooi ochtendweer. De stad is bijna leeg.

    De kraaien vliegen voor

    over bedauwde grond die langer zal bestaan dan dit geschrevene.

    De bladeren gestorven in het najaar en die alle kleuren hebben doorstaan,

    rotten nu op de platgestampte aarde.

    Ik heb erg veel zin op eten in een ochtendcafé.

    Er zit een man met gekruiste benen voor een kansspel. Op de glasplaat ligt

    een pakje Marlboro. Een vrouw kijkt rond, tuurt bij de koffie door het raam.

    Ze heeft krullend haar en ze draagt een bril.

    De ochtend broeit, loeit en reikt over iedereen heen.

    Schaduwen over de stoep van zij die buiten zijn en bewegen.

    Zelf vind ik mijn schaduw niet. Misschien besta ik niet meer.

    Loeit, broeit, reikt die ochtend over iedereen heen als een reusachtig lichtgordijn in een roes van overspeligheid.

    De maan had de avond voordien nog wazig geschenen

    en de wind was gaan liggen zodat de loszittende dingen niet meer bewogen.

    Maar nu, in dat reusachtig lichtgordijn zonder mijn schaduw nog te zien

    besta ik niet meer.

     

    Er fietst een man voorbij. In zijn fietszak steken chrysanten.

    Toen ik op de begraafplaats kwam viel het me op dat de mensen die daar

    rondliepen vooral ouderen zijn.

    Ze hebben al veel leeftijdsgenoten verloren en herdenken hen nu.

    De doden komen weer tot leven.

    Vroeger kwamen we met heel de familie bijeen en werden er pannenkoeken gegeten.

    Dat doen we nu nog, maar er is een generatie verdwenen en een nageslacht bij gekomen.

    We bezoeken ook de graven niet meer en versieren ze ook niet meer met bloemen.

    Het enige dat overgebleven is, is het feest en de nagedachtenis.

    De man fietst opnieuw voorbij. Deze keer zonder chrysanten. Die heeft hij op een grafzerk gelegd. Hij fietst in tegenwind. Het weer is in de herfst omgeslagen, net op tijd voor Allerheiligen.

    de laatste zonsopgang

    niemand weet wat daarna gebeurt

    de straten worden donker

    de huizen omhuld in een winterlucht

    de aarde bevriest

    Hij slabbert met zijn tong wanneer hij leest. Hij degusteert het geschrevene,

    zegt zijn moeder.

    De familie zit bijeen aan tafel: hij, zei, hem, haar, haar van hem, hem van haar, zij van mij.

    En nu zit ik hier alleen

    niemand die iets hoort

    tenzij, ja gij die mijn gebaar leest,

    denkt zichzelf te herkennen in onmetelijkheid.

    Wie weet zijn we eendagsvliegen in een jaar,

    houden we de seizoenen in stand  en zijn we meer

    dan een herinnering.

    Het lawaai, de stank, het geklaag van de meerderheid,

    zijn niets meer dan anekdotes in het verstand.

    22-07-2007, 21:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zin

    Ik heb  zin om  voor een keer geen onzin uit te kramen, om  socio-economisch en multicultureel over deze samenleving na te denken met een innig verlangen de wereld te verbeteren en een rooskleurige toekomst voor alles vast te leggen.  Voor ik dat probeer sla ik mijn armen om haar heen en staan we minuten in gedachten drie seconden stil. Ik zeg: ik ga een echt artiekel schrijven zoals journalisten dat dagelijks doen.
    Een half uur zit ik hier neuspeuterend te peinzen zonder resultaat. Ik kan zelfs de 'ik-vorm' niet kwijt. Wanhopig neem ik de krant en noteer opschriften zoals:

    verkeerswet wordt weeral herschreven
    geen hoop voor wie zonder stroom winter in moet
    dronken doodrijder maakt tweede slachtoffer
    opwarming klimaat bedreigt gezondheid Europeanen
    merendeel oude computers heeft porno op harde schijf
    regering is niet bij machte beheerders elektriciteitsnet te dwingen
    niemand spelt radicalen de les
    kroniek van veel menselijk verdriet
    er valt geen hol te beleven in de grot
    laptopnek, muispols,Sms-duim, en....iPodvinger
    sinterklaas over Generatiepact

    Neen, het lukt me niet iets zinnigs te vertellen. De opschriften zijn me al te veel. En dan al die geschriften van zogenaamde feitelijkheden.  Dan ga ik nog liever in de winter met rubberen laarzen in de Dijle staan kijken naar kwakende eenden.
    Zolang we geen medeleven betonen, onverdraagzaam blijven en met angst door het leven ploeteren, zal ik niet het verlangen hebben om iets zinvol te schrijven.

    alhoewel, ik heb haar verteld dat ik iets zinnigs zou schrijven

    aan elke bedelaar geef ik een euro omdat ik naïef en medelevend ben
    ik verplaats me met de fiets of te voet
    ik probeer een voorbeeld te zijn voor mijn volwassen kinderen
    en ik tracht niet te verdwalen in gedachten

    en dan vraagt ge u misschien af: waarom schrijft ge dat
    en zeg ik: dat vertel ik nu niet

    22-07-2007, 11:16 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN zaterdag

    Schitterende dag. Ze is thuis vandaag. Zaterdag, zondag en maandag is ze thuis. We zijn tot negen uur onder de lakens blijven liggen. Normaal werkt ze op zaterdag. Dat is dan MIJN zaterdag. Dan duik ik zeer traag de dag in, beginnende met een krant waarin ik niets meer dan de titels lees. Politiek en sport verdwijnen meteen in de papiermand. Daarna wordt de chaos van woorden en zinnen die doorweeks tussen kladschriftuur bleven haperen geordend. Tas koffie, toilet, sigaret…, het gebeurt in vertraging tot het middaguur. Tijd om mijn kleren aan te trekken en mijn haar te kammen. Scheren en tanden poetsen volgen daarna, waarna zijbijmij even komt pauzeren. Dan lees ik de teksten in de krant. Maar vandaag is het ONZE zaterdag. Ze moet niet denken dat dat iets aan mijn zaterdagritueel zal veranderen.

                Eigenlijk is het beter dat ik er op zaterdag niet ben, zegt ze.

    Ja, eigenlijk wel.

    21-07-2007, 11:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    19-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onnozeliteit van zwijgen
    We zaten al geruime tijd op dezelfde bank. Een bank onder een boom aan een afgelegen grasveld. Ik zat er eerst. Zij had een poedel bij zich die het zout van mijn pols probeerde te likken. Vreemd dat ze dat toeliet. Zelf wou ik niet  protesteren. Ik schoof wat opzij naar het uiteinde van de bank. Ze streek met haar vingers door haar haren en keek recht voor zich uit, alsof ik er niet was. Ik deed net hetzelfde. Twee vreemden naast elkaar op een bank.
    Misschien wacht ze op iemand en is ze zo weg, dacht ik. Ik ga hier niet weg. Het is MIJN plaats. Bovendien was dit de enige bank in de omgeving.
    Het is moeilijk zegbaar maar toen het begon te schemeren zaten we nog altijd zwijgzaam naast elkaar in een onweerstaanbare drang om niet op te staan. Ik wachtte op het moment waarin iets in mij of in haar zou overschakelen in een woord zodat onze verschijning een acte van précense zou krijgen.
        Streel me, zei ze dan totaal onverwacht.
    Wat zegt u?
        Streel me.
    Is dit een grap?
        Neen.
    Voorzichtig raakte ik met mijn vingertoppen haar hand aan. Ze had prachtige slanke handen, net niet knokig. Nog nooit had ik een doodvreemde zo doelloos aangeraakt. Ik wist niet eens wat strelen voor haar betekende.
     Je hebt eelt op je vingers, zei ze dan.
    Ja, alleen de vingertoppen van mijn linkerhand. Dat komt door dat instrument dat ik bespeel.
    Ik had gehoopt hiermee een gesprek aan te knopen maar ze antwoordde niet. Ze had haar ogen gesloten. Ik bleef dan maar haar hand strelen, wat me aanvankelijk onnozel leek maar naarmate de tijd verstreek ontstond er intimiteit tussen vingers en hand als een doofstomme taal van voorzichtige aanraking. Net op dat ogenblik begon de poedel te blaffen.
         Ik ga nu verder, zei ze.
    Ja, ik ook.
    Meer hadden we niet te vertellen in deze kortstondige vriendschap teweeggebracht door de onnozeliteit van het zwijgen.

    19-07-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zevensterren

    Vooraleer ik binnen ga  rook ik een voorlaatste sigaret, kijkend naar de sterrenhemel. In al die tijd is daarboven niets veranderd. Het is een geruststelling, een houvast.
    Ik liep met mijn broer achter onze ouders aan als we ’s avonds na een familiefeest naar huis gingen. We keken naar de sterren in een gitzwarte hemel en probeerden ze allemaal te tellen. Af en toe bleef mijn vader staan en wees hij naar de grote en de kleine beer. Dan liep hij weer verder langs het voetpad naast de kasseiweg met ons moeder, zij aan zij.
    Bij elke lantaarnpaal zagen we hoe onze schaduw in het oranje lichtschijnsel bewoog, terugkeerde en opnieuw verdween. Mijn broer en ik keken er zwijgzaam naar en vroegen ons af vanwaar die schaduw kwam.
    Nu ik in die sterrenhemel kijk denk ik aan toen. Niets is daarboven veranderd.

    Bijna nacht. Straks zwiert jonkheid over de hekkens, als schimmen alsof ze geschapen zijn voor de zonde. Onverwoestbare zaterdagnacht.

    Wij hadden thuis een zwart-wit TV waarmee we naar twee zenders konden kijken. Op zaterdagavond keken we in het kleine salon in het pikkedonker naar een western of een oorlogsfilm en aten we gebak dat ik meestal ging kopen in de winkel halverwege de straat. Kopen was een groot woord. In de winkel hielden ze de rekeningen bij, die ons moeder achteraf ging betalen. Onze nonkel en mijn grootmoeder, die hardhorig was, kwamen ook.
    Alleen mijn vader mocht de TV bedienen. Ze hadden hem verteld hoe alles marcheerde. Op het toestel mocht zo weinig mogelijk sleet komen in de tijd. In die tijd van slijtbaarheid is veel veranderd. De tijd heeft hem in grootvaderschap veranderd.

     

     

     

     

     

     

     

     


    Als toeschouwer leer ik mezelf begrijpen. Ik heb twee zonen en ben heel blij zoals ze zijn. De stilte in mijn leven is een toevallig dierbaar geschenk.
    Mijn gedachten die ik koester schrijf ik op papier. Uiteraard klad ik papier vol met emoties zonder anderen ermee te confronteren. Wie dat ooit zal lezen zal mij begrijpen of niet. Eigenlijk is dat niet belangrijk in ons vergankelijk bestaan, tenzij voor mezelf. Het zou me na mijn leven vereren dat iemand mijn schrijfsels zou doneren aan de toekomst die later verleden is. De moed ontbreekt me soms om dingen te beschrijven, zoals dit ogenblik gevangen tussen ik was, ik ben en zal zijn. Ik ben en ik was; ik zal zijn twee seconden later. Rock me baby....een cliché....we sterven allemaal....een cliché; er is al zoveel verteld. Grootse verlangens naar wat je niet beleeft. Och, wie ben ik om die wartaal te schrijven; een chaotisch samenraapsel van een moment, ook al zal de dageraad die er nu niet is me morgen misschien bezinnen. Ik ben gelukkig omdat ik geluk mis, ik ben verliefd omdat ik de liefde mis, ik leef uit angst om te sterven.Weet je, ik wil dat de wereld beter wordt en het is niet moeilijk, we moeten alleen bij onszelf beginnen en dan komt alles vanzelf.

    Ze zijn pas afgestudeerd en hebben werk.

    ik herinner me nog de wandelingen in het bos
    hoe ze schaterlachend wild langs elkaar liepen, dicht bijeen
    ik kan die kinderhand nog zo in mijn handpalm voelen
    nu fladderen ze traag met zekerheid weg  

    Aan de zeven sterren bleef ik staan. Daar liggen drie gebroken stenen die in elkaar passen en een ronde schijf vormen van drie meter op veertig centimeter.
    Het verleden vertelt dat een boer die grote brokken steen bij het afgraven van zijn veld gevonden heeft. Ze hebben die met de ossenkar midden naar het park gebracht. Men vermoedt dat het restanten van een meteoor zijn, maar het kan evengoed een altaar geweest zijn.

    Ik zie opnieuw hoe zij die stenen beklimmen,  kraaiend een kreet slaken van: ik sta op de top .
    Ik heb hun verteld: dat is een stukje van een ster

    In die periode woonden we pas in het huis dat we gekocht hadden. De oudste kon pas lopen en de jongste pendelde tussen Neanderthaler en mens.
    We waren aan het verbouwen. Ik deed bijna alles zelf, terwijl zij voor de kinderen zorgde in de ruimten ernaast. Haar ouders leefden nog. Mijn vader kwam regelmatig naar mijn werk kijken. Het lijkt zowel lang geleden als dichtbij.

    ik ging verder
    bleef staan
    ging verder
    bleef staan in een zonnestraal
    er lagen kastanjes op de weg
    gek dat niemand die wou

    In Lissabon kochten we s’avonds gepofte kastanjes aan het station. We gingen in het spitsuur naar het drukke centrum, naast elkaar met een krantenpapieren trechter vol gepofte kastanjes.

    18-07-2007, 16:50 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jager
    jager
    vervolmaak mijn leven
    in een plotselinge dood
    veelvuldig zal ik dan mijn doelen missen
    voorbij de maan
    waar het verdwenene dan
    zichzelf ontmoet
    zal niets dan licht zijn
    niets heb ik gezegd
    in deze leegte van duisternis
    volwassen uitgewist als een kind
    afwezig in een voetspoor
    sprakeloos tussen wat ik ben

    16-07-2007, 00:26 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!