verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    09-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.iemand
    In de vooravond van vorige vrijdag ben ik langs de Achterstraat geweest. Het waaide krachtig en de regen sloeg in mijn gezicht. Ze deed voorzichtig de voordeur open op een kier. Je kon nauwelijks zien of het zij of haar dochter was.
    Ik heb iets beschreven op een vod papier.
    Kom binnen.
    Ik blijf niet lang.
    Ga zitten en drink iets...koffie of zo?
    Heb je niets anders voor het einde van een laatste werkdag in de week?
    Eet je straks mee?
    Neen, ik blijf niet lang.
    Haar oudste dochter vertrekt zaterdagavond naar zuid Afrika en de jongste zegt dat ze b en s nog eens wilt terug zien. Het is al zolang geleden. Ik stel voor om iets bij ons te komen eten.
    We drinken een scheut Cubaanse rum en sterke koffie. De wind jaagt de regen tegen het vensterglas. Er zit iets zangerigs in, de wind, de regen en die drie vrouwen in dit huis aan de Achterstraat. Terwijl ik een sigaret draai gaat ze in de keuken het eten verwarmen.
    Eet je echt niet mee?
    Een proevertje en dan ben ik weg.
    Ontkurk dan een fles wijn. Ik breng glazen.
    Kom ik niet ongelegen?
    Neen. Voor een keer dat je komt. Ik heb vanavond niks anders te doen.
    Ik bel L om te zeggen dat ik hier blijf.
    Ik heb geen telefoon. Neem de gsm maar trek het niet te lang, het is duur.
    Waarom eet je geen pasta bij de saus?
    Omdat ik geen honger heb maar de saus lekker vind.
    We eten zwijgzaam. Ik eet zonder gebit. Er ontbreken twee snijtanden . Al drie weken. Ik heb geen voltandige mond nodig om hier binnen te komen. We kennen mekaar vijfendertig jaar. Zij was pas vijftien en de beste vriendin van mijn beste vriend. Daarna heb ik L leren kennen. En nu zit ze hier een nieuw leven op te bouwen. Mekaar vijftien jaar uit het oog verloren, en nu eet ik op een winderige regenachtige vrijdagvooravond tomatensaus met een stuk brood aan tafel bij haar met haar twee dochters. Even maar. Ik blijf niet lang.
    Trek je nog een fles wijn af?
    Waar is de aftrekker?
    Voor uw neus!
    Wat vind je van de muziek? Het is Ierse muziek.
    Zou je niet zeggen.
    Heeft het gesmaakt?
    Heerlijk.
    Nog een tas koffie?
    Ja, en een scheut rum. Drink er ook een. En we roken een sigaret na het eten.
    Het regent niet meer. De wind is ook gaan liggen. Het weer is in slaap gevallen. Misschien is het maar een indruk. Loomheid in de oren. Hoor je mij Warket?
    Ik heb mijn hoorapparaten aan en hou op met me Warket te noemen. Je weet dat ik daar een hekel aan heb.
    Nog een koffie?
    Neen. Nog een scheut Cubaanse rum.
    Warket, we worden zat.
    Hou op met me Warket te noemen!
    Ik vind die naam mooi. Je voorouders waren wellicht Kelten.
    Onze voorouders waren gelijk. Geloof jij in de schepping?
    Hou op met dat gefilosofeer. Dan begin je te fluisteren. Ik hoor je liever schreeuwen. Knor desnoods als een varken maar filosofeer niet tegen mij.
    Laten we dansen.
    Op afstand dan. Ik wil niet dat je me aanraakt. Laten we eerst nog iets drinken.
    En dan dansen we zoals indianen.
    De hond blaft. Hij-zij blaft. De kat, zo verwend dat monster! Ze pist in de bloembakken. Echt, echt waar. Het is woestijnachtig.
    Ik ga plassen.
    Ge komt nog terug?
    Wil jij ondertussen nog een sigaret voor me rollen?
    Er zat iets damesachtig in haar stap. Ze kwam terug en zei: ik heb zin om te wenen.
    Ween maar. Je hoeft je voor mij niet te schamen. Het is maar een omgekeerde lach. Het zal goed doen.
    We zaten aan tafel. Ze weende alsof het een eeuwigheid geleden was. Ik luisterde naar haar pijn, haar onzekerheden, haar eenzaamheid en wou iets doen. Meer dan alleen maar toekijken. Ik kuste haar hand als een dame en we deden een belofte aan de eeuwigheid. Zolang de slaap ons niet aanraakt zullen we niet slapen gaan.
    Zo heb ik haar in dit half mensenleven nooit gekend. Nooit op die manier samen geweest. Ik zei: je kan me vertrouwen. Ze weende en ik weende. Zij uit een zekere wanhoop, ik uit tederheid en het heeft haar goed gedaan. Daar ben ik zeker van.
    Later, veel later in de ochtend heeft ze in de zetel een deken over me heen gelegd en heeft ze me onzichtbaar een kus gegeven. Ik heb het gevoeld in mijn slaap.

    Enkele uren later ben ik opgestaan en heb op een blad papier mijn dank betuigd aan de gastvrijheid die me toegekomen is. De wind is opnieuw komen aanzetten en halverwege zweeft de gedachte in mijn houten kop: “ Ik ben content geen azijnpisser te zijn, noch een parasiet van menselijk tekort. God-zij-dank weet ik nog altijd hoe merels de winter uitfluiten. Ik sterf wellicht aan een jeneverlach.”

    09-08-2007, 15:47 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    04-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonsopgang
    Het loont de moeite niet om nog te slapen. Het zwart is uit de hemel aan het verdwijnen. Nog drie kwartier en de dag begint. Ik doe mijn sandalen en hoorapparaten aan en ga dan weg. De merels zingen in het dagschemer. Wondermooi om hier zo doelloos alleen te zijn. De mensen slapen nog. Zuiver geluid. Het concert begint. Eerst de merels, dan de hiebekwieten, en de specht doet uiteindelijk ook mee. Ik kniel. Al dat schone slaat als een bliksem in mijn fragiele geest. De hemel wordt purper in het oosten, dan roze en dan zie ik haar verschijnen. Eerst als een enorme perzik...daarna als smeltend goud. God bestaat nu in mijn gedachten. Ik ween en schreeuw. Als ik thuis kom kijk ik in de spiegel naar mijn verwaarloosd gezicht. Mijn haar ligt goed en mijn ogen zijn rood en glazig. Die grijze stoppelbaard moet er straks af. Ge ziet er niet uit zegt ze als ze opstaat. De zaterdag is voor mij alleen.

    04-08-2007, 15:12 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik
    Ik weet niet of ik IK ga schrijven, dat ik water, vuur en aarde deze wereld ga noemen of een vervolg verzinnen. Nu ik dit geschreven heb zijn de woorden bij een ander, ben ik van een ander... heel even maar.

    02-08-2007, 21:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tekwar
    Toen ik met haar ging wandelen (de zon was al goed gezakt...ik denk rond een uur of acht) kwamen we een andere hond tegen. Zij is nogal dominant maar niet agressief. Bij de hond gekomen trok ze zich los in haar vrijheid en tot mijn opluchting  gromde ze maar heel kort waarna ze nieuwsgierig snuffelde aan die andere. Haar dominantie kon haar soortgenoot geen ballen schelen. Honden communiceren met een nauwelijks zichtbare gebarentaal. Dat ze zich tegenover andere honden dominant gedraagt stoort me. Daarom heb ik mij de laatste tijd geoefend in hun gebarentaal  om vanop afstand in te schatten hoe strak ik haar aan de leiband moet houden ofdat ik haar mag loslaten voor de confrontatie met de tegenligger. Nu ligt ze daar op de stenen vloer haaszakkend met haar tong uit haar hondsmuil uit te rusten. Alleen drinken moet ik haar nog geven.
    Hoor je dat War? Wat. Die stem. Neen. Je moet hieraan nog wennen Tek. Hoe ben jij hier terechtgekomen War? Ik herinner mij nog dat ik met het galgenkoord rond mijn nek nog naar de hemel bleef kijken. De overstap is niets geweest. Ik heb er niets van gevoeld. Hoe lang ben jij dan hier? De tijd bestaat hier niet Tek. We hebben toch zonet een lied geschreven War? Hoelang is zonet Tek? Zolang het nodig was War. Neen Tek. Zonet was allang genoeg om onnodig te zijn. Herinner jij nog het moment toen je naar hier keek? Je zag een tip van de sluier. Wat doe jij hier War? Ik heb een doel Tek. Ik wil het eindige in deze oneindigheid begrijpen. Ik heb het geluk gehad om een mooie weg te bewandelen en die stopt hier niet. Ik wil het verband tussen iets en niets begrijpen. Mogelijk komt niets uit iets zoals dit oneindige uit het eindige kan komen. Weet je nog War? Ja Tek. Ik ben moe War. Ik wil slapen en dromen. Dat kan niet Tek. Dits IS een droom. De feiten hebben hier geen betekenis meer. Alles in dit heelal is een illusie. We bestaan niet eens.

    31-07-2007, 21:35 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    29-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.warkettekraw
    Wacht! Heb je dat gehoord? Wat? Die stem. Neen. Luister, ik hoor het opnieuw. Het is je lichaam dat je hoort. Wat is jouw Naam? Warket. En hoe noemen ze jou? Tekraw. Mag ik je Tek noemen? Raad eens...aks ik je tek mag noemen noem ik jou War. Laten we een lied schrijven. Rust vind je pas als alles in het leven meevalt en dat heb je niet altijd in de hand. Alles afbetaald, de kinderen het huis uit, goede vrienden, een toffe relatie, een goeie gezondheid...het is allemaal niet evident. Puur chance noemen we dat hé Tek? Ja, natuurlijk War.(refrein) warket.tekraw, wartek, tekrawik...
    Wat vind je van deze ruimte? Hoezo. Dit heelal. Komplete stilte. Een lege snelweg van woorden. Wat doe jij hier trouwens? Ik ben hier net zoals jij. Tek en War. Warket en Tekraw. Gek he? Het zou evengoed Tekkram kunnen zijn. Of Warklep. Doet er niet toe rek. Gooi maar eens tijdens een wandeling in het bos een stok weg en kijk waar hij beland. Komt hij in een plas terecht, op een zonnige plaats of blijft hij haperen in de takken van een oude boom? Ze is met hem op dit ogenblik gaan winkelen Stel je voor dat ze niet thuis komen en vanavond op de deur geklopt wordt met de mededeling: mijnheer, het spijt me om u te moeten mede te delen dat...Dan stort mijn leven in elkaar, gedaan met de rust etcetera.
    Een vol hoofd, mijn kop in een virtueel wespennest steken, misschien kan ik daar iets aan doen. Ik heb ik geen zin meer om verder te schrijven. Dat had ik me voorgenomen. Nietwaar War ?

    29-07-2007, 00:29 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het jaar 2000

    Vertel me over gisterenavond, vraagt ze.
    Het was plezant. Ik heb gespeeld.
    Ze vraagt of ik niet teveel gedronken had.
    Neen, jammen op ritme, dat was muziek.
    Ze gaat een schaar halen en begint mijn nagels te knippen.
    Kun jij daartegen, vraagt ze.
    Ja, ik vind het leuk. Zelf doe ik het niet graag.

    Ik ben moe. Een vliegtuig besturen zit er vandaag niet meer in.
    Hij vraagt of hij een verdorde struik mag aansteken. Van mij mag het. Veel rook en weinig vuur. Het zal de buren ergeren.

    later...
    ik ben
    aan het verschroeien
    onzichtbaar

    Je hebt me op een donderdag verteld dat ik een vrouwenzot ben.
    Misschien is dat ook wel zo.
    Ik doof mijn sigaret en riek aan mijn vinger.


    26-07-2007, 23:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik pis in sneeuw
    Velen vinden het maar niks maar ik vind het zalig om te schrijven met een pen. Een echte pen die je in een inktpot sopt. Net zoals in het eerste studiejaar toen we leerden schrijven in schoon schrift. "De melkboer brengt melk. Jan drinkt melk".
    De inktpot kwam na de griffel en de lei. Met blauwe vingers keerden we dan terug naar huis.
    Nu schrijf ik met zwarte inkt. Mijn schrift is standvastiger geworden. Ik heb zelfs geen lijntjes meer nodig om de letters te leiden. Ik kijk niet meer naar een bord. Nu kras ik alles uit het niets op perkamentpapier.
    Het gaat allang niet meer over de melkboer en Jan. Toch is er iets van dat gevoelen van toen overgebleven. De traagheid van het schrijven misschien, de letters die het grafisch vermogen van de schrijver opeisen.
    Op zo een blad papier beginnen te schrijven is als zich in een sneeuwlandschap begeven waar geen grenzen zijn. Ik pis mijn naam in de sneeuw.
    Nu veeg ik de etensresten van de buitentafel. Het is avond. Deze wilde drassige dag is mild geworden. De wind is gaan liggen. Op de schouw van de pastorie zit een duif. Waar kijkt ze naar? Van daaruit zie je het dorp.
    Mijn hand rust. De stop is van de inktpot. Rechts van mij ligt toiletpapier. Dat dient om de inkt van mijn pen te vegen. Na een paar zinnen zit ik wat om me heen te kijken. Ik draai een sigaret, tuur en gluur. Daarna rolt er weer een zin uit deze door ouderdom verstomde geest.

    24-07-2007, 22:10 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.allerheilig

    Gekleed met naakt,

    zelfs dan blijft een impressie bestaan.

    Op dertig oktober van dit jaar was het mooi ochtendweer. De stad is bijna leeg.

    De kraaien vliegen voor

    over bedauwde grond die langer zal bestaan dan dit geschrevene.

    De bladeren gestorven in het najaar en die alle kleuren hebben doorstaan,

    rotten nu op de platgestampte aarde.

    Ik heb erg veel zin op eten in een ochtendcafé.

    Er zit een man met gekruiste benen voor een kansspel. Op de glasplaat ligt

    een pakje Marlboro. Een vrouw kijkt rond, tuurt bij de koffie door het raam.

    Ze heeft krullend haar en ze draagt een bril.

    De ochtend broeit, loeit en reikt over iedereen heen.

    Schaduwen over de stoep van zij die buiten zijn en bewegen.

    Zelf vind ik mijn schaduw niet. Misschien besta ik niet meer.

    Loeit, broeit, reikt die ochtend over iedereen heen als een reusachtig lichtgordijn in een roes van overspeligheid.

    De maan had de avond voordien nog wazig geschenen

    en de wind was gaan liggen zodat de loszittende dingen niet meer bewogen.

    Maar nu, in dat reusachtig lichtgordijn zonder mijn schaduw nog te zien

    besta ik niet meer.

     

    Er fietst een man voorbij. In zijn fietszak steken chrysanten.

    Toen ik op de begraafplaats kwam viel het me op dat de mensen die daar

    rondliepen vooral ouderen zijn.

    Ze hebben al veel leeftijdsgenoten verloren en herdenken hen nu.

    De doden komen weer tot leven.

    Vroeger kwamen we met heel de familie bijeen en werden er pannenkoeken gegeten.

    Dat doen we nu nog, maar er is een generatie verdwenen en een nageslacht bij gekomen.

    We bezoeken ook de graven niet meer en versieren ze ook niet meer met bloemen.

    Het enige dat overgebleven is, is het feest en de nagedachtenis.

    De man fietst opnieuw voorbij. Deze keer zonder chrysanten. Die heeft hij op een grafzerk gelegd. Hij fietst in tegenwind. Het weer is in de herfst omgeslagen, net op tijd voor Allerheiligen.

    de laatste zonsopgang

    niemand weet wat daarna gebeurt

    de straten worden donker

    de huizen omhuld in een winterlucht

    de aarde bevriest

    Hij slabbert met zijn tong wanneer hij leest. Hij degusteert het geschrevene,

    zegt zijn moeder.

    De familie zit bijeen aan tafel: hij, zei, hem, haar, haar van hem, hem van haar, zij van mij.

    En nu zit ik hier alleen

    niemand die iets hoort

    tenzij, ja gij die mijn gebaar leest,

    denkt zichzelf te herkennen in onmetelijkheid.

    Wie weet zijn we eendagsvliegen in een jaar,

    houden we de seizoenen in stand  en zijn we meer

    dan een herinnering.

    Het lawaai, de stank, het geklaag van de meerderheid,

    zijn niets meer dan anekdotes in het verstand.

    22-07-2007, 21:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zin

    Ik heb  zin om  voor een keer geen onzin uit te kramen, om  socio-economisch en multicultureel over deze samenleving na te denken met een innig verlangen de wereld te verbeteren en een rooskleurige toekomst voor alles vast te leggen.  Voor ik dat probeer sla ik mijn armen om haar heen en staan we minuten in gedachten drie seconden stil. Ik zeg: ik ga een echt artiekel schrijven zoals journalisten dat dagelijks doen.
    Een half uur zit ik hier neuspeuterend te peinzen zonder resultaat. Ik kan zelfs de 'ik-vorm' niet kwijt. Wanhopig neem ik de krant en noteer opschriften zoals:

    verkeerswet wordt weeral herschreven
    geen hoop voor wie zonder stroom winter in moet
    dronken doodrijder maakt tweede slachtoffer
    opwarming klimaat bedreigt gezondheid Europeanen
    merendeel oude computers heeft porno op harde schijf
    regering is niet bij machte beheerders elektriciteitsnet te dwingen
    niemand spelt radicalen de les
    kroniek van veel menselijk verdriet
    er valt geen hol te beleven in de grot
    laptopnek, muispols,Sms-duim, en....iPodvinger
    sinterklaas over Generatiepact

    Neen, het lukt me niet iets zinnigs te vertellen. De opschriften zijn me al te veel. En dan al die geschriften van zogenaamde feitelijkheden.  Dan ga ik nog liever in de winter met rubberen laarzen in de Dijle staan kijken naar kwakende eenden.
    Zolang we geen medeleven betonen, onverdraagzaam blijven en met angst door het leven ploeteren, zal ik niet het verlangen hebben om iets zinvol te schrijven.

    alhoewel, ik heb haar verteld dat ik iets zinnigs zou schrijven

    aan elke bedelaar geef ik een euro omdat ik naïef en medelevend ben
    ik verplaats me met de fiets of te voet
    ik probeer een voorbeeld te zijn voor mijn volwassen kinderen
    en ik tracht niet te verdwalen in gedachten

    en dan vraagt ge u misschien af: waarom schrijft ge dat
    en zeg ik: dat vertel ik nu niet

    22-07-2007, 11:16 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN zaterdag

    Schitterende dag. Ze is thuis vandaag. Zaterdag, zondag en maandag is ze thuis. We zijn tot negen uur onder de lakens blijven liggen. Normaal werkt ze op zaterdag. Dat is dan MIJN zaterdag. Dan duik ik zeer traag de dag in, beginnende met een krant waarin ik niets meer dan de titels lees. Politiek en sport verdwijnen meteen in de papiermand. Daarna wordt de chaos van woorden en zinnen die doorweeks tussen kladschriftuur bleven haperen geordend. Tas koffie, toilet, sigaret…, het gebeurt in vertraging tot het middaguur. Tijd om mijn kleren aan te trekken en mijn haar te kammen. Scheren en tanden poetsen volgen daarna, waarna zijbijmij even komt pauzeren. Dan lees ik de teksten in de krant. Maar vandaag is het ONZE zaterdag. Ze moet niet denken dat dat iets aan mijn zaterdagritueel zal veranderen.

                Eigenlijk is het beter dat ik er op zaterdag niet ben, zegt ze.

    Ja, eigenlijk wel.

    21-07-2007, 11:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    19-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onnozeliteit van zwijgen
    We zaten al geruime tijd op dezelfde bank. Een bank onder een boom aan een afgelegen grasveld. Ik zat er eerst. Zij had een poedel bij zich die het zout van mijn pols probeerde te likken. Vreemd dat ze dat toeliet. Zelf wou ik niet  protesteren. Ik schoof wat opzij naar het uiteinde van de bank. Ze streek met haar vingers door haar haren en keek recht voor zich uit, alsof ik er niet was. Ik deed net hetzelfde. Twee vreemden naast elkaar op een bank.
    Misschien wacht ze op iemand en is ze zo weg, dacht ik. Ik ga hier niet weg. Het is MIJN plaats. Bovendien was dit de enige bank in de omgeving.
    Het is moeilijk zegbaar maar toen het begon te schemeren zaten we nog altijd zwijgzaam naast elkaar in een onweerstaanbare drang om niet op te staan. Ik wachtte op het moment waarin iets in mij of in haar zou overschakelen in een woord zodat onze verschijning een acte van précense zou krijgen.
        Streel me, zei ze dan totaal onverwacht.
    Wat zegt u?
        Streel me.
    Is dit een grap?
        Neen.
    Voorzichtig raakte ik met mijn vingertoppen haar hand aan. Ze had prachtige slanke handen, net niet knokig. Nog nooit had ik een doodvreemde zo doelloos aangeraakt. Ik wist niet eens wat strelen voor haar betekende.
     Je hebt eelt op je vingers, zei ze dan.
    Ja, alleen de vingertoppen van mijn linkerhand. Dat komt door dat instrument dat ik bespeel.
    Ik had gehoopt hiermee een gesprek aan te knopen maar ze antwoordde niet. Ze had haar ogen gesloten. Ik bleef dan maar haar hand strelen, wat me aanvankelijk onnozel leek maar naarmate de tijd verstreek ontstond er intimiteit tussen vingers en hand als een doofstomme taal van voorzichtige aanraking. Net op dat ogenblik begon de poedel te blaffen.
         Ik ga nu verder, zei ze.
    Ja, ik ook.
    Meer hadden we niet te vertellen in deze kortstondige vriendschap teweeggebracht door de onnozeliteit van het zwijgen.

    19-07-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zevensterren

    Vooraleer ik binnen ga  rook ik een voorlaatste sigaret, kijkend naar de sterrenhemel. In al die tijd is daarboven niets veranderd. Het is een geruststelling, een houvast.
    Ik liep met mijn broer achter onze ouders aan als we ’s avonds na een familiefeest naar huis gingen. We keken naar de sterren in een gitzwarte hemel en probeerden ze allemaal te tellen. Af en toe bleef mijn vader staan en wees hij naar de grote en de kleine beer. Dan liep hij weer verder langs het voetpad naast de kasseiweg met ons moeder, zij aan zij.
    Bij elke lantaarnpaal zagen we hoe onze schaduw in het oranje lichtschijnsel bewoog, terugkeerde en opnieuw verdween. Mijn broer en ik keken er zwijgzaam naar en vroegen ons af vanwaar die schaduw kwam.
    Nu ik in die sterrenhemel kijk denk ik aan toen. Niets is daarboven veranderd.

    Bijna nacht. Straks zwiert jonkheid over de hekkens, als schimmen alsof ze geschapen zijn voor de zonde. Onverwoestbare zaterdagnacht.

    Wij hadden thuis een zwart-wit TV waarmee we naar twee zenders konden kijken. Op zaterdagavond keken we in het kleine salon in het pikkedonker naar een western of een oorlogsfilm en aten we gebak dat ik meestal ging kopen in de winkel halverwege de straat. Kopen was een groot woord. In de winkel hielden ze de rekeningen bij, die ons moeder achteraf ging betalen. Onze nonkel en mijn grootmoeder, die hardhorig was, kwamen ook.
    Alleen mijn vader mocht de TV bedienen. Ze hadden hem verteld hoe alles marcheerde. Op het toestel mocht zo weinig mogelijk sleet komen in de tijd. In die tijd van slijtbaarheid is veel veranderd. De tijd heeft hem in grootvaderschap veranderd.

     

     

     

     

     

     

     

     


    Als toeschouwer leer ik mezelf begrijpen. Ik heb twee zonen en ben heel blij zoals ze zijn. De stilte in mijn leven is een toevallig dierbaar geschenk.
    Mijn gedachten die ik koester schrijf ik op papier. Uiteraard klad ik papier vol met emoties zonder anderen ermee te confronteren. Wie dat ooit zal lezen zal mij begrijpen of niet. Eigenlijk is dat niet belangrijk in ons vergankelijk bestaan, tenzij voor mezelf. Het zou me na mijn leven vereren dat iemand mijn schrijfsels zou doneren aan de toekomst die later verleden is. De moed ontbreekt me soms om dingen te beschrijven, zoals dit ogenblik gevangen tussen ik was, ik ben en zal zijn. Ik ben en ik was; ik zal zijn twee seconden later. Rock me baby....een cliché....we sterven allemaal....een cliché; er is al zoveel verteld. Grootse verlangens naar wat je niet beleeft. Och, wie ben ik om die wartaal te schrijven; een chaotisch samenraapsel van een moment, ook al zal de dageraad die er nu niet is me morgen misschien bezinnen. Ik ben gelukkig omdat ik geluk mis, ik ben verliefd omdat ik de liefde mis, ik leef uit angst om te sterven.Weet je, ik wil dat de wereld beter wordt en het is niet moeilijk, we moeten alleen bij onszelf beginnen en dan komt alles vanzelf.

    Ze zijn pas afgestudeerd en hebben werk.

    ik herinner me nog de wandelingen in het bos
    hoe ze schaterlachend wild langs elkaar liepen, dicht bijeen
    ik kan die kinderhand nog zo in mijn handpalm voelen
    nu fladderen ze traag met zekerheid weg  

    Aan de zeven sterren bleef ik staan. Daar liggen drie gebroken stenen die in elkaar passen en een ronde schijf vormen van drie meter op veertig centimeter.
    Het verleden vertelt dat een boer die grote brokken steen bij het afgraven van zijn veld gevonden heeft. Ze hebben die met de ossenkar midden naar het park gebracht. Men vermoedt dat het restanten van een meteoor zijn, maar het kan evengoed een altaar geweest zijn.

    Ik zie opnieuw hoe zij die stenen beklimmen,  kraaiend een kreet slaken van: ik sta op de top .
    Ik heb hun verteld: dat is een stukje van een ster

    In die periode woonden we pas in het huis dat we gekocht hadden. De oudste kon pas lopen en de jongste pendelde tussen Neanderthaler en mens.
    We waren aan het verbouwen. Ik deed bijna alles zelf, terwijl zij voor de kinderen zorgde in de ruimten ernaast. Haar ouders leefden nog. Mijn vader kwam regelmatig naar mijn werk kijken. Het lijkt zowel lang geleden als dichtbij.

    ik ging verder
    bleef staan
    ging verder
    bleef staan in een zonnestraal
    er lagen kastanjes op de weg
    gek dat niemand die wou

    In Lissabon kochten we s’avonds gepofte kastanjes aan het station. We gingen in het spitsuur naar het drukke centrum, naast elkaar met een krantenpapieren trechter vol gepofte kastanjes.

    18-07-2007, 16:50 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jager
    jager
    vervolmaak mijn leven
    in een plotselinge dood
    veelvuldig zal ik dan mijn doelen missen
    voorbij de maan
    waar het verdwenene dan
    zichzelf ontmoet
    zal niets dan licht zijn
    niets heb ik gezegd
    in deze leegte van duisternis
    volwassen uitgewist als een kind
    afwezig in een voetspoor
    sprakeloos tussen wat ik ben

    16-07-2007, 00:26 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gazon
    Riek jij niks?
        Neen.
    Dan komt ze dichterbij.
        Riek je het nu?
    Neen.
    Vervolgens leunt ze tegen me aan.
        En nu?
    Nog niks.
        Man toch! Eerst loopt het verkeerd met je ogen, daarna met je oren en nu zelfs met je neus. Jij bent alleen nog goed genoeg om het gras af te maaien. Zelfs daar heb je een halve dag voor nodig.
    Ze heeft gelijk. Gras maaien kan ik als een van de besten. Ik doe het met de hand. Met een tweewieler die je moet voortduwen en een sikkel voor de boorden.
    Voor ik eraan begin maak ik de sikkel met een wetsteen vlijmscherp. Dan haal ik de hondenstronten en dode twijgen uit het gras. Het ruwe werk kan beginnen. Gruum, gruum, gruum...zingt de tweewieler door mijn spierkracht gedreven. Groot is het begroeid oppervlak niet. Amper veertig meter op zes, struikgewas en bloemperken meegerekend. Vervolgens begin ik aan het fijnwerk: de kantjes en boordjes. Als alles bij elkaar geschraapt is en op de composthoop ligt snijd ik met een keukenmes ongewenst kruid weg.
    Zo, dit is beschreven. Nu nog eraan beginnen.
    Chocolade zou cholestorolverlagend werken. Hier zit ik nu beste lezer, met mijn neus tussen duim en wijsvinger. Een neus in beweging. Een stilstaande beweging in zonlicht. Zo zit ik hier aan mijn neus te rieken die mij de ingridiënten van deze maaltijd vertelt. Alleen haar parfum ontging me nog.
    Mag ik eens trekken van die sigaret?
    Ik geef haar de peuk.
    Dat is geen sigeret meer, zegt ze.
    Schandalig gewoon. Ja, dat is de juiste benaming. Net zoals die pannenkoekenmix, gemaakt volgens een heerlijk recept met gebruik van de beste ingridiënten. Verrukelijke pannenkoeken aangebrand in de pan. Godzijdank is er de suiker nog.
    Het wordt tijd om een muziekstuk te spelen, of neen, om het te beluisteren.

    14-07-2007, 23:38 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de beschrijver
    Met de pet in de hand en gebogen hoofd dwaalt de beschrijver rond op zoek naar open deuren.
    Welke dag zijn we vandaag, vraagt hij aan een voorbijganger.
    De voorbijganger kijkt verbaasd. Het is donderdag.
    Dan heb ik nog twee dagen te gaan, mompelt de beschrijver. Als hij ziet dat de voorbijganger onverschillig verder loopt schreeuwt hij nog: " Het speelt zich af in de schemerzone van droom en bestaan! ".
    Hij wou nog iets vertellen maar was het vergeten. Het gaat allemaal zo snel. Zijn wereld kan alleen door hem geleefd worden. Negenveertig jaarseizoenen met menselijkheid in het fragment waarin hij leeft. Hoe zal het zijn tien eeuwen verder? Die onwetendheid vind hij onrechtvaardig. Hij wil zichzelf een plek geven in het geheel. Zijn woorden vertellen een vorm van waarneming waarin concepten hun betekenis  hebben verloren. Bestaat het allesverslindende beest "realiteit"  wel, steeds zichzelf verklarend, of neemt hij de wereld niet waar zoals hij is, vraagt hij zich af. Dan gaat het niet over de dingen maar over de manier waarop hij de dingen kent.
    Vorige nacht had hij nog het mysterie uit donkere vrouwenogen gekeken en staan wenen bij zonsopgang terwijl de dauw uit zijn kleren verdampte. Het was de aanloop voor een gedicht dat niet  geschreven werd omdat het bleef haperen bij een braaksel van woorden die nimmer geordend worden.
    Nu roept hij tegen deze hoerige wereld wat hij ziet in de hoop dat anderen zijn roep beantwoorden, niet om hen zijn waarheid op te dringen maar om bevestigd te krijgen of hetgeen hij ziet herkend en gedeeld wordt. Schreeuwen kan niet meer. Het enige wat hem nog rest zijn een paar omstuimige dromen over gemiste kansen en een vat vol dronkemanswreedheid voor vanavond.
    Die avond gaat hij op een barkruk zitten. Naast hem zit een vrouw. Een zingende vrouw. Ze zingt dat ze geslagen wordt door haar man, dat ze verkracht werd toen ze veertien was, dat haar vader stierf toen ze achtien was en dat ze geen rotte frank op zak heeft. Ze wordt constant bedrogen door mannen die het gemunt hebben op haar schoon lijf, zegt ze nog.
    Intuïtief voelt hij dat hier de waarheid spreekt. Hij betaalt haar de dronk.
    Lallend ontpopt ze zich tot een waarachtig filosoof, gevestigde waarden vernederend. Ze bezit het vermogen uiting te geven aan gedachten en emoties die hem nog voor een laatste keer verbazen en verwarren in alle schoon- en lelijkheid, de middelmatigheid sublimerend. Ze staat nu centraal in een wereld die hij verwonderlijk waarneemt en op een unieke manier gestalte gaf.
    Nog een dag te gaan. Een onnodige dag. Het is nu goed geweest.
    Dan gaat hij naar een immense vlakte waar water, land en lucht zich verenigen, de stilte verbrekend.
    Vervolgens klimt hij op de top, herinnert hij zich nog helder het meeuwengekrijs, avonden met romantiek en vampieren bij kaarslicht. Dan spreidt hij zijn vleugels en schreeuwt: " Nu of Nooit! "






    10-07-2007, 17:22 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rotavond!
    Wie dit leest zal het met moeite geloven. Toch overkomt het me vanavond. Eerst laat ik de zelfgemaakte stekelbessentaart te lang in de oven staan (toont veel gelijkenis met een langspeelplaat), dan is de data op pc (een verhandeling waar ik het hele weekend aan gewerkt heb) verdwenen en per slot van rekening wentelt de hond zich net op het einde van de wandeling in een modderpoel. Vervolgens wou ik voor een keer naar een programma op nat. geogr. kijken maar blijkbaar is dat kanaal op tv verdwenen. Dan maar tot rust komen in de tuin. Ik sta nog maar pas naar de vlinderplant te turen of het begint te regen. Dan neem ik een laatste toevlucht: ik ga wat muziek spelen. Ook dat slaagt tegen. Mijn lieve partner (waarvoor ik na vijfendertig jaar samenwonen nog altijd mijn hand zonder verdoving zou laten afkappen als het niet anders kon) heeft uit zorgzaamheid de oorschelpen van mijn hoorapparaten in een reinigingsmiddel te dompelen gelegd. Njet, Njet, Njet schreeuw ik in men eigen. Waaraan heb ik al die ellende op één avond  verdiend?
    Doch, mijn allerlaatste toevlucht is dit schrijven om me tot kalmte te bekeren. Het lukt. Ik ben dat rotgevoel op deze manier bijna kwijt, hopelijk niet tot grote ergernis van Anna.

    09-07-2007, 21:59 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nacht

    in een nacht zonder wolken
    een kamer met open deur

    die tabaksgeur verdrijft
    en demonen verjaagt

    zit ik daar in die ijle wereld


    het is mijn beurt zegt de regisseur
    de dorpsklok luidt het uur

    zonder ander reden
    dan haar schoonheid
    op een grenslijn van schaduw
    van zon, water, aarde
    licht en donker
    noem ik haar vrouwelijkheid

     
    heel mooi klinkt zijn...haar schriftuur
    als zachte muziek in mijn ziel
    is het de dichter die spreekt als de wind
    is het de grens van de leegte die me lokt
    of de stilte van een eenzame stem in het heelal
    die onzichtbaar lief heeft en niets is


    07-07-2007, 17:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.complot

    Twee kompanen hadden me gevraagd om mee te helpen met een overval op een geldtransport.
    Zij bij mij en ikzelf hadden aanvankelijk toegezegd maar uiteindelijk haakte ik af omdat
    een van hen een vuurwapen zou meenemen. Zij bij mij wou meedoen. Ze hadden een
    bestuurder voor de vluchtwagen nodig.
    Ik probeerde haar te overtuigen om af te zien van het voornemen maar er was geen houden aan.
    Elke dag ging ze weg om met die twee te oefenen voor die fatale dag.
    Ik voelde me bedrogen en in de steek gelaten.
    In een ultieme poging om haar te overtuigen niet mee te doen, zei ze dat ze haar vrienden
    niet in de steek kon laten. Ze hadden een chauffeur nodig.
    Zoveel bereidwilligheid voor twee gangsters was me te veel. Ik besloot haar te verlaten.
    De bus die ik genomen had zat stampensvol. Bovendien reed de chauffeur roekeloos.
    Ik stapte drie haltes verder uit en ging te voet verder naar de plaats waar de overval zou gebeuren.
    Naar de avond toe ging ik schuilen in een overdekt hondentoilet. Er kwamen mensen binnen met een kat.
    Het duurde niet lang of het stonk er naar kattenpis. Ik ging verder tot in de straat waar het geldtransport
    morgen zou overvallen worden. Er was een buurtfeest met bejaarden waarvan ik de meeste kende.
    Ze lachten en klampten me aan. Blijf bij ons want vannacht gaat het onweren, riepen ze.
    Aan tafel vertelden ze me dat morgen in de straat een hold-up zou gebeuren. Iedereen wist ervan.
    De politie zou massaal aanwezig zijn.
    Ik stond aan de grond genageld. Ik hield nog van haar. Ik moest haar zien te bereiken maar
    niemand had een telefoon op zak.
    Dringend terug nam ik de kortste weg langs onverlichte veldwegen en klauterde ik langs heuvels
    door het slijk.
    Thuisgekomen zag ik dat ze weg was. Ondertussen begon het al in de ochtend te schemeren.
    In mijn wanhoop klopte ik bij de buren aan. Die wisten me te vertellen dat ze met twee rare venten
    net vertrokken was. Zelfs met de fiets zou ik nooit op tijd ter plaatse zijn.
    En dan, toen ik op instorten stond, kwam ze binnen. Ze had zich bedacht.
    Opgelucht ging ik het huis uit.
                    Waar ga je naartoe, vroeg ze.
    Ik weet het niet, maar ik kom niet meer terug.
    Ik had gehoopt dat ze mij zou vragen om te blijven.
                    Neem dan ook de hond mee, zei ze.
    Ik hoor opnieuw krekelgeluiden; een concert van Carlos Santana.
    Het ritme van de tabla’s doet me denken aan het klauwen van een spinnende kat.
    Kijk hoe de klanken dansen, ze hebben een doel.
    Godenmuziek. Het paradijs komt in beweging. Stilstand komt tot leven in dit muziekstuk.
    De onzichtbare beweging van geluid dat mijn lastige oren streelt.
    Hoe meer ik me laat gaan, hoe zinniger worden mijn woorden.
    Ik wou voor een ogenblik in een woordenboek begrijpen wat "zinnigheid" is, en
    of ik dat dan ook correct geschreven heb op dit ogenblik.
    Zinnigheid is: ik heb geprobeerd het na te gaan maar het heeft waarschijnlijk
    zoveel betekenissen dat het misschien onbestaand moet blijven.

    Naar aanleiding van een schrijver die schreef over geboorte welt er iets in me op.
    Ik schrijf het als ik, maar ik was het niet.
    Het was dat uit een vorig leven waaruit ik geboren werd.
    Plots voelde ik dat er iets gebeurde. Onder luid gebonk zweefde ik langzaam weg van die ene
    vertrouwde plaats. Het gebonk versnelde en het werd steeds moeilijker. Ik had geen
    herinneringen, je weet niet eens dat je bestaat. Je weet ook niet wat je te wachten staat.
    Je kan niets weten. Alles wat je meemaakt is gevoel dat intenser
    wordt tot je voor de eerste keer angstig wordt wanneer het gebonk heviger en sneller klinkt.
    Je wordt onttrokken vanwaar je komt.
    Voor het eerst kreeg ik het benauwd. Ik had geen keuze.
    Ik kon niet meer terug.
    Een mens sterft twee keer: eerst bij de geboorte en dan na het leven.

    06-07-2007, 18:19 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koe
    Soms gebeurt iets ongewoon dat indrukwekkend is.
    Vanmorgen, onderweg naar het werk zag ik, kijkend naar een lichtstraal uit een gat in het wolkendek  iets in de verte dat zich voortbewoog op de veldweg waarop ik me verplaatste. Ik had mijn bril niet aan.
    Ik dacht: dat is een wandelaar.
    Toen ik dichterbij kwam zag ik een wandelende koe. Doodleuk liep die koe mijn richting uit.
    Ik had nog nooit een koe buiten haar omheining gezien en wist niet hoe ze zou reageren op mijn aanwezigheid. Ik was bang en stapte van mijn fiets. Ik bleef staan. Bange warket in stilstand kijkend naar een wandelende koe. Toen ze me zag bleef ze ook staan. We waren een meter of zes van elkaar verwijderd. Ze schraapte een appel of zo van de grond en passeerde me dan wantrouwig.
    Ik dacht: moet ik de politie nu niet bellen? Maar veldwegen hebben hier geen naam. Het zou meer dan twintig minuten duren vooraleer ze zouden weten waar ik die koe gezien had.
    Ik keek haar na en dacht: zeventig kilo zuiver rundsvlees verloren voor de boer en een koe op vrije voeten.

    06-07-2007, 17:25 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 10
    Vannacht sliep ik met tussenpozen in halfwakkere toestand. In mijn halfdroom ontmoette ik mijn nicht en nonkel als personages uit de late jaren zestig.
    Ik herbeleefde de begrafenis van mijn grootvader, ook al was ik toen nog heel jong.
    Terwijl de mensen langs de binnenkoer in een plechtige tristesse naar binnen gingen om de overledene een laatste groet te brengen, hoorde ik mijn grootmoeder ontroostbaar huilen.
    Ik had het lijk ook gezien en was geschrokken van dat wit vertrokken gelaat met ingezakte oogleden. Ik voelde zo de dood in die kamer. Het rook er naar Keuls water.
    Ik werd halfwakker en zag door het dakraam dat het klaar werd. Ik hoorde duizenden vogels als in een concert zingen. Nochtans ben ik halfdoof. Ofwel hoorde ik een zwak signaal dat door mijn gedachten versterkt werd, ofwel werd het door mijn geest geschapen. Ik denk dat het dat laatste was.
    Ik lag nog te dromen, mij ervan bewust zijnde dat ik in bed lag en wakker zou worden. Mijn geest was ijl, mijn lichaam zo licht als lucht.
    Plots begon ik neerwaarts te kantelen en hoorde ik achter mijn rug een geluid dat op een aanraking leek. Het leek zo echt.
    Toch besefte ik dat dit gebeurde tussen droom en wakker zijn.
    Ik besloot om op te staan. Ik trok een short aan en ging buiten zitten kijken naar de blauwe lucht. De zon was opgekomen in koelte van de nacht.
    Ik rookte een sigaret en bleef daar maar zitten. Die droomnevel trok maar langzaam weg.
    Ik voelde me nog een mens van de lege ruimten, een schaduw op een witte steen.
    De nacht had de ochtend geteisterd als het begin van een onechte dag.
    Diezelfde dag, s’avond bij zonsondergang, vertelde mijn vader enthousiast over zijn kindertijd.
    Ze leefden in oorlogstijd en hadden een os.
    Hij vertelde me hoe ze vluchtten en de os lieten slachtten en daarvan het beste stukje vlees overhielden
    en over de zoete melk om te overleven.

    05-07-2007, 23:18 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!