Het begon met het overschrijven van de catechismus als achtergrond voor een reeks tekeningen. Dat voerde me terug naar mijn kindertijd én naar het liedje van Wim Sonneveld: Het dorp.
Ik maakte eerst een ontwerp, daarna hernam ik die tekening op de achtergrond van catechismus vraag- en antwoorden en om af te sluiten wou ik er dan een lino mee maken met als afmeting 30 cm x 40 cm. Steeds bleef het lied van Wim Sonneveld in mij meezingen, het typeerde zo raak het dorp waar ik geboren ben en waar ik opgroeide. Het roept een zekere melancholie op. Wellicht omdat ik terugkijken naar toen, laat samenvallen met zon, nog niet weten van toekomst, de dag beleven zoals die zich aanbiedt. Niet alleen het dorp veranderde, ook ik. Mijn leven vulde zich en dat ‘vullen’ roept geen melancholie op, eerder het gevoel: ik heb het gehaald maar nu is het genoeg geweest. Ik geniet nu van de dagen omdat ik weet dat het anders kan verlopen. Een mens is een broos wezen.
Dat neemt niet weg dat de tekst van ‘Het dorp’ me erg aanspreekt, en gezongen door Wim Sonneveld blijf je wel even luisteren.
Het Dorp
(Wim Sonneveld)
Thuis heb ik nog een ansichtkaartwaarop een kerk, een kar met paard,een slagerij J. Vanderven.Een kroeg, een juffrouw op de fiets,het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, maar het is waar ik geboren ben.Dit dorp, ik weet nog hoe het was,de boerenkinderen in de klas,een kar die ratelt op de keien.Het raadhuis met een pomp ervoor,een zandweg tussen koren door,het vee, de boerderijen.En langs het tuinpad van mijn vaderzag ik de hoge bomen staan…Ik was een kind en wist niet beterdan dat het nooit voorbij zou gaan…Wat leefden ze eenvoudig toenin simpele huizen tussen groenmet boerenbloemen en een heg.Maar blijkbaar leefden ze verkeerd:het dorp is gemoderniseerden nou zijn ze op de goede weg.Want ziet hoe rijk het leven is:ze zien de televisiekwisen wonen in betonnen dozenmet flink veel glas, dan kun je zienhoe of het bankstel staat bij Mienen d’r dressoir met plastic rozen.En langs het tuinpad van mijn vaderzag ik de hoge bomen staan…Ik was een kind en wist niet beterdan dat het nooit voorbij zou gaan…De dorpsjeugd klit wat bij elkaarin minirok en beatlehaaren joelt wat mee met beatmuziek.Ik weet wel, ’t is hun goede recht,de nieuwe tijd, net wat u zegt,maar het maakt me wat melancholiek.Ik heb hun vaders nog gekend,ze kochten zouthout voor een cent;ik zag hun moeders touwtjespringen…Dat dorp van toen, het is voorbij;dit is al wat er bleef voor mij:een ansicht en herinneringen…Toen ik langs het tuinpad van mijn vaderde hoge bomen nog zag staanIk was een kind, hoe kon ik weten dat dat voorgoed voorbij zou gaan?
|