Twee maanden geleden spraken Christel, Frieda en ik af dat we samen naar Oostende zouden gaan om de expositie van Anne-Mie Van Kerckhoven in het museum voor moderne kunst (Mu-zee) te bezoeken. Ze werkt veel met collages en dat wilden we wel eens zien. We zouden onze mannen proberen meekrijgen, zodat we er een uitstap van konden maken: eerst een flinke wandeling, dan lekker eten en dan naar het museum voor wie wil, wie niet meegaat, kan iets anders doen.
Ludo, de man van Christel neemt verlof, Karel wil voor één dag zijn pc wel thuis laten maar jammer, de man van Frieda gaat niet mee, hij moet elders optreden.
De aanloop naar die dag is weerkundig niet zo schitterend: alle dagen regen. Maar we blijven optimistisch: aan zee is het vaak goed weer terwijl het in het binnenland regent.
Om kwart voor negen komen Christel en Ludo ons ophalen. We rijden samen naar Aarschot, daar zal Frieda ook zijn. Ongelooflijk wat een massa autos op en rondom de stationsparking staan te wachten. Gelukkig vindt Ludo nog een plaatsje: zo moet hij niet rond gaan toeren. Die eerste hindernis is genomen, we zijn tijdig op de afspraak.
Frieda wacht reeds op ons, maar tijd voor een koffietje is er niet meer. Dat stellen we dan maar even uit. Eerst naar Leuven en daar overstappen op de trein richting Oostende. De trein zit overvol. We vinden geen plaats meer. Iedereen zal gedacht hebben zoals wij: na negen uur kunnen 65-plussers voor 5,20 om het even waar naar toe en terug. We blijven dan maar in de inkom staan. De eerstvolgende plaats is Brussel-Noord en daar zullen er wellicht wel wat mensen uitstappen, zodat we de rest van de reis zittend kunnen doorbrengen. En dat lukt ons. Maar de massa vermindert niet. Zelfs de middengang van de trein moet dienst doen als staanplaats en daartussen wringt zich dan de kaartjesknipper. Op een bepaald moment wordt in beide landstalen afgeroepen, dat men moet oppassen voor gauwdieven. Even een moment van onbehagen. Met hoeveel mensen zitten we op deze lange trein? Wellicht evenveel als de bevolking van een klein dorp.
Voor we vertrokken heb ik aan Frieda gevraagd of ze boterhammen wou klaar maken: voor ieder een heerlijk sneetje brood met van die lekkere kaas en sneetjes zure augurken. Dan hoeven we niet direct naar een restaurant uit te kijken bij aankomst wegens te grote honger en kan er nog een flinke wandeling af. Bij onze vorige gezamenlijke reis had Frieda ook boterhammetjes mee en dat bleef als een heel heilzame herinnering in het geheugen hangen. Na Gent, wanneer er wat meer ruimte ontstaat, haalt Frieda de boterhammetjes boven. Christel en ik laten ons niet bidden, maar de mannen hoeven niet. Wacht maar tot we wandelen
dan moeten ze niet afkomen om te stoppen omwille van grote honger.
Ook in Oostende wordt het stationsgebouw gerenoveerd. Tegenwoordig kan je je hoofd niet buiten steken of je wordt geconfronteerd met wegenwerken en renovaties. We zoeken een terrasje op: een koffie zal smaken. Meteen kunnen we dan even overleggen voor het verder verloop van de dag. Heerlijk zon kop koffie en nog een chocolaatje én een koekje toe.
We vertrekken voor een fikse wandeling. De werken aan t Klein Strand zijn nog volop bezig. Toen we vorige keer hier waren stond het hier ook al op zijn kop. Maar even verder kunnen we naar het strand. Christel en Frieda gooien de schoenen uit, ik trek sportschoenen aan, op blote voeten in de natte strook naast het water lopen lijkt me veel te koud. De mannen hoeven geen vestimentaire wissel. De lucht is helder, zelfs de zon is van de partij, maar de wind is wel wat fris. Daar hebben we op gerekend. We genieten ervan. Golfbreker na golfbreker trekken we over. We giechelen onder elkaar of de mannen het nog wel kunnen volhouden zonder dat boterhammetje, maar die geven geen krimp en laten het aan ons, het zwakke geslacht, over om te beslissen wanneer we rechtsomkeer maken. We geraken ook aan het einde van onze reserves en besluiten een restaurantje te zoeken. Eerst terug golfbreker na golfbreker maar nu met wind tegen. Wanneer de restaurantjes in zicht komen trekken we de dijk op. We vinden de prijzen nogal duur uitvallen, terwijl er nergens nog een plaats aan het venster is dat ons uitzicht biedt op zee. Dan maar meer naar de binnenstad. We vinden iets dat ons aantrekkelijk lijkt. De keuze is rap gemaakt: we gaan ieder voor de dagschotel. Daarbij nog een fles heerlijke frisse witte wijn. Onze uitstap kan niet meer stuk.
Iets over drie zoeken we het museum op en trekken de mannen terug naar het strand. Er blijkt iets niet te kloppen met de reisweg die de eigenares van het restaurantje ons meegaf. Opnieuw vragen dus: we moeten terug vanwaar we komen en een andere richting uit: via het park, enz. Frieda woonde als kind in Oostende en ze heeft nog een fotootje waarbij ze als zevenjarige met haar zusje voor het uurwerk staat. Dus daar plaatsen we haar opnieuw voor: nostalgie van meer dan 50 jaren terug.
We bereiken zonder verder verloren lopen het museum. Ingangskaartjes kopen. De bediende aan de balie legt ons uit dat bepaalde delen van het museum niet toegankelijk zijn, maar de rest kunnen we wel zien. Wat opvalt: we zijn de enigen die hier rondlopen
en nergens vinden we waarvoor we kwamen, nl. de collages. Wanneer we iemand van het personeel aanspreken die daar toevallig passeert weet die ons te melden dat die tentoonstelling reeds eind mei afgesloten werd. Wat een afknapper. Waarom heb ik het niet gecontroleerd op internet en gewoon de uitspraak geloofd van iemand die vertelde dat het nog tot het einde van de vakantie te bezichtigen viel? We kunnen wel enkele werken van de vaste collectie zien, maar voelen ons bedot. Waarom sluiten ze dit museum niet als er toch niks speciaal te bekijken valt?
Wanneer we terug aan de balie staan vragen we of we ons geld niet kunnen terugkrijgen, dat we ons bedonderd voelen. De bediende heeft er alle begrip voor, maar neen, geld terug kon niet, we kregen reeds een speciale korting. Hoe gaan we dit aan de mannen meedelen: speciaal naar Oostende komen om een expositie te bekijken die al afgelopen is.
We gaan nog even langs de boekenwinkel
en ik vind daar een boek(je) dat me wel boeit voor 0,50 daarmee is de entreeprijs wat verzacht. Nu we nog tijd zat hebben willen we naar het station gaan en daar nog iets drinken. Het is niet zo ver lopen en dat valt mee: het stappen laat zich wel al voelen. Natuurlijk vergeten dat het station gerenoveerd wordt en dat er op dit moment geen buffet meer is. Teruggaan naar de terrasjes aan de overkant is wat riskant: we willen goed op tijd op de trein stappen om een zitplaats te hebben. Dus halen we iets uit de automaat en gaan voor het station op de grote zitstenen in het zonnetje zitten
en wie zien we daar aankomen: Karel en Ludo. Mooi, dan maar naar het perron en kijken of de trein er al staat. Inderdaad staat de trein er en is hij al goed aan het vol lopen. We zoeken ons een treinstel uit waar nog voldoende plaats is en laten ons, gelukkig al zittend, terug rijden naar Leuven. Daar scheiden onze wegen. Frieda neemt de bus. De trein naar Aarschot staat op ons te wachten en vertrekt een tiental minuten later. Leuk als alles zo mooi op elkaar aansluit.
En de volgende uitstap is reeds vastgelegd. Geen risico dat de tentoonstelling verlopen is: we gaan de mijnsite in Hasselt opzoeken. Meteen kunnen we dan een omweg naar een winkel inlassen waar ze tekenmateriaal te koop aanbieden.
|