Dinsdag was het om 8 uur, verzamelen geblazen in Aarschot: de Hagelandse Academie ging op reis naar Keulen. Hoofdbrok: kijken naar David Hockney in Museum Ludwig. In datzelfde Museum Ludwig was ook een tentoonstelling van Art Spiegelman te zien. Verder op het verlanglijstje: Käthe Kollwitz in het naar haar vernoemde museum of in het Wallraf-Richartz-Museum: meesterwerken van de moderne kunst. Een hele boterham.
Met drie bussen gingen we op weg, want alle onderafdelingen van de academie namen deel aan dit project. Ik zat aanvankelijk op een verkeerde bus: ik was vergeten bij welke leraar ik me ingeschreven had. Uiteindelijk raakte ik toch op de juiste plaats. Toen de bussen vertrokken haalde ik een boek boven
een tweetal uren later, toen we afgeleverd werden, stak ik een bladwijzer tussen de paginas en gaf me over aan al wat zomaar op me afkwam.
Voor we het Museum Ludwig bereiken steken we een plein over: straatkunstenaars proberen wat bij te verdienen. Langs de ene kant twee beelden in stoïcijnse onbeweeglijkheid. Een beetje verder een constructie van twee personen. We proberen te ontraadselen hoe ze kunnen op elkaar blijven zweven. Zou de onderste wel een echte persoon zijn of alleen een metalen constructie? In elk geval is het ingenieus gevonden. De Keulse Dom wringt zich zwartgeblakerd tussen moderne huizen. Tijdens WOII leken de Geallieerden meer mededogen te hebben met een stuk cultuur dan met burgers. Als we tegenover de Dom staan blijkt toch wel wat ruimte beschikbaar
maar uiteindelijk is die kerk zo overdonderend groot dat ze veel meer ruimte nodig heeft om zich als kunstwerk te manifesteren. Maar mooi? Ik merk alleen hoe de luchtvervuiling hier aanschouwelijk wordt bewezen.
Het Museum Ludwig is een modern gebouw. Omdat onze groep een 150 personen telt, moeten we ons in groepen opsplitsen zodat we elkaar niet voor de voeten lopen en rustig naar de werken kunnen kijken. Onze groep moet een uurtje wachten: we kunnen pas rond 12 uur van start gaan.
Iedereen van onze groep verdwijnt naar buiten, Christel en ik trekken richting het restaurant in het museum. Ondanks dat het nog vrij vroeg is, beslissen we iets te eten. Als we het eten uitstellen tot na het museumbezoek moeten we wellicht kijktijd inleveren voor wat we verder willen zien. Neen, de warme keuken is nog niet open, we zullen het met een ontbijt moeten stellen. We kijken eens rond en zien hoe op een tafeltje bij de buren een smakelijk ontbijt opgediend wordt. Even op de kaart kijken: een Scandinavisch ontbijt vermeldt allerlei gerookte vis met sla. Het ziet er heel uitnodigend uit, dus bestellen we het maar. We hebben er geen spijt van: een voedzaam ontbijt geeft ons voldoende energie om de rest van de dag zonder honger door te komen.
Wanneer we klaar zijn met dit dagvullend ontbijt, beginnen we maar aan onze museumtocht. De kaartjes kregen we reeds deze morgen, met de afspraak om half drie terug in de inkomhal te zijn om dan verder te trekken naar een andere plaats. Het is nog ruim voor twaalf uur, we hebben alle tijd. De confrontatie met Hockney kan beginnen.
|