een man heeft een huis die speelt met de slangen
Tegenover de overbevolking van het kamp komt een man, een individu te voorschijn. Hij is geen gevangene maar een bewaker. Hij beschikt over een huis, waar hij zich terugtrekt als zijn taak er op zit. In dat huis kan hij baden, zich scheren, slapen, vrienden ontvangen. Maar niets daarvan wordt vernoemd. Hij komt tot zichzelf na het harde werk en laat het onbewuste aan bod komen. Gedachten, beelden, herinneringen, toekomstplannen komen in hem op. Als slangen kronkelen de verwachtingen, angsten, gewetensvragen zich een weg naar het bewustzijn. De man laat het gebeuren, activeert dit proces. Wellicht drinkt hij daarbij om in de roes van de alcohol zijn grenzen te verleggen.
De schrijver is hier een soort verslaggever. Deze positie zal zich herhalen. Hij geeft dan de feiten weer zonder enige persoonlijke of emotionele respons. Daardoor laat hij ruimte aan de lezer om zelf een innerlijk antwoord te vormen op wat er aangeboden wordt. Daardoor dringen de opgeroepen beelden dieper door in het bewustzijn en krijgen ze een universele waarde.
|