Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
07-05-2008
't Ros Bajjortkommetait...
Alléi dr begin bewéigingk in de zoëk te komme! Van de wéik stont er in de gazet toch wèrral een artikkelke auver t kommetait! Ze goën dr ne véizètwéi va moeke. Dâ wil zegge dadal dâ binnekomt vedrom bouite moet! As ze dor ieveranst een 20 miljoen éiraus binnekrage moete ze moeke dâ die vedrom weggeroëke uëk. Dad ouitgéive zâ ni moejelaik zain, mô dâ binnekraige dâ zal wadanders wèrre pèizek!
Nâ-j-èmmek mè vèr de vaste woërait loëte vertèlle datter apoërte inkomste goën zain omdâ ze de die dâ van Oilsjt nor de Ros Bajjortstoet komme kaike gon doen betoële. On iedere ingank van de stat zâ nen azjènt stoën die de passé moet kontroléire. De die dâ van Oilsjt zain moete nort schaintj betoële Of dât nâ véil zal opbringe dâs wèrral een ander vroëg nowô?
Nâ-j-èmmek dr mè dâ goe wéir isj rontgeluëpe in t stat, en man mémaure isj loëte wèirke t Is wel ammel schuën zènne, mor t is toch Dèrremonde nemiër gelèk as dat zouë moete zain Dâ Vèstsje, ammel goed en wel Dor lupt dor véil volk, dr zain dr véil wingkels, mor daddis uëk alles nowô Worrom èmme ze nâ-j-ierlaik woër dâ woëter weggedoën? Ik èm dr ston druëme binsjt dâk dr stont te kaike vanop de Brisselsestroët. Ik kéik azuë in de richtingk van de Mechelsepuërt en k was ont pèize...dadouë nâ toch schuën gewéist datter ier azuë e woëter déirliep, â wast nog mor tot oen t Prisongstroitsje en tèn langst iën of twië kante ewwâ buëme Ier en toer een brigske vèr van den iëne kant nor den andere te trèkke Alléi ik kost er ni van auver
Mor wadavans dâ ne mènsj dr stoëd auver te dippe en te pèize, t is ammel véil te loet, t is ammel weg!
Auvert lèst wazzek im Brigge awel doër èmme ze dâ garranzjéirt Doër ister wel nog woëter in de stroitsjes gelèk as vroeger. Doër èmme ze die nostalzjie nog en ier ni, daddis t verschil.
k Ben tèn op mâ gemak mô vedrom nor ouis getrokke en i man èige wazzek on t pèize op dâ gedichteke va Georges Dierickx t Vèstsje, een lange stroët mè woëter .
Sedert vele jaren maken de reuzen als boegbeelden van de schuttersgilden een dansende tocht door de stad. Ze vormen een onuitwisbaar kenmerk in de rijke schat van onze folklore, voor zover ze er zelfs niet de oudste elementen van zijn...
De reuzen zouden echter niet dansen moesten er geen zwetende en zwoegende dragers onder 'de grote lichamen' de danspassen uitvoeren... We hoeven zeker niet duidelijk te stellen dat het voor de dragers (pijnders) steeds een grote eer is geweest en nog altijd is om 'hun' reuzen tot vermaak der massa te laten dansen. Velen zullen met ons beamen dat het geen sinecure moet zijn om dergelijke 'gevaarten' op te tillen, te verplaatsen en er bovendien nog dansende en zwierende bewegingen mee te maken. We trachten een zo volledig mogelijk beeld te scheppen van degenen die door de jaren heen de gildereuzen droegen op hun tochten door de stad. Wij putten onze informatie uit de vage gegevens die het deel beschadigde archief ons schenken.
Over de allereerste drager vernemen we meteen ook de naam. We lezen in de jaarrekening van 1468 - '69: 'Betaelt thonise de tiecheldecker die de Ruese was inden ommeganc dat lastich was voor zyne moeyte 12 groten' (groten = grossen - gr.). In 1469 - '70 trekt dezelfde drager slechts 8 groten en in 1471 eveneens. In 1472 betaalt men aan Lauwer Theeux 10 groten en een jaar later trekt ene Lauwer de Wale 12 groten voor zijn moeite. De twee jaren die daarop volgen vermelden de rekeningen wél dat voor het dragen 12 groten werd uitgegeven, maar niet aan wie. Van 1475 tot 1484 vinden we telkens de naam terug van Anthonis van der Linde als drager. Vanaf 1498 wordt echter ook een persoon genoemd naast de drager, die de reus 'bestierde' en 'beweechde'. Uit de posten van de jaarrekening blijkt de beide woorden synoniemen zijn. Ze betekenen hier 'leiden' en niet 'doen bewegen'. Gaat het hier om een 'begeleider'?. De periode van 1498 tot 1506 wordt steeds Lauwer De Wale vermeld als drager. Tot 1534 vinden wij opnieuw enkel bedragen terug en geen namen van dragers. Tussen 1535 en 1569 vinden we volgende namen van dragers: Hillewaert van de Zande, Gyllis de Mol, Jan de Mol, Jan Livens, Joes van de Poele, Joes Coele, Joes de Deckere, Franchoys Verdonckt en Daniël de Poorte. Gans deze periode fungeert ene Jan Cammaert als begeleider.
Voor de 17e eeuw zijn er minder samenhangende gegevens. Uit de rekening van 1651 halen we hetgeen volgt: 'Betaelt aen acht persoonen ende twee moeselaers(*) gespeelt ende gedraegenen hebbende de reusen en de reusinnen... mette andere cleyn reusekens op diversche daegen In deze kerremissen...' 'Betaelt aen Deken ende geswoorne vande gulde van Sint-Jooris over tgone dat sylieden opden kerremisse hebben verschoten aende draeghers vande reusen ende reusinnen...'. We zien hier de eerste expliciete vermelding van de Sint-Jorisgilde betreffende het dragen van een reus.
(*) doedelzakspeler
De rekening van 1682 - '83 leert ons volgende gegevens: 'betaelt aen gillis de landtsheer ouer tommedragen vanden mars Inden ommeganck (...) aen Guilliaum de Smet ouer tdragen vanden Jachtgodinne, en aen Jan baptista de Clercq ouer tdragen van het reusinneken (...). Aen Jan schelfhaut ende gillis de pauw ouer tdragen opden kermis dagh voorsyet de camniere mitsgoaeders aen Dominicus verbeke ende Jacques verbeke ouer tdragen vanden reuse (...). De namen van Jan Schelfhaut en Jan Baptista de Clercq blijven genoemd tot het einde van de eeuw.
Mènsjelief, auver diën tèmber doër èmme ze toch uëk al nen tallèirem auver gemokt! Ten iëste verstoën ek mè d'r ni-j-ouit dâ 't Statouis d'r t' onderstebauve kan opstoën. Dië mènsj dâ dië gedrikt éit dâ moet toch nen alvem blèjnne gewéisd' èmme. As ge nâ nimmer en ziet dâ den taure van 't Statouis mè zanne kop in de gront stèkt, awèl santéi zelle. In alle geval 't is al gelaik wie dâ 't gedoën éit, mor 't was ofsewèl ne graalaike stommerik, ofsewèl was 't nen Oilsjteneir, mor daddis faitelaik alletwië 't zèlde nowô. 't Is ni vèr 't iën of t' ander mor 't zain al gelaik gin maniere en dorméi gedoën! Ik èm ieveranst in een schouif azuë nog nen omgekiërde Dèrremonde ligge. Ik zal em iën van déis doëge toch isj op nen amverlop plèkke zelle... Die proeitsje, dâ blaift d'r ammel ligge en mè-j-èm 't onderstebauve te plèkke is't in orde!
We vonden twee foto's weer van de verhuis van het Ros Beiaard van de Oude Vismijn naar het magazijn aan de Sint-Rochusstraat. De nieuwe stelplaats aldaar zou enkele jaren nadien worden afgebroken ten dienste van de Dendermondse Volkswoningen. Vandaag de dag zien we op die dag nog steeds een braakliggend terrein...
We tonen nog enkele luchtfoto's van Dendermondse "regio's"...
Een duidelijk beeld vanuit de lucht met central de O-L-Vrouwekerk, het Kerkplein, een gedeelte van de Kerkstraat. Bovenaan zien we de Prudens Van Duysestraat en de Zwarte Zusterstraat. Onderaan de Dekenij, de Mariakring, de Nachtegaalstraat en de Kapittelstraat.
Centraal op dit beeld, het Stadhuis en het Justitiepaleis. We zien ook duidelijk de Grote Markt. Links onderaan de Vlasmarkt met de Abdij en het Zwartzusterhuis. Dender- en Schelde vloeien in en om de stad...
Vanuit een andere hoek zien we opnieuw centraal het Stadhuis, het Justitiepaleis en de Grote Markt. De Kerkstraat en de Emiel Van Winckellaan, met de Ridderstraat en de Greffelinck. Over de Dender zien we de Vlasmarkt met de Abdij.
In 1872 bleken de reuzen in een zeer erbarmelijke staat te verkeren. Uit een krantenverslag van toen weten wij dat 'de bevolking verheugd was, de drie reuzen gans hersteld en in het nieuw uitgedost te zien verschijnen'. Het jaar voordien bleken ze in zeer slechte staat te verkeren, door ze 'in regen en wind te laten rotten'...
Verschillende betaliongsmandaten uit het verleden leren ons dat de drie reuzen vroeger door private personen werden gekleed telkens een uitstap in het vooruitzicht was. In het onderhoud, zoals schilderwerken en dergelijke, werd voorzien door de stadsdiensten.
In 1973 kregen de reuzen een nieuw pak aangemeten. De kledij die al vele jaren werd gedragen had heel wat aan kleurenpracht verloren. Mevrouw Van Parijs, van de toenmalige Hogere Snit- en Naaischool aan de Begijnhoflaan, werd gevraagd om de drie Gildereuzen in een 'nief kliëke' te steken. Zomaar eventjes vierenvijftig meter stof op dubbele breedte diende daarvoor aangewend! Aangezien de reuzen op dat moment een periode in 'hun blootje' stonden, werd van de gelegenheid gebruik gemaakt ze ook opnieuw te schilderen. In 1980 en 1986 werd eveneens voor enige vernieuwing van kledij gezorgd.
In 1993 werd onder impuls van de Dienst voor Cultuur en Toerisme en in samenwerking met het stadsbestuur beslist de reuzen een grondige onderhoudsbeurt te geven. Zo werd de helm van Mars volledig opgekalfaterd en belegd met een vloeibare zinklaag. De afwerking gebeurde met een laag aluminiumverf. Indiaan kreeg een laag zwart en Goliath werd eens duchtig 'bijgeschminkt'.
Even betreffende de plaats der rezuen in stoeten en ommegangen. Hieromtrent is het zeer moeilijk een vaste lijn te zien. Enkel in 1467 en in 1538 wordt een reus nà het Ros Beiaard genoemd. Anders blijken de reuzen steeds voor het Ros Beiaard opgestapt te hebben, hetzij met 'fyffelaers', trommelaars of een harmonie of fanfare.
Hierna een artikel uit het verdwenen weekblad 'De Voorpost'...
Reuzen kregen nieuw kleedje... 54 meter stof op 'dobbele britte'.
De bovenste foto toont ons de Lindanusstraat. Deze verbinding tussen de LeopoldIIlaan en de Oude Vest werd aangelegd op het einde van de 19e eeuw (rond 1885) en genoemd naar de Dendermondse geschiedschrijver David Lindanus. Nadien ontstonden de Nijverheidsstraat, de Emmanueel Hielstraat (later de Leo Bruyninckxstraat) en de Weldadigheidsstraat. Op de hoek van de straat is de herberg 'Klokken Roeland' gevestigd - bij Stallaert-Philips, zoals de gevel ons laat weten. Rechts bevindt zich 'Het Katholiek Fabriek' (La Dendre - textielfabriek).
Een zicht op de Sint-Rochusstraat met vooraan rechts de Sint-Rochuskapel (gebouwd in 1636). De gevel van het tweede huis aan de linkerkant is nog steeds in dezelfde staat bewaard gebleven.
Eind de zestiger jaren werd de verbinding tussen de Gentsesteenweg en de Veerbrug (Scheldebrug) een feit! OP de foto zien we de eindfzase van de werken aan de Noordlaan. Bemerk rechts nog een gedeelte van de haven, met het gebouw van de havenmeester. De Veerstraat werd door deze 'ingreep' dus 'geamputeerd'.
De naam Goliath wordt pas teruggevonden in eenprogramma van 1878, zijnde de Pater De Smetfeesten. Hij wordt ook wel de Boogschutter of Kruisboogschutter genoemd. Hij treedt naamloos aan in de stadsrekeningen van 1467 en dit duurt tot 1569. In 1754 en 1850 neemt hij aan de ommegangen deel als 'Reus'. Goliath was destijds eigendom van de Sint-Jorisgilde.
Hij draagt een groene rok, afgeboord met een gele band, alsook een korte rode cape met paarskleurige franjes. De gordelriem bevat de purperen adellijke kleuren en ook rode tinten. Een hoed, nogal eigenaardig van vorm is het hoofddeksel. Vooraan deze hoed bemerkt men het stadsschild. Zijn hoofd is beschilderd hout en het gelaat wordt getooid met een zorgvuldig gevormde knevel. Evenals Mars is hij drager van een zward. Dit kromzwaard heeft een drakenkop als versiering.
In 1807 had de reus samen met het Ros Beiaard bijna de ommegang gemist, omdat er blijkbaar grote herstellingen nodig waren. Zijn bekendheid is iets ruimer door de bijbelse verhalen van 'David en Goliath'. De reus behoorde tot de stam van de Filistijnen in Palestina. De stam werd door de Joden verslagen en David was één der Joodse aanvoerders, de kleine held met de slingersteen.
Afmetingen: Lengte 405 cm - Breedte aan armen 150 cm - Borstomtrek 325 cm - Hoofd 70 c 30 cm - Armlengte 120 cm - Zwaard (lengte) 198 cm - Gewicht 76 kg.
We vonden langs de Tragel (nieuwe Dender) een waarschuwingsbord dat blijkbaar meerdere doeleinden heeft.
De detailfoto hieronder laat ons duidelijk zien dat het bord niet alleen dient als waarschuwingsbord, maar blijkbaar ook als schietschijf!!!
Een geschiedkundige verantwoording lijkt ons hier ook niet op zijn plaats, gezien er tijdens beide Wereldoorlogen wellicht nog geen sprake was van het Vlaams Gewest...
Twee prachtige foto's die ons werden toegezonden door dhr. Albert Verhelst, thans woonachtig in Berlare. Wij uiten hiervoor langs deze weg onze welgemeende dank!
Een mooi beeld van de oude Dender- en Scheldemonding. We merken duidelijk de oude Scheldebrug, de Kasteelstraat met de Dender. Bovenaan centraal 'Het Keur'. De foto dateert uit begin de jaren '60.
De Geldroplaan, met het Koninklijk Atheneum. Hier is duidelijk merkbaar dat het verbindingsgebouw aan de school (tussen de twee blokken) nog niet is gebouwd. Onderaan linjks op de foto zien we de appartementsblok Krijgshof III nog in aanbouw. Links bovenaanzien we een deel van de Brusselse Forten en iets meer centraal 'den Aria'. Aan de rechterzijde, de Bastion aan de Zuidlaan, de Molenberg, een deel van het Begijnhof en de Begijnhoflaan. Helemaal links onderaan de magazijnen van Prosper Lochten. De foto wed vermoedelijk genomen midden de jaren tachtig van vorige eeuw.
(Een correctie werd ons doorgezonden door dhr. Albert Verhelst i.v.m. de magazijnen van Prosper Lochten).
In navolging van het artikel 'Reuzen van de Klapper' publiceren wij nog enkele foto's:
De 'Reuzen van de Klapper' aan het Gezondheidsgebak, samen met Mario en zijn echtgenote.
(1)
(2)
(3)
Foto 1: Reus Indiaan (Marc Van Gyseghem) dringend toe aan een opknapbeurt... Foto 2: Reus Mars (Jempi Verhofstadt), even verpozen... Foto 3: Reus Goliath (Gerrit Van Nieuwenhove), precies echt...
Deze reus zou volgens de meeste gegevens als eerste verschenen zijn in een ommegang van 1559 als 'afgod Mars met zijn vier lakeien'. Hoogstwaarschijnlijk betrof het hier een eerste versie van reus Mars. De in het Vleeshuismuseum bewaarde stukken, namelijk een hoofd en twee armen zijn zeer gelijkend met deze van de huidige reus. Zouden dit de resten kunnen zijn van de toenmalige afgod?
Mars is de vertegenwoordiger van Rome, als de orlogsgod. Enerzijds geldt hij als krijgsgod, anderzijds als een afweerder van alle kwaad. Ook de maand maart is naar hem genoemd.
Hij draagt een pseudo-Romeinse helm met bovenaan een draak. Het hoofd is uit hout vervaardigd en is beschilderd. Enorme bakkebaarden en een stevige snor tooien zijn gelaat. Opvallend is dat het beeldhouwwerk sterk plastisch is uitgewerkt. Hij draagt in de linkerhand een zwaard met een gedraaide greep, uitlopend in een arendskop. Mars is gekleed in het donkerblauw. Onderaan zijn rok is er een brede band. Aan de gordelriem hangen langwerpige repen stof die met goud zijn afgebiesd. Hij draagt een lint over de rechterschouder. In de rechterhand draagt hij een boeket. Mars is de kleinste in gestalte van de drie Gildereuzen. Vroeger was deze rues eigendom van de Kolveniersgilde Sint-Andries.
Afmetingen: Totale lengte 365 cm - Breedte aan armen 129 cm - Borstomtrek 310 cm - Hoofd 70 x 40 cm - Armlengte 106 cm - Zwaard (lengte) 178 cm - Gewicht 79 kg.
Toen eind de jaren negentig (ja, van ondertussen vorige eeuw) de Reuzen-ommegang in laatste instantie diende afgelast te worden wegens de enorm slechte weersomstandigheden stonden de 'Reuzen van de Klapper' (van den vereniging 'Den Dèrremonse Klapper') klaar om de echte te vervangen. De 'nieuwe' reuzen bewogen zich vanaf 20 uur door de stad en bezochten verschillende herbergen tot groot jolijt van de opgekomen doch teleurgestelde massa. De kledij was enkele dagen voordien vervaardigd door de toenmalige uitbaatster van Café 't Moleken aan de Franz Courtensstraat, Lydiane Van Bogaert. De rondgang werd een enorm succes en er werd zelfs gedanst voor de pui van het stadhuis onder het goedkeurend oog van toenmalig burgemeester Norbert De Batselier. Deze was zodanig enthousiast dat de drie reuzen een kleine 'subsidie' kregen om een pint mee te pakken! (Als dit laatste niet mocht gepu!bliceerd worden, gelieve het dan niet te lezen aub). De 'reuzen' zochten de dragers op, en in Café 'Tijl' op de Grote Markt was er een ontmoeting tussen beiden. De 'reuzen' staken de dragers een hart onder de riem en dronken samen een pint van de 'subsidie'... Het initiatief van 'Den Dèrremonse Klapper' werd alvast door velen geprezen. Ere-voorzitter Patrick Meulebroek vergezelde 'zijn' reuzen op hun triomftocht.
Op bovenstaande foto zien we vlnr. Reus Goliath (Gerrit Van Nieuwenhove), Reus Mars (Jempi Verhofstadt) en Reus Indiaan (Marc Van Gyseghem). Rechts van Indiaan Patrick Meulebroek. De dienstdoende politieagenten wilden maar al te graag mee op de foto.
We wagen ons aan een beschrijving van de drie Gildreuzen. We trachten dit zo getrouw mogelijk weer te geven. Mochten er eventueel sommige gegevens volgens u niet geheel kloppen, mag u ons ons gerust een mailtje zenden. Wij verifiëren dan deze gegevens en zullen ze eventueel wijzigen.
De Reuzen één voor één! - Indiaan.
Er hangt een raadsel rond deze figuur. Deze reus werd door de dragers wel eens 'de negerinne' genoemd. In 1801 spreekt men van 'den Zwarte Moriaen'. Oudere Dendermondenaars spreken zelfs over de 'Muër' (Moor).
We vinden hem reeds terug rond 1715 als 'een postuer, representerende eenen Indiaen'. Er rijzen vragen rond een hoofd dat bewaard is gebleven in het Vleeshuismuseum. Zekerheid hebben we hier niet, doch men zou kunnen veronderstellen dat het reeds om een tweede hoofd gaat. Het bestaat uit beschilderd hout.
Het bovenlichaam van Indiaan is naakt, hij draagt een halsketting. Rond zijn middel is een rode band gespannen die een serie kleurrijke pauweveren samensnoert en die onderaan is versierd met rode slagpennen. Op het hoofd draagt Indiaan ook pauweveren. Verder bestaat de kledij uit een rode rok met een gele band. Over de linkerschouder draagt hij een boog met pijlenkoker en eveneens een schouderlint. Deze reus was vroeger eigendom van de Sint-Sebastiaansgilde. Veelal is hij thans nog aanwezig op de koningsschieting dezer maatschappij. Indiaan is de grootste in gestalte van de drie reuzen.
Afmetingen: Totale lengte 460 cm - breedte aan armen 152 cm - Borstomtrek 370 cm - Hoofd 47 x 38 cm - Armlengte 100 cm - Gewicht 71 kg - Boog 300 cm.
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.