Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
11-06-2012
Hoe een hobby uit de hand loopt
Hoe een hobby uit de hand loopt (1)
Een uit de hand gelopen hobby zo noemen we, Tineke en ik, ons Sinterklaasmuseum. Het is eind vorige eeuw dat we begonnen te zoeken naar bekers met een afbeelding van Sint Nicolaas en / of Zwarte Piet. Het leek ons namelijk leuk om tijdens de Sint periode, en dan in het bijzonder als de Pieten onze "zwartwerkers", 's morgens in alle vroegte binnen komen, koffie te drinken uit zo'n beker. Maar als je daarnaar op zoek gaat kom je natuurlijk meer aan Sint en Piet gerelateerde dingen tegen. Ja, want het is ook best leuk om in die periode ook de hele kamer in Sint Nicolaas sfeer te brengen. En zo begint het verzamelen. En echt, dan kun je proberen wat je wilt, je komt er niet meer vanaf, het Sint-Nicolaasvirus. Geen medicijnen, geen praatgroepen (dan wordt het alleen maar erger) gewoon mee leren leven. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Tegenwoordig moet alles steeds duurder en groter, origineler, hipper en idioter. Maar daar doet de Sint niet meer aan mee. Het gaat om de gedachte, om het idee. Een nuttig cadeautje waar je iets aan hebt. En niet iets waar je over op schept. Dus geeft Sint jou onverschrokken Een paar mooie, nieuwe sokken. uit: Sinterklaasgedichten
Sinterview met de Zweedse schrijver Arne Norlin (slot) Op bezoek in Sint-Niklaas en bij SNG Vlaanderen
Vind je bepaalde elementen in de volksgebruiken storend? Niet echt. Mensen hebben, de eeuwen door, sprookjesfiguren verzonnen die hen kunnen helpen in het leven. Natuurlijk zou ik de excessen met Kertsmis - hier in Zweden kunnen de ouders verschrikkelijk dure cadeautjes kopen voor hun kinderen - wat van het goede teveel kunnen noemen, maar wie ben ik om te oordelen. Dit jaar zal ik de Kerstperiode in Nieuw-Zeeland doorbrengen, met een telefoontje naar de kinderen op Kerstdag zelf. Geen geschenken!
Waarom is het belangrijk de nicolaiaanse traditie verder te zetten? Hoe wordt dat best aangepakt? Ik weet het niet en, echt : ik lig er niet wakket van. Ik zie Nicolaas als een interessant cultureel fenomeen, niet als een belangrijk religieus icoon. Maar ik denk dat mensen goed voor elkaar moeten zijn, niet alleen maar tussen 5 en 6 december en met Kerstmis. Luc Vermeulen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Sinterview met de Zweedse schrijver Arne Nordin (3) Op bezoek in Sint-Niklaas en bij SNG Vlaanderen
Wat is je meest markante "Sint-Nicolaaservaring"? Al de aardige mensen die ik ontmoette tijdens mijn reizen naar Turkije, Italië, Frankrijk, Duitsland, Nederland en België. Ze waren allemaal zeer enthousiast om hun kennis met mij te delen. Zelfs in Turkije, waar de bevolking voor 99% moslim is, waren de mensen zeer behulpzaam en zeer fier op hun geschiedenis. Maar van de Sint lagen ze niet bepaald wakker.
Wat betekent Sinterklaas voor jou? Als heilige zo goed als niets. Als cultureel fenomeen wellicht de interessante heilige in de geschiedenis van de kerk. Waar je ook komt in de wereld, kent men zijn "vertakking", Santa Claus. (wordt vervolgdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Sinterview met de Zweedse schrijver Arne Norlin (2) Op bezoek in Sint-Niklaas en bij SNG Vlaanderen
Arne, hoe leerde je Sinterklaas kennen?
Ik wist dat het Kerstpersonage Santa Claus gebaseerd was op een heilige uit Turkije, de heilige Nicolaas. Maar ik had geen idee hoe dat gebeurd was. Daarom besloot ik mezelf te scholen door boeken te lezen over godsdienstgeschiedenis, cultuurgeschiedenis en geschiedenis. Hierbij kwam ik tot de vaststelling dat het verhaal van deze heilige een groot verhaal is, nooit echt geschreven. Daarom besliste ik 4 jaar geleden het zelf te schrijven. De titel van dit boek wordt wellicht "Op zoek naar Santa Claus" Een bemerking hierbij: Zweden is niet bepaald een godsdienstig land. Ikzelf ben geen lid van een kerk. Mensen die naar de kerk gaan (2à3%) zijn protestants en over heiligen hoor je bijna nooit.
Sinterview met de Zweedse schrijver Arne Norlin(1) Op bezoek in Sint-Niklaas en bij SNG Vlaanderen.
Aan het Nicolaasbeeld aan het stadhuis: Arne Norlin op een paaltje gezeten, wachtend op Luc en Anne-Mie, de beheerders van ons documentatiebestand. Hij had met hen contact opgenomen via het wereldwijde web. Nicolaas als cultuurfenomeen boeit hem enorm. Hij vindt dat het echte verhaal van onze grote vriend nog nooit echt geschreven is, buiten de context van de heiligencultus en de "amerikanisering" (Santa Claus) Daarom besloot hij het zelf te schrijven. Hij deed de reis van bisschop Nicolaas van Lycië (toen Grieks, nu Turkijë) naar west-Europa over. Zijn laatste stop was Sint-Niklaas, van waaruit hij zijn boek wil starten. Even een korte biografie: Arne 62 jaar was meer dan 30 jaar journalist bij Zwedens grootste dagblad "Aftonbladet". Hij begon als schrijver van misdaadromans. Vier van zijn boeken zijn in het Nederlands vertaald. Sinds 2002 is hij fulltime schrijver. Hij schrijft vooral kinderboeken. Elk jaar schrijft hij minstens 1 prentenboek en 1 boek voor 9 tot 13 jarigen. Op dit ogenblik staat hij nummer 12 op de toplijst van de bibliotheken in Zweden: de 12de meest ontleende schrijver. Wij stelden hem via de digitale snelweg onze klassieke sinterviewvragen: (wordt vervogdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
5 December is het feest van Sinterklaas, komt hij samen met zijn Pieterbaas. Op zijn schimmel rijdt hij met een zak vol pepernoten en cadeautjes, familie hebben al getrokken hun lootjes. Kinderen zingen: "Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht, want wij zitten allemaal even recht." Rijmpjes en surprises worden vezonnen, Sinterklaas is begonnen. Ellen Verstegen
Op zijn rug een ton in trechtervorm die men in de Alpen aantreft om hout te dragen of gebruikt bij de druivenpluk. Die moest dienen om stoute kinderen mee te nemen. Krampus was op drie terreinen werkzaam. Het eerste was als dienstdoende kinderverschrikker, het tweede als getemde duivel, die zelfs door een klein meisje kon gewassen worden. Als derde punt wordt hij naar voor geschoven als vrouwenverleider en versierder. De meer modernere kaarten tonen dat bestraffing en verleiding niet zover uit elkaar liggen. Zijn roede doet dienst als weegschaal, links het geld en rechts het hart of de liefde. De echtgenotes werd de raad gegeven: "Maak de juiste keuze, anders komt Krampus" Verwonderlijk is wel dat men op het eind van de 19é eeuw kaarten drukte waarop schaars geklede dames in de handen van Krampus zijn gevallen, en hieruit enkel konden ontsnappen door hem ter wille te zijn. In de hele verzameling is slechts een kaart te vinden waarop een tafereel is te zien waarin een klein meisje Krampus buiten jaagt met een roede. Op de kast zien we een klein Sinterklaasbeeldje. Dit was de enige kaart waarop Krampus in aanraking kwam met Sint Nikolaas. Het is pas in het begin van de 20é eeuw dat Krampus gelinkt werd aan de komst van de Sint. Zo ging het ook in Vlaanderen, zestig jaar geleden was Zwarte Piet ook nog niet van de partij en sprak men hier steevast van Nicodemus die je in de zak stak bij slecht gedrag. Raf Rumes uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
In delen van Zwitserland en Zuid-Tirol is het gezelschap van Nikolaas vredelievender. Meisjes als witgeklede engelen, met of zonder vleugels, maar wel met een gouden kroon en een zweem van heiligheid op hun gezicht helpen de Sint bij het bedelen van de gaven. In Duitsland maar vooral in Oostenrijk is Krampus in dienst, alhoewel dit een geval apart is.
Onlangs kon ik inzage krijgen in een postkaartenverzameling van Mr Hans Huber uit Graz (A). Postkaarten met het opschrift "Grüss vom Krampus", kaarten die wij hier een halve eeuw geleden ook kenden zoals "Groeten van Sinterklaas" of "Vrolijk Pasen". De traditie elkaar zulke kaarten te zenden is volledig verdwenen, enkel met Kerstmis en Nieuwjaar houdt het nog stand. In het begin van de 19é eeuw had Krampus niets te maken met Sint-Nikolaas. Nikolaas beloonde de brave kinderen op 5 december en Krampus de stoute op 6 december. Krampus is afgebeeld als een vervaarlijke duivel, met een lange staart, een lange rode tong, horens zoals een duivel, kettingen en een roede van berkenrijs in de hand, en rechtop lopend op bokkepoten. (wordt vervolgdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Hier ten lande en ook bij onze noorderburen, is het vanzelfsprekend dat de Sint op zijn ronde vergezeld is van Zwarte Piet. In de ons omringende landen is het verschillend van land tot land. In Frankrijk kennen we Pére Fouettard, in Duitsland spreken we van Krampus, in Oostenrijk en Zwitserland zijn het meestal Rumpelklause en in Zuid-Tirol zijn het voor het merendeel engelen die onze vriend vergezellen. De Franse pére Fouettard ziet men meestal als een gebaarde oude man in een bruine pij met een bussel berkenrijs in de hand die dienst doet als roede. De Rumpelklause zijn gekleed met balen, een masker verbergt hun gezicht, en een baard van hennep moet het geheel kompleet maken. Rond hun middel bengelen kettingen en talrijke bellen, groot en klein. Zij zijn niet de directe helpers van de Sint, maar als deze zich op pad begeeft lopen zij in zijn omgeving en zijn een beetje de stoorzenders in het spel. Zij zijn er enkel op uit de jonge meisjes de stuipen op het lijf te jagen. (wordt vervolgdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Op zes december telt de nacht een sterretje meer Als je heel goed kijkt naar het twinkelen in de nacht Als je zoekt boven de daken tussen de bomen en de maan Als je luistert vanuit je bedje naar KLIKKLAK hoefjes op het dak Als je droomt van varkentjes, varkentjes biggetjes van marsepein van appeltje, appeltje, sientjes mandarijntjes o zo klein Als je zingt over de stoomboot En over letters van banket Wel dan, onder die sterrenpracht Komt Sinterklaas En 's morgens, langverwacht Kijk je dan naar wat die ster ons heeft gebracht
Emma Franckaert uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Van Sinter Claes en Santa Claus (slot) Santa Claus van Irving Washington
Opvallend aan de prent van de Sint is de stok die hij in de rechterhand heeft, de bijenkorf die op de achtergrond staat en het hondje aan zijn voeten. In de Engelse vertaling heeft Pintard verklarende voetnoten gezet bij Tabard ("kind of jacket") bij Apples bright of Oranje ("Oranges") en bij Granate ("pomegranatas"). Misschien geven deze verklaringen al meteen de moeilijkheid aan bij deze poging van Pintard om Amerika een 'echte' Sint-Nicolaas te geven. Er moest teveel uitgelegd worden over het oude Nicolaasfeest. In elk geval sloeg Pintards opstartpoging voor een St. Nicolas Day op 5/6 december niet aan. Wellicht lag het politieke aspect er te dik bovenop. De onafhankelijkheidsoorlog eindigde in 1814 dus de Amerikaanse soldaten hadden ook geen geuzenheilige meer nodig. Drs. H.J. Franzen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Van Sinter Claes en Santa Claus (4) Sancte Claes van Irving Washington
Sancte Claus goed heylig man! Reis daer me' na Amsterdam Van Amsterdam na 'Spanje Vaer appelen van Oranje Vaer appelen van granaten Die rollen door de straten Sancte Claus, mijn goede Vriend! Ik heb u allen tijd gedient, Wille u mij wat geven Ik zal u dienen alle mijn Leven.
Saint Nicholas, good holy man! Put on the Tabard best you can Go, clad therewith, to Amsterdam From Amsterdan to Hispanje where apples bright of Oranje and likewise those granate surnam'd roll through the streets, all free unclaim'd Saint Nicholas my dear good friend To serve you ever was my end If you will, now, me something give, I 'll serve you ever while I live. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Van Sinter Claes en Santa Claus (3) Santa Claus van Irving Washington
In 1810 gaf John Pintard, vriend van Irving, op 6 december een groots banket voor de leden van Historical Society en bracht een toost uit op Santa Claus goed heylig man. Hij liet zelfs een prent drukken voor de gelegenheid. Saint Nicholas staat erop met z'n sterfdatum 6 dec 343, een lief en een stout kind, een open haard met twee kousen waarvan één gevuld met cadeautjes, de andere met een roe. Verder twee sinterklaasversjes: het Nederlandse 'Sinter Claes goed heylig man' met een Engelse vertaling erbij. Het woord 'Sinter Claes' was aangepast aan de spelling die Irving had toegepast in zijn 'Knickerbocker's History. (wordt vervolgdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Van Sinter Claes en Santa Claus (2) Santa Caus van Irvin Washington
In 1804 werd in New York de Historical Society opgericht als teken van de ontwaakte geschiedenisbestudering, nu de ene na de andere Amerikaanse staat zich afscheidde van de Britse overheersing. De Amerikanen kregen behoefte aan een eigen identiteit, een eigen cultuur en eigen gebruiken. Een uiting daarvan is het boek 'Kinckerbocker's History' van de schrijver Washington Irving uitgegeven in 1809. Hij schijnt de eerste te zijn geweest die Sint-Nicolaas de schutspatroon van Nieuw Amsterdam heeft genoemd. Een voordehand liggende veronderstelling, omdat onze Sint al eeuwen de beschermheilige was van 'oud Amsterdam'. Hij beschrijft de Sint zo: a jolly old Dutchman, nicknamed Santa Claus, who parket his wagon on rooftops and slid down chimneys with gifts for sleeping children. Het idealiseren van de band met Nederland was waarschijnlijk met opzet gekozen: de Nederlanders vochten zich vrij van de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog, zo zouden de Amerikanen zich vrij vechten van de Engelsen in de Onafhankelijksoorlogen. De Engelsen hadden een machtige schutspatroon in Saint Georges, maar Sint-Nicolaas van de Nederlanders zou een geduchte geuzenheilige zijn voor Manhattan. (wordt vervolgdt) uit:Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Van Sinter Claes en Sante Claus (1) Santa Claus van Irving Washington
Hollandse emigranten namen de gebruiken rond 5 en 6 december mee toen ze zich vestigden in Amerika en zo ontstond uit Sinter Claes na een tijdje Sante Claus. Deze verklaring van het ontstaan van de naam van de Amerikaanse Kerstman kom je vaak tegen in allerlei bronnen. Maar is dit ook zo? En waarom komt Santa in Amerika in the night before Christmas en niet op 5 december?
Een verkenning.
In 1660 ging Nieuw Nederland met de hoofdstad Nieuw Amsterdam over in Engelse handen. De vroegste vermelding (uit 1733) van het vieren van het Sinterklaasfeest wordt aangehaald door E.G. Burrows en M. Wallace in 'Gotham, a history of New York City' (Newyork Oxford,1999): A group of descendants of the ancient Dutch families celebrated the sixth of December with great joy and festivity. De schrijvers melden ook dat er rond 1800 geen spoor meer te vinden was van een Sinterklaasfeest op Manhattan. Het enige winterfeest schijnt New Year's Day te zijn geweest. Geen Sint, geen Kerst. (wordt vervolgdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Opa en Oma, De kleinkinderen zijn een lust in je leven. Je wilt ze graag alle aandacht geven. Ze vinden het fijn om bij julie te spelen. Jij mag dan graag wat snoepgoed uitdelen.
Ze mogen bij julie wat ze thuis niet mogen. Ze hoeven niet stil te zijn en ingetogen. Julie zorgen voor veel gezelligheid. En tot oppassen zijn julie altijd bereid.
Julie zijn echt een Opa en Oma naar ons hart Sint en Piet legden voor beiden een pakje apart.