Het academiejaar zit er op: nu worden voorbereidingen getroffen voor de eindejaarstentoonstelling. Dit betekent: opruimen en poetsen. Gezien ik deelneem aan drie klassen (twee schildersgroepen en een tekengroep) mag ik alles in drievoud doen. k Heb dan het voordeel dat ik drie keer een eindejaarsfeestje mag meemaken.
Het is wel nodig dat het gebouw en de aankleding eens grondig aangepakt wordt. Ongelooflijk wat er zich tijdens het jaar opstapelt: dozen en dozen papierafval, glazen potten en plastieken kommen van allerlei formaat, verharde borstels, tekenpapier waar een kleine tekening op gemaakt is of een stuk uit gescheurd: niemand die het nog wil gebruiken. Ik recupereer het, ik zal het in stukken snijden en gebruiken als schetspapier. Ik kan het echt niet aanzien dat er goed materiaal wordt weggegooid heeft dit te maken met de schaarste van de (na-)oorlogsjaren?
Ook de schildersezels worden aangepakt: hier een schroef bijgedraaid tot ze weer stevig op haar plaats zit, daar een losse plank weer op zijn plaats gehamerd en wat echt herstel nodig heeft wordt apart gezet: daar zal een klusjesman zich over ontfermen. De academie wordt zeer intensief gebruikt en dat merk je aan de slijtage op het einde van het jaar
Ik erger me vaak aan de wijze waarop met materiaal omgesprongen wordt. We zijn zo gewend aan overvloed. Ik voel me dan een ouwe zeur. Het eerste dat ik kinderen zou leren is borstels uitwassen zodat die een volgende keer nog kunnen gebruikt worden. Natuurlijk zijn het goedkope borstels en elk jaar krijgen de leerkrachten een nieuw budget voor aankoop van benodigdheden. Het snijdt als het ware in mijn huid als ik ontdek hoe een pot verf versteend achterblijft omdat hij niet goed gesloten werd en het zijn dan geen kinderen die onachtzaam waren.
Om het over een andere boeg te gooien: na de opruim komen de creaties aan bod. En dat is dan iets om enthousiast over te zijn. Ieder brengt zijn productie van dat jaar mee en de leerkracht kiest daar enkele werken uit.
Voor mij komt het einde veel te vroeg, het jaar is omgevlogen. Thuis werk ik natuurlijk ook, maar het geeft een verschil met de academie. Naar de academie gaan geeft structuur aan mijn dagen, ik kan er anderen ontmoeten, leer bij door opmerkingen van de leerkrachten, door anderen aan het werk te zien. Thuis werken is een grotere uitdaging. Zal ik inspiratie genoeg hebben? Deze vakantie moet ik mijn eindwerk voor schilderen voorbereiden. Zal het me lukken?
Maar wat zou ik me nu al zorgen maken. Dan denk ik: laat maar komen. Niets moet, alles mag op mijn leeftijd. En met zon stralend zomerweer ga ik me niet ongelukkig laten maken door zorgen die geen zorgen zijn. Genieten van de warmte, het licht en wellicht overvolle dagen vol creativiteit. Wat kan ik mezelf beter toewensen.
31-05-2012
Op het nippertje de poort uit
Na de voorstelling duik ik samen met Aike de kelderverdieping in: daar zijn de Damba-jongeren zich aan het verkleden. Aike wil hen gaan feliciteren: volgende keer mogen ze weer optreden in het voorprogramma, het is echt een geschikte gelegenheid om als speciale dansgroep naar buiten te komen. Ook het publiek heeft het gewaardeerd.
Wanneer we de trap afdalen, horen we hen al van ver: nu hebben ze toch hele verhalen te vertellen. Aike wenst iedereen proficiat: ze had nooit verwacht dat ze het zo goed zouden doen. Ook de docenten worden in de felicitaties betrokken. Een danser vertelt dat ze erg zenuwachtig was toen ze op de scène kwam. Ik kon alleen maar zeggen dat ze prachtig danste, dat niemand gezien heeft dat ze zenuwachtig was. Een andere danser weet van geen ophouden, hij herhaalt voortdurend het finale lied en danst alsof hij nog op de scène staat. Zijn enthousiasme werkt echt aanstekelijk, wie nog geen zin heeft om te dansen zou dat nu wel krijgen. Klaar om te vertrekken. Heeft iedereen zijn roos om mee naar huis te nemen, t zou jammer zijn mocht ze blijven liggen. Aike zamelt de kleding in en stopt ze in twee grote zakken. Dan naar boven met de groep. Trede na trede sommigen hebben het moeilijk, maar iedereen is geduldig met elkaar voor hen is tijd iets dat nauwelijks bestaat. Plots besef ik wat een krachttoer het is deze jongeren in beweging te krijgen, wat het betekent met één voet op de grond te staan terwijl de andere voet in de lucht hangt.
We brengen de kleding naar de auto en dan gaan we naar de foyer iets drinken. Ik ontmoet een mama van een van de Damba-dansers. Ik feliciteer haar met haar dochter: ze heeft het zo goed gedaan. Ze vertelt dat ze de ganse tijd met tranen in de ogen naar haar dochter en de andere dansers gekeken heeft. Dat haar dochter ooit op een scène zou staan voor een enthousiast publiek: ongelooflijk. Ze heeft er intens van genoten.
Aike gaat overal een goede dag zeggen. Ik ken ook wel wat mensen leuk om elkaar eens weer te zien. Eindelijk heeft Aike tijd om iets te drinken te halen: een glas cava om het eerste optreden van Damba en het Aira-ensemble te vieren. Daarna wil ze zo vlug mogelijk naar huis. In dit voorstel kan ik me vinden.
Wanneer we terug op de parking komen is de straat afgesloten met verkeerslinten. Wat gebeurt er en hoe moeten we hier uit geraken? Ik stap op enkele mensen af die mij van de organisatie lijken. Ja, over een kwartier vertrekt een stoet, als we ons haasten kunnen we nog net weg, anders wordt het wachten tot na middernacht. Zij zullen de linten even omhoog houden en als we de eerste straat links inrijden kunnen we waarschijnlijk uit Leuven weg geraken. Aike start de wagen, met kloppend hart neem ik plaats, toch spannend. Het lukt ons tot de eerste straat links te geraken maar die is ook afgespannen. Geen nood, ook daar staat iemand die het lint omhoog houdt en ons goede reis wenst. Neen, verder zijn er geen hindernissen meer.
Als het donker genoeg is vertrekt een stoet vol lichteffecten, prachtig om zien maar dat zal voor een andere keer zijn. Opgelucht verlaten we Leuven en zijn festival. Richting dansschool. Nog even de kleding binnen zetten, afscheid nemen, ieder zijn auto in en naar huis. Van binnen voel ik me nog altijd een beetje aangeslagen, tien minuten langer blijven praten en we zaten voor uren vast. Ik zet het raam wijd open (ik heb geen airco, mijn enige optie bij de aankoop was dat de wagen kon rijden en er plaats genoeg was om wat grotere schilderijen in te vervoeren).
Ik zet geen nieuws op, thuis ook niet. Ik wil vanavond niet geconfronteerd worden met die verschrikkingen die mensen elkaar aan doen maar nagenieten, nog eens warm worden van de danser die naar mama en papa stond te wuiven: heb je mij gezien, ik sta op een echte scène, je mag fier zijn op mij.
30-05-2012
Contrast
Dat voor de titel van het optreden Contrast gekozen is, verklaart Goedele in het voorwoord van het programmaboekje.
Wat wil ik juist zeggen? Hoe ga ik vertellen waar deze voorstelling over gaat? Eigenlijk kom ik steeds uit op de drie dezelfde woorden: wat een jaar! Mensenlief, wat een jaar! Het is een rollercoaster van emoties geweest. Geluk en verdriet liggen soms dicht bij elkaar.
De muziek die ik gekozen heb, vertelt voor mij perfect wat ik bedoel en de dansers vertalen dat naar beweging. Het resultaat is Contrast, een voorstelling waarin het verschil tussen tegenstellingen in muziek, beweging en vooral gevoelens centraal staan.
De dansers van het AIRA-ensemble, het neo-klassieke ballet-ensemble van het danscentrum, brengen hun eerste voorstelling. De dansers zijn zeer gedreven, niets zou hun optreden van de scène houden.
Goedele schrijft: Toen ik iets langer dan drie maanden geleden - in volle voorbereiding voor Contrast een stressfractuur opliep aan mijn voet, zag het er even naar uit dat deze voorstelling niet zou kunnen doorgaan. Maar het ensemble zou het ensemble niet zijn als het dit zou laten gebeuren en na overleg werd dan beslist om de dansers mee in te schakelen als choreografen. En ik moet zeggen ze hebben het geweldig goed gedaan!
Maar voor het ensemble aan het optreden mag beginnen krijgt de zaal een speciale opwarming: de Damba-jongeren ( de meesten met het syndroom van Down) tonen hun kunnen.
Wanneer het gordijn openschuift liggen kleurrijke matjes over de scène verspreid, die zullen de verschillende dansen door dienen als plaatsaanwijzers. De groep heeft keurig plaats genomen op de matjes. De twee docenten die de groep samen begeleiden staan vooraan. Zij zullen de bewegingen voordoen, zo krijgen de dansers een geheugensteuntje. En daar gaan we. Een ritmisch kinderliedje opent de weg naar beweging. Sommigen gaan vlot mee met de docenten, anderen hebben het wat moeilijker. Eentje staat uitgebreid te wuiven naar mama en papa in de zaal. Geen nood, straks zal ze wel aansluiten bij de bewegingen, want ze heeft de voorbije lessen goed geoefend. De zaal onthaalt de jongeren met veel enthousiasme. Het is net of het plezier dat de dansers beleven overwaait naar de zaal. Een volgend muziekje is meer ingetogen, met tragere bewegingen. Ze gebruiken daarvoor een kleurrijke sjaal. Ontroerend om zien hoe het hen lukt allemaal te bewegen, net vlinders die even verdwaald zijn op de scène. Het laatste stukje muziek laat zelf een stevige beat horen. Ze dansen, heel overtuigd, net of de zon de scène in gloed zet. Ze verdienen en krijgen een warm applaus. Wanneer ze opkomen om te groeten krijgen ze elk een rode roos, de docenten, gewoontegetrouw een mooie ruiker bloemen. Even moet ik slikken. Ze zullen dat optreden waarschijnlijk nooit meer vergeten: vanavond waren zij de sterren.
Een korte pauze geeft de ruimte om de Damba-jongeren naar de zaal te loodsen waar ze mee naar het optreden mogen kijken. Ik ben benieuwd wat het gaat worden.
De intro is meteen raak. Een van de dansers speelt op de piano. Dus naast de gewone school ook nog muziekschool volgen en dan nog zon niveau van dansen behalen dat ze in het ensemble zit. Er zijn toch multi-begaafde kinderen, een plezier om zien. Klassieke muziek wisselt af met forse beat (om Contrast alle eer aan te doen wordt daar met de pointes op gedanst).
Voor de kledij doken ze in de vele opbergkasten van het Danscentrum: keuze in overvloed.
Het geheel is boeiend en het dansen spreekt erg aan. Vaak vereenzelvigt men klassiek ballet met pointes en tutus, maar tegenwoordig zijn de opvoeringen van een ander kaliber, zelfs een stukje streat-dance met acrobatische manoeuvres vindt er zijn plaats in. Wanneer de finale zich aanmeldt is het veel te vroeg. De dansers komen groeten, ook zij krijgen een roos, Goedele wordt in de bloemetjes gezet en het publiek dwingt de dansers door niet aflatend applaus om het finalestuk nog eens te herhalen. Wat ze graag doen. De zaal klapt mee in de handen op het ritme van de muziek (Lady Gaga The edge of glory); tegen het einde toe is gans de zaal rechtgeveerd en krijgen de dansers, voor ze definitief verdwijnen, een staande ovatie. De groep bestaat nog geen jaar maar hun eerste succes is binnen.
En Aike? Die is tevreden, ze is fier op haar dansers. We kunnen met een gerust gemoed naar huis.
29-05-2012
Leuven in scène
Zoals alle steden die zichzelf respecteren heeft Leuven tijdens de zomer ook allerlei culturele activiteiten op de agenda staan. Vorig weekend, toen iedereen genoot van pas veroverd zomerweer, werd in Leuven Leuven in scène geprogrammeerd. Het is een tweejaarlijks straattheaterfestival. Dansschool Aike Raes was een van de 34 deelnemende groepen. De opvoering vond plaats in de stadsschouwburg en ik had beloofd er heen te gaan.
Goed op tijd naar de dansschool: daar zou ik de wagen parkeren want in Leuven een parking vinden zou zowat een onmogelijke opdracht zijn. Met de wagen van Aike naar haar thuis om iets te eten en dan naar de schouwburg, hopend op een parkeerplaats op de binnenkoer van d eschouwburg, want s avonds moest Aike de danskleding meenemen. Gelukkig was aan de zijkant van het gebouw nog een parkeerplaats vrij. Zo hadden we nog meer dan een uur voor het optreden begon. Aike verdween achter de coulissen maar sprak wel af waar ik haar voor het optreden kon vinden.
In de artiestenbar waren de schminksters de Damba-jongeren (Dansers met bijzondere aandacht) aan het opmaken: basislaag, ogenschaduw, glinster onder de ogen. Ze zagen er prachtig uit. Jammer dat ik mijn fototoestel thuis liet liggen. Ik heb al vaker bericht over deze groep dansers. Nu zouden ze het voorprogramma dansen.
Aike wou al lang de Damba-groep een plaats geven bij een optreden. Bij het grote optreden tijdens de paasvakantie is het te druk voor hen. Het zou voor hen een verschrikking zijn tussen die 400 à 500 dansers een eigen plaats te vinden. Dit jaar wil ze eens uitproberen wat het wordt bij dit festival, een optreden met een beperkt aantal dansers.
Ik spreek de dansers aan. Ze zijn zeer communicatief. Ze voelen zich echt opgeladen: ze gaan optreden in de schouwburg, op een echt podium. Ik zie twee dansers even oefenen met elkaar. Wat genieten ze ervan. De meisjes hebben een kleedje aan dat een van de docenten opgedoken heeft uit een vroeger optreden: een geel corsage en een zwierige zeeblauwe rok. Het lijkt net of die kleedjes op maat gemaakt zijn. Eén van hen draait zich rond om het zwaaien van de stof te beleven. De jongens (twee) hebben hun gewone sportkledij aan, maar met een laag schmink horen ze er ook bij.
Ik wens hen veel geluk. Ja, ze zullen het goed doen, ze hebben toch erg veel geoefend.
Ik heb een boek meegenomen en ontdek rechtover de schouwburg een terras met net één vrijgekomen tafeltje. Er op af, een koffie zal smaken. Het is ontzettend druk. Met dit mooie weer kan niemand binnen blijven. Ik probeer me te concentreren op mijn boek, maar dat lukt niet zo goed. Ik kijk luiweg naar de wandelaars, drink even van mijn koffie, laat mijn denken zijn weg gaan. Wanneer ik me klaar maak om terug naar de schouwburg te gaan staat plots mijn jongste zoon voor me met zijn vriendin. Ja, ze willen ook van het festival genieten. Ik moet de groeten aan Aike doen. Mijn avond kan niet meer stuk.
Ik steek de straat over, via de parking naar de artiestenbar, de Dambadansers zijn verdwenen, maar uit Aalst zijn een oom en tante van Aike afgekomen. Ze hadden op de nieuwsbrief van het danscentrum gelezen dat het vanavond dit optreden was en ze wilden dit wel meemaken. Ze zijn echte fans van hun nichtje. Zoenen, gauw wat nieuws over en weer maar dan is het tijd om onze plaatsen in te nemen. Er zijn heel wat mensen komen opdagen voor het optreden. Leuk voor de dansers. Het belooft een boeiende avond te worden.
Aike is ondertussen naast me komen zitten. Zelf draagt ze nu geen enkele verantwoordelijkheid. Goedele De Raeymaeker, een van de docenten klassiek ballet, heeft alle verantwoordelijkheid op zich genomen. We zijn klaar om de volgende uren genietend door te komen.
28-05-2012
Rode papavers
rode papavers
doen hun intrede in de tuin
koninginnenkronen
van overvloed
een zomer niet meer te temmen
zon op mijn huid
de koude dagen van winter
vergeten
in de kwetsbaarheid
van verlies gaan staan
openheid
op de medetonen
van geluk en pijn
vreugde en waanzin
een lied zet aan in de ruimte
neemt me mee
alsof grenzen voorbij
naar een woord
dat uitspreekt als liefde
graag zien in mensentaal
mijn zoon
de voorbije
leeft in mij
en door hem heen
de andere kinderen
en zovele anderen
die ik noem bij naam
sterker dan de dood
is het rood van papavers
27-05-2012
Papavers van Sierre
Rond het drama van Sierre is er nu stilte gekomen. Maar de lege plaatsen thuis blijven het bewustzijn van wie achterblijft teisteren.Je kan niet anders dan verder gaan met het leven. Je ontdekt dat je blijft verder ademen, boodschappen doet, terug naar het werk gaat: het dagelijkse leven herneemt zich. En dat is goed. Het gemis gaat echter niet voorbij, wordt vaak erger naarmate de maanden hun voortgang vinden. Niets is nog als voorheen. Op elke moment rust het bewustzijn van dit door te moeten zonder de geliefde. Je bent dapper, bijt je tanden stuk op dagen die niet door te komen zijn. Je sleurt je door de tijd heen tafel dekkend, een kind troostend, koffie drinkend met een vriendin blij dat het weer avond is, weer een dag die voorbij is.
Voor alle mensen die rouwen schilderde ik deze papavers. Papavers zijn symbool van de kwetsbaarheid van het leven. Zoals in het gedicht dat sinds WOI wereldwijd bekend is: In Flanders Fields, het eerste deel
Ik neem volgende tekst over uit Wikipedia:
In Flanders Fields is een gedicht van de Canadese militaire arts en dichterJohn McCrae (30 november 1872 28 januari 1918). De definitieve versie schreef hij op 8 december1915.
In Flanders fields (luitenant-kolonel John McCrae, 1872-1918)
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
De rol van de poppies
Wat is de rol van de klaprozen(poppies)? Klaprozen bloeien als andere planten in de buurt dood zijn. Klaprozenzaden kunnen jarenlang op de grond liggen en pas beginnen te groeien als de nabije planten en struiken weg zijn, bijvoorbeeld als de grond werd omgewoeld en vervuild. De meeste klaprozen zijn altijd waar te nemen op plekken waar slooppuin in de grond ligt. De klaproos is namelijk een pionierplant.
Natuurlijk was de grond rond de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog grondig 'omgespit' en besmet door de gevechten en bombardementen. McCrae moet dan ook honderden klaprozen hebben zien bloeien toen hij in 1915 het gedicht schreef.
Maar de klaproos heeft nog een andere betekenis in In Flanders fields. Sommige klaprozen, die gerekend worden tot de papavers, worden gebruikt om opium en morfine van te maken; morfine is een sterk verdovend middel dat vaak werd gebruikt om de pijn van gewonde soldaten te stillen - soms voor eeuwig. De laatste verzen We shall not sleep, though poppies grow / In Flanders fields duiden op de verdovende werking van morfine.
Daarbij is de aanblik van de bloem vervuld van symboliek: niet alleen zijn de blaadjes rood als het bloed van de gevallenen, en is het binnenste zwart, kleur van rouw, in het hart van de bloem is ook een kruisvorm te zien, christelijk symbool van lijden en verlossing bij uitstek.
Karel vertaalde dit gedicht:
In Vlaandrens akkers
waaien de klaprozen
rij na rij, tussen de kruisen,
die onze rustplaats wijzen.
In de lucht vliegen de leeuweriken,
almaar dapper zingend,
nauwelijks te horen onder het kanongebulder
hier beneden.
Die doden, dat zijn wij.
Enkele dagen geleden nog
leefden we, voelden de dag ontluiken,
zagen de gloed van de ondergaande zon,
wij hadden lief, men had ons lief.
Nu liggen wij hier
in Vlaandrens akkers.
Neem nu onze strijd met de vijand op.
Naar jullie werpen we met onze krachteloze handen
de fakkel die jullie hoog moeten houden.
En als jullie het vertrouwen beschamen van ons, de doden,
dan zullen wij niet rusten zolang er klaprozen groeien
In Vlaandrens akkers.
De poppy is in vele geallieerde landen het officiële symbool van Remembrance Day, Wapenstilstandsdag op 11 november. De bloemen die we rond die tijd zien op BBC in alle knoopsgaten en in kransen zijn natuurlijk papieren kunstbloemen.
26-05-2012
Leve de tuin
Een paar dagen terug dacht ik somber: de winter wil maar niet overgaan. Maar dan komt de zon en plots is het zomer. Onze tuin ligt er prachtig bij alsof ik nu pas ontdek hoe alles mooi groen staat met daartussen een overvloed van bloemen, aangeplant of wildgroei.
Ook Karel geniet van de tuin, zo zelfs, dat hij er een blog over schreef. Maar Karel zou Karel niet zijn als er ergens geen dubbele bodem verscheen. Vervang het woord duif door dolende, of vluchteling of gelijk wie die hier komt aanwaaien; klik hier: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=1163856
De blauwe regen is aan zijn laatste bloemendagen toe. Maar wellicht ontstaan dan zaaddozen die als een soort snijbonen verrassen. Niet elke blauwe regen zal deze voortplantingsdrift vertonen. Het nadeel is dat die blauwe regen zich dan uitzaait en je kan niet overal de spontaan groeiende flora de eigen weg laten gaan. Maar nu
vlinders
nemen een vlucht
tussen lucht en bloemen
dansend
op hun innerlijk lied
hun speelsheid
hangt aan duizenden draden
van kleur en zon
laat kinderen lachen
jongeren dromen
en ik
een oudere
haak even vast
aan roekeloosheid van leven
25-05-2012
Welkom in de hel
Toen het Joegoslavië-tribunaal een paar dagen het nieuws haalde met een wederoptreden van Radovan Karadzic, zag ik toevallig in een tweedehandswinkel het boek liggen van Drik Draulans: Welkom in de hel. Ik lees het tussendoor. Het is me emotioneel onmogelijk, hoewel het zeer goed geschreven is of juist daardoor, dit boek in één ruk uit te lezen.
Dirk Draulans was ter plaatse toen de stad Sarajevo door toedoen van de Serviërs onder leiding van Radovan Kradzic, tot puin werd geschoten. De voornaamste slachtoffers zijn niet de zogenaamde helden die sterven voor een of ander ideaal, maar de burgers, de ongewapende kwetsbare mensen zonder verweer, die ineens hun leven zien ten onder gaan, geliefden moeten begraven of gewoon voor altijd verminkt verder moeten. Hoe komen kinderen zon oorlog door?
We kregen dit nieuws bijna dagelijks op tv. Er werd naar een politieke oplossing gezocht. Werkelijk? Of speelden er zoveel andere belangen mee, dat men niet radicaal voor de concrete mensen in uiterste nood kon kiezen. Voor ons was het nieuws van voorbijgaande aard. Ergens is er altijd wel een of andere oorlog te verslaan door de journalisten. Nu in Syrië waar ook geen einde komt aan de (burger)oorlog omdat de landen met vetorecht in de Veiligheidsraad weigeren hun wapenprofijt opzij te zetten ten voordele van de concrete burgers. Wij volgen het allemaal van dichtbij, de neus op het scherm en de nieuwslezer is zo fijngevoelig te verwittigen als de beelden wat schokkend zijn.
En wat ik niet begrijp: Radovan Karadzic was psychiater, zijn beroep (als het al geen roeping is) was zorg dragen om mensen. En toch liet hij doelbewust mensen de dood in jagen. Hoe kon hij dat aanvaarden? Was zijn nationaal fanatisme zo sterk dat alleen het eigen volk mensen waren? Toen ze hem arresteerden zag hij er uit als een verlate hippie hoe schijn bedriegt.
Na WOI en II heeft men zo vaak gezegd: dit nooit meer. Het zijn woorden in de wind. Ze dragen niet verder dan stemafstand, waarna ze worden ondergespit om plaats te maken voor bv. de Olympische spelen.
Is niet elke oorlog een vorm van misdaad tegen mensen?
Welkom in de Hel Dirk Draulans
Oorlogsverhalen uit Sarajevo en Bosnië
Roularta Books
ISBN 905466 060 0
24-05-2012
Daar is de lente, daar is de zon
Vandaag geen gezeur. De zon is sinds vanmiddag van de partij. De blauwe regen bloeit dat het een plezier is. Plots valt me het liedje te binnen van Jan De wilde: Daar is de lente, daar is de zon. Het wil niet meer weg gaan. Voor de huidige studentengeneratie wellicht een onbekende maar in onze tijd (weet je, die goede ouwe tijd wellicht omdat we toen jong en de dagen plukten zoals ze kwamen ) een man die poëzie in het Vlaamse lied bracht. Om dat te ondersteunen hier de tekst, maar beter is het te beluisteren: even googelen en aanklikken op youtube. Wel opletten dat je niet meteen de meubels omver danst.
Daar is de lente, daar is de zon! Bijna, maar ik denk dat ze weldra zal komen De fallus impudicus staat al in bloei en de blaadjes krijgen boooomen!
Mijn vrouw en mijn kat zijn allebei krols het valt me moeilijk ze rustig te houden Ik zal binnenkort weer een heleboel nestjes moeten booooouwen, want:
Daar is de lente, daar is de zon! Bijna, maar ik denk dat ze weldra zal komen De fallus impudicus staat al in bloei en de blaadjes krijgen boooomen!
De bloembollen barsten open met een knal en de meisjes ontbloten hun kuiten De bouwvakkers hebben na een nare tijd weer iets om naar te fluuuuiten, want:
Daar is de lente, daar is de zon! Bijna, maar ik denk dat ze weldra zal komen De fallus impudicus staat al in bloei en de blaadjes krijgen boooomen!
Gisteren begon het lekkere weer. In de academie kreeg iedereen weer energie om die laatste weken met blij gemoed door te komen. Blijkbaar had iedereen het begrepen op hard doorwerken en tijdens de pauze zochten we het gazon op: hoe de zon de mensen verandert.
Deze voormiddag ben ik weer druk aan de slag gegaan. Genietend van het licht, de warmte, het blije gevoel van eindelijk komt het goede weer er aan. k Ben best tevreden met het resultaat. Sinds een paar weken ben ik aan het experimenteren met krassen op papier. Je neemt papier van 300 mg, spant het volgens de regels van de ambachtelijkheid goed op, zodat het strak gespannen is bij het drogen (ik vind het bijna ontroerend te zien hoe papier leeft) daarna ruk je aan met verfborstel en acrylverf en zorg je voor een donkere laag op het witte papier. Wanneer je er daarna in krast verdwijnt de donkere laag en wordt de witte onderlaag zichtbaar. Afhankelijk van het soort mes(je) en de wijze van kerven krijg je een typisch resultaat. Gisteren dan even naar de winkel waar ze tekenbenodigdheden verkopen, o.a. op zoek naar etsnaalden. Natuurlijk wou ik die vandaag uitproberen het belooft een boeiende zomervakantie te worden.
Deze namiddag doken Karel en ik de tuin in: er diende dringend nog wat opgeruimd te worden. Door het samen aan te pakken vermijd je uitstel. Nu kan de tuin er weer tegen voor een paar weken. Laat de warme dagen maar komen ik zal er in elk geval van genieten.
23-05-2012
Ze kijkt me aan
ze kijkt me aan
met trage ogen van bevragen
ze glimlacht
omhelst me
ik zie me
in haar ogen
oud worden
de tijd is alom aanwezig
ook in mijn huid
we weten het beiden willen de dagen niet tellen
die ons nog resten
samen
die zij alleen zal moeten gaan
tot ze ook ogen ontmoet
die bevragen
we maken toekomst kenbaar
ontvluchten het weten
van ooit het einde
ik glimlach
spreek woorden van omarmen
ik leef
22-05-2012
Naar het einde van het jaar
Omdat de eindejaarstentoonstelling in de Werchterse academie doorgaat op 16 en 17 juni omwille van Rock-Werchter (daarna wordt het dorp potdicht afgesloten en kan de academie niet meer bereikt worden tenzij met speciale toelating) begint eind mei reeds de opruim van het gebouw, het poetsen en verven van de muren en de opbouw van de tentoonstelling. Het is wel een hele karwei, maar als je dat samen doet, is het ook een leuke bedoening.
Maar van de twee rustige weken die nog resten wil ik optimaal gebruik maken. Ik heb het gevoel dat het jaar veel te vlug is voorbijgegaan. Ik heb nog zin om te schilderen, themas en technieken uit te proberen. Het weer zit niet mee. Het licht is zo donker en dat roept meer winterse visioenen op.
Na de zesdelige serie over het vrouwelijke bewustzijn wil ik wat rustiger vaarwater verkennen. Met het busdrama van Sierre in het achterhoofd ontwerp ik twee grote doeken. Beide doeken drukken op abstracte manier de treurnis om de jonge levens uit. Het is voor mij een soort afsluiten van dat intense medeleven.
Een serie van drie die ook naar dat gegeven verwijst verknoei ik op beschamende wijze. De drukte van de voorbije weken verbreekt mijn concentratie. Ik heb het gevoel aan te modderen. Ik zal het nog eenmaal proberen en als het me dan niet lukt: alles in een blauw-grijs overschilderen zodat ik na het drogen opnieuw met een nieuw thema aan de slag kan gaan.
Ondertussen krijgen we de planning mee van de speciale dagen. Die dagen houden in: selecteren van de werken voor de expositie, dagen van opruimen en poetsen, dan weer dagen om werken op te hangen en ten slotte: afspraak voor het eindejaarsfeestje.
En hopelijk wordt het warm en droog. Ik wil bij ons thuis een tent opzetten om buiten te kunnen werken. Daarvoor heb ik een partytent van 6 op 3 gekocht. De tent was een reclamelokker, dus die viel best mee. Meer dan ruimte genoeg om mij te installeren met wat grotere doeken. Waarom dan nog op reis, ik vind alles wat mijn hart verlangt in de achtertuin.
Maar de dagen verstrijken en als er al eens zon is, blijft ze niet zo lang. De straalstroom zou daar voor iets tussen zitten. Dus blijf ik maar achter mijn tekentafel mijn best doen. De dagen vliegen. Ook Karel heeft het zo druk. Gelukkig hebben we een datum vastgelegd dat we naar zee trekken. Eerst wat wandelen, dan iets eten en daarna naar het museum voor moderne kunsten in Oostende. Daar zou iets met boeiende collages te zien zijn
21-05-2012
Verwendag
Na de drukte van het opbouwen en afbreken van tentoonstellingen, krijgt het leven weer zijn normale ritme hoewel.
Twee kleinkinderen hadden nogal dringend opvang nodig en of het kon bij oma Lut. Normaal ging ik modeltekenen in de namiddag, maar natuurlijk krijgen ze voorrang. De periode dat je mag en kan voor kleinkinderen zorgen gaat zo vlug voorbij. Ik wil er een verwendag van maken, daar dienen omas immers voor of niet?
Op aanvraag wordt er eerst getekend op echt tekenpapier. Muisstil is het. Ik kan zelf ondertussen een tekening afwerken. Ze werken beiden heel geconcentreerd, zonder een woord te zeggen. Dan moet de kleinste dringend wat buitenlucht hebben. Onze tuin is voor hen wel boeiend: in de vijver vissen en bij de buren kippen en een klein varkentje. Dan nog sparappels die je zo maar kan oprapen en weggooien.
Daar we nog brood moeten aankopen, Karel heeft gisteren geen tijd gehad om te bakken, moeten we er even op uit. Ik zorg dat ik na de bakker, bij het SPIT terecht kom. Ze krijgen elk 2 euro en mogen kopen wat ze willen. Het speelgoed lijkt hen niet zo aan te trekken en ik zie ze verdwijnen naar de stripverhalen. De jongste heeft zijn strips vlug gevonden: twee in totaal. De oudste kan niet zo vlug besluiten, ze wil nog wat zoeken. Zelf vind ik twee boeken die me aanspreken en ondertussen zijn ook de laatste strips gevonden. Nu moeten ze gaan betalen. Ik neem wat afstand en zie hoe de man aan de kassa plezier heeft als hij de kinderen een voor een bedient.
Terug naar huis. Ik ga nog even de tuin in. De zon schijnt warm en het onkruid groeit boven alles uit.
De kinderen hebben hun strips al eens doorgenomen en komen me assisteren. Omdat het onkruid zich in volle bloei aanbiedt, kan ik gemakkelijk uitleggen welke planten ze mogen uittrekken. Ze hebben zich voorbeeldig gekweten aan die taak dat ze daarbij wel eens iets vertrapten, geen drama, planten herstellen zich wel. Ondertussen krijg ik hele verhalen te horen over van alles wat hun leven beroert. Ik merk door hun verhalen hoe ze groeien. Het kleine jongetje wordt een jongen met stoere uitdrukkingen als keigoed, keitof als het maar met kei begint. Ik hoor het zo graag uit zijn mond komen. Als hij daarbij heel zelfbewust zijn handen om een bundel onkruid klemt is het alsof hij de wereld verovert. De kleindochter is wat stiller maar zeer ter zake. Zij blijft met de voeten op de grond en ziet onmiddellijk oplossingen voor een probleem tot ze honger krijgt en voorstelt of ze de tafel al kan dekken en even later komt zeggen dat het bijna twaalven is. Van diplomatie gesproken. We ruimen de boel maar op want de zon is weer weg en regenwolken dienen zich aan. Het uurtje tuinieren heeft deugd gedaan, zeker met de hulp van die twee kabouters.
Normaal is het middagmaal een rustige bedoening is, woorden gaan heen en weer, maar nu wordt dit gebeuren opgefleurd door hele verhalen. Ze hebben moeite om elkaars verhaal niet te onderbreken.
Omdat ik graag een middagdutje doe, stel ik voor dat ze zich terugtrekken in de tv-ruimte en wat strips lezen. Het werken in de tuin heeft me wel moe gemaakt. Ja, oude mensen moeten een dutje doen, weet de jongste.
Het vieruurtje zorgt voor een verrassing: pannenkoeken. Als ze s middags gezonde boterhammen eten, krijgen ze daarna iets lekkers om te verwennen, dat mag bij omas. Daar beloven ze bergen van te eten, maar hun ogen zijn groter dan hun buik. Toch heeft het heerlijk gesmaakt.
Daarna nog wat tv kijken tot ze worden opgehaald. Blij dat ze komen, blij dat ze gaan. Toch een oma-dag om op een schoteltje te presenteren.
20-05-2012
Nog maar eens KUMBE
De schilderijen van KUMBE hebben drie maanden in het Geriatrisch Centrum gehangen en moeten nu plaats maken voor fotos. Afspraak om 10 uur om de werken af te haken. De werken van Terbank gaan in mijn wagen en zullen in het danscentrum opgehangen worden. De andere werken gaan in de wagen van Christel met de Hallen als bestemming, die zullen we vandaag nog ophangen.
Daar het een hele toer is om de schilderijen naar de hoofdingang te sleuren, mogen we via een zijdeur de werken naar buiten brengen. Die zijdeur geeft uit op een gazon waar we met de wagen op kunnen rijden, zodat we, zonder veel heen en weer geloop, de werken in de autos krijgen. Ook Ann, de voorzitster is aanwezig. Wanneer ik de werken terug zie bemerk ik hoe krachtig ze zijn en hoe ze me weer ontroeren. Nu zullen ze in een andere ruimte hun waarde kunnen etaleren.
Jos, de leraar van Terbank belde me dat het voor hem onmogelijk was de werken te komen ophalen daar het busje van de instelling niet beschikbaar is. Ik beloofde hem een oplossing uit te dokteren. Ik zou ze wellicht in mijn wagen krijgen. Toch maak ik me zorgen: zouden al die werken wel in mijn koffer kunnen? Als ik de werken kan plat stapelen zou het wellicht lukken. Ik neem veel inpakplastiek en dekens mee, zodat ik de werken, allemaal achter glas, kon behoeden voor onverwachte schokken die glasbreuk kunnen veroorzaken.
We dachten de voormiddag te gebruiken om de werken van de verschillende verdiepingen naar beneden te brengen en de autos te vullen. Christel en ik zouden dan bij mij thuis samen met Karel een boterham eten samen. Mijn auto zou gevuld blijven staan tot morgen. Na school heb ik een afspraak met Jos: hij zou dan de werken in het danscentrum ophangen. Vandaag zouden we na de middag met de wagen van Christel naar Leuven te trekken om de Hallen te voorzien van een tentoonstelling.
In het Geriatrisch Centrum werken we flink door en iets over elven zijn beide wagens gevuld. Een flinke regenbui dreigde onze plannen te verstoren maar we hebben het net gehaald. Oef! We kunnen deze voormiddag nog naar Leuven en om pas daarna iets te eten. We rijden tot bij mij thuis. Ik parkeer mijn wagen in de garage, geef Karel een zoen en vertrek met Christel naar de Hallen. De reis verloopt prima: we horen geen glas breken. Wanneer we stilstaan voor de toegangsdeur barst er een hagelbui los. Ik neem een paraplu en loop naar binnen: even de mensen goedendag zeggen. De bui drijft vlug over en zonder problemen kunnen we onze lading lossen.
De muren van de Hallen zijn ons vertrouwd. Dat werkt gemakkelijker. Ik dacht wat werken terug te moeten nemen maar er zijn net genoeg plaatsen om ze allemaal te hangen. Leuk.
Het is weer een mooi geheel geworden. De felle kleuren komen goed uit tegen de grijze muren. t Geeft een goed gevoel als je tevreden kan zijn over het geleverde werk.
Eerst nog het SPIT (een kringloopwinkel) binnen, dan nog in het danscentrum langs en vervolgens naar huis. Ondertussen met Karel gebeld dat hij alvast maar eet, voorlopig hebben we geen tijd om honger te voelen.
Christel en ik zijn blij met de onverwachte vrije namiddag. Morgen nog even terug naar Leuven om Jos te helpen in het danscentrum en dan is de collectie weer voor enkele tijd onder dak. Een laatste maal zal ze getoond worden in Herselt, op 28 en 29 juli.
19-05-2012
Naar Hasselt
Met Christel en Ludo afgesproken om elkaar in Hasselt te zien rond twaalven. We moeten de trein in Gent halen van even over tienen. A. kijkt na welke trein we van bij haar kunnen nemen tot Gent. Om 9.33 vertrekt er een trein, die sluit prima aan op de trein naar Hasselt van 10.03. Karel probeert een treinticket te bestellen via internet. Gisteren heeft hij dit ook geprobeerd maar het netwerk lag plat. Nu gaat het prima, maar het afdrukken lukt niet goed. Ondertussen begint de tijd te tikken. Met A. breng ik de bagage reeds naar de auto. De mannen blijven blijkbaar sukkelen met de uitprint. Ik loop de muren op: we moeten nu kunnen vertrekken om de trein te halen. Maar dat helpt niet. Daar komen ze de trap af met de gewenste tickets in de hand. Oef! Vlug de wagen in en weg wezen.
Om 10.33 staan we op het perron. Nog geen trein te zien, dus hebben we het gehaald. Tot A. komt melden dat de trein reeds weg is: op het uithangbord is het vertrek van de trein bepaald om 9.31. Geen nood, ze zal ons naar Gent-Sint-Pieters brengen. Ik vraag A. om het rustig aan te doen: ze moet geen risicos nemen om op tijd te zijn. Met de gsm kunnen we naar Christel en Ludo bellen dat we een trein later komen. Ondertussen kunnen ze gerust een koffietje gaan drinken.
Maar we halen het met nog ruim 10 minuten wachttijd om te bekomen van de emotie. Eens op de trein geniet ik weer volop van het me laten rijden en ondertussen een boek lezen. Plots rinkelt mijn gsm. Christel meldt dat ze de trein hebben gemist; er was onverwacht bezoek gekomen, daardoor op het nippertje vertrokken, in een file terecht gekomen en ze zagen de trein rijden. Nu ja, ze moest het niet te zwaar opnemen, wij zullen in afwachting wel een koffietje drinken.
Na de koffie verkennen we de omgeving: is er ergens een aantrekkelijk restaurant? Veel lijkt gesloten. Wanneer we Christel en Ludo oppikken stellen ze voor naar het centrum te gaan, daar zullen de restaurants wel open zijn. En dan zijn we reeds dicht bij ons doel, de tentoonstelling van Herman Vanbrabant (onze leraar schilderen op dinsdagnamiddag) en zijn familie : vrouw Ingrid Saro en de kinderen Kaat en Wout. Weinig volk op straat. De wind is nogal guur, dat houdt de mensen wellicht binnen.
We vinden iets dat ons gezellig lijkt. Dat zullen we maar uitproberen. We zijn niet naar Hasselt gekomen voor een culinair festijn, gezellig samenzijn is belangrijker. Het is lekker en we genieten ervan en van elkaar.
Daarna richting Bollenstraat 50. We zijn allen benieuwd, want we hebben tot nog toe niks van Herman gezien.
Eerst is er de verrassing van het atelier. Herman stelt ten toon in eigen atelier. Dat blijkt een voormalige smidse te zijn. Heel ruim, invallend licht van boven. Om jaloers te worden. Ja, hij heeft dat huis kunnen aankopen. Boven wonen ze en beneden werkt hij. Er is geen verwarming maar hij heeft een verwarmingstoestel en met een extra trui lukt het om ook tijdens de koude dagen te werken.
De tweede verrassing: de werken. Eerst een onderlaag. Daarop onderdelen van (oude) autos. Autos is zijn dada. Hij woonde als kind en opgroeiende jongen dicht bij het circuit van Zolder. Sindsdien is hij gebeten door autos en de techniek ervan. Zo heeft hij nu een oude wagen helemaal uiteen liggen en gaat hij proberen die weer in mekaar te steken en aan de praat te krijgen.
De onderdelen op de werken worden bij elkaar gehouden door een soort rooster. Inderdaad, als je die lijnen wegdenkt ervaar je een soort lukraak rondslingeren van onderdelen, zoals je in de ruimte allerlei afval van ruimte-experimenten weet rondvliegen. Heeft hij dat uit boeken of heeft hij dat schildersgewijs ontdekt?
Ingrid Saro is lerares tekenen en heeft iets met beenderen. Feitelijk zou je onder elke werk de titel essentie kunnen plakken. Heel sober van uitwerking brengt het een vorm van rust. De kaders heeft Herman gemaakt. De tekeningen worden op een onderblad gekleefd en gevat in een kader die diepte heeft. Onbetaalbaar als je ze moet laten maken, maar iemand die autos uit mekaar haalt en ze weer in mekaar steekt is wellicht bekwaam om zon kaders te maken.
Wout, de zoon, houdt zich bezig met fotografie. Eén foto bezorgt me wel kippenvel: een duikersoverall met een duikershelm op maar geen gezicht erin en zonder handen, omwonden met een tuinslang als een soort navelstreng. Leegte die je voor de gek houdt: want echt leeg is het duikerspak niet.
Zus Kaat maakt veelkleurige zakjes en kussentjes.
Feitelijk leuk om met het ganse gezin naar buiten te komen.
We blijven nog wat napraten. Het is een andere manier van samenzijn dan tijdens de les. Zo ontdek je de mens en speciaal de kunstenaar achter de leraar, dat verrijkt de relatie.
Nu we toch in de stad zijn vragen we Herman naar andere tentoonstellingen die de moeite zijn. Hij verwijst ons naar het Begijnhof en een paar galerijen er rond. Daar dan naar toe. De tentoonstelling in het Begijnhof spreekt niet erg aan die hypermoderne werken versta ik feitelijk niet, dat laat ik aan de volgende generatie over. In een van de galerijen is het werk van Jan van Riet te zien. Dat is wel een inspanning waard. Een andere galerij biedt dan weer werk aan dat bij mij onder de noemer erg modern valt, maar dat ik toch wel kan benaderen. Massas en massas papiersnippers, fel gekleurd en verwerkt tot structuren. Maar ik weet niet of het alleen de felle kleuren zijn die me aanspreken of ook het geheel.
Dan maar op weg naar station. We hebben nog tijd voor een koffie. Samen de trein richting Aarschot: daar staat de auto van Ludo en die gaat ons eerst naar huis brengen. Het is druk op de trein, gelukkig duurt de reis maar een half uur.
Wanneer we weer thuis zijn,overvalt ons de rust van thuiskomen als een weldoende verwelkoming. Toch vind ik het dapper van Karel dat hij het riskeerde een nachtje te blijven slapen. Nu kunnen we nagenieten van de drukte. Er staan mij nog een paar drukke dagen te wachten met de verhuis van de collectie van KUMBE, maar ook dat zullen we wel overleven.
18-05-2012
Granada
De titel van de voorstelling is Granada. Waarom? Het kon gewoon elke stad zijn, maar de schrijver (een leraar) was in Granada toen hij de tekst uitschreef. Die stad inspireerde hem blijkbaar, ook omdat het leven daar zo uitdrukkelijk naar buiten gericht is.
De openingsscene is een dans. Goed gebracht: de jonge dansers genieten ervan. Maar naarmate het geheel vorm krijgt blijf ik als het ware aan mijn zetel vastgeklit. De ganse opvoering draait rond relaties. Een thematiek die niet alleen jongeren aanspreekt. Maar geen halfzacht gedoe. Aantrekking, afstoting, symbiotische verwarring, eenzaamheid, vreugde De inhoud is af en toe zo grijpend dat ik vergeet naar een schoolvoorstelling te kijken. Er werd bij het begin gevraagd niet te applaudisseren, maar soms zou ik luidop willen beamen wat ze zo doorleefd op de scène zetten.
Ik heb pas de boeken van Iki Freud * gelezen. Die gaan over probleemrelaties die kunnen ontstaan tussen moeder en dochter, moeder en zoon en hoe zich dat in het latere leven verder zet. Het is net of ik die boeken daar uitgebeeld zie. Die jongeren voelen wat ze naar buiten brengen. Later vertelt de dochter van A. en L. dat ze een heel proces doorlopen hebben bij het vorm geven van de inhoud. Maar telkens is er een vleug humor of een zachte spotternij die het thema draagbaar maakt.
Wat me zo aantrekt: elke leerling of leerkracht kan zich manifesteren op het gebied waarin zij/hij goed is. Zo gingen enkele leerlingen met een leerkracht aan de slag om het decor te beschilderen. Anderen namen de verantwoordelijkheid op zich voor de opbouw van het decor. Er waren jongeren waarvan je duidelijk ziet dat ze een opleiding dans volgen, muzikanten die de zaal ontroeren. Er wordt gezongen (o.a. door de dochter van A. en L. die een pracht van een stem heeft), scènes opgevoerd alles heel direct en daardoor wellicht ook vaak zo aangrijpend.
Een rode draad door het geheel is een oude vrouw (de vroegere directrice van de school) met een grote mand op de rug. Tussen de scènes door verschijnt ze om de rode doeken van de muur te scheuren en op te bergen in haar rugzak: ze stapelt letterlijk alle levenservaringen op. Bij het weghalen van de doeken verschijnen dan de muurschilderingen in hun geheel. Zo begint de opvoering met een dans waarin een soort De schreeuw van Munch als een vorm van refrein weergegeven wordt. Die schreeuw verschijnt als muurschildering wanneer op een bepaald moment een rode doek wordt weggenomen.
Bij de finale worden er champagneglazen rondgedeeld: de oude vrouw nodigt iedereen uit om het leven te vieren. De opvoering die wij meemaken is de laatste. Wanneer de directrice haar dankwoord heeft uitgesproken verschijnen er volle champagneglazen op het toneel. De jongeren worden uitbundig, omhelzen en knuffelen elkaar, waarschijnlijk blij met de prestatie en het probleemloze verloop ervan.
Ik voel me erg aangesproken en ook blij. Deze jeugd vormt de toekomst, en dat voelt goed aan. Vijftig jaren terug kon je je niet voorstellen dat wij, jongens en meisjes samen, een toneel zouden opvoeren, laat staan dat we zo ongecomplexeerd met elkaar zouden omgaan. Wellicht mogen we dat opvoedingsresultaat een beetje op ons laten afstralen: in de jaren rond 68 kwam onze generatie in opstand tegen het beklemmende van een vastgeroeste wereld. Onze kinderen kregen meer ademruimte, volgden eigen sporen waardoor hun kinderen, onze kleinkinderen een vrijere wereld aangeboden kregen. Het is geen probleemloze wereld, we zijn nu eenmaal mensen. Maar jongeren worden niet meer belast met zonde, schuld en het verzwijgen van seksualiteit
Na de opvoering blijven we nog iets drinken. De vrienden die met A. en L. zijn meegekomen blijken boeiende mensen zo zelfs, dat we pas opkrassen als de medewerkers de stoelen op tafel beginnen zetten zou dat een bedekt signaal zijn?
Maar nog is het feest niet gedaan. De dochter gaat nog naar een verjaardagsfeestje van een vriendin maar wil eerst nog iets drinken met enkele vrienden die meewerkten met de opvoering en of ma en pa nog een half uurtje willen wachten om haar dan af te zetten op het verjaardagsfeestje. Zoiets kan je niet weigeren, zeker niet na zon avond. Er is in een bepaald café afgesproken. Dochterlief schuift aan bij de tafel van haar vrienden, wij zoeken een min of meer rustig plaatsje op.
En voor we het goed beseffen staan we weer bij A. en L. thuis. We gaan onmiddellijk slapen: de oudjes zijn niet meer gewoon de vroege uurtjes te halen. Nachtzoenen uitwisselen en wel ter ruste wensen. Morgen begint er weer een nieuwe dag.
* Mannen en moeders Iki Freud ( De levenslange worsteling van zonen met hun moeders)
Electra Iki Freud (Het drama van d emoeder-dochterrelatie)
Beiden uitgegeven bij Van Gennep-Amsterdam
17-05-2012
Naar de benefietvoorstelling
A., een nicht van Karel, en haar man L., zijn tijdens Rock Werchter komen logeren na een optreden van een favoriete groep. De ochtend erna verlengt het ontbijt zich tot een middagmaal, we blijven maar praten. Bij het optreden van de dansschool zakken ze af naar Heverlee, samen met de dochter en haar vriend. Deze laatsten bereiden zich voor, samen met een dertigtal andere leerlingen en enkele leerkrachten, op een benefietvoorstelling voor een kleuterschool in Ndame, Senegal, die door hun school (O.L.Vrouw Ten Doorn in Eeklo) sinds een tiental jaren ondersteund wordt. Wellicht kunnen ze wat inspiratie kunnen opdoen, en als dit niet zo is: het kan een leuke avond worden.
Nu is het onze beurt om richting Eeklo te trekken. Dus zaterdag, even na de middag de bus op, een trein nemen in Leuven richting Gent-Sint-Pieters, daar de tram induiken en rond half vier staat L. ons op te wachten aan het eindstation van de tram. Wat vroeger een hele bedoening was om zo ver te reizen, wordt nu via mail, gsm en internet met wat toetsen intikken voorbereid en je wordt als het ware in een zetel tot je bestemming gebracht.
Om te hoge verwachtingen een realistische basis te geven heeft A. ons laten weten dat dit optreden niet het niveau van de dansschool heeft: gewoon leerlingen van 15 tot 18 jaar dansen, zingen en voeren sketches op. We stellen geen voorwaarden. We verheugen ons op de ontmoeting en voor een benefietvoorstelling hebben we alle begrip, we zullen de avond wel doorkomen. Daarna blijven we bij hen logeren en s anderendaags trekken we richting Hasselt waar we een afspraak hebben met Christel en haar man.
Eerst koffie met taart, daarna de tuin in, uit de wind is het heerlijk om zitten. Zoeken naar onderwerpen is niet nodig zodanig zelfs dat we ons moeten haasten met het avondmaal om tijdig op de plaats van optreden te geraken. Gelukkig vinden we nog een parkeermogelijkheid op de school, zodat we geen tijd hoeven te spenderen naar het op zoek gaan naar een plaats.
Even word ik bevangen door een vreemde emotie: iets meer dan vijftig jaren terug liep ik ook over deze grond. De gebouwen zijn dezelfde gebleven, maar wellicht zijn er binnen wel verbouwingen gebeurd. Verderop staan wel nieuwe complexen, maar deze gebouwen hier zijn oude vertrouwde beelden. De leerlingen die straks op de scène de voorstelling vorm geven, staan buiten lacherig en elkaar plagend wat frisse lucht te happen voor ze in actie treden. Ook die veranderden: Ten Doorn is een gemengd college geworden.
Er staan mensen te wachten op A. en L., want die zorgden voor de kaarten. Geen tijd meer om iets te drinken, recht de zaal in. De zaal zit zo goed als vol maar de eerste rij is nog onbenut. Er blijken geen plaatsen gereserveerd, dus installeren we ons daar. Voor mij is dit prima zo kan ik beter horen wat er gezegd wordt en kan ik mijn benen de ruimte geven. De zetels voelen wat doorzakt aan waarschijnlijk hebben hier al generaties toeschouwers in gezeten. Toch zijn ze comfortabel genoeg om de avond door te komen.
Ik neem de omgeving in mij op. Het blijkt om een sportzaal te gaan die nu is ingericht als toneelruimte. Het decor is heel sprekend. Heel sober wordt een groep huizen uitgebeeld met de witte muren beschilderd met allerlei onderwerpen. Daarover rode doeken, gewild slordig over de tekeningen gedrapeerd. Rechts staan muziekinstrumenten te wachten op hun uitvoerders. k Voel me ontspannen, laat de avond maar komen, hij kan voor mij nu al niet meer stuk.
16-05-2012
Per Kirkeby
Afgesproken met Iris dat we samen naar Kirkeby in de Bozar zouden gaan. Vandaag is het zover. Even over negenen stap ik in Haacht op de trein: het zou het startpunt worden van een heel lang en druk weekend. Wel vraag ik me af of ik samen met Iris probleemloos naar een museum kan gaan. Elkaar ontmoeten en praten was tot nog toe een feest: de tijd lijkt altijd tekort. Kunnen we ook genieten van samen te kijken?
Voor mij is Kirkeby niet zo onbekend. In de academie zag ik een video over zijn manier van werken en dat sprak mij wel aan. Internet biedt ook mogelijkheden tot kennismaken. Zijn werken zelf vind ik enorm boeiend. Hij is een abstract schilder. Schildert laag boven laag alsof daardoor de complexheid van zijn wereld verduidelijkt wordt. Iris kent hem vooral als architect. Zij is enorm gegrepen door architectuur.
In Brussel Centraal stap ik uit. k Heb het plannetje goed bekeken, maar ik sta nog niet op straat of ik ben mijn oriëntatie kwijt: ik nam een uitgang die me naar een andere straat leidde. Dapper begin ik aan mijn zoektocht: zover is Bozar niet van het Centraal Station. Toch moet ik een paar keer de weg vragen maar stipt om half elf sta ik voor de ingang van Bozar waar Iris me staat op te wachten.
Mijn ticket van de dagtrip inruilen voor een toegangsticket naar het museum. Een enorm schilderij van Kirkeby verwelkomt ons. Ik voel mijn hart opspringen: het is alsof het schilderij me omarmt. k heb reeds zin om te gaan zitten en te kijken, maar de rondgang moet nog beginnen. Ik neem een brochure mee die me uitlegt wat ik te zien krijg in elke zaal. Dat is ook leuk voor thuis: wanneer ik daar nog eens in blader komen de beelden me weer voor de geest, nagenieten noemen ze dat. We wandelen zaal na zaal door. Ik word wel overweldigd door de veelzijdigheid van deze man. Architect, schilder, schrijver, beeldhouwer, deed ooit geologiestudies en in elke kunstrichting probeerde hij verschillende disciplines uit. Wanneer deed hij het allemaal.
We zijn rond en terug elkaar treffen moe maar tevreden en hebben honger. Iris loodst me naar het instrumentenmuseum er niet ver vandaan: op de hoogste verdieping is het leuk om zitten en kunnen we ook iets eten. Een glas wijn hoort er bij en de verhalen komen vanzelf.
Even binnen in een winkel met boeken en dvds, proberen niets te kopen en dit lukt me. Daarna wandelen we nog even rond, zoeken een plaatsje op in het nabijgelegen park, genieten van de zon die zich vandaag verwaardigt af en toe te verschijnen. Ondertussen maken we plannen om eens naar Tongeren te trekken, daar is ook veel interessants te zien. Iris zal de reis organiseren, d.w.z. tijdstip aangeven waar en wanneer we elkaar zullen zien.
In de late namiddag trekken we richting station. Nu langs de juiste toegangsweg. Onze treinen vertrekken ongeveer op hetzelfde moment. Emotioneel gemakkelijk: we nemen afscheid en weten dat de ander niet moet wachten maar ook vertrekt. Uitzwaaien en tot in Tongeren.
15-05-2012
Onze kinderen
Opgedragen aan de ouders van de gespreksgroep in Leuven
onze kinderen
verdwenen vogels
van een te hoge vlucht
we roepen ze terug
in woorden
dansende verhalen rond
eens en ooit
we spannen een brug
tussen nu
en het onbereikbare
zingend dalen we af
alsof alles weer mogelijk is
we elkaar zullen zien
omarmen
warm lijf aan lijf
vallen in het duister
van onmacht
vergeefs
voorgoed voorbij
terug ademhalen
afscheid nemen
waarom toekomst
trage tranen
in dorre woestenij
14-05-2012
De WAK is voorbij
Het weer was niet van de partij: somber, met regenbuien. Vandaag houdt de regen zich in, maar somber blijft het.
Toch zijn er heel wat moedigen afgezakt naar het gemeentehuis om de kunstroute aan te vatten. Gisteren, zaterdag, was ik weer van dienst. Gelukkig kwam Brigitte me aflossen rond drie uur: ik had al door en door kou. Vandaag blijf ik lekker thuis, een beetje bekomen van de drukte van de laatste weken. Vanavond wordt de WAK afgesloten en word ik verwacht in het gemeentehuis om de schilderijen van mijn collegas van de academie van de muur te nemen: inpakken en wegwezen is dan de boodschap. Ook de andere kunstenaars komen hun werken ophalen. Het is een heel andere sfeer dan bij de vernissage. De mensen zijn meer vermoeid en zondagavond is geen ideaal uur om nog activiteiten te ontplooien. Maar ook dat tekent het leven van de kunstenaar: eens het feest voorbij dient alles aan de kant.
De werken van de collegas kregen veel positieve aandacht en dat is wel leuk. Eén glas van een werk is gebarsten: daar moet een nieuw ingestoken worden. Gelukkig is er in Tremelo een glasleverancier die dit voor een schappelijke prijs doet. t Is alleen een moment vinden om er heen te gaan. Maar ik weet dat ik niet onder druk zal gezet worden, dus zal dat wel eens lukken: tussen de boodschappen
Ik vertrek meer dan een uur voor tijd. Ik wil nog bij Chris binnenspringen om nog eens rustig naar de carnets de voyage te kijken. Prachtig. Soms sta ik luidop te lachen. Je kan bv. tekenend situaties zo uitvergroten of interpreteren dat er een komisch effect ontstaat. Aan de tekening wordt dan een inhoud meegegeven die in de realiteit niet kan plaatsvinden, maar die qua inhoud erg aansluit bij de situatie. Zoiets als karikaturen: je ziet duidelijk naar wie ze verwijzen, maar er wordt iets extra meegegeven dat verwijst naar bv. een of ander aspect bij de betrokkene dat nu op een bijzondere manier aandacht opeist en daardoor een andere belevingswereld oproept. Chris had schetsboekjes in het atelier gelegd die aangekocht konden worden door mensen die ook de kriebels voelen om aan de slag te gaan. Ik kan het niet nalaten ook eentje mee te nemen. Niet dat ik zinnens ben nu plots op reis te gaan, maar ik denk aan de tuin: ik kan daar wat hoekjes uitproberen.
Ik blijf nog wat nababbelen met Corinne, zij zorgt voor de hapjes en drankjes ter plaatse. Ondanks dat het weer niet meeviel bleven de mensen toch vaak iets drinken. Ook voor haar waren het boeiende dagen.
Daarna zak ik af naar het gemeentehuis: de tentoonstelling afbreken. Een paar gesigneerders zijn ook van de partij: ze helpen de schilderijen inpakken en in de auto dragen. De opruim verloopt zonder veel nadenken, we vertellen onze indrukken van de voorbije dagen en lachen wat goedmoedig met onszelf. Neen, ik heb geen zin meer om nog een glas te drinken: Karel wacht thuis op me en ik verlang naar mijn zetel: na zon dagen voel ik de leeftijd toch doorwegen. En we zien elkaar over een goede week terug om de volgende activiteiten te bespreken.
13-05-2012
Een avondje jazz ...
De Glazen Boterham is een van de weinige cafés in Werchter. Dit café, naast de academie, biedt een sfeervol decor: de muren bestaan uit rode baksteen, wel netjes gevoegd, de zoldering laat de balken en de plankenvloer zien. En soms wordt dit café omgetoverd tot een jazz-café, zoals vanavond.
Frans Pelgrims treedt op. Frans is niet alleen gekend in Werchter. Hij is de percussionist van het Nationaal Orkest. Daarnaast is hij drummer bij een jazz-band.
Ann en Pol willen naar het optreden gaan en nodigden ons ook uit om mee te gaan. Voor mij hoeft dit geen twee keer gezegd te worden en Karel is er ook wel voor te vinden, hij kan Frans wel waarderen en als bijna-buur vindt hij het leuk om op die manier een goede dag te zeggen.
We spreken af dat, als Ann en Pol bij hen thuis vertrekken met de auto, ze een seintje geven, zodat wij te voet naar het café kunnen gaan. Zo gebeurt het en even later zien we het gele wagentje van Pol de parking oprijden terwijl wij net voorbij stappen. Er is toch nog wat volk over de vloer geweest en ze hebben nog net een kom soep met een boterham kunnen eten. Van ver horen we de muziek in de stille dorpsstraat klinken. Hé, heerlijk de stemming zit er onmiddellijk in.
Wanneer we binnenkomen zit het café natuurlijk al overvol. We zoeken achteraan een staanplaats. Gelukkig is er nog een stoel vrij die ik kan gebruiken en kan Ann een barkruk veroveren. k Bedenk dat het een geluk is dat er niet meer mag gerookt worden. Stel je voor, dan zouden we omkomen door intoxicatie. Nu is het alleen erg warm tot er iemand beslist om toch maar de deur open te gooien van de rookruimte waar toch niemand zit en de deur naar buiten open te zetten. De frisse lucht stroomt weldoend binnen. Ondertussen komen er nog mensen bij, ook onze zijburen van de tuin. Ze hebben vier leuke kinderen, veel kippen en kalkoenen en nog een geadopteerd klein zwart varkentje: iets tussen een hangbuikzwijn en een mini-varkentje. Grappig om zien.
Maar ik concentreer me op de muziek en laat me meenemen op de tonen en het ritme van de jazz. Ik hou van jazz, het is levenskrachtige muziek, er zit zon in. Ik stel me voor hoe ik die muziek zou omzetten in wit-zwart, in een schilderij.
Ik krijg amper de tijd om rustig te genieten van mijn bier. Mijn glas mag niet eens zijn bodem laten zien of er is weer iemand die trakteert. Maar ik laat het me maar aanwaaien. Vanavond laat ik me nog eens terugvoeren naar sommige avonden in mijn jonge jaren: gesprekken in overvloed, de drank net voldoende en de nachten te kort. Maar nu luister ik vooral en geniet.
Maar ook aan dit sprookje komt een einde. Ann en Pol blijven nog wel even, maar Karel en ik trekken naar huis, we zijn niet direct fervente tooghangers. Er blijft een vol gevoel na: we kunnen de volgende week weer aan.