Deepak heeft ons uitgenodigd om in het sportcentrum van ‘Ter Heide’ in Rotselaar een treffen te volgen van rolstoelbasket tussen zijn club en de nationale ploeg. Daar het maar enkele minuten rijden is gaan we er op af. Het is al erg lang geleden dat ik mijn zoon nog aan het werk zag en dit wil ik nu niet missen.
Ik ken niet zoveel van de rolstoelbasket, van gewone basket ook niet. Er zijn doelen waarin men moet proberen te scoren … maar voor de rest laat ik het aan het wijze oordeel van de scheidsrechters over om over fouten te oordelen. Weet je, het gaat allemaal zo vlug. Die mannen vliegen met hun rolstoel over de vloer, proberen de bal te bemachtigen of te houden, zijn op elkaar ingespeeld en gebruiken allerlei truken om de anderen te misleiden.
Het gaat er best hevig aan toe. Af en toe wordt er wel eens een atleet uit zijn rolstoel gewipt. Gelukkig zitten ze stevig vastgebonden. Ze kennen kneepjes om rap terug in de goede positie komen en als het alleen niet lukt is er wel een medespeler die een handje toesteekt. Toen Deepak op de vloer lag en niet makkelijk recht kon was er een tegenspeler die hem met één hand omhoog trok. Die rolstoel zit als gegoten aan hun lichaam en de spelers zitten echt goed ingesnoerd. Soms lijkt het of de spelers een ballet uitvoeren. En alles gebeurt zo snel dat ik moeite heb te ontdekken waar de bal zit.
Wat me ook verbaast is de handvaardigheid van die mannen. In volle vaart pikken ze een bal op of plukken ze de bal van de grond om hem dan even later in het net te deponeren.
Toen Deepak hier toekwam was hij een fragiel kereltje dat moest leren met mes en vork te eten i.p.v. met die fijne vingertjes van hem. Nu is hij uitgegroeid tot een stevige sportman met handen die een basketbal onderste boven kunnen vasthouden zonder dat die valt.
Een zoon om fier op te zijn, ook als hij niet basket.
|