Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
08-02-2006
Menu van de dag
Worstenbroodjes
Ingrediënten voor 4 personen
400 g bladerdeeg 400 g gehakt (rundergehakt) 1 ei 25 g paneermeel peper zout
Meng het gehakt met het ei en het paneermeel.
Breng op smaak met peper en zout.
Rol het deeg uit tot een dunne rechthoekige lap.
Snijd het deeg in reepjes van ongeveer 4 cm breed en 8 cm lang.
Verdeel het vlees in kleine porties en rol er worstjes van.
Draai de worstjes in het bladerdeeg en druk goed aan.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Vet een bakplaat in met vetstof.
Leg de broodjes op de bakplaat en bak ze gedurende 15 minuten tot ze goudbruin zijn.
De groenten wassen, schoonmaken en in fijne reepjes snijden.
De appel schillen, in plakjes snijden en besprenkelen met citroensap.
De zalmfilets overlangs insnijden, zodat men een soort zakje verkrijgt.
De zalmfilets kruiden met peper en zout - ook aan de binnenkant - en ze opvullen met stukjes appel.
De groentereepjes stoven in een weinig boter.
Bevochtigen met de visfumet en op smaak brengen met peper en zout.
Zachtjes laten stoven tot de groenten gaar zijn.
De groenten laten uitlekken en warm houden.
Voor de saus het stoofvocht van de groenten laten inkoken tot een bijna stroperige vloeistof en er van het vuur enkele nootjes koude boter doorroeren.
Ondertussen de zalmplakjes gaarstomen in een vergiet boven een pan kokende groentebouillon.
Op warme borden een bedje maken met de groenten, er de zalmpakjes op schikken en overgieten met de saus.
Afwerken met bieslook.
Serveren met duchesse-aardappelen.
Koninklijke taart
Ingrediënten voor 4 personen
300 g boudoirkoekjes 200 g chocolade (puur) 2 dl koffie 4 eieren 125 g boter (bakboter) 125 g poedersuiker 5 g suiker
De chocolade in stukjes breken en smelten au bain-marie.
Ondertussen de boter tot room roeren en hierin de gezeefde poedersuiker lepel per lepel toevoegen.
Wanneer de chocolade gesmolten is, laten afkoelen tot het mengsel lauw is en vervolgens door het boter-suikermengsel roeren.
De eieren scheiden en het eiwit tot sneeuw kloppen met een snuifje suiker.
Het eigeel bij de chocoladepasta voegen, goed mengen en vervolgens het stijfgeklopte eiwit toevoegen.
Het mengsel even laten rusten.
Ondertussen sterke koffie maken.
Een springvorm bekleden met aluminiumfolie.
De rand van de springvorm bekleden met boudoirkoekjes waarvan met een mes ongeveer 1 cm werd afgesneden (de suikerlaag moet aan de buitenzijde zitten).
De afgesneden topjes en de rest van de boudoirkoekjes eventjes onderdompelen in de koffie en er de bodem van de bakvorm mee bedekken.
Vervolgens een laag chocolademengsel aanbrengen en opnieuw een laag koekjes.
Dit herhalen en eindigen met een laag chocolademengsel.
Een nacht laten opstijven in de koelkast alvorens te serveren.
Eventueel versieren met hagelslag, chocoladeblaadjes of slagroom.
Hiep hiep hoera, het probleem is opgelost. De menu en werkbalken zijn weer terug. Ik dank alle bloggers die meegezocht hebben naar een oplossing. Het is Arsène die de gouden tip gaf. Heel wat bloggers gaven trouwens het advies het toch maar een aan Arsène te vragen. Dat is nu eens een echte goeroe in computerkennis. Nogmaals dank aan allen.
Het bladerdeeg wordt eerst voorgebakken (blind gebakken) met behulp van bijvoorbeeld oude peulvruchten)
ingrediënten
6-8 plakjes diepvries bladerdeeg (de hoeveelheid afhankelijk van de grootte van de bakplaat) 6 eieren 200 gram reepjes ontbijtspek 1/8 liter slagroom 150 gram geraspte belegen Goudse kaas peper en zout 2 teentjes knoflook 4 eetlepels fijngehakte bieslook
Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien.
Vet de bakplaat in of beleg deze met bakpapier.
Beleg deze met de plakjes bladerdeeg.
Plak de plakjes aan elkaar met wat water.
Leg hierop weer bakpapier en bak het bladerdeeg blind (met behulp van droge bonen o.i.d.) ± 10 minuten. Bak ondertussen het ontbijtspek uit.
Klop de eieren.
Pel en pers de knoflook.
Voeg hieraan toe: slagroom, peper, wat zout (denk eraan dat het spek ook zout kan zijn), uitgeperste knoflook, geraspte kaas, bieslook en het uitgebakken spek.
Giet deze massa over het voorgebakken bladerdeeg en zet alles nog ± 15 minuten in het midden van de warme oven (200 graden). Lekker met een groene salade.
8 plakjes roomboter bladerdeeg 4 plakken Cheddar van ± 1/2 cm dikte 1 losgeklopt ei Saus: 2 dl rode port 3 eetlepels cranberrycompote 2 eetlepels suiker snufje zout 1 kaneelstokje wat citroensap eventueel wat muntblaadjes 2 eetlepels geroosterde pijnboompitten
Laat het bladerdeeg ontdooien.
Steek hier mooie rondjes uit met behulp van een uitsteekvormpje of een glas.
Prik het bladerdeeg op diverse plekjes in met behulp van een vork.
Beleg 4 plakjes met de kaas (bijsnijden!) en leg hierop de overige plakken bladerdeeg.
Plak de plakjes aan elkaar vast met wat water.
Bestrijk de pakjes met losgeklopt ei. Verwarm de oven voor op 200°C. en bak de pakketjes in ± 12-15 minuten goudbruin en gaar. Maak ondertussen de saus. Breng de port met de cranberrycompote, suiker, zout en kaneelstokje aan de kook.
Laat het vocht inkoken tot de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid.
Op smaak maken met wat citroensap.
Eventueel nog wat suiker toevoegen.
Zeef de saus en giet deze over de gebakken kaaspakketjes. Garneer met een muntblaadje en wat geroosterde pijnboompitten.
Meng de kokosmelk met het citroensap, de olijfolie en wat zout en peper.
Doe er de kabeljauw in en laat 1 uur op een koele plek marineren.
Giet de marinade in een pan en laat zonder deksel 15 tot 20 minuten zachtjes koken tot hij ingekookt en dik is.
Rooster de kabeljauw circa 4 minuten in een op 180°C voorverwarmde oven.
Giet een dun laagje saus over elke portie vis.
Shortbread
Ingrediënten voor 4 personen
115 g boter (roomboter) 50 g basterdsuiker 225 g bloem 4 theelepels suiker
Shortbread is een kruimelig Schots biscuit, met een volle botersmaak.
Ook voor shortbread heeft iedere Schotse familie haar eigen recept.
Sommigen rollen het deeg dun uit, anderen maken er langwerpige koekjes van minstens 1/2 cm dik van.
Bereiding: Klop de boter en de suiker met de handmixer in ca. 5 minuten tot een romige massa.
Klop de bloem er in gedeelten door tot een stevig deeg ontstaat.
Rol het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een ronde lap van ca. 22 cm doorsnede.
Leg de deeglap op een met bakpapier beklede bakplaat.
Snijd de lap in 12 punten en prik met een vork gaatjes in de punten.
Bak de biscuits in een voorverwarmde oven van 150°C in 30-45 minuten goudbruin en gaar. Laat de biscuits op een taartrooster afkoelen en bestrooi ze met fijne tafelsuiker.
Wij zitten hier met gezellig bezoek op het ogenblik. Om te tonen hoe nu zo'n blog in zijn werk gaat ben ik even aan de praat. Straks volgt er nog een recept en komen er een paar afbeeldingen bij. Ik wil ook iedereen hartelijk danken voor het mee zoeken naar een oplossing voor de verdwenen menu en werkbalken. Ik zal blij zijn dat die weer terug zijn.
U kunt dit gerecht heel aardig opdienen in de lege gehalveerde sinaasappelen.
Giet de likeur in de maatbeker.
Rasp de schil (niet het wit) van de 3 sinaasappelen en van de 1/2 citroen boven de maatbeker. Schenk er zoveel sinaasappelsap op dat u in totaal 1/2 liter hebt.
Klop de eieren met de suiker tot een lichtgele massa die schuimig rimpelend terugvalt.
Klop er de maïzena en het sinaasappelsap door.
Doe alles in een steelpan en verwarm het al roerend op een middelhoog vuur tot het mengsel is gebonden.
Laat het niet warmer worden dan 75°C, want dan is de kans groot dat het schift.
Het mengsel is dik genoeg als het aan de bolle kant van een houten lepel blijft hangen.
Neem dan de pan van het vuur en klop alles nog even door.
Klop de eiwitten met het zout in een schone kom stijf tot u er slappe pieken van kunt trekken. Strooi er één eetlepel suiker over en klop verder tot u er stijve pieken van kunt trekken.
Spatel de eiwitten door de hete eiercrème en blijf voorzichtig spatelen tot het mengsel zover is afgekoeld dat het vocht niet naar onderen zakt.
Klop de slagroom stijf en spatel deze door de eiercrème.
Vul de uitgeholde sinaasappelen met de mousse en zet ze enkele uren of een nacht in de diepvries.
Decoreer vlak voor het opdienen met gekonfijte sinaasappelschilfers, angelica, blaadjes munt en/of slagroom.
300 gram gebraden kipfilet, in plakken van 3/4 cm dik gesneden
250 gram gele rijst
2 grote citroenen
zout en versgemalen peper
1 dl (olijf) olie
250 gram gewelde gedroogde abrikozen
1 bosje bosuitjes
1 bosje munt
Bereidingstijd: 20-30 minuten Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking gaar, maak de korrels met een vork los en laat afgedekt met een dubbelgevouwen schone theedoek om de stoom te absorberen afkoelen.
Borstel een van de citroenen onder de hete kraan af en rasp de schil.
Pers beide citroenen uit.
Roer het citroensap, de citroenrasp en wat zout en peper in een kom door elkaar tot het zout is opgelost.
Klop met een kleine garde de olie erdoor.
Schep de citroenvinaigrette door de rijst.
Snijd de plakken kipfilet in blokjes.
Snijd of knip de abrikozen in stukjes.
Snijd de bosuitjes met het groen in ringetjes.
Hak de munt fijn.
Schep de kip, de abrikozen, de bosui en de munt door de rijst.
Proef of er nog zout, peper en/of citroensap bij moet.
De spinazie één minuut blancheren in kokend gezouten water, onmiddellijk afkoelen in koud water, laten uitlekken, droogdeppen en er een terrinepot mee bekleden.
De gelatineblaadjes 10 minuten laten weken in koud water.
De zalmfilet in repen snijden en drie minuten stomen in een vergiet boven kokend gezouten water met tijm.
De gestoomde zalm met de helft van de room pureren tot een glad mengsel en op smaak brengen met zout.
De eierdooiers, de witte wijn en het citroensap samenvoegen in een sauspan en op een zacht vuurtje (of au bain-marie) opkloppen tot een luchtige sabayon.
De geweekte gelatineblaadjes uitknijpen en door de sabayon spatelen.
De resterende room licht opkloppen en met de zalmpuree en de sabayon mengen.
Op smaak brengen met zout en cayennepeper.
De bereiding in de beklede terrine gieten, afdekken met de resterende blaadjes spinazie en een nacht laten rusten in de koelkast.
De bavarois voorzichtig uit de pot halen (dat gaat makkelijker als de pot eerst even in warm water wordt gezet) en serveren op een mooie schaal of een mooi bord.
Naar wens garneren met kervel, sla en tomaat.
Verpakte griet
Ingrediënten voor 4 personen
600 g grietfilet 200 g ham 4 plakjes Ambiorixkaas 2 peren (Conférence) 1 eetlepel bieslook (fijngehakt) 4 blaadjes munt 2 dl visfumet 4 dl water 1 ei 100 g boter (roomboter) 400 g suiker 200 g bladerdeeg peper zout
De grietfilets overlangs doorsnijden.
De verkregen stukken op smaak brengen met peper en een weinig zout en tussen de gehalveerde filets telkens een plakje ham en een plakje kaas leggen.
Het bladerdeeg in vierkanten van twaalf centimeter zijde verdelen.
De gevulde grietfilets onderaan op de vierkantjes bladerdeeg schikken, zodat bij het dichtvouwen een driehoek verkregen wordt.
Het ei loskloppen met een snuifje zout en het bladerdeeg ermee instrijken.
De randen eveneens dichtkleven met het ei.
Een suikerstroop bereiden door de suiker in het water op te lossen en aan de kook te brengen. De peren schillen en gaar pocheren in de suikerstroop.
De pakjes bladerdeeg gedurende een twintigtal minuten bakken in een voorverwarmde oven op 180 graden.
Ondertussen de visfumet tot een derde laten inkoken en er een flinke noot boter doorroeren. De saus niet meer laten koken.
Op smaak brengen met peper en zout en op het laatst het bieslook toevoegen.
Op warme borden de pasteitjes centraal schikken, ernaast wat saus gieten, de peertjes in waaiervorm versnijden en op het bord schikken.
Garneren met een blaadje munt.
Warm serveren.
Biscuit met boterroom
Ingrediënten voor 4 personen
80 g suiker 4 eieren 80 g bloem (tarwebloem) 1 theelepel maïszetmeel 75 g hagelslag 250 g boter (roomboter) 5 eierdooiers 125 g suiker 1 dl water 1 zakje vanillesuiker
De eieren en de suiker zeer luchtig opkloppen in een warmwaterbad.
Laten afkoelen.
De bloem zeven en door het ei-suikermengsel spatelen.
Een springvorm lichtjes beboteren en vullen met het beslag.
Bakken in een voorverwarmde oven van 220 graden tot de biscuit mooi bruin is en laten afkoelen.
Ondertussen de boterroom maken.
Hiervoor de suiker en het water aan de kook brengen en opkloppen tot een klare, kleverige siroop.
De suikersiroop beetje bij beetje bij de eierdooiers voegen en kloppen tot een schuimig mengsel.
De zachte boter in kleine hoeveelheden bij het mengsel voegen en roeren tot een lichte crème wordt bekomen.
De taart met een groot mes in 2 schijven snijden.
Een schijf bestrijken met boterroom en de tweede schijf er terug opleggen.
Ook de zijkanten insmeren met boterroom en de taart door de hagelslag rollen.