zondag na tien uur
De regen is voorbij getrokken en soms durft de zon van ver aanwezig zijn. Het is zelfs aangenaam warm. Van de meer dan negentig ingeschrevenen zijn er een dertigtal niet komen opdagen, begrijpelijk met zon weer, maar ze hebben ongelijk. Bezoekers laten niet op zich wachten. Het wordt druk. Buren komen een goede dag zeggen, collegas van de academie maken een babbeltje, vrienden en vriendinnen vinden hun weg. De zon komt er effectief door. Het is gezellig op het terras. De hotdogs en croques smaken blijkbaar, later zullen de pannenkoeken de pan uit swingen. Regelmatig is er een optreden van Sonora, het geeft een feestelijk tintje aan de markt. Tussen de gesprekken door aan mijn standje probeer ik met Cecile te praten. En of we elkaar terugvinden. t Is net of we gisteren elkaar achterlieten. De gesprekken duren meestal maar kort, want telkens is er wel iemand die een goede dag komt zeggen, of kaartjes koopt. Tot plots Lieve opduikt. Ik had ze niet herkend, maar ik herinner me haar duidelijk van de tijd op de normaalschool. Na een warme omhelzing zitten we onmiddellijk in een heel grijpend gesprek. Later zal ik me verbazen hoe het mogelijk is dat een contact dat 50 jaren terug volledig verbroken werd, plots zo heel levendig kan hersteld worden. We gaan een koffie drinken, ondertussen kunnen we wel onze standjes in het oog houden. Later biedt Maria zich aan. Haar herken ik direct van de doorgemailde fotos. We beloven elkaar weer te zien bij mij thuis. Dan kan ze ook mijn andere werken bekijken.
Ondertussen zit Cecile te genieten: de kaartjes verkopen goed, de vriendinnen van vroeger zijn er en over alles heen een stralende zon. Haar man bracht haar vanmorgen met de wagen. Meer dan anderhalf uur bleef ze in de wagen zitten, maar nu is ze blij dat ze gebleven is.
Deze morgen heb ik mijn jongste kinderen afgebeld: ze hadden zich opgegeven om te komen helpen maar met dit weer zou het zeker niet druk worden en er waren voldoende helpers. In de namiddag komen ze langs en installeren zich aan een tafeltje
om dat pas te verlaten wanneer de markt opbreekt.
Ik vraag aan Cecile of ze even op mijn standje wil letten, dan kan ik ook de markt eens rondgaan. Wat babbelen hier en daar, tot ik plots hoor roepen oma Lut. Als ik me omdraai zie ik daar mijn drie schavuiten. Dikke knuffels en we trekken naar mijn standje, zo kan ik ze ook even voorstellen aan Cecile. Daarna gaan we naar Deepak en Sangeeth en trakteer ik. Mijn jongste dochter zal het wel afhandelen, want ik moet terug naar mijn tentje. N. en de oudste dochter blijven bij de groep op het terras, de jongste kinderen vinden het leuker in de winkel van oma Lut. Verhalen over de eerste schooldagen, de dansles na school. Ze vinden de dingen onder tafel blijkbaar boeiender dan erboven: snuffelen is leuk, je weet nooit wat je ontdekt. Maar veel valt niet te ontdekken en N. komt hen na een tijdje ophalen. Dikke zoen en uitwuiven.
Rond vier uur komt er dan toch een bui bovendrijven. Het regent hevig genoeg om de plastiek boven te halen en alles te bedekken. Gelukkig is het maar voor even. Plastiek opruimen en alles droogt weer in de zon. Het marktleven herneemt zich. De zon manifesteert zich voor twee, alsof ze zich wil verontschuldigen voor dat gedoe. Maar om halfzes regent het nog even en dat is het sein voor iedereen om in te pakken. De dozen geraken gevuld, de tent is nog droog geraakt voor ze opgevouwen wordt. Auto halen, inpakken en een eerste lading naar huis voeren. Ook Cecile vertrekt. Terugkomen voor de tweede lading: de croques machines, verlengkabels
en Karel.
De grote tent wordt leeggehaald en afgebroken, om 20 uur moet de markt weer toegankelijk zijn voor het verkeer.
Zoals Maria me schreef: het was een dag om in te lijsten
|