L. en X. komen een dagje naar Oma Lut en nonkel Karel. Iets voor halfnegen worden ze afgezet. Ik spreek af met N. hoe ze de dag mogen vullen. L. moet 1 blad rekenwerk maken, hij mag zelf kiezen welk blad en een hoofdstuk lezen uit het boek dat de meester hem bezorgde. X. heeft twee uren studie voor de boeg: ze moet wat inhalen. Ze mag (beperkt) tv kijken. Ook de nintendo moet wat in het oog gehouden worden.
We stellen een dagplan op en spreken af ons daaraan te houden zonder morren als de studietijd aanbreekt. X. trekt zich terug onder een dekentje met haar Joepie, L. wil met de autootjes spelen.
Eerst is het de beurt aan L. Ik ga naast hem zitten. De rekensommen lukken wel. Dan overschakelen naar de lectuur. Diep zucht: negen bladzijden. Na de eerste bladzijde, midden in een zin, kondigt hij aan: al één bladzijde gelezen, nog acht te gaan. Tweede bladzijde. Voor hij aan drie begint telt hij hoeveel er nog overblijven. Nog een zucht. Maar dan heeft het verhaal hem te pakken. Ik hoor het aan de expressiviteit waarmee hij leest. Het is ook een leuk boek: Daantje, de wereldkampioen van Roald Dahl. Het hoofdstuk wordt helemaal uitgelezen maar verder reiken zijn ambities niet. De afspraak is dat hij nu met zijn zus samen op de nintendo een begonnen spelletje mag verder spelen tot haar studietijd begint.
Ze werkt heel geconcentreerd tot ze op een vraagstuk botst waar ze problemen mee heeft. Over naar nonkel Karel. Ik hoor ze samen bezig. Was ik als leerling goed in wiskunde, nu laat ik die beker graag aan mij voorbij gaan. De sommen met L. haal ik nog, maar die constructies van het huidig wiskunde onderwijs zijn aan mij niet besteed. Karel beleeft nog plezier om samen een oplossing te zoeken. Feitelijk zou dat een goede leraar geweest zijn maar hij kwam in de administratie terecht, waar hij ook een mooie carrière uitbouwde.
Studietijd om: aan tafel. Zoals gewoonlijk zit X. naast oma Lut en L. naast nonkel Karel. Thuis smeren ze zelf hun boterhammen, maar hier worden ze verwend. Ik beleg voor X. een boterham met eerst veel mayonaise (gezonde slasaus) en daarop sla en komkommer en een grote snee kaas. Karel zorgt voor L. Die is gek op salami, dus zorgen we dat we dat in huis hebben. Een beetje verwennen is als een warm dekentje voor een kinderhart.
Na het eten mogen ze anderhalf uur tv kijken: dan kunnen de ouderen hun middagdutje doen. Ze beloven heel stil te zijn. Ik hoor hoe X. aanmaant om stil te zijn wanneer L. in zijn enthousiasme reageert op wat hij ziet. Schatten van kinderen toch.
Terug studietijd voor X. Even vlijtig als in de voormiddag installeert ze zich voor haar boeken. Ze is zelf tevreden over haar werk. Afgesproken is dat ze erna een DVD mag uitzoeken via internet voor haar nieuwjaarscadeau, dat vormt een extra motivatie. Karel bestelt de DVD en we houden hem wel in bewaring. Voor L. weten we ook al wat we gaan aankopen. Tegenwoordig is het moeilijk om voor kinderen een cadeau te verzinnen, ze hebben zowat alles.
Nu is het tijd om stripverhalen naar beneden te halen. Honger hebben ze niet maar wel zin in een koekje. Bij oma mag er toch wel eens extra gesnoept worden.
Na het werk komt N. We hebben afgesproken dat ze blijven eten. We opteren voor spaghetti, zouden er kinderen zijn die dat niet lusten?
Om nog wat tijd te krijgen om rustig te kunnen bijpraten mogen de kinderen even tv kijken. Dan boekentassen bijeenrapen, liefst niets vergeten. Uitzwaaien. Heerlijke oma-dag.
06-11-2011
Het weerzien
Op Tremartre hadden we afgesproken: we zouden elkaar eens op een rustiger moment ontmoeten. En zo kwamen we enkele dagen geleden samen: C. en M. en de respectievelijke mannen. Het was 50 jaren geleden dat we elkaar voor het laatst zagen. Even hadden we elkaar op de kunstmarkt gesproken en nu zouden we elkaar uitgebreid zien.
Het was wel spannend uitkijken: hoe zouden de mannen op elkaar reageren, zouden we de tijd vol krijgen, hadden we naast de gemeenschappelijke studiejaren elkaar nog iets te bieden?
We hadden afgesproken dat wij (Karel en ik) ons niet zouden moe maken met koken. Dus het enige restaurant in Werchter gebeld om te vragen of ze open waren en of we konden reserveren voor 6 personen. Dat was geen probleem. De koffie zouden we thuis gebruiken. In Werchter hebben we een echte warme bakker waarvoor ze uit de andere gemeenten naar Werchter komen voor de bijzondere lekkere patisserie. Toen ik een taart ging bestellen, je weet wel een taart volgestapeld met allerlei fruit, bleek de bakkerij die week gesloten. Een tegenvaller, maar er bestonden nog mogelijkheden om aan iets zoets bij de koffie te geraken.
Afgesproken om 11 uur bij ons thuis. Hoewel beiden uit verschillende gemeenten kwamen en meer dan een uur dienden te rijden, kwamen ze met maar een paar seconden verschil toe. M. verklaarde dat als beroepsmisvorming: de niet uit te bannen stiptheid van onderwijsmensen.
De cava lag al een dag op voorhand koel te worden. En voor de cava in de glazen was borrelde het gesprek als lichtvoetige champagne naar boven. C. had fotos van toen bij. Een rondje namen noemen, herinneringen bijvoegen. Karel ging een loupe halen om de kleine zwart-wit fotos te ontcijferen. Terwijl wij terugkeerden naar onze tijd van samen gelukkig en ongelukkig-zijn, zaten de mannen gezellig bijeen hun interessepunten te delen.
Cava op, goed weer dus te voet naar Bistro Sint-Jan. Een gezondheidswandeling. Het gesprek houdt niet op. Er zijn nogal wat klanten aanwezig. De kaart is vernieuwd. Karel herinnert zich van vorige keer het wildgerecht dat nu als suggestie geafficheerd wordt. Daar zullen we ons met een viertal aan wagen, de anderen nemen een visschotel. Je moet wel wat geduld oefenen: voor een snelle hap ga je beter naar de frituur, die hebben we ook in Werchter. Maar het wachten op de schotels is geen probleem, we hebben elkaar nog zoveel te vertellen. De vele jaren van leven zijn niet te vatten in enkele volzinnen. Het is ook prettig praten met elkaar: ieder krijgt tijd om zich uit te spreken, niemand wordt het woord ontnomen omdat er een ander verhaal zit te dringen, ook bij de mannen blijkt het zo te verlopen. Wellicht heeft dit te maken met de leeftijd: het hoeft allemaal zo niet meer, de tijd van het de eerste willen zijn is voorbij, we hebben tijd in overvloed, de dag is nog lang niet om. Soms lachen we als ontembare pubers dan weer zijn we bedachtzaam om het gekwetst zijn van de andere te aanhoren.
Het eten is lekker, de porties overvloedig, de bediening is verzorgd ik hoef me niet te schamen om het kleine Werchter.
Terug naar huis voor de koffie. Ik had beloofd wat van mijn schilderijen te tonen. Feitelijk komt dat goed uit: vanaf zondag begint de kunstroute I.C.G.S. Ik heb de ruimte al ingericht voor dat evenement. Bij elk schilderij geef ik het bijhorende verhaal, net of we in een tentoonstellingszaal zijn terecht gekomen. Het is leuk om aan hen het verhaal te vertellen. Ik voel me geborgen in hun warm medeleven.
Ja, nog een koffie, de laatste dan, want we willen voor het donker thuis zijn. Nee, de vaat doen Karel en ik samen, het is onze manier om de dag af te ronden. De vroegere vaatwasmachine hebben we aan een van de kinderen gegeven, samen de vaat doen heeft nog zo iets oergezellig. Jassen bijeen zoeken, we zien elkaar zeker terug. Eerst is er nog de oud-leerlingendag op 19 november.
Uitzwaaien. We ontdekken dat we toch wel moe zijn, maar zo vol van verhalen en warme aanwezigheid. Vriendschap is toch een niet te missen goed. Ik voel me er dankbaar om.
05-11-2011
Judo
L., kleinzoon in rechtstreekse pleeglijn (pleegzoon van een pleegdochter), heeft gevraagd of ik geen zin heb eens naar zijn judoles te komen kijken. Hij is acht geworden, levert hele veldslagen met playmobiel, probeerde voetbal uit, liep juichend het veld over maar vergat dat er naar het doel moest getrapt worden, kan uren spelen met autootjes en heeft soms moeite om zijn aandacht bij de les te houden, zijn fantasiewereld is veel aantrekkelijker. Sinds dit jaar volgt hij judo.
Op de uitnodiging heb ik onmiddellijk ja gezegd. Voor het afgesproken uur parkeer ik mijn wagen voor de deur. L. zit in pyama aan het ontbijt. Hij geniet ervan. Hij is fier op zijn rapport: allemaal goede resultaten. Tijdens de grote vakantie heeft hij veel geoefend voor rekenen en lezen en nu zie je het resultaat. Dan naar de kamer om kleren te wisselen. Ondertussen krijg ik een kop koffie. Het gaat goed met de kinderen. De verhalen volgen zich op.
Wanneer het tijd is om te vertrekken verschijnt judoka L. in uniform. Grappig, een kleine jongen in een judopak. Toont heel stoer terwijl hij zelf nog erg kind is.
Het sportcomplex waar de lessen gegeven worden ligt dichtbij. Normaal gaan ze er met de fiets heen, maar omdat Oma Lut erbij is en die wat te oud is voor een fiets, gaan we met de wagen.
De lesgever is een wat oudere man en weet de kinderen, jongens en meisjes door elkaar, te motiveren. Soms heel gedisciplineerd, met de rituele begroetingen erbij, dan weer eens rondhossen om alle spanning te ontladen. L., wellicht de kleinste van de groep, doet dapper mee. Hij laat zich niet imponeren door de partner, een meisje dat al het tweede jaar judo volgt. Je ziet hoe ze van in het begin reflexen van vb. vallen aanleren.
Op het einde van de les moeten ze een gevecht leveren. De leraar roept het beeld op van een echt gevecht met scheidsrechters, ze moeten zoals de echten rond de mat lopen, groeten op het einde elkaar een hand geven. Leuk.
Ik heb een L. ontdekt die toch veel weerbaarheid in zich draagt, wellicht kan hij door de judo leren die ook te gebruiken. Nu is iedereen vertederd door zijn leuke snoet, zijn zacht karakter, maar opgroeiend naar volwassenheid moet hij zijn speelgoedautos vaarwel zeggen en uit zijn fantasiewereld stappen om een plaats in de samenleving te veroveren. Dat gaat niet altijd vanzelf. Hopelijk lukt het hem zonder teveel gekwetst worden.
04-11-2011
Samen met Arne
Naar jaarlijkse traditie houden we 1 november vrij om samen te zijn en Arne te herdenken.
Eerst is er afspraak bij de jongste dochter. Voor ze naar India vertrok was ze jarig, maar vond toen de tijd niet meer om dit met ons te vieren. Nu heeft ze ons uitgenodigd voor een brunch. Cadeautjes geven, een fles cava ontkurken en fotos zien via haar pc scherm. Nog heel doordrongen van de herinneringen geeft ze uitleg. Een tweede fles ontkurken, nog meer uitleg en dan word de fotoreeks onderbroken: we moeten ook eens aan eten denken.
Ze heeft cadeautjes voor ons meegebracht. Uitleg geven, ja, er is nog dessert en opnieuw fotos kijken. Wanneer de fotoreeks stopt, moeten we voortmaken om het kerkhof niet gesloten te vinden.
De overgang is groot. Het regent ondertussen. We gaan samen met de auto van Carlo, daardoor blijft het gevoel van samenzijn behouden.
Vandaag dragen we ook de nieuw gebeitelde steen naar het graf. De steen is zwaar, staat symbool voor de zwaarte van het afscheid van zoon en broer: niet om dragen. We zetten ook een bloemetje neer, een klein jaarlijks ritueel, we kunnen zo weinig concreets doen.
We blijven een tijdje rond zijn graf staan, als om uit te drukken dat hij nog altijd bij ons hoort, dat we hem dag na dag meedragen als dierbare aanwezigheid in ons leven. In mij voel ik een diepe woede aanwezig: waarom kon hij er vandaag niet bijzijn, hij zou er zo van genoten hebben, waarom moest het leven hem zo toetakelen?
Ik lees het gedicht voor dat ik schreef. Woord na woord lukt het. Wellicht is nooit iemand zo aanwezig dan bij definitieve afwezigheid. Het is alsof we Arne komen zeggen dat het nu goed is, dat hij er nog bij hoort op zijn wijze, dat we zijn wens in zijn afscheidsbrief gerealiseerd hebben: dat we het leven verder zijn gegaan. We zeggen het door te zwijgen: denkend aan hem vallen we uit de woorden naar bruut gemis.
Stil verlaten we het kerkhof. Het is net of we de weg naar het normale leven moeten terugvinden. Maar een eerste woord stelt zich aftastend op en dan volgt een zin en voor we in de wagen stappen hebben we weer wat innerlijke rust gevonden en kunnen we ons richten op de planning voor de rest van de dag.
Ook naar jaarlijkse gewoonte gaan we bowlen. Het harde geluid van de ballen tegen de kegels dwingt me om mijn wereld rond Arne te verlaten en me te concentreren op de buitenwereld, de anderen. Bowlen is een leuk familiespel. We drinken iets, proberen de kegels omver te krijgen en leveren commentaar op de prestaties. Het is of we door bijna kinderlijk op te gaan in het spel weer herademen.
Daarna gaan we richting wok-chinees. Aike heeft gereserveerd, zo zijn we zeker van een plaats. Het is een soort zelfbediening, en als er iets moet gebakken of gewokt worden schuiven we aan bij de keuken. We eten lekker, het gesprek deint op en neer en voor we het beseffen is het tijd om naar huis te gaan: iedereen moet morgen werken, behalve natuurlijk de oudjes, maar die zijn waarschijnlijk het meeste moe.
Zo verstrijken de jaren zonder Arne. Op zon dagen besef je pas hoe diep zijn aanwezigheid in onze belevingswereld getekend is. Ondanks de pijn, wil ik dit gemis blijven voelen, alsof hij daardoor blijft verder leven. Ik wil hem meedragen elke dag dat het me nog vergund is mijn rouwen om hem te gaan alsof ik daardoor bevestig dat zijn jaren bij ons gezegende jaren waren.
03-11-2011
Menart of kunst in de brouwerij
In een persbericht kan jke lezen:
Drie kunstenaars werken samen met vzw Den Ateljee.
Vanaf zondag 30 oktober tot zondag 6 november wordt een gedeelte van het menagebouw omgetoverd tot een ontvangstruimte voor drie kunstenaars. Zij stellen er ten toon op initiatief van Den Ateljee. Het evenement kreeg de naam Menart.
Den Ateljee vzw is een dagcentrum voor volwassen personen met een lichamelijke beperking. Deze vzw uit de welzijssector kan elke cent gebruiken en de verantwoordelijken vonden drie kunstenaars uit de regio bereid deel te nemen aan een tentoonstelling in het vrijetijdscentrum Mena, de vroegere brouwerij. Een deel van de verkoop van hun werken schenken zij aan de vzw.
Het zijn keramisch kunstenaar Peter Vanbekbergen uit Rotselaar, schilder-graficus Dirk Boulanger uit Holsbeek en Willy Meysmans uit Kessel Lo die deelneemt met bronzen beelden.
Menart op de tweede vedieping van het Menagebouw is op zaterdag, zondagen en dinsdag open van 14 tot 18 uur. De andere dagen van 19 tot 21 uur.
Met een paar vrienden afgesproken om naar de vernissage te gaan. De schepen van cultuur verzorgde de inleiding, maar zonder geluidsversterker. Gezien mijn slecht gehoor verstond ik nauwelijks een woord. Ik keek dan maar wat rond en ontdekte grappige situaties die ik op foto vastlegde: de grote beelden leken deel uit te maken van het publiek.
En zoals nog wel eens gebeurt: plots ontdek je mensen vanuit een vorig leven. Nu was Karel aan de beurt. Jaren was het geleden dat ze samen werkten, maar onmiddellijk raapten ze de draad van het gesprek weer op. Ze wonen in Rotselaar. Gegevens uitgewisseld in de hoop elkaar terug te zien.
We zijn langer gebleven dan onze oorspronkelijk planning. Maar de expositie heb ik nog niet echt kunnen bekijken. Om de werken tot me te laten doordringen heb ik toch een wat rustiger omgeving nodig. Een van de volgende dagen ga ik er eens alleen naartoe
Voor mij is schilderen een vorm van therapie. Neem nu het portret. Zwoegend op de technische kant spreek ik een diepere laag in mezelf aan. Vaak komt woede aan bod. Niet alleen de wereld rond mij plant woede in mij neer, maar ook mijn eigen doorleefde onmacht, onrecht, pijn
Zo ontdekte ik jaren terug een foto van een vrouw uit Beslan. Ze draagt haar gedode kind in haar armen. De woede die op haar gezicht te lezen staat is voor mij een soort universele woede van vrouwen die gekwetst werden in hun kinderen. Terwijl ik een interpretatie maak van haar door woede vertrokken gezicht, herken ik die woede in mezelf. Het is een verscheurende woede. Toch zal ik die woede niet laten uitbarsten maar opbouwende kanalen binnen leiden, vb. een schilderij. Bewust worden van zon woede, er op een of andere wijze vorm aan kunnen geven, is bevrijdend, is een bom onschadelijk maken.
Ik heb wel geen behoefte meer aan zalvende praatjes, slogans die de waarheid moeten bedekken. Het nieuws staat er bol van. Dan heb ik zin een ondergrondse te starten van woedende vrouwen die op democratische wijze hun stem laten horen door te schilderen, schrijven of waardig bedanken voor een of andere heilsboodschap. Die elk op een eigen wijze neen durven zeggen.
zo spreek ik mijn neen uit
30-10-2011
Het portret
In de academie heb ik me op het portret gestort. Eerst leren tekenen, te beginnen met een schedel om de structuur van een gezicht te verkennen. Tot het einde van dit jaar neem ik me voor om elke tekenles te beginnen met het tekenen van de schedel, telkens vanuit een andere positie. Het vraagt enorme concentratie. Ook de schilderles is voorbehouden aan het portret. Ik merk de evolutie in mijn werk, maar echt tevreden ben ik nog niet. Ik wil geen portretschilder worden, dat is een beroep en begaafdheid apart. Maar ergens voel ik wel de nood om zelf bij een vrije interpretatie van een persoon te weten hoe een gezicht gestructureerd is, aan wat het moet voldoen om herkenbaar te zijn als gezicht.
Twee keer per maand volg ik ook modeltekenen. Dezelfde opgave als bij het portret. Zoeken naar vorm, verhoudingen, hoe krijg je de verkortingen in een juist patroon.
Soms denk ik: wat doe ik mezelf aan? Volgend jaar word ik 70, ik moet toch niks meer. Het gaat om de uitdaging: hoe ver kan ik mijn grenzen verleggen. Het houdt mijn geest en lijf wakker. Ik wil ook resultaat boeken: een goed portret maken. Maar dat lukt nog niet zo goed. Ik ben dan wel gefrustreerd, want ik zou graag iets moois maken, maar ik kan ook met zwier een mislukt schilderwerk overschilderen en opnieuw of iets anders beginnen.
En als iets naar mijn zin is ben ik blij als een kind. Dan wil ik het ook tonen. Zoals hierboven: een foto die ik ergens uitknipte van een sprekend gezicht en na uren geconcentreerd werken eindelijk resultaat. Hopelijk lukt het me nog wel eens.
29-10-2011
Terugkeer uit India
Mijn dochter is drie weken terug vertrokken voor een reis naar India en nu komt ze terug. Gisteravond al op internet gekeken of ik haar vlucht kon vinden. Tussen die vele vliegtuigen die landen op Zaventem komt haar vlucht te voorschijn, even een kippenvel moment. Deze morgen, bij het opstarten van de pc direct op zoek naar de situatie in de lucht. Haar vlucht blijft op het voorziene uur aangekondigd.
Ik ga met het openbaar vervoer naar de luchthaven. Je kan daar uitstappen en met een paar automatische trappen ben je in de aankomsthal, makkelijker kan niet.
Dertig jaar terug was ik ook naar Zaventem: mijn dochter kwam uit India. Toen ze in mijn armen werd gelegd zag ik een klein, donker mormeltje van goed zeven maanden, dat huilde. Wat een pracht van een dochter. Eerst een verse luier, want hoe het kwam wisten ze niet, maar onderweg naar België kregen alle kinderen diarree en de adoptievereniging had ons daarop voorbereid.
Soms vragen ze me: geven adoptiekinderen niet meer problemen? Waarop ik altijd antwoord: heb je met eigen kinderen nooit problemen? Ik geloof niet in sprookjes die vertellen dat kinderen opgroeien zonder de minste problemen, dat de oorzaak van problemen bij kinderen en jongeren te zoeken zijn bij afstamming of opvoeding. Ofwel wil men geen weet hebben van problemen of wel is men blind. Elk kind volgt een eigen weg. Als ouder kan je een kind graag zien, je best doen om het op te voeden. Gelukkig wil een kind zelfstandig worden en zal het niet van de perfectie van de opvoeding afhangen of het al dan niet een gelukkig iemand wordt. Opvoeden kan soms helpen of belasten, waarschijnlijk beiden, maar het is aan het kind om de weg naar volwassenheid te gaan.
En zo is mijn volwassen dochter de weg terug gegaan, op zoek naar haar wortels. Om de twee drie dagen hadden we contact met elkaar via email. Toch een zegen internet. Haar berichten klonken veelbelovend. Het belooft een lang verhaal te worden.
In de aankomsthal eerst even naar de vluchtsituatie kijken: ze zijn net geland. Ik installeer me op een bank en probeer wat te lezen: het zal nog wel wat duren eer ze haar bagage heeft. Maar het lezen lukt me niet. Dan maar wat rondwandelen. Ontroerende taferelen: twee geliefden vallen in elkaars armen en stralen van geluk. Een kleinkind rent naar oma en opa, juichend van vreugde. Ik blijf staan achter het hekken, rechtover de uitgangsdeur.
Soms komen de passagiers in golven, dan weer is er een enkeling. Ik kijk uit naar mensen van Indische signatuur: onder hen zal mijn dochter en haar vriendin zich bevinden. Maar voorlopig zijn het allemaal blanken, soms wel eens een donkerder huid. Dan weer een golf vooral mannen die reizend werken: keurig pak, kleine koffer op wieltjes achter zich aan, zekerheid van bewegen, recht op de uitgang en hun doel af. Daartussen zie je dan mensen die bijna wanhopig staan te zoeken naar een bekend gezicht tussen de menigte. Ik voel mijn hart bonzen, net of ik trappen op en neer gehost heb. Maar in de volgende golf zie ik weer geen Indiërs. Later vertelt ze me dat er nauwelijks Indiërs op hun vlucht zaten, wel veel Japanners. Ik probeer mezelf tot rust te manen: straks zal zij er bij zijn. Een ouder koppel: de man duwt een bagagewagentje met eerst twee grote koffers en daarop de vrouw met een been in het gips. Een leuke oplossing: een eerste koffer met handvat en aan die koffer een twee koffer vastgemaakt, het rijdt als een trein. Je moet er maar opkomen. En dan plots verschijnt ze in de deur: even staat de wereld stil. Ze ontdekt me en zwaait en lacht met haar heerlijke witte tanden bloot.
Zoen, knuffel. Ja, ze is een beetje moe: een lange reis en nauwelijks geslapen. Maar het was goed.
Het is even wennen om van een warmte van bij de 30 graden over te schakelen naar het herfstweer hier, maar de blijheid van elkaar weer te zien geeft voldoende warmte om het temperatuurverschil te overbruggen. De ouders van B., haar vriendin, zijn ook komen opdagen en E., een andere vriendin die in de buurt werkt. Kennismaken en wie heeft zin in een koffie?
We gaan buiten koffie drinken, dan kunnen de rokers ook aan hun trekken komen. Gelukkig is het zacht buiten en kunnen de warme jassen die de mama van B. meebracht ongebruikt mee naar huis.
Afscheid nemen. Sangeeth en ik nemen de trein: ze woont maar een paar meter van het station. Ondertussen telefoon van de oudste zus: heeft ze zin om vanavond samen iets te gaan eten? De uitnodiging wordt in dank aanvaard.
Terug in Leuven nemen ook wij afscheid. Ik wil vanavond nog naar de academie en zij gaat uitpakken en aan het leven hier terug wennen. We spreken af voor het weekend, dan is er tijd voor verhalen.
28-10-2011
Kumbe in kerstsfeer
Gesigneerd organiseert elk jaar een kerstmarkt: wie creatief bezig is kan zich daarop aanmelden. Christel en ik hebben vorig jaar ook meegedaan en willen dit jaar weer van de partij zijn. Alleen gaan we nu ons aanbod wat uitbreiden met een actie van Kumbe (kunstenaars met beperking). We vragen een extra tafel en de opbrengst is voor het dagcentrum Rozemarijn in Keerbergen. Christel is nog wat tekeningen gaan ophalen. We hebben wat kleine kaders en als we nog eens flink doorwerken met inlijsten kunnen we een tafel vullen met kleine werkjes van de bewoners.
Uit grote werken worden de mooiste hoeken gehaald. Daar een passe-partout rond en weer is een juweeltje klaar dat kan aangeboden worden.
De bedoeling is niet zozeer geld rondhalen, hoewel elke euro dankbaar aanvaard wordt, wel dat kunstenaars met vooral mentale beperking in een normaal circuit terecht komen en niet alleen afgezonderd achter de muren van hun instelling kerstmarkt houden. Zij horen bij ons en wij bij hen, binnen de huid van een samenleving. Het is niet omdat ze speciale zorg nodig hebben, hun verstandelijke vermogens bv. beperkt zijn dat we ze moeten verwijzen naar een aparte omgeving. Ik denk altijd: iemand in een kliniek heeft ook speciale zorg nodig die alleen op een bepaalde plaats kan verstrekt worden. Een zieke is ook beperkt in zijn mogelijkheden, maar toch beschouwen we zo iemand nog als bij ons horend.
Soms komen er reacties op ons af als waar zijn jullie mee bezig. Ik heb iets in me van: wij(de normalen, de gezonden, de )hebben niet alleen onze verantwoordelijkheid op te nemen voor de minder normalen, minder gezonden, minder en tja, waar ligt nu de grens tussen ons en de anderen. Anderzijds hebben die anderen . ons iets te bieden. Het is alsof we anders moeten leren denken, voelen, kijken. Een schilderij van iemand met naam durven we niet in vraag te stellen. Dat is kunst en is veel geld waard. Durven we ons evenzeer laten raken door een werk van iemand die heel spontaan zijn wereld uitkleurt. Alsof een rimpeling van blijheid over je ziel trekt bij zon werk.
Het zijn gedachten die nogal eens tijdens het inlijsten binnensluipen.
Nu moeten we eerst zorgen dat de werken ingekaderd geraken. Karel ondergaat de drukte heel gelaten, maakt zelfs koffie tussen door om de vrouwen aan te moedigen.
De zachte man, wie zal hem vinden
27-10-2011
Rustig hangt het licht
rustig hangt het licht
zich te voltooien in namiddagzon
lange armen van verdriet
maken plaats
voor innig samenzijn
26-10-2011
Boekendag
Zaterdagmorgen levert een onbekend maar erg vriendelijk iemand een pakket boeken af. Inderdaad, een paar weken terug had ik in Schriek tijdens de boekenmarkt van het Davidsfonds enkele boeken gekocht die later zouden geleverd worden. (zie 13.10.11: onder de kerktoren van Schriek). Hoewel ik alleen aan die boeken denk wanneer het bestelformulier me bij het opruimen van mijn werktafel in handen valt, ben ik wel blij nu ik de concrete exemplaren in handen heb. Weer zoveel leesplezier dat te wachten staat.
Bij die aankoop van die boeken kreeg ik ook vier weken Knack cadeau. Daarin vind ik toch een boekenbon die vermindering belooft voor een boek dat mijn interesse wel heeft. Naast die verminderingsbon zijn er natuurlijk aanbevelingen voor ander boeken, maar dan zonder vermindering van prijs. Ik kan het niet nalaten ze ook uit te knippen, je weet maar nooit.
Negen maanden terug kochten we een nieuwe auto, zoiets mini, een Twingo van Renault. Karel ontdekt enkele weken terug in het weekblad van de Gezinsbond een advertentie dat dit jaar, bij aankoop van een nieuwe Renault een premie wordt uitbetaald. Voor ons zou dat 100 euro bedragen. Leuk zeg, zo onverwacht. De nodige papieren verzameld en opgestuurd. Enkele dagen terug kregen we een kortingskaart van 100 euro in de bus. En dat blijkt prachtig samen te gaan met de aankoop van boeken in De Standaard.
Ik stap de winkel binnen met het gevoel alsof ik over een groot kapitaal beschik. Is een gevaarlijk gevoel, zeker in de nabijheid van boeken. Gelukkig is Karel bij me, maar dat blijkt achteraf geen juiste conclusie.
Veel rondkijken doen we niet. Karel leest praktisch uitsluitend Engelstalige boeken en dan nog erg gespecialiseerde turven, dus aan hem is deze boekenwinkel niet besteed. We trekken zowat onmiddellijk naar de geschiedenisafdeling. En wat staat daar zo duidelijk op ons te lachen: een doos met the Ultimate World War II movie collection: 10 dvds met nog een boek (het 40-45 boek). Karel neemt het ter hand en vraagt of ik er zin in heb. Wat een vraag. Enkele van de dvds heb ik al gezien. Het is een docudrama van goede kwaliteit. De prijs valt mee: net geen 50 euro en dan krijg ik nog de korting van de gezinsbond. Ik krijg het voor mijn verjaardag. Is altijd de toverformule bij uitstek om een onverwachte uitgave goed te praten.
Ik neem nog een paar boeken mee, aan de kassa kan ik toch betalen met die 100 euro op mijn gezinsspaarkaart.
Wanneer we naar buiten gaan voel ik me van binnen huppelen als een blij kind. Rap naar huis om die nieuwe boeken ter hand te nemen en me dan te laten neerploffen in een zetel de wereld te vergeten en te lezen. Heerlijk!
Sint-Niklaas hoeft niet altijd op 6 december te vallen!
25-10-2011
Banchetto Musicale
M.L., een vriendin nodigde ons uit voor een concert. Vorig jaar had ze ons ook eens meegenomen naar een muziekuitvoering en dat werd een heel mooie avond. Daarom dat we niet aarzelden om ja te zeggen op haar vraag. Daarbij is het een concert voor het goede doel. Dat maakt het extra aantrekkelijk. Ik laat de uitnodiging even spreken:
BENEFIETCONCERT IN LEUVEN
Voor meer leefcomfort voor de jongeren (ver)bouwt Ave Regina aangepaste woningen. Om deze last te verlichten organiseert de vzw een concert op 22 oktober om 20u00 in Heverlee. Het vocaal en instrumentaal ensemble Capella Nova, onder leiding van dirigent Marleen Reynders, brengt Banchetto Musicale Intermedii et Concerti per La Pellegrina. Dit muzikaal banket is een evocatie van het schitterende huwelijksfeest van Fernando di Medici en Christine de Lorraine in Palazzo Pitti, Firenze 2 mei 1589. Voor dit uitzonderlijk mooi concert, uitgevoerd door Vocalisten, Strijkers, Blazers, Basso Continuo met dansers en woordkunstenaar kunnen wij u uitnodigen in het historisch kader van de Parkabdij te Heverlee.
Natuurlijk is het wel even tanden op elkaar om op een zaterdagavond naar Leuven te trekken met het vooruitzicht dat de kerk wellicht niet erg warm zal zijn. Ik ben een echte koukleum. Maar met een warme winterjas en een dekentje onder de arm moet het wel lukken.
Goed op tijd vertrekken we, want in Leuven zijn vrije parkeerplaatsen soms moeilijk om vinden. Maar we treffen het: we vinden nog net achter een wagen een plaats binnen het domein. Dan naar binnen. Eerst aan de balie de kaarten ophalen en betalen. We worden een plaats toegewezen in de zijbeuk.
Helaas is er geen verwarming in de kerk en ondanks we vrij vroeg binnenschuiven zit de kerk al goed vol. Wanneer we ons installeren en de gsm uitzetten zien we een smsje waarin M.L. laat weten dat ze vooraan twee plaatsen voor ons heeft voorbehouden.
Voorzichtig zoeken we haar op. Ondertussen geeft de dirigente, een nicht van M.L., wat uitleg over het werk dat gaat aangeboden worden. Is de geluidsinstallatie zo abominabel, de weergalm zo overweldigend of is mijn gehoor zo slecht, ik versta nauwelijks enkele woorden. Ook Karel lijkt niet veel meer te verstaan. Ik leg mijn dekentje over mijn knieën, steek er ook mijn handen onder en ontdek dat het lekker warm wordt. Dat probleem is opgelost.
Na de uitleg krijgen we nog even tijd om wat nieuwtjes uit te wisselen. De uitvoerders nemen plaats, instrumenten stemmen en dan wachten op de dirigente. Iedereen is in het zwart. De vrouwen hebben er nog een rode toets bij, vb. parelsnoer, sjaal, bloes bij de mannen is er wel iemand met een rood hemd, een sjaal en één muzikant heeft een rode flos aan zijn instrument hangen, of is dit toeval.
Het is een feest. Geen tijd gehad om kou te hebben. Naast de muziek is er nog een projectiescherm met beelden en teksten. Dansers zijn zo weggelopen uit een schilderij van toen: kleding (waar hebben ze de stof voor het kleed van de dame ontdekt?), de elegante houding van handen die zo vaak op de schilderijen te zien zijn worden nu uitgevoerd door levende mensen. Even waan je je toeschouwer bij het huwelijksfeest.
Ook Karel maakte van deze uitvoering een verslag. Bij hem ligt de nadruk natuurlijk op het muzikale. Voor wie interesse heeft: klik hier
Na zon avond ga je innerlijk warm terug naar huis. Het feit dat een vrouw het ensemble dirigeerde geeft me nog een extra kick. Bij het neerschrijven van dit verslag wordt het woord dirigente als foutief aangemerkt. De taal blijkt nog wat achterop te hinken, maar dat halen we ook nog wel in.
24-10-2011
Beeldentaal
Een beeld zit opgesloten in de vorm die de kunstenaar het gaf. Vanuit die begrenzing spreekt het. Elke dag een nieuw verhaal. Afhankelijk van het licht, plaats van de zon, weersomstandigheden.
Het beeld in onze tuin begroet ons elke morgen weer. Soms stralend in de ochtendzon, soms doornat van de regen. De steen slorpt zijn omgeving letterlijk op. Een doorzond beeld roept warmte, blijdschap op. Heeft de regen de huid van het beeld doordrenkt dan kijk je het rillend aan, net of de kilte in je eigen lijf gedrongen is. Na een tijdje komen micro-organismen huisvesting zoeken in de poriën van het beeld. Dan komt er een patine op die soms rijk van kleur is, afhankelijk van de lichtinval.
De nuances zijn moeilijk in een amateurfoto te vatten. Het beeld in onze tuin is nu doornat, kouwelijk staan de twee figuren rug aan rug. Een waterzon komt door de wolken en raakt het beeld met een nauwelijks zichtbaar licht. Het is als een bemoediging om te wachten op betere tijden. De zon verdwijnt weer, toch lijkt het of mijn ogen dat nauwelijks raken nog met zich mee dragen. De steen lijkt wat minder doortrokken van kilte.
Ik draag het beeld in mij mee. Een vroedvrouw die woorden uit mij laat geboren worden.
23-10-2011
Kunstroute ICGS
Enkele maanden terug schreef ik me in voor een kunstroute, georganiseerd door het I.G.C.S. Ooit wist ik wat die afkorting betekende, maar na wat zoeken op internet weet ik het opnieuw: InterGemeentelijke Culturele Samenwerking. Met afkortingen heb ik het soms moeilijk. Afkortingen hebben ook de uitstraling van alleen begrepen te worden door degenen die tot het clubje behoren en ik wil tot geen clubje behoren, ik wil een buitenstaander blijven die wenst geïnformeerd te worden.
Op de website van Rotselaar kan je lezen:
Kunstroute IGCS Voor de eerste keer organiseert de ICGS een kunstroute door Haacht, Rotselaar, Holsbeek, Tielt-Winge, Aarschot en Scherpenheuvel-Zichem. Meer dan zestig kunstenaars doen mee! De gemeentebesturen en organisatoren van de verschillende gemeenten en steden nodigen je uit om tijdens de maand november alle deelnemende kunst- en ambachtenateliers te bezoeken. Door de grote verscheidenheid maak je kennis met uiteenlopende disciplines en snuif je de sfeer op in de verschillende ateliers. Als voorsmaakje kan je in de galerie van GC den egger kennismaken met kunstwerken van de meeste deelnemers. Overal is de toegang gratis en veel deelnemende kunstenaars zullen je extra verrassen. Laat je op een unieke wijze artistiek verwennen en misschien vind je wel het kunstwerk van je dromen!
Ik doe maar op minimale wijze mee: de vier zondagen van november ben ik beschikbaar. Eerst had ik aangevraagd van 14 tot 18 uur, maar de organisatoren vonden het beter dat de ateliers op dezelfde uren open waren: van 10 tot 18 uur. Daardoor kan ik geen middagdutje doen en dat valt tegen. Het is natuurlijk geen drama. Trouwens, het is niet zeker dat er veel bezoekers over de vloer komen.
Het is leuk mensen bij je thuis te ontvangen. Sommige mensen komen binnen, kijken en vertrekken weer. Anderen daarentegen blijven hangen voor een gesprek en dat is boeiend. Je leert de wereld van de ander kennen. En hoe gaat het: het ene woord brengt het andere verhaal mee en het hoeft niet altijd over kunst te gaan. Kunst is voor mij maar een onderdeel van het leven en dat mag zo blijven.