Ik heb er hard aan gewerkt gedurende het tweede semester: de zes doeken over het vrouwelijk bewustzijn. Enerzijds wou ik zes afzonderlijke doeken maken, anderzijds wou ik ze zo ontwerpen dat ze duidelijk met elkaar verbonden zijn, omdat inhoudelijk dat ook zo is.
Terwijl ik schilder laat ik natuurlijk telkens mijn gedachten gaan over dat aspect van bewustwording waaraan ik werk. Het heeft met de leeftijd te maken: weldra wordt ik zeventig. Dan kijk je terug, maak je een evaluatie op. Ik aanvaard mijn geleefde leven, hoewel ik nooit zou kiezen voor de vormgeving ervan. Het heeft verschrikkelijk huis gehouden in mijn ziel. Als ik naar de pijn kijk, moet ik toegeven dat ik nooit kon vermoeden dat een mens zo kon lijden. Soms zegt men: daar word je sterk van. Ik kan alleen maar machteloos zeggen: ik wou niet sterk worden, ik moest. Er waren ook heel intense gelukkige momenten. De geboorte van mijn kinderen, onvergetelijk. De aankomst van mijn adoptiekinderen, nog krijg ik kippenvel bij de herinnering. Er is alleen aanvaarding als oplossing, het geleefde leven als het mijne herkennen. Er blijft een gevoel van dankbaarheid dat ik dit concrete leven mag voltooien in vrede met mezelf, mijn kinderen, mijn geliefde. Maar ik ben niet eens zeker dat dit zo blijft voor de toekomst. Ik heb het moeilijk met ouder worden, het besef dat mijn tijd korter wordt, terwijl ik nog zoveel wil realiseren: niet alleen tekenen, schilderen, blogs schrijven, maar ook relaties uitbouwen ...tot feestelijk samenzijn met mijn kinderen en geliefde. Hoe zal ik mijn dagen voor het definitieve afscheid doorbrengen? Dement en van deze boeiende en uitdagende wereld niet meer bewust of gebroken door nog meer lijden dat mij of een van mijn dierbaren treft, of toch in de overgave: van dit leven kan ik in vrede afscheid nemen en gaan?
Ik weet het niet, ik kan alleen nu leven, bewust van het onherroepelijk voortschrijden van de tijd. Ik probeer zonder illusies te leven: mijn lichaam zal aftakelen, ik voel nu al de voortekenen. Samen met andere vrouwen van rond de zeventig kunnen we er om lachen en dankbaar zijn dat het maar dat is. Of ik psychisch rust zal vinden kan ik mezelf niet garanderen.
Ik vind oud worden aartsmoeilijk. Daarom is dat vroegere zo belangrijk: het is de grond van mijn nu, de erfenis die wellicht belangrijker is dan het pakje bankbiljetten dat misschien na mijn dood zal overblijven als de begrafeniskosten betaald zijn. Ik heb aan mijn kinderen gezegd dat ze op mijn uitvaart moeten klinken op mijn leven en het voorbijgaan ervan: tot hiertoe was het een boeiende en uitdagende belevenis en heb ik ervan genoten.
|