Wanneer zaterdag de klok zes uur aanwijst, krijgt iedereen de kriebels: alle werken moeten in het atelier gebracht worden, zodat er ’s nachts niets kan gebeuren. Ineens ziet de tuin er miserabel uit met de tenten die leeggehaald werden en als achteloos achtergelaten alsof ze van geen nut meer zijn en de kuisploeg de boel nog moet opruimen. In Werchter kennen we die aanblik: na het festival lijken de kampeerweiden één puinhoop, zeker als het geregend heeft.
Maar zondagmorgen, na een rimpelloze nacht, kan het leven weer herbeginnen. Tegen de middag staan de tentjes weer boordevol aanbod.
… en het wordt druk, heel druk. Het geeft het gevoel van op een overvolle markt te zijn beland. Gelukkig zijn er stoelen voor de oudere mensen. Die laten zich de drukte welgevallen, zeker als er nog iets bij gedronken kan worden. Er worden met man en macht snackjes op schalen gelegd, drank bijgevuld en tussendoor nog gepraat en veel gelachen: op zo’n zomerse dag is een buitententoonstelling een zaligheid om meemaken.
|