Toen ik de negen werken ging ophangen in Het Rust- en VerzorgingsTehuis in Herent, vroeg de verantwoordelijke voor de animatie me, of ik een inleiding kon geven op mijn werken, zodat geïnteresseerde bewoners wat beter zouden begrijpen wat die werken uitdrukten.
Dat was voor mij geen probleem, integendeel. Enthousiast aanvaarde ik dit voorstel. Ik dacht aan de vele ‘voorbereidende ‘ tekeningen die me stilaan de weg hadden gewezen om tot de grotere werken te komen. Omdat ik wist dat ik veel wou ‘tonen’, vroeg ik de groep niet te groot te maken, desnoods wou ik mijn uiteenzetting wel twee keer komen doen. Onmiddellijk kreeg ik een uitnodiging om twee keren te komen.
Op 2 oktober was het zover. Thuis had ik de tekeningen geselecteerd die ik zou tonen en waaraan ik mijn verhaal van ‘Spelenderlijn tot Lijnenspel’ aan kon ophangen. Ik wist wat ik wou zeggen … alleen, zijn bewoners van een rusthuis nog geïnteresseerd in ‘tekenen’, vooral abstracte tekenwerken? En een uur vol praten is voor mij niet onmiddellijk een groot probleem … maar houden die mensen het vol?
Christel ging mee om me te helpen de tekeningen te tonen, zodat er geen te lange pauzes vielen tussen het uitleggen en het tonen van het materiaal … en ook omdat we elkaar graag helpen.
We waren vroeg genoeg vertrokken zodat we alles op tijd klaar kregen. Dan wat wachten tot iedereen aanwezig was die wou komen. Gek hoe de tijd verandert in zo’n centrum. Het opgejaagde leven van te hollen van de ene afspraak naar de andere, van werk naar kinderopvang, van nog even boodschappen doen naar een afspraak met een vriend(in) wordt hier buiten spel gezet. De tijd krijgt hier alle luxe, wellicht omdat hij nog zo kort is of omdat de mobiliteit van de bewoners beperkt wordt. Er is geen haast meer, de bewoners kunnen niet vlugger dan voetje na voetje en de invulling van hun dagen houdt rekening met hun vertraagde ritme.
De bewoners kwamen toe, al dan niet aan de arm van een verpleegkundige, met rolstoel, rollator of wandelstok die de gebruiker nadien ‘vergeetstok’ noemde, omdat hij die steun zo vaak vergat en hem dit nu weer overkwam zodat hij terug moest keren.
Wat me opviel was dat de aanwezigen er verzorgd uitzagen, erg aanraakbaar en met zorg bejegend. Iemand zakte scheef en onmiddellijk werd het kussen op zijn plaats geduwd dat hem wat meer zitcomfort moest geven. Bij iemand zakte een bril wat van de neus en zonder vragen werd die weer op de juiste plaats geschoven. Je zou wensen dat iedereen die ouder wordt met evenveel aandacht zou worden omringd.
Natuurlijk denk ik aan mezelf als ik het nog enkele jaren kan vol houden: zal ik ook in zo’n tehuis terecht komen?
|