Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
02-06-2008
Rustend op de watermuur...
Rustend op de watermuur... Het zou zo een passage kunnen zijn uit een gedicht, doch het was enkel een fietser die afgelopen zondagnamiddag een rustpauze nam op de Grote Markt van Dendermonde... Tja, dan toch wel liever op een terrasje met een frisse ... (hier mag je zelf kiezen).
Of dâ zer nâ téige zain of ni, de gazèt va vandoëg loitj wéite dâ t nief prèzong on t Aat Kluëster komt in de Buëmait! Ze wéite dr al bei te vertèlle dât gebaa in de vèrrem van een stèrre zâ zain, dr komdn parkingk vèr t personiël en vèr de bezoekers.
Alléi verouit! Dâ wéite mn uëk wèrral
Faitelaik is dâ wèrral e stikske istaure dâ verdwaint in t aat Dèrremonde nowô. Nâ-j-is diëm bak al joëren en joëre in t Magazainstroitsje, of Prèzongstroitsje gelèk dâ get wiltj, en t moet uëk wèrral weg. k Ben isj kerjéis wâ dâ ze mè dâ gebaa dr gon doen Mor dor goë me wéir wèrral ni véil maugen auver wéite nowô.
t Nief prèzong goed aupe, alléi faitelaik aupe ist nâ ni t zjuste waurt. Ik wil zegge ze goën dâ spel in gebrouik pakke in 2011. Dr goën ze nâ toch uëk gië fiëst va moëke pèizek! Dâ zal tèn toch mor e fistsje zain mè ni te véil bouitestojners
t Schaintj dâ t vrië modern goë zain, alles ottematik De déire aupe en toe, ammel mè de kompjoeter. t Is t aupe dâ t spel ni te dikkes mangkéirt of die gardjèis geroëke af en toe ni nor ouis.
Ge moet dâ nâ téige ginnen iëne zègge, mor wéir èmme plans en véirstelle kènne zien van dâ nief prèzong. k Moet iërlaik zègge t is vrië schuën, mor k èm nâ pessies toch ni véil goestingk vèr dr te verblaive zènne Ze goën t nâ wel em bitsje modèrn en prauper installéire kwèste vèr t verblaif wad oëngenoëmer te moeke as in t aat prèzong en kwèste dâ de kostgangers zuë rap éir schip nimmer zouën afkouise as vroeger
Teneinde binnenkort enkele artikels te kunnen publiceren over 'het kloppend hart' van het vroegere Dendermonde, "het Vèstsje", zijn wij thans volop bezig hieromtrent documentatie op te zoeken en te verzamelen. Wij vragen dan ook aan de bezoekers van ons blog die daaromtrent enige documentatie bezitten, zoals fotomateriaal, anecdotes en dergelijke meer, zij dit ter beschikking willen stellen. Uiteraard wordt enkel en alleen gevraagd om dit materiaal even in bruikleen te krijgen. Het ligt in onze bedoeling alles zo vlug mogelijk aan de rechtmatige eigenaars terug te bezorgen. U kan ons hieromtrent mailen of berichten via 0477/42.80.73. Wij danken u reeds bij voorbaat.
In ons land zijn tal van plaatsen waar het Ros Beiaard zich thuis zou weten te voelen. In Virton zou de stal van het beroemde paard hebben gestaan. Ath bezit sedert 1948 een Ros, waar er vroeger nog al één zou bestaan hebben. Huy, Sprimont, Stroumùont, Remouchamps, Dinant, Robertville en Bertem beweren eveneens dat er sporen van het Ros Beiaard te vinden en te zien zijn. Toch blijft Dendermonde de plats bij uitstek, waar het Paard van de 4 Heemskinderen de dood vond. De sage van de 4 Aymons- of Heemskinderen en hun paard Beiaard vindt haar oorsprong in de fabelachtige wapenfeiten van Karel de Grote en zijn dappere ridders. Minnestrelen en troubadours interpreteren eerst die heldendaden volgens hun talent en de eigenschappen van hun land. De schrijvers die later hun verhalen overnemen laten van hun kant eveneens volle vrijheid aan hun verbeeldingskracht en vaderlandse gevoelens. Het oorspronkelijk feit is aldus niet meer één. Het heeft de grenzen van de plaats waar het ontstaan is overschreden, en mede telkens herboren, een nieuwe nationaliteit verworven.
De eerste geschreven legenden over het onderwerp, hetzij in het Frans, hetzij in het Nederlands of het Duits, dagtekenen uit de 13e eeuw. De eerste gedrukte Nederlandse tekst kwam van de pers te Antwerpen in 1619. De 4 Heemskinderen komen er voor als zonen van een prins der Ardennen. Georgius Salomons, Pater Augustijn te Dendermonde, publiceert nochtans in 1670 zijn relaas over 'het Artsch-Jubile van Duysent Jaeren binnen de Stadt Dendermonde'. Steunend op de 'Annalen van Tungres', waarin Heer Aymon van Dordona als vader van de Heemskinderen voorkomt, betwist hij de vroeger aangegeven afkomst. Indien voor de enen Dordona Dordogne betekent en voor de anderen een dorp nabij Laon, lijdt het voor de auteur geen twijfel dat 'Dordona' een vroegere spelling betreft van 'Dendermonde'... Aymon van Dordona is dus ontegensprekelijk een Heer van Dendermonde, en meer bepaald, de eerste Heer van de stad. Zijn vier zonen, geboren uit zijn huwelijk met Aya, zuster van Karel de Grote, zijn echte Dendermondenaren en hun Ros is het enige échte Ros Beiaard. Het is trouwens in Dendermonde dat het Ros zijn welgevulde loopbaan een einde vindt wanneer het geladen met rotsblokken (volgens de enen) of molenstenen (volgens anderen), op bevel van de Keizer in de samenvloeiing van Dender en Schelde geworpen wordt en slechts zinkt nadat het zich verlaten voelt door Reynout. Dendermonde heeft nochtans die, zo niet wetenschappelijke, dan toch welsprekende bevestiging van haar rechten op de Aymonszonen niet afgewacht om de roem van het Ros Beiaard in jaarlijkse ommegangen te vieren. De stadsrekeningen bewijzen dat het Ros reeds voor 1461de hoofdrol speelde in stoeten waaraan muzikanten van de naburige steden en dorpen, op uitnodiging van het stadsmagistraat, deelnamen.
"O Dendermondenaren, blijf altijd de roem bewaren van het 'Paard', zo wijd vermaard als de grootste man op aard"...
Onderstaande foto toont ons het beeld van het Aymonshof aan de Gentsesteenweg, dat ondertussen ook al geschiedenis is. Dit gebouw werd gebouw begn de jaren zestig. Het gedeelte uiterst rechts was een ontspanningsruimte voor de bewoners. Dit apart paviljoen werd indertijd geschonken door de familie Schellekens uit Dendermonde. Inmiddels staat op deze plaats een volledige nieuwbouw, waar bewoners en personeel sedert 2004 in een modern gebouw verblijven en werken.
Onderstaande foto toont ons een beeld van het nieuwe gebouw.
Eeuwenlang reeds wordt de verbinding tussen de Grote Markt en de Vlasmarkt gemaakt door een brug. Op de eerste afbeelding de ijzeren boogbrug die werd voorzien in1893 en toen een houten brug verving. De tweede afbeelding toont de ijzeren ophaalbrug die werd gebruikt sedert 1929 en die menigeen onder ons zich nog wel herinnert.
De brug vandaag. Er doen geruchten de ronde dat deze brug opnieuw zal vervangen worden door een ophaalbrug in optie van de jachthaven die zou worden gerealisseerd...
De Dendermondse Rijkswachtkazerne werd gebouwd in 1879 en bleef, ondanks enkele uitgevoerde werken, aan de buitenkant vrijwel ongewijzigd. Rechts naast de kazerne bemerkt men het 'Zwart Magazijn' dat een jaar eerder werd opgetrokken. Begin de 20e eeuw werd in dit 'stadsmagazijn' het Ros Beiaard en tal van andere attributen van de Ommegang ondergebracht.
In de hedendaagse gebouwen is de Federale Politie ondergebracht.
Het ziet er naar uit dat het gebruik van het alternatief 'brugske' aan het Sas weldra een einde zal nemen.
Er komt schot in de werken aan het Saske. De brug die beide oevers verbindt ligt er ondertussen. Vanaf de Beurzestrat kan je in één ruk naar het Rijksadministratief Centrum 't Saske...
Nâ ni dak iet èm téige de pollies van sèrrewaurdeg, mor iërlaik gezèit vinnek dâ de sjandèirme vâ vroeger toch miër oënzien kréige. As ge die manne zag afkomme, tèn begost ne mènsj al te bibbere nowô Die zwèrte kostums, die-j-uëge kepies Alléi ge zag ze vâ vèire komme in éiren dzjiep en iet of wâ loëter in éirem blaa kombie! Dr ongk azuë toch ewwâ miër dingen oen as sèrrewaurdeg. Komt dâ nâ omdat den dag vâ vandoëg bekan ammel jonge gaste zain die pollies spéile of wâ? Allâ ge maugt er va zègge wâ dâ ge wiltj, vroeger wast anders! De pakkemanne woëre tèn faitelaik ewwâ miër boemanne!
En alle lappe ouëk et béit nowô. Gelaik woër of wanniër dâk mè manne vellau op de boën was kostek stoppe. Op ne kiër moestek stoppe op de Kuërenoërt. Diën iëne sjandèirem stak zannen èirem déir de rouit van de kombie en â déi tiëken vèr on de kant te goën. Van t verschiete néipek nâ toch wel manne frèi-j-af zéiker. Im plotsj van te stoppe boldegeke voersj. Ondertisse was die sjandèirem al ouit die kombie gekraupe en stont dië toch wel zjust wordak ik afkwam mè manne vellau zéiker. Ik poeftege dr téige die zam biëne Im ploitsj van datten weg zouë gesprongen èmme!
Azzek zei dak zjust manne frèi-j-afgenéipen ouë begost dië sjandèirem te lache. Diën andere was uëk al ouit de kombie en dië vroeg ô mei of dâ k attait zuë-j-oërdeg déi azzek moest stoppe!
Ik zei: Mô bâ nië meniër, mor k èm ier zjust manne frèi-j-afgenéipe. Die twië stonte dr te gréimele en diën iëne zei: Dâ ge moest wéite oe dikkes dâ me wéir dad al guërd èmme nowô mènneke!. Ik kost mè ni loëte van t antwaurde en ik zei: Meniër t is pertang den iëste kiër dâk èm afnaip zènne!.
Diën iëne wordak dr téige gevlauge was, die kéik nor zam broek vèr te zien of datter niks oen was. A zei dâk twië menniete sjans ouë dâ zam broek ni kapot n was, want dât vrië diere broeke woëre. Ik kost vanèigest man frangke smoel wèrral ni-j-ave en ik antwaurdegen èm datten zam vraa nor Iffra Zjanneke moest stiere in de Brisselsestroët, want dâ die goejekuëpe stofkes verkocht uëk! A trok er èm pessies ni véil van oën A zei: Alléi verouit, t is goe vèr iëne kiër, en loitj mor derèkt dië frèin moeke Ik was tewéig van t antwaurde: Dâ zâ balange zuëvéil ni koste as e prossès!, mor ik èm mannem bèbbel mor gave.
Die sjanèirme woëre al t iën en tander, mor tèn klappek nog ni van de zwointsjes! Dâ was nog ewwâd anders! As ge nikker vèr nen dag nor de zjië trok en ge zag ze stoën of afkomme in den achterouitkaikspiegel tèn begostet al te kraige nowô! Op ne kiër wast prais. Ge wètj in de joëre séiveteg moeste dr in iëne kiër die stomme vailegaitsgordel beginne droëge nowô. Wâ grouëde, ik was vanèigest de maine vergéiten oëndoen nowô. Al mè ne kiër kaikek nèffest mèi en wâ zienek? Twië zwointsjes Diën iëne déi-j-azuë mè véil komplemènte tiëken dâk moest on de kant goën. Azzek gestopt was, kwamp dr iëne van de twië nor mèi. A déi tiëken dâk man rouit moest nor benèje drouë. Van ambetantegait vontek derèkt diën drouër ni nowô. Im ploitsj van diën drouër ouëk mang klingk vast en doenek toch wel man déir aupe zèiker! Klaitsj téige dâ zwointsje zam biën. Die kèirel vroeg wâ datter scholt? A zei: Meniër is pessies em bitsje zéinewachteg?. Ik antwaurdegen èm dâk wâ vroeg moeten opstoën ouë vèr nor de zjië te rein en dorméi A bekéik mè zuë nekiër en â zei: Meniër éi zanne gordel ni-j-oën!. Ik was vanèigest wèrral te rap vèr t antwaurde nowô en ik flaptege dr ouit datten èi-j-uëk ginne gordel oen ouë! A-j-at derèkt zan antwaurt klèir: Ik moet dâ ni droëge, mor meniër wèl!. Ik mocht mam papiere géive en de rest gingkek touis wel in de bus kraige Piër van Tatjes.
Van de wéik wazzek isj gon wandele op nen oëvet. Dr was wèrral niks op den tèllevies, alléi faitelaik, dr was véil op, mor niks dad op iet trok. k Passéirdege dr de Méilembèireg en k was on t pèize Zi mènsje, dâ sommegste moeste vedrom komme die zouën toch nog al isj verschiete zènne. Na schitj er ier in t stat bekan niks nimmer auver vâ vroeger joëre nowô. k Zien z azuë nog véire mèi de karréikes
k Drouëdege dn oek om nor de Begainoflaan on den Aria, en dr woëre dr e poër gaste on t spéile. Die kinnjere woëren éir dr goed on t ammezéire en k béif azuë ne menniet of twië stoën vèr t spel af te zien Ze woëre toch wel katteke tik on t spéile zéiker. Dâ spèldege wéir uëk as kintsj k Ouë dr effenaf mâ plezier in!
Mor al mè nie kiër kwamp er dor nog een ander klein ouit een ouis. Dâ schoëp was e joër of vaif zes pèizek. Ik uërdegen éir zègge téige die-j-ander kinnjere: Mijn mama weet ook nog een spelleke van vroeger!. Ik zag dâ ze dor nen ouitleg on t doen was, van tien néige zâ dâ nen ouitleg gewéisd èmme van oe dâ t spelleke iniënzat nowô Ouit kerjéizetait bléivek nog ne menniet stoën, mor ik pèisdege dâk iet kréig! Ik uër in iëne kiër iën van die gaste zegge: Wâ groejt er i mannen of?, en ammel die-j-ander gaste tegelaik: Ajoin! Man wandelingk en mannen oëvet was nor de vointsjes!!! Ajoin, ajoin!!!! Astabliet zènne, loitj et azuë!
Of dâ't nâ déir mannem brief nor dem bèrremiëster is of wâ, dâ wéite'k ni, mor d'r is bewéigingk on 't komme. Ik vont een artikkelke in e gazètsje dad' ier in 't stat auveral in de brievembusse gestauke wèrt. Doër stoëd'in dâ 't kommetait in juni stillekesoën goë beginne. Vèr mèi moete z'éir allènsj ni-j-inave en dië 'stillekesoën' dië mag vâ mèi stillekesoën nèig zain uëk!
Ge wètj, of ge wètj dâ ni, mor de wéirman vâ vroeger van de Véitéijèm, den Eddy, die woeintj ier uëk in t stat. Nâ zaggek èm van de wéik op stroët luëpe en ik kost mè toch ni loëte van èm isj oën te spréike t Is ni-j-omdâ die mènsje vroeger alle doëge op den tèllevies kwampe, dâ ge die nikker ni kènd oënklappe nowô. Alléi, ik verschaut er af, dad is nog ne vrinnelaike mènsj zènne. We stonte azuë ne menniet of twië te babbele en al mè ne kiër begint dâ dr toch te rèigene , te rèigene! Nâ wazzek man mouil toch wèrral ni miëster zéiker en ik zei: ja, as de vloëge bouitekomme .
Nâ paktege die dâ toch wel op èm zéiker! Ik ouë dâ vanèigest azuë ni bedoejltj nowô. k Was dr faitelaik zelf vâ verschaute. A staptege déir zonder iet te zègge En ik waa-j-èm zjust isj vroëge of datten ni-j-isj kost kaike waffer wéir dât zouë zain den 30 mèi van 2010 Mor faitelaik zâ dië dr toch nog ni kènnen op antwaurde nowô! k Zal èm wel nog nikker téigekomme! Piër van Tatjes.
Van de wéik kréigek een réjakse op d artikkelkes mè den tittel Vanonder de stèirt van t Pèirt Dr is ne mènsj die loitj wéite dâ dâ Dèrremons moejelaik te léizen is k Zouët wille geluëve! t Is iëne van de Westfluute! Nâ schréif die mènsj in zan réjakse vèr die-j-artikkele in t schuë Vloms te schraive Vèr te beginne goët dâ vèr mei-j-al bekan ni, ik ben nen Dèrremontenèir, ten twidde zouën zet in Oilsjt véil te gemakkelaik èmme vèr alles wâ dâk auver ons Pèirt schraif te léize (die moete dâ nondedzjuë ni wéite!), en ten derde dâ bènnek middelerwail al vergéite zi! Dorbèi k zien dad ier al stoën Vanonder de staart van het Paard Ze zouën ier in Dèrremonde nogal smoele trèkke!
Meniër van Bachten de Kuppe, t spaitj mè vriët mor dâ kannek nâ toch écht ni doen zènne. Ik mag mâ voëderlant, t is te zegge t Lant van Dèrremonde ni verrouën nowô!
Ik mag aupe, beste meniër, dâ ge nâ ni te neig van â bèrreke zait of van â melk, gelèk as dâ ge wiltj. In alle geval, ge zai vrië neig mersie vèr de réjakse en azzek â nog mè-j-iet kan èlpe, loitje mor iet wéite.
Beste mènsje, ik èm man staute schoene oëngedoën en nem brief geschréive nor dem bèrremiester. Ik wéit datter véil zain die nor èm brieve schraive auver van alle onnuëzelait, mor téis is een serjéize zoëk! 't Is iet dad'ons ammel oënbelangt... Ik wil éir tèn uëk gèire dem brief loëte léize. A stoëd' ier zjust onder:
Vandaag, 30 mei 2008, nog precies twee jaar en ons Peird doet alweer zijn ronde in de stad van Dendermonde. Niemand in onze stad zal loochenen hier niet naar uit te kijken. Wij wensen langs deze weg de organisatoren en al degenen die op één of andere manier betrokken zijn bij de organisatie van dit evenement, alle succes!
Een citaat dat wij vroeger regelmatig zagen verschijnen in dag- en weekbladen in onze stad: Dendermondenaars bevlagt uw huizen , maar dat zal nog wat vroeg zijn zeker!
Laten we vooral duimen dat op die bewuste datum de weergoden onze stad beter gezind zijn dan de vorige keer.
Laat ons hopen dat wij er allen mogen bij zijn als het statige Ros Beiaard zijn ommegang maakt in onze stad. Moge Dendermonde op 30 mei 2010 zijn enig en écht Ros Beiaard bejubelen op alweer een dag dat de stad in wit en rood zal gekleurd zijn.
The Lazy City Jazzband werd in de jazzstad Dendermonde opgericht door Jempi Verhofstadt en Peter Verhas. Na een aantal maanden 'zoekwerk' en enkele muzikantenwissels kreeg de band zijn vaste formatie in de loop van 1983. In 1988 werd het vijfjarig bestaan gevierd met een LP die héél wat succes kende. We tonen twee foto's van de band en enkele opnamen opnamen van de voorstelling van de LP in 1988 in de Honky Tonk Jazzclub aan de Leopold II-laan.
1987: bovenaan Jan De Backer (links), Jempi Verhofstadt (rechts) Onderaan vlnr: Henk De Loose, Marcel Vermeir, Cesar Van Driessche en Peter Verhas.
1988 - van onder naar boven: Marc de Moor (in vervanging van Peter Verhas die naar Jeggpap 'muteerde' in onderling overleg met de leden van de Lazy City JB), Henk De Loose, Marcel Vermeir, Jempi Verhofstadt, Cesar Van Driessche en Jan de Backer.
De voorstelling van LP in 1988 in de Honky Tonk Jazzclub. Vlnr: Jempi, Marcel en Peter (die voor de gelegenheid deelnam aan de voorstelling)
Jempi, Marcel en Peter - "What a friend we have in Jesus"...
Vlnr. Marcel, Peter, Jempi, Marc De Moor - "Minnie the Moocher"...
De bovenste afbeelding toont ons het Militair Hospitaal aan het Heldenplein. Voorheen was hier het Krankzinnigengesticht gevestigd dat eind 1866 werd gesloten. In 1868 werd het ingericht als Krijgshospitaal.
Later werd hier ondermeer de Rijks-Technische school ondergebracht (R.I.T.O.). We tonen ook een beeld in 2008.
Nâ-j-aupe'k dâ 't portret dad' ier bèistoët van onzen taure van 't statouis ni gistere of vandoëg getrokken is...As ge goe kèkt tèn zijje dâ die-j-arlozje schampavie-j-is... En den taure van ons belfort zonder die-j-arlozje dâ trèk nâ njikker ¨stail op niks nowô... Dâ'k nâ moest wéite dâ die van Oilsjt ier wèrral achterzitte, tèn goëge't gintjer te klèin zain zènne, want ik trèk mè-j-e giël léiger nô gintjer vèr giël éir sirk d'r te vermassakréire... Doër mauge ze gerist vâ zain! Ik span 't Dèrremons Kopvliësfront véire mang kèrre en ik sabotéir giël Oilsjt, ik ontvoer dem bèrremiëster en 'k slouit Kammil Serzjant op in ier of doër nem bastiong ier in Dèrremonde en 'k zètj èm op woëter en bruët! Dâ stom Ros Balatom dâ loëte'k vèr wâ dâ't is, daddis toch giën sjik toebak wèirt! 't Is t'aupe vèr die-j-ajoine dâ z'r niks mè te moëken èmme want ze gon iet véiren èmme zènne! Alléi bekèkt dâ na-j-isj... die arlozjen is d'r af!!!
Het begin van de Brusselsestraat, gezien vanaf de kruising met de Leopold II-laan, voor 1914. Deze nog steeds belangrijke winkelstraat was toen ook bewoond door zelfstandigen en deels door mensen die een vrij beroep uitoefenden.
We zien dezelfde plaats in 2008, gezien vanaf het rond punt.
Beelden van het kruispunt Brusselsestraat - Leopold II-laan, gezien vanop de Zuidlaan. We hebben recent een foto genomen vanop ongeveer dezelfde plaats. We plaatsen één van beide foto's bewust in zwart-wit om een betere vergelijking te maken. Bemerk de gelijkenis van de eerste woning links op de LeopoldIIlaan.
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.